en ‘literaire vaders als Sartre en Mulisch’ te begroeten is een gang naar de boekhandel niet meer dan logisch.
Van NRC columnist Frits Abrahams (13 juni, Achterpagina) is een voorspelling opgetekend die Arnon Grunberg een lang leven toewenst: Hij zal ‘op zijn tachtigste een oeuvre hebben opgebouwd dat het in omvang wint van Vestdijk.’ Een nieuwe boekenkast is vast in bestelling.
De gemeente Harlingen laat zich van haar beste kant zien. In de prospectus van de plaatselijke VVV - Harlingen, een unieke havenstad aan zee! - heeft zij een advertentie gezet over de vier manieren om Harlingen beter te leren kennen. Een ervan is de wandeling Met Simon Vestdijk door Harlingen (Lahringen). ‘U komt langs de plaatsen waar Simon Vestdijk leefde en woonde en die in de romans een rol spelen. Ook passeert u kenmerkende delen van de oude binnenstad.’ De wandeling is verkrijgbaar bij de VVV, het Gemeentehuis en het Gemeentemuseum Het Hannemahuis.
In een artikel in de Sp!ts van 7 maart 2003 over de deelname van Arnon Grunberg aan het programma Tussen Hemel en Aarde wordt nog en passant vermeld dat Grunberg als Marek van der Jagt in 2000 de Anton Wachterprijs won met zijn boek De Geschiedenis van mijn Kaalheid. ‘Omdat Van der Jagt zichzelf niet aan het publiek wilde vertonen werd deze prijs echter nooit uitgereikt. Vorig jaar werd bekend wat iedereen al dacht: Marek van der Jagt is Arnon Grunberg.’
In de Sp!ts verscheen in de culturele bijlage van 26 juni 2003 een artikel van het ANP over Theun de Vries ter ere van de tentoonstelling over het leven en werk van de schrijver in het Letterkundig Museum. Samenstelster is Muriël Steegstra die ook deels verantwoordelijk is voor het nieuwe Schrijversprentenboek over De Vries. Hoewel Vestdijk een goede vriend was van De Vries en De Vries ook regelmatig over Vestdijk schreef wordt daar in het artikel geen melding van gemaakt.
Guus Luijters schrijft in Het Parool van 7 november 2002 dat hij een levenslange afkeer overgehouden heeft van Van Schendel, Ter Braak en Vestdijk. Dit dateert nog uit zijn middelbare schooldagen toen hij door zijn lerares Nederlands gedwongen werd om Vestdijk te lezen. Hij is er daarom ook tegen leerlingen te verplichten om een boek te lezen. ‘Waarom, in hemelsnaam, zou de voorkeur van de leraar de beste zijn...Dat dezelfde docenten die nu Dorrestein en Enquist als hun favorieten noemen in hun tienerjaren met Couperus en Vestdijk dweepten zou ze aan het denken moeten zetten.’
Arjan Peters vermeld in de Volkskrant van 8 november 2002 het heugelijke feit dat Maarten Biesheuvel (Biessie is Back!) na een schrijversblok weer een boek heeft geschreven en wel de verhalenbundel: Oude geschiedenis van Pa die leefde als een dier want hij schaamde zich nergens voor en hij was erg praktisch. Biesheuvel heeft 19 gloednieuwe verhaaltjes geschreven die samen met het fantastische sprookje ‘Hoe de pelikaan aan zo'n grote snavel komt’ uit 1967 - ‘en Biesheuvels hoogstpersoonlijke aanvulling op Vestdijks studie Het wezen van de angst’ - deel uitmaken van het boek. Meulenhoff, prijs € 14,50.
‘Ook in een versnelde cultuur draaien Vestdijks beste romans op het hoogste niveau mee’, aldus Pieter Steinz in deel 46 van de rubriek ‘De wereldliteratuur in 52 weekends’ in het NRC Handelsblad van 17 november 2002. Helaas - en dat terwijl volgens Steinz al alles geprobeerd is - heeft Vestdijk nauwelijks nog lezers. ‘Hij voorspelde het al, toen hij nog gold als de man die sneller schrijven kon dan God kon lezen én als de enig mogelijke Nederlandse kandidaat voor de Nobelprijs: “Na mijn dood zullen ze mij lelijk in de steek laten.”’ Steinz wijst Terug tot Ina Damman, Meneer Vissers hellevaart, Pastorale 1943 maar vooral De kellner en de levenden aan als de boeken die zeker een plaatsje verdienen binnen de wereldliteratuur. De kellner en de levenden is volgens Steinz ‘in de eerste plaats een spannend boek, waarin Vestdijks kurkdroog komische stijl en zijn superieure psychologische karakteriseringen perfect op hun plaats vallen.’ De ramsj-rubriek van NRC Handelsblad kwam later nog terug op De kellner en de levenden, (1999, nu bij De Slegte): ‘Een verbluffende roman over het Laatste Oordeel in een moderne Nederlandse stad die niet alleen de liefhebbers van het magischrealisme zal aanspreken.’
‘Het stroomgebied van de Styx’, zo heet de kaart die in opdracht van de Stichting CPNB gemaakt werd van het literaire dodenlandschap. De kaart werd ontworpen door Erik D'ailly en Willem Morsch. Vestdijk heeft er zijn eigen dijkje op gekregen.