Max Nord
‘Het geroofde lam’ van Willem Brakman
Willem Brakman is het die deze prent, geïnspireerd op Vestdijks gedicht (I van Fabels met kleurkrijt, 1938; eerder hetzelfde jaar gepubliceerd in Groot Nederland), vervaardigde. Het is geen schilderij, maar een kleurenpastelkrijttekening, en het is Hans Visser die ze terugvond in Canada. Brakman kon zich in 1992 niet herinneren, bijna 50 jaar na dato, dat Beatrix de Groot een dergelijk schilderij ooit van hem gekregen had. Maar toen hij de foto zag, schreef hij Hans Visser het jaar daarop, wist hij het weer. Beatrix de Groot is de weduwe van Brakmans vriend Joop de Groot, aan wie hij zijn verbeelding van ‘Het geroofde lam’ had geschonken. De Groot kwam bij een verkeersongeluk in 1950 om het leven en toen zijn weduwe met hun zoon zeven jaar later naar Canada emigreerde, nam zij de krijttekening mee naar Toronto. Het moet, vertelt zij, een eerste poging op dit terrein van Brakman zijn geweest, vermoedelijk gemaakt in de direct op de bevrijding volgende jaren. De afmetingen zijn 26 bij 37 cm, het materiaal is papier.
Joop de Groot was, zoals dat heet, een boezemvriend van Willem Brakman. In de tijd van diens huwelijk hoorde hij bij hun leven als Van Gend bij Loos, schreef hij in '92 aan Visser. Hij ging er iedere avond heen, en dat hoorde zo, een soort familie. Het verlies van zijn vriend ondervindt hij nog altijd als hard. Dit thema heeft hij tot twee maal toe in zijn werk gebruikt, in Debielen en demomen en De ene mens. Brakman heeft de liefde voor de (beoefening van) schilderkunst gemeen met Vestdijk, getuige niet alleen zijn recente roman Vincent, maar tevens de tentoonstellingen van zijn werk op dit gebied in Nijmegen en Amsterdam, die daaraan grote bekendheid hebben gegeven.
Het gedicht, schreef hij Hans Visser, trof hem om de eerste twee regels,
waar geluk en katastrophe blijkbaar met een ‘natuurlijk’ verloop op elkaar volgen. In deze suggestie zit al een venijnig protest maar in het