[Nummer 83/84]
Redactioneel
In de Vestdijkmededelingen van augustus 1993 was een brief opgenomen van drs. B. van Dijk, gericht aan het bestuur, waarin hij een aantal voorstellen formuleerde met het verzoek die aan de jaarvergadering voor te leggen. Eén van die voorstellen was het redactielid Martin Ros te ontslaan. Van Dijk had daarvoor twee argumenten: 1. Ros was als uitgever betrokken bij ‘de lastercampagne van journalist A. Venema tegen Vestdijk’ en 2. Ros had in de jaren van zijn redacteurschap te weinig in de Kroniek gepubliceerd. In een roddelrubriek van de Volkskrant werd daarna deze kwestie kort besproken. In de Vestdijkmededelingen van februari 1994 waren o.a. twee brieven opgenomen, één van Anne Wadman en één van de heer J.W. Bults, die nader op de kwestie ingingen, de eerste pro Ros, de tweede anti.
Het was niet de eerste keer dat drs. B. van Dijk Martin Ros aanviel. Op de drie laatste jaarvergaderingen had hij steeds weer om het ontslag van Martin Ros verzocht, iedere keer met dezelfde, hierboven genoemde argumenten.
Op 15 maart 1994 schreef Martin Ros een aan het bestuur, de collega's in de redactie en de leden van de Vestdijkkring gerichte brief.
Na ampel overleg met mezelf - want after all those years is het moeilijk te scheiden van Vestdijk die reeds mijn vroegste jeugd heeft verkwikt - heb ik besloten mijn mandaat als redacteur van de Vestdijkkroniek terug te geven, ingaande de jaarvergadering van 25 maart '94.
De u allen bekende verdachtmakingen binnen kringen van onze vereniging en van het Mededelingenblad ten aanzien van mijn objectiviteit in relatie tot de zogenoemde Venema-affaire hebben mijn gevoel en reputatie wel degelijk beschadigd.
Ros memoreert vervolgens, dat hij dit jaar dertig jaar bij de Arbeiderspers werkt en dat hij naast dit redacteurschap talrijke andere activiteiten heeft verricht rond titels uit andere fondsen. Hij schrijft dan: