[Nummer 99]
Redactioneel
Voor u ligt de 99-ste kroniek. Deze aflevering is opgezet als een themanummer rond het maandschrift voor letteren en kunst Forum. Zeventig jaar geleden, op 11 november 1931, verscheen het eerste nummer van Forum, dat vier jaar lang onder wisselende redacties overeind zou blijven. De hoofdpersoon in de geschiedenis van dit tijdschrift is stellig Menno ter Braak. Hij werd in de eerste twee jaar gesecondeerd door Eddy du Perron, in de laatste twee jaar door Simon Vestdijk.
Op initiatief van de inmiddels overleden Hans Visser, organiseerden de Vestdijkkring en het Du Perrongenootschap zaterdag 27 oktober 2001 een gezamenlijk Forum-symposium in de aula van het Letterkundig Museum in Den Haag. Een kort verslag van deze bijeenkomst was al eerder in de Vestdijkkroniek te lezen, maar de voordrachten had u nog tegoed. Vandaar nu bijeen: de inleiding zoals uitgesproken door Frans Bulhof, de lezing van André van Oudvorst over Forum bij Voskuil en de lezing van August Hans den Boef over Vestdijk en Forum.
Het was oorspronkelijk de bedoeling alle symposiumbijdragen te publiceren, maar helaas bleek dit niet waterdicht afgesproken. Lut Missine (‘Forum en Vlaanderen’) en Léon Hanssen (‘De cultuurkritiek van Forum’) stellen hun voordrachten hiervoor niet beschikbaar. Hoewel zij niet direct Vestdijk behandelden, is het teleurstellend dat het verslag van het interessante symposium nu niet compleet is.
Dit gemis wordt meer dan goed gemaakt door twee artikelen van de hand van René Marres. In een uitgebreid artikel gaat hij in op Du Perron. Hij doet dat via een scherpe analyse van Arthur Ducroo, die hij ziet als alter ego van Du Perron, in Het land van herkomst. Daarnaast bespreekt Marres het tweede deel van de biografie over Ter Braak van Léon Hanssen.
Uiteraard kan het niet alles Forum zijn wat de klok slaat.
In Hernomen konfrontatie met S. Vestdijk legt Theun de Vries aan Vestdijk de vraag voor in hoeverre voor hem gehechtheden, affiniteiten en invloeden ten aanzien van zijn geboorteplaats en -provincie een rol spelen. In zijn reactie wijst Vestdijk onder andere op de nawerking in hem van de spel- en avontuurtijd in het sfeervolle Harlingen. Pieter van Exter onderwerpt de rol van Harlingen aan een nader onderzoek. Hij trekt de conclusie dat Harlingen het onontbeerlijke decor is waarop Vestdijk zijn veelkleurige beleving van de werkelijkheid aanbrengt.
Daarnaast is er in deze Vestdijkkroniek ook aandacht voor de muziek. Gevraagd naar bekende muziekcritici is Simon Vestdijk wellicht niet uw eerste antwoord. Emanuel Overbeeke beschouwt Vestdijk in de context van de Nederlandse muziekkritiek van de laatste eeuw en komt tot de conclusie dat hij wel degelijk zijn sporen als muziekcriticus heeft nagelaten.
Noteert u ten slotte vast in uw agenda:
Jaarvergadering Vestdijkkring |
Openbare Bibliotheek Amsterdam |
Prinsengracht 587 |
23 maart, 14:00 uur |
Na afloop (15:00 uur) spreekt Arjan Peters over Vestdijks Amsterdamse gedichten |