Vestdijkkroniek. Jaargang 1991
(1991)– [tijdschrift] Vestdijkkroniek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Gevangen zat ik maanden
|
1 | enveloppen, postpapier en briefkaarten; postzegels hoeft niet. |
2 | een stel ondergoed (hemd, broek, sokken, overhemd) |
3 | zeep (had ik nog vergeten) scheerzeep heb ik. |
4 | nog wat sigaren en sigaretten (niet zooveel noodig). Denk je er ook om mijn bon P af te geven en iedere week 10 sigaren te halen? Over bonnen of over betaling hier weet ik nog niets. Ook over machtiging aan jou voor innen van geld schrijf ik je later wel. Hoe heeft vader het schoone bericht opgenomen? Stel hem zooveel mogelijk gerust! We hebben het hier trouwens heelemaal niet slecht, en mogen in de tuin wandelen, die heel uitgebreid is. Ook nog een kennis ontmoet; verder geen schrijvers gezien (behalve Asselbergs, Van Duinkerken! - die ik meende te herkennen!) |
O ja, 5e nog een mes, vork, en lepel.
Maak van alles maar een pakje en doe er een boek bij, b.v. Le Père Goriot van Balzac (staat onderaan).
We zullen maar hopen, dat het niet van al te lange duur is. Ik verlang erg naar je, en naar de dieren. Sla je er maar goed doorheen en eet zoo veel mogelijk. BartlingGa naar voetnoot1. heb je wel verteld wat er gebeurd is? Hij moet zich maar met Van RantwijkGa naar voetnoot2. of Holkema en Warendorf verstaan. Maak verder alle brieven open en als het van belang is, antwoord dan even. Dit laatste in elk geval aan MeyerGa naar voetnoot3. en Contact, als daar wat van komt (van
Meyer postpapier, van Contact een contract.) Wanneer ik de zaak wat beter overzie, zal ik moeite doen om maatregelen te nemen. Schrijf jij vast aan GodthelpGa naar voetnoot4. wat er gebeurd is, en welke maatregelen ik denk te nemen, en wat hij je aanraadt. Zoo juist kennis met v. Duinkerken gemaakt, die mijn brief bij de zijne zal insluiten (ik heb geen envelop) waarna zijn vrouw hem zal doorsturen. Dus tot ziens! Een hartelijke zoen, en ook een aan vader, van je Simon.
P.S. Op 't laatst nog een envelop gekregen!
Brief no. 2, Ans Koster aan Simon Vestdijk
Doorn, 6 mei 1942
Mein lieber Simon,
Dein brief habe ich heute Morgen bekommen und werde dir gleich zurück schreiben. Ich schicke dir
no. 1 Briefumschläge, Briefpapier und Postkarte
no. 2, 2 jaeger Hemden, 1 jaeger Unterhosen, 3 Paar Fusssocke, 1 Ueberhemd
3. Seife
4. Sigaren (10) und eine volle Dose (ganz angefüllt) Cigarette
5. Das Messer, Gabel und Löffel
6. Etwas bonbons (10) und Verkades chocola (ein überraschen nicht?)
7. Das Buch ‘Le Père Goriot’ und was Brot.
Ich hoffe das alles so gut ist. Und wie geht es mit der Wasch? Kann ich das holen und muss es geschickt werden?, wann und über wie viel Zeit? Und der Vater wüsste es schon da waren Sie erst gewesen. Und jeder Tag kommt er hier einige Stunden. Auch habe ich alle Nachbarn auf Besuch gehabt, die ganze Parklaan. Der Gartner ist heute Morgen gewesen und
der Garten sieht da net aus. Die Tieren sind lieb und ich habe gestern mit sie eine Spaziergang gemacht im Walde.Und alles was in deinen Brief stand habe ich schon jetzt fertig gemacht. PomGa naar voetnoot5. ist im Biggekerke. Habe ich schon geschrieben. Jetzt ist Frau HoogendoornGa naar voetnoot6. gewesen und auch die Grüsse von allen Bekannten muss du haben. Ich habe auch die Feuerung dieses morgen bekommen, das war noch 10 Malter. Ich bin mit der Schreibmachine schon weit hin. Ich schreibe alles durch einander, aber das werde wohl gut kommen. Und wieviel mahl darf ich dir schreiben? Jetzt will ich schliessen, und viele herz. Grüsse mit einen Kus von deinen Ans.
Auch von den Tieren, die haben Heimweh nach dir.
P.S. Der Glocke hängt auch ins Zimmer.
Brief no. 4, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel [8 mei 1942]
Lieve Ans,
Hart. dank voor de goede gaven! Alles is best overgekomen, en het lekkers is al op! Je kunt je brieven wel weer in 't Hollandsch schrijven. Er wordt niet op gelet. Ik ben hier al heelemaal gewend, en heb veel vrienden en kennissen. In mijn volgende brief zal ik bijzonderheden schrijven.
Hoe gaat 't met vader? Ik zag hem nog zitten, toen ik wegreed!
Je kunt me gerust eens in de week een pakje sturen, graag met 1 brood (of roggebrood) en mijn portie boter. En als er kaas is, jam, of zooiets, houd ik me ook aanbevolen, maar je hoeft me niet meer te sturen dan waar ik ‘recht’ op heb. En graag iedere week 10 sigaren en voorlopig een doosje sigaretten. Bij de volgende bezending graag een pak lucifers, mijn vulpen (gevuld) en een zakje of zoo met suiker (hieraan veel behoefte). Het tweede cahier, dat boven ligt, op 't opklapbed, moet je niet verder overtikken dan waar het kruisje staat, links boven de bladzijde. Over wasch zal ik nog informeeren. Schrijf van Rantwijk (Vondelstr. 108 Den Haag) en vraag hem wat er met Gr. N.Ga naar voetnoot7. gebeurt! Gaat 't door, schrijf hem dan dat die dialoog van mij in 't Junino. moet (gedeeltelijk) en stuur deze aangeteekend naar hem toe. Ligt op opklapbed, bovenop het stapeltje. Je ziet 't wel. Het is al eens in tweeën gevouwen. Titel: Het eeuwige Te Laat. Volgende week schrijf ik brief. Hart. zoen, ook voor Vader, Groet de beesten!
Brief no. 5, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel [9 mei 1942]
Lieve Ans,
Hierbij stamkaart + inlegvel. Succes ermee! Vanmorgen stuurde ik je al een briefkaart, dus nu maak ik het maar kort, te meer omdat we over een half uur gaan eten, en de ‘buslichting’ om 7 uur is. Het is hier in alle opzichten best uit te houden; het weer is prachtig; en ik praat met allerlei interessante menschen, dominees, doktoren, ingenieurs, notarissen, de Vice- President van de Raad van Indië, en zoo meer. Ik slaap in éen hokje met een zekere Kat, dus blijf ik in de poesenfamilie! Wat ik over Gr.Ned. en Van Rantwijk schreef heb je wel begrepen, hè? Schrijf hem dadelijk al, dat mijn dialoog in 't Juni no. moet, - en dat hij zelf de proef maar moet corrigeren - als 't tijdschrift doorgaat. Wanneer hij je dan terugschrijft, dat dit zoo is, hoef je hem alleen de dialoog op te sturen, aangeteekend.
Volgende week, als ik je 2e pakje heb, schrijf ik weer!
Hart. gr. en een zoen, ook aan Vader, van je Simon
Brief no. 6, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 11 mei 1942
Zijn brief en stamkaart heeft zij ontvangen. Zij heeft bezoek gehad en gaat eten bij Zus Knegtjes, de vrouw bij wie Simons vader inwoonde in de Beukenrodelaan. Zij vraagt hem haar te machtigen zijn inkomsten op haar girorekening te ontvangen, en bericht hem dat Pascals Pensées is aangekomen en dat zij daarvoor aan boekhandel Balkema (in Amsterdam) f 2,40 heeft gegireerd. Over honden en katten wordt uitvoerig bericht.
Brief no. 7, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel [11 mei 1942]
Maandag
Lieve Ans en Vader,
Ik begin maar vast met schrijven; wanneer het pak komt, vervolg ik. De tweede week van het verblijf hier gaat nu in. We hebben gelukkig prachtig weer getroffen, en ik ben bruin van de zon. Het eten gaat wel, maar moet aangevuld worden, vooral wat brood, boter, etc. betreft; het middageten is voldoende. Wanneer we nog Roode Kruis-paketten erbij krijgen, zooals in Haren, zullen we het beter hebben dan in de ‘vrije’ maatschappij. Vandaag komen de menschen uit Haren hier (de vroegere Buchenwalders); naar het schijnt zal er een zeker aantal van naar huis gestuurd worden, waarschijnlijk de Indische menschen. Ik zal dus ook nog met Dr. Ritter kennismaken. Aan kennismakingen geen gebrek trouwens. Ik heb het nog nooit zoo druk gehad met gesprekken! Er zijn hier verschillende interessante lieden, en het komt vaak voor, dat ik 's morgens met een ingenieur wandel, 's middags met een dominee, en 's avonds met een 2e Kamerlid. Ik zit aan tafel tusschen de burgemeester van Rijnsburg en de directeur van de distributie in Den Haag, met tegenover mij drie andere burgemeesters (er zijn er 20 in het geheel!) en een Katholieke professor uit Nijmegen. Gisteravond zat ik op een bankje tusschen Jhr. Quarles van Ufford (ik had mij bijna als familielid bekend gemaakt) en Mr. Joekes, 2e Kamerlid, een buitengewoon aardige kerel. Met wethouder Drees heb ik ook al een gesprek gehad. Onze ministers zijn bijna allemaal weer weg (Bijleveld en Romme; Terpstra is er nog). Eergisteren had ik corvée, het-
geen bestaat uit het klaarzetten van het eetgerei, schoonvegen van de zaal, etc. Niet erg vermoeiend. Er is hier een heel goede douchekamer, met warm water. Verder verschillende mooie, rustige binnenplaatsen; het is een reusachtig groot gebouw. Op een van de binnenplaatsen wordt gecricket; en er is ook een voetbalveld, waar nu nog schapen grazen. Om 7 uur staan wij op; maar het lawaai begint gewoonlijk al om half 7. Erg goed slapen doe ik niet. Ik lig midden tusschen een troepje zeer luidruchtige, maar nogal aardige Friezen, waaronder een zekere Posthuma, uit Harlingen afkomstig. Verder notaris Bijlsma uit Franeker, die Ina Damman goed kent, en nog een stuk of wat dominees. Ik ga gewoonlijk 's avonds naar de Protestantsche dienst; bij wijze van tijdpassering.
Ons blokhoofd is Van der Poorten Schwartz, familie van ‘Maarten Maartensz’ van het ‘M.M.Huis’ bij ons; hij is rector van een lyceum. De bedden zijn goed; twee boven elkaar in éen hokje, waarin ook nog 2 kasten staan.
Blok 4 bestaat uit ruim 100 man, in éen lange, smalle slaapzaal, van 4 rijen hokjes. De andere afdeelingen zijn weer heel anders ingericht. Er worden nu ook cursussen gegeven door allerlei menschen. Verder is er onder ons een postbode, in uniform! De avond, dat we hier kwamen, was het een geweldige verwarring van door elkaar heen loopende en door gangen rennende menschen. Ik was eerst naar Scheveningen gebracht, waar ik tot 7 uur moest wachten op het transport, en waar geleidelijk aan 12 anderen kwamen opdagen. We kregen brood en koffie en werden behoorlijk behandeld. Toen in een politiewagen via Utrecht naar Den Bosch, en zoo hierheen.
Voor het volgende pak (dus begin volgende week) heb ik nog enkele wenschen: veters, mijn scherp schaartje, uit de lade v.d. schrijftafel. Denk erom, dat jouw brieven en paketten portvrij zijn! Voorloopig kun je het er nog wel op wagen in het Hollandsch te schrijven. Schrijf alles op wat je voor mij koopt anders loopt het met de afrekening in de war. Huur betaal ik natuurlijk gewoon mee door. Om de verdiensten niet heelemaal stop te zetten zou ik wel met mijn vertaling door willen gaan. Stuur mij (volgende week) dus: het boek (op mijn schrijftafel) met de Hound of the Baskervilles erin (kijk dit even na), de Engelsche dictionnaire, een blocnote en de laatste pagina van wat ik getikt heb (ook op de schrijftafel, ligt, geloof ik, bovenop; anders heelemaal onderaan). Ik schrijf het dan met inkt op de blocnote, en jij kunt het dan later, éenmaal overtikken. Dit is het eenvoudigst, lijkt mij. Misschien kun je nog wat blocnotes bij Ruitenbeek halen, + 500 vel
doorslagpapier en 10 vel carbonpapier en een cahier van 80 pag. De gewone maandelijksche inkoopen geef ik dan aan het eind van de maand wel op. Tenslotte wou ik nog graag hebben (voor een kennis hier) van Kafka (die bruine bandjes) het deel, waarop staat Briefe, Tagebuchblätter, Biografisches (ik geloof Deel VI, maar zeker ben ik hier niet van.)
Vannacht heb ik gedroomd, dat we wel 10 honden hadden, de een al mooier dan de andere! Koop bij Ruitenbeek maar 3 blocnotes tegelijk; als ze zwarigheden maken, zeg je maar, dat het voor mij is, en dat ik in het gevang zit. Je tikt wel niet verder dan het kruisje, hè? Ongeveer in het midden van het tweede cahier. Als je ermee klaar bent, kun je het 2e en 3e cahier opsturen, dan schrijf ik er nog wat bij, en corrigeer alles. Het schrijfbedrijf moet maar gewoon doorgaan. Men schijnt hier ook studievertrekken te willen inrichten. Later vervolg ik! Zoojuist komt Haren binnen: hartelijke begroeting!!
Dinsdag [12 mei 1942]
Haren heeft een groote verwarring gegeven; het is nu ook veel voller geworden. Ritter sprak ik vluchtig. Er gaat geeneen van hen naar huis. Hierbij de eetzaal van het seminarium. Op je brieven (of liever: pakjes) moet je rechts zetten ‘Vrij van port’ en links Ziv. Geïnt. (net als op mijn envelop). Vandaag ben ik door mijn roggebrood heen, dus hoop ik wel, dat er vandaag een pakje komt! Ik heb hier vrijwel net zoo veel brood noodig als in Doorn! De andere dingen gaan wel, en zullen zelfs overdadig worden, wanneer de Roode Kruis- paketten komen, die de menschen in Haren soms 20 pond hebben doen aankomen. Hiervoor moet iets betaald worden, maar verder hoeven we gelukkig geen ‘pension’ te betalen, zoodat ik betrekkelijk goedkoop leef. Je moet toch maar wat meer dan 10 sigaren per week sturen. O ja, stuur ook nog mijn oordopjes! plus de boorvaseline. Het is hier 's nachts een herrie van je welste, met hoesten, snurken, etc. Enfin, ik zit hier nog niet zoo slecht, om verschillende redenen. We zullen maar hopen, dat het niet te lang duurt. Gelukkig gaan we de zomer tegemoet. Trouwens, er is centrale verwarming, en in Haren werd die ook gebruikt. De Harenaars treden nu op als onze leermeesters, in verschillende opzichten. Ze hadden een ongelooflijke hoeveelheid rommel bij zich: tuinstoelen, gieters zelfs! En allerlei meubilair. Ik maakte nog met prof. Pos kennis, de philosoof uit Amsterdam, hetgeen mij te stade kan komen, wanneer ik weer wat van die korte dingen schrijf. Ze hebben ook een bioscoop bij zich, en een kat! uit Buchenwald nog, die ik zoo juist op
mijn arm heb gehad, waarbij ik even aan UssipussieGa naar voetnoot8. dacht, - en aan jou en de honden. Hoe gaat het met vader, slaat hij er zich nogal doorheen? En is er in de tuin al gezaaid? Als er brieven komen, hoef je me die niet op te sturen als 't niet erg belangrijk is; maar meld me de inhoud even, in 't kort.
Je moet mijn nieuwe schoenen ook maar sturen. Van deze raken de zolen weer los. Ik stuur ze dan op, zoodra het verzenden van de wasch geregeld is. Ik kreeg een hartelijke brief van HenkGa naar voetnoot9.. Schrijf hem eens bij gelegenheid, dat ik hem bedank voor zijn bemoeiingen voor het Roode Kruis. Van hieruit ben ik al voor het R.K. opgegeven; we krijgen dan ook verschillende dingen, waar ik niets aan heb (havermout, naar men zegt, o.a.), maar die stuur ik dan wel telkens naar jou. Over wijze van betaling schrijf ik nog wel. We schijnen 1/2 pond tabak per paket, dus per 14 dagen te krijgen. Vandaag heb ik leentje buur gespeeld, wat betreft brood en daarmee gelijkstaande materie; dus ik hoop, dat je pak morgen komt! Stuur het volgende pak niet later dan Maandag, met het oog op de schoenen en de vertaling. Sluit dan verder nog in de ‘machine’ voor het sigarettenrollen, 3 boekjes papier, en pakje tabak uit de schrijftafel. Wanneer je klaar bent met tikken, stuur dan alle drie cahiers (die drie zwarte, je weet wel; in III staat nog maar heel weinig); die wou ik n.l. gedeeltelijk aan prof. Pos laten lezen. Morgen verder!
Woensdag 5 uur [13 mei 1942]
Geen pakje gekomen. Ik verstuur deze brief nu maar, opdat je het volgende pak intijds kunt sturen. Als je pak dan morgen komt, stuur ik wel even een briefkaart.
Zoo juist ontving ik een pak uit Noordwijk, waarschijnlijk van een meneer Vriesman, die mij vlak na de oorlog bezocht. Veel blikjes, Deventerkoek, en tabak, nat van de witte wijn (had gelekt), en zoovoort. Zou je hem soms even willen bedanken? D. Vriesman, Huis ter Duinstraat 41, Noordwijk aan Zee.
Dus je denkt volgende week wel aan alles, hè? Vooral voldoende
brood en dergelijke, voor een week; want het is vervelend op de liefdadigheid hier te moeten teren. Er zijn vier katten, waarvan twee jonge. We kunnen om de 14 dagen wasch sturen + andere dingen. Stuur dus de week na de volgende week (uiterlijk) je goede gaven in een voor dat doel bruikbare doos.
Hart. gr., en een zoen, ook aan Vader, van je Simon
Brief no. 8, Simon Vestdijk aan Ans Koster
[16 mei 1942]
Lieve Ans!
Hart. dank voor 't pak, dat gelukkig op Hemelvaartdag besteld werd, door een vriendelijkheid van de post. Alles is goed overgekomen, behalve het trommeltje, dat een flinke deuk gekregen heeft en niet meer bruikbaar is. Jammer hè? Verder valt alles in zeer goede aarde, zooals je uit mijn brief wel begrepen zult hebben. Gisteren zat ik én door de goede gaven uit mijn omgeving (sommige menschen kunnen wel een winkeltje opzetten, vooral de dominees) én door het pak van Vriesman er weer goed in, zoodat ik wat te veel gegeten heb en de heele nacht maagpijn had. Ik zal nu ook wat voorzichtiger zijn met middageten, wat iets te veel opeens is. Voorloopig heb ik nu genoeg brood etc., dus hoef je Maandag niet zooveel te sturen; 't gaat nu voornamelijk over de schoenen, vertaalboek, de drie zwarte cahiers (stuur die in elk geval, ook als je nog niet klaar bent!) en de sigarettendraaierij. De witte wijn blijkt jenever te zijn, die ik nu maar rondschenk in lepels en bekertjes. Zoo juist ben ik op de zolders geweest, waar Haren zich heeft ingericht, met veel lampen, uithangborden, kooktoestellen, etc. etc. - je reinste kermis. Zij hebben alles, knutselen alles en weten alles. Het bericht voor N. en v.D.Ga naar voetnoot10. schrijf ik in mijn volgende brief. Er zijn nu 700 menschen.
Hart. gr. en een zoen, ook aan Vader, en groet iedereen en omhels de honden en Ussie, je Simon
Brief no. 9, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 17 mei 1942
Lieve Ans en Vader,
Ik begin maar vast met schrijven; Woensdag stuur ik de vuile wasch, + de blikjes van Vriesman, die jij beter kunt gebruiken dan ik. Mijn maag gaat weer wat beter; met middageten ben ik voorzichtig. Ik heb ook al wat geschreven, hoewel het heel moeilijk is een rustig plekje te vinden, met 700 man om je heen. Gelukkig worden binnenkort studiezalen ingericht, waar niet gesproken mag worden. In alle opzichten is het verblijf hier heel merkwaardig, en hoewel ik natuurlijk liever bij jou zat, moet ik toch zeggen, dat ik deze ervaring niet graag had willen missen, - tenminste als het niet te lang duren zal en ik er zonder kleerscheuren afkom. Binnen het gebouw zijn wij vrijwel onze eigen baas en de Harenaars maken daar ook zeer vrijmoedig gebruik van. Op een van de zolders, waar zij huizen, is het 's avonds precies kermis, met in ieder hokje twee, drie lampen; overal wordt gekookt, er wordt krontjong- muziek gemaakt, en gisteravond werd er zelfs een film vertoond; een fantastische aanblik, niet zoozeer de film zelf als het publiek en de entourage. De heeren staan voor niets, zijn volleerde electriciens en ‘verhuizers’, in die zin, dat zij op alles beslag leggen wat van hun gading is. Ik maakte b.v. met een dominee uit Indië kennis, die een heele gereedschapskist bij zich heeft en uit Haren een oude koorstoel heeft meegenomen, waarvan hij penanttafeltjes, schaakborden en... kruisjes voor Katholieken knutselt! De Indiërs rijsttafelen, en ieder hokje heeft zijn eigen naam en uithangbord (b.v. In het vernoken haasje, In de aap, Te grazen, In de vergulde kooi, De sigaar, en meer van dgl. toepasselijke namen). En door alles heen sluipen de Buchenwalder katten, die ook heelemaal gewend zijn. Gistermiddag een mooi concert van de violist Jo Juda; daarna heb ik bij een voetbalwedstrijd gekeken. 's Avonds dan vaak een philosofisch gesprek met prof. Pos. Zooals je ziet, aan afwisseling geen gebrek! Slapen gaat niet erg, maar binnenkort zal ik misschien naar een donkerder hut kunnen verhuizen. Ik ben erg bruin geworden, en niet afgevallen. We krijgen nu ook wat meer melk. Alleen aan vleesch heb ik wel behoefte; kun je me misschien iedere week mijn aandeel gekookt opsturen? De leverworst is heerlijk! Er loopt hier ook af en toe een jachthond rond (reu), die dadelijk op mijn schoot sprong, zeker op de lucht van Betty en Lady! Wanneer ik mijn sigarettenroller heb, hoef je me
geen sigaretten meer te sturen. Algemeen hoor ik, dat de leveranciers veel toeschietelijker zijn voor de familie van geïnterneerden. Por ze dus gerust aan! Als er nog meer boeken komen, hoef je ze niet te sturen; 't boek van Pascal stuur ik terug, daar ik anders te veel rommel krijg; en het kastje, dat ik tot mijn beschikking heb, is niet erg groot. Stuur ook mijn zonnebril (goed ingepakt!!) en wat vitaminepoeders (de bovenste van de twee sigarenblikjes, in mijn kast). Deze laatste zijn hier wel noodig, daar versche groenten (en vruchten), tot nog toe tenminste, niet verstrekt worden; behalve radijs, maar die durfde ik niet te eten voor de maag. Wanneer je soms iets hoort over het inleveren van mijn bonnen, moet je je daar niets van aantrekken. Dit hoeft niet.
Dinsdag: Zoo juist ben ik verhuisd, op dezelfde zaal, maar in een aardiger milieu. Deze afdeeling is ‘de Pijp’ gedoopt en mijn hutgenoot is dominee Wybenga uit Dronrijp, erg aardig. Zoo juist 't pak: hartelijk dank! Ik stuur morgen de wasch + andere dingen, en de brief apart. Verdere punten uit je brief zal ik kort beantwoorden. Geen bezoek! 10 uur n.bed (wordt gewoonlijk half 11) en 7 u. op (de meesten beginnen al om half 7 herrie te maken; ik sta om kwart voor 8 op; half 9 ontbijt. Koop maar zooveel mogelijk blocnotes, en stuur me er éen. Maar de vertaling doe ik dan wel in cahiers; ik schrijf dan later wel, wanneer je me weer een cahier moet sturen. Ja, stuur eerst maar die vitaminepoeders in het sigarendoosje op mijn tafel. Cascara heb ik heelemaal niet meer noodig, wonder boven wonder. Doe de eieren maar in cake en zoo; alleen met vleesch zou je me een groot genoegen kunnen doen.
Zonnebril heb je al prachtig om gedacht. Ziezoo, later meer. Eind van de week stuur ik nog een kaart. Stuur jij dan Maandag ook weer wat brood, en boter als het kan? Hart. gr. en een dikke zoen voor jullie beiden, je Simon
P.S. Je hoeft me Maandag maar heel weinig brood te sturen: ik krijg juist een heel Zeeuwsch tarwebrood van een wildvreemde meneer cadeau, die het kwijt wou! Ook geen roggebrood. Wel boter (als je hebt), en koek, of zoo, of jam.
P.P.S. Morgen is het pas pakjes versturen; zoodat ik nu de brief maar vast wegstuur. Vannacht veel beter geslapen.
P.P.P.S. Schoenen kunnen hier gerepareerd worden.
Brief no. 10, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 18 mei 1942
Zij bericht dat zij ‘Kafka’, een schrijfbloc zal sturen, en een flesje inkt erbij zal insluiten. Arthur van Rantwijk heeft zijn adres gevraagd, van Wim (Pijper) heeft zij zojuist ook een brief ontvangen en Annie Paap (de vrouw van Wouter Paap) komt volgende week bij haar.
Brief no. 11, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 23 mei 1942
Lieve Ans,
Hart. dank voor het pakje, dat zoo juist verscheen. De moorkoppen smaken toch heerlijk, hoor! Gisteren kwamen onze R.K.paketten. Als ik je Dinsdag schrijf, zal ik het lijstje insluiten. Er zat o.a. een pond tabak in, een blikje boter, 10 reepen chocola, stroop, suiker, smeerkaas, succade, leverpastei en zeep. De laatste 3 dingen zal ik jou bij gelegenheid sturen; de succade kun je dan eventueel bij de kruidenier voor wat anders ruilen. Verder nog ontbijtkoek, sanoviet en studentenhaver. Denk er voortaan aan dat bij 't adres nog staan moet ‘Sicherheitspolizei, 's-Hertogenbosch’. Verder gewoon zooals tot nu toe, dus S.V. Civ.Geïnt. St. Michielsgestel. Als deze briefkaart je nog vóor 't verzenden van 't volgende pak bereikt, sluit dan nog wat cahiers in: 5 van die dunnere, waar van je me al 1 stuurde (ze liggen o.a. in mijn boekenkastje op mijn slaapkamer) en 1 dikker cahier, liefst zwart, anders een ander. Denk je ook nog om dat boek van Kafka?! Schrijf me in ieder geval - ook als 't pakje al weg is - dadelijk wat de dokter in het attest geschreven heeft, precies woordelijk. Hoe gaat 't met jullie? De honden ook goed? Ik ben druk aan het werk en heb in de theaterzaal, die als leeszaal is ingericht, eindelijk een rustig plekje kunnen vinden, al is het natuurlijk niet zoo rustig als Parklaan 6, achterkamertje boven! Schiet de tuin al op? En hoe gaat 't met vader? De afdeeling ‘De Pijp’ is heel aardig, en ze zijn erg gul met etenswaren. Er is ook een bibliotheek, van duizenden boeken, die ze in Haren verzameld hadden; er zijn ook een paar van mij bij. O ja, in 't pakket was ook kakaoline, om chocola te maken. Daar we 's morgens en 's avonds heete melk krijgen, gaat dat heel makkelijk. Nu, houd je maar goed, hoor; en schrijf me dus vooral p.o.
over die kwestie van de dokter, opdat ik op de hoogte ben. Hart. zoen, ook voor Vader, van je Simon
P.S. Is je pakje v. Maandag al weg, stuur me dan in elk geval de cahiers. Ik heb ze misschien noodig.
Brief no. 13, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 27 mei 1942
Vraagt hoe het nu met zijn maag gaat. Zij heeft gehoord dat daar ook artsen zijn die je behandelen. Alleen wanneer het heel erg is kun je naar huis gaan zoals Drees. Het advies van hun arts citeert zij woordelijk: Ondergeteekende verklaart dat de heer Vestdijk wonende te Doorn Parklaan 6 een maagpatiënt is en altijd op diëet staat. Volgens de Sicherheitspolizei moest zij dit opsturen naar de Ortskommandant te St. Michielsgestel, die evenwel met verlof was. Zij is, schrijft ze, in Den Bosch geweest voor informatie hoe zij met dit attest aan moest. Die Sicherheitspolizei was zeer beleefd en hulpvaardig, en vertelde dat hij daar onder doktersbehandeling moest. Als het heel erg was kon hij naar huis gaan, maar hij kan daar ook op diëet leven. Toen is zij naar ‘Beekvliet’ gewandeld en heeft veel geïnterneerden gezien. Zij hoopte nog hem ook te zien. Als de Ortskommandant er geweest was, had zij moeite gedaan hem te spreken te krijgen, maar de hollands sprekende schildwacht, waarschijnlijk een Hollander, zei dat hij niemand mocht toelaten. Die morgen heeft zij een brief van mevrouw Geyl gehad. Nijhoff was ook bij haar op bezoek geweest. Van Nijgh & Van Ditmar heeft zij op haar giro f 471,68 ontvangen. De vrouw van Karel van der Geest schrijft haar dat haar man is opgehaald.
Brief 13 a, is een bijgevoegde lijst van wat hij heeft ontvangen van het Roode Kruis
430/6
RIJKSBUREAU VOEDSELVOORZIENING IN OORLOGSTIJD
|
|||||||||||||||
INHOUD VAN DIT PAKKET
|
20/5 '42
Brief no. 14, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel, 27 mei 1942
Lieve Ans en Vader,
Hartelijk dank voor de twee pakken, en voor Vader's brief. Het tweede Pinksterpak in goede orde ontvangen; alles smaakte heerlijk; jammer, dat ik geen maat kan houden in het consummeeren van sommige goede gaven! Berichten over ‘aflossing’ en dgl. bereiken ons hier ook wel, maar wij gelooven er niet erg aan. Laten we maar het beste hopen! Stuur je eind van de week vooral ook de cahiers? 5 dunnere, zooals je er al éen stuurde, en éen dik, liefst met zwarte kaft, anders maar andere kleur. Hierbij de lijst v.
't R.K. Volgens sommigen is de boter niet goed; volgens anderen weer wel. Ik zal 't er maar op wagen; mocht ze sterk zijn, dan maak ik het blik de volgende keer niet open, maar stuur 't om de 14 dagen naar jou, voor bakken; dan kan ik van jou weer eens wat boter krijgen. De Pinksterdagen heb ik met schrijven en schaken doorgebracht. En praten natuurlijk! Zoo juist college geloopen bij prof. Pos, die ook bezig is mijn opstellen te lezen. Als hij ermee klaar is, kun je natuurlijk doorgaan met tikken; maar laat tegen die tijd mijn vertaling voorgaan, waarvan ik je dan telkens éen cahier stuur; je hoeft dan maar lx te tikken, dus niet in duplo, zooals de opstellen! Ik zit in de theaterzaal, die als leeszaal is ingericht, te schrijven, met het oog op het sportveld, waar aan athletiek gedaan wordt: een heel rijtje loopt in de looppas achter elkaar aan, en heelemaal voorop holt die jachthond, waarover ik je al schreef! Leuk, dat je aan een portret gedacht hebt! Ik had je er al over willen schrijven. Stuur eind v.d. week ook inkt; ik heb tot nog toe moeten leenen (of zelfs stelen). Wat 't attest en de rest betreft zullen we 't voorlopig dan maar op zijn beloop laten. Voor diëethouden kan ik zoo noodig zelf wel zorgen; en om hier weg te komen is mijn toestand natuurlijk niet ernstig genoeg. Ik ben erg verkouden, door de tocht op de zaal, en zal je volgende week veel vuile zakdoeken sturen. Wacht met sturen van zomerpak en dun ondergoed nog maar tot 't wat warmer wordt. Misschien mogen we binnenkort vaker sturen dan om de 14 dagen. Van Pom kreeg ik een heel hartelijke brief, en ook van Arthur, + van de laatste een blikje met chocoladetruffels, door NikeGa naar voetnoot11. vervaardigd. Die v. Geel is een bewonderaar, ook dichter; verder weet ik niets van hem af. Ik praat veel met Dr. Ritter, die mijn werk zeer zegt te bewonderen. Roland Holst zal van Duinkerken en mij sigaren sturen; maar die moeten nog komen. O ja, Maandagmiddag hadden we een heel diner op de Pijp: Rinke Tolman (van de Telegraaf) was jarig, en een ander 32 jaar getrouwd. Er werden gedichten voorgelezen; er was een hors d'oeuvre, zooals zelfs Vader in deze tijd niet zou kunnen samenstellen, en graaf van Limburg Stirum, die directeur is van een wijnzaak, had voor vermouth gezorgd! Verder echte koffie, koek, sigaren, etc. Binnenkort zal er wel weer iets dergelijks plaats vinden, want aan de materialen schijnen de heeren geen gebrek te hebben. Aan tafel zit ik in de buurt van een troep Zeeuwen, die uitsluitend hun eigen brood en boter (+ wat daarbij hoort) eten, zoodat er altijd een groote stapel brood vrijkomt, waaruit ik dan mijn voorraad aanvul. De stroop van 't R.K. is erg prettig voor de boter-
ham, vooral tegen dat de boter opraakt. Schrijf me eens op hoeveel boter ik per week recht heb (volgens mijn bon); dan kan ik daar een beetje op rekenen, voor 't geval de boter van 't R.K. ranzig mocht zijn. Het kan ook nog zijn, dat ik dit blik ruil voor ingepakte boter, met Ds. Wybenga, die 't blik dan ongeopend naar huis stuurt. Stuur me eind van de week ook nog 10 sigaren; zoolang ik hier ben, zal ik 't er maar van nemen; je kunt nooit weten wat je boven 't hoofd hangt... Als je al deze bijzonderheden over diner en dergelijke aan anderen vertelt, zeg er dan bij, dat ze er geen ruchtbaarheid aangeven, om voor de hand liggende redenen.
Nu, dit is zoowat alles. Sla je er maar goed doorheen; ik doe dit ook; en als alles goed afloopt, hebben we alle twee een avontuur beleefd, waarvan we nog aan onze kinderen (pardon, ik bedoel de honden!) kunnen vertellen!
Hart. gr. voor jullie beiden, en aan alle anderen, en een zoen van je Simon
P.S. Denk je erom bij het adres te zetten: Sicherheitspolizei, 's Hertogenbosch?
Brief no. 16, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 29 mei 1942
Lieve Ans en Vader,
Dank voor de beide pakjes! Mijn maag gaat weer veel beter, al moet ik nog steeds oppassen. Het eerste cahier van de Hond v.d. Baskervilles zal ik je volgende week sturen + wat trommeltjes, papier, touw etc. Tik het dus 1 maal, en corrigeer het zelf, zoo nauwkeurig mogelijk. Als je er 3 per dag tikt, is 't genoeg. Prof. Geyl ken ik heel goed; ik praat nogal eens met
hem, en ik heb ook een keer met hem geschaakt (en verloren!). De leverworst zal ik vlugger opeten dan de vorige keer; toen heb ik 't laatste stuk weg moeten gooien. Maar ik durfde er toen niet zooveel van te eten, om mijn maag. De sigaren zijn zoo best. Stuur me er de volgende week dan nog 10 van mezelf bij? En inkt graag, en een pakje tabak! Morgen of zoo zal ik de boter openmaken; volgens de nieuwste berichten is hoogstens de bovenste laag ranzig, en die kun je er makkelijk afhalen. Ik heb er natuurlijk geen flauw vermoeden van gehad, dat je in de buurt bent geweest. Je hebt nu tenminste eenig idee hoe wij 't hebben. Van der Geest is hier nog niet, - anders had hij zich wel met mij in verbinding gesteld. O ja, Schrijver is hier, de vroegere leeraar aan de Harlinger H.B.S., die later naar Rotterdam is gegaan. Hij sprak mij gisteren aan. Op het oogenblik ben ik bezig een lezing te vervaardigen voor de heeren, voor over een paar weken. Ik kon mij daar niet aan onttrekken. Ik spreek over Kafka. Verder is er weinig nieuws, en daar ik pas een lange brief schreef, schei ik nu maar uit. Het slapen gaat wel iets beter. Ook 's middags slaap ik meestal wel een half uur. De tocht is erg vervelend.
Enfin, moed houden maar! Hart. gr. voor jullie beiden, en aan de honden en een zoen van Simon
Brief no. 18, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 2 juni 1942
Lieve Ans en Vader,
Hartelijk dank voor de diverse zendingen, de pakjes, de brieven, etc. Hoornik heb ik al geschreven; het lijkt mij het beste, dat hij in A. rookgerei probeert te krijgen. Sigaren en sigaretten van Roland Holst voor v.
Duinkerken en mij zijn ook gekomen, en verder kreeg ik sigaren van Van Geel, die dit iedere 14 dagen denkt te herhalen! Aardig hè? Het ‘college loopen bij prof. Pos’, waarover Vader iets weten wilde, is geen grap. Er worden hier tallooze cursussen gegeven door meer of minder geleerde heeren, maar ik volg alleen die over philosofie. Zoo juist je pak. Vanmorgen stuurde ik er jou een, met alle overtolligheden, touw, papier, etc. Daarmee was de doos, die ik had, vol, zoodat ik de vuile wasch uitstel tot de volgende keer, wsch. deze week nog. Alleen zakdoeken en sokken konden er nog in. Van dat kladpapier kun je nog wel wat koopen; maar papier sturen hoef je voorloopig niet meer, totdat ik weer cahiers nodig heb. O ja, het eerste cahier van de Hond v.d. Baskervilles zit ook in 't pak. Je kunt dus tikken! Het vleesch had ik dadelijk opgegeten, de leverworst ook. De boter heb ik nog steeds niet opengemaakt! Van Ds. Henkels (die eetwaren uit wel drie gemeenten krijgt) kreeg ik nog een half pond cadeau, en aan tafel schooi ik gewoonlijk zooveel bij elkaar, dat ik mijn eigen boter voor boven kan bewaren! Ik zal het blik openmaken even voordat ik de wasch verstuur; is de zaak dan ranzig, dan kan ik 't dadelijk bij insluiten.
Dan heb ik nog wat maandelijksche inkoopen, die je misschien in de loop van de volgende week doen kunt. Je hoeft me er niets van te sturen.
1e | gilettemesjes (liefst die goede, bij v. Geyl, anders andere) |
2e | veters(!) |
3e | goedkoope envelopen bij Kleis (50) |
4e | carbonpapier, 500 vel doorslagpapier en een cahier v. 80 bladen bij Ruitenbeek |
5e | 1 K.G. zuiveringszout, 50 kininepillen, bij drogist |
6e | de vitaminepoeders bij de apotheker. Deze laatste moet je dan in een sigarenblikje doen, dat op een plank in mijn kast staat, en die onder de twee blikjes met poeders zetten, die een plank hooger staan; dat zie je wel. |
7e | Tenslotte nog wat boekjes sigarettenpapier! Ik krijg er nu zooveel tabak bij, dat ik anders op den duur te kort kom! |
Even onderbreken. Ik moet thee zetten voor een Pijpgenoot! Gisteravond dronk ik boven thee (echte!) bij Geyl en v.d. Goes van Naters; heel gezellig. Vanavond schaak ik met Geyl; morgenavond is er weer voetbalwedstrijd. Zondag hadden we weer ‘diner’ op de Pijp. Een dezer dagen zal ik ook wel weer corvée hebben.
Laatst had ik corvée in de douchekamer; ik heb nog een stuk of wat houten roosters schoongemaakt; maar daar we geen behoorlijk gereedschap hadden, zijn we er toen maar mee uitgescheden, te meer omdat 2 van de 4
niet verschenen waren! Zoo gaat alles zijn gang, en we vervelen ons niet. O ja, zou je de volgende week (of eind van deze week) een zak zuiveringszout willen sturen en een badhanddoek. Dan stuur ik deze zoo gauw mogelijk terug. (In het pak sloot ik een (gewone) vuile handdoek in). Tegelijk met het vleesch ook graag nog wat brood. Ik kan me meestal wel voorzien, maar dit blijft toch een vrij onzekere ‘broodwinning’. Roggebrood hoef je de eerste week niet te sturen; anders beschimmelt het zoo. Scheerzeep heb je gekocht, hè? Wat een huishoudelijke brief wordt dit!
Enfin, dit is dan zoowat alles. Eind van de week stuur ik je nog een kaart. Houd je maar goed, hoor, en zoen de honden van me!
Hart. gr. voor jullie beiden, en een zoen van je Simon
Brief no. 20, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 4 juni [1942]
De schilder Hoogendoorn, van wie in brief 2 sprake is, ligt in bed met koorts en pijn. Hij is door een hond gebeten. Mevrouw Geyl heeft beloofd haar te komen opzoeken. Nijhoff, meldt zij, kent ds. Henkels ook. Het voorgenomen bezoek aan Loes Bolleman in Amersfoort (vriendin van Pijper) gaat niet door.
verpastei stuur ik tegelijk met de vuile wasch, denkelijk Maandag. Ja, zomerpak + dunne pyama + sokophouders zouden mij zeer welkom zijn met de warmte, + 1 stel dun ondergoed (niet die erg dunne dingen.) Ik stuur dan successievelijk het andere pak terug, anders wordt 't hier te vol in 't hokje. Maandag sluit ik het vast al bij in. Als je de broek hebt, kijk die dan eens goed na, wilje?
Verschillende versleten plekjes bij de zakken, een ontbrekende knoop, de banden van de gespen, vragen om je aandacht. Ik heb van de distributie liever sigaren (desnoods kleine) dan sigaretten. Gelukkig, dat je er weer wat beter uitziet. Ook ik zie er niet slecht uit, en ik kan me hier nog steeds goed schikken, al verlang ik natuurlijk naar Doorn. Gisteren zijn er weer 5 nieuwe bijgekomen, o.a. burgemeester Oud; voor anderen in de plaats, die weg zijn gegaan, o.a. 2 van onze Pijp, waarvan 1 wegens ziekte. Ik denk, dat de ‘aflossing’, waarover AdaGa naar voetnoot12. schreef, zich tot dergelijke gevallen beperkt... Daar ik 2x zooveel suiker kreeg als de vorige keer, hoef je me voorloopig nog geen suiker te sturen, wel jam, en kaas, als je hebt, en boter. Vanmorgen heb ik het eerste blik opengemaakt; deze boter is vrij sterk, en niet erg smakelijk, hoewel voor de keuken nog zeer goed bruikbaar. Er is een kans, dat ik het hier ruilen kan voor goede boter; anders stuur ik het je Maandag. Je zult er dan 2 worteltjes in zien; dat moet goed tegen de sterke smaak zijn (ook radijzen). Dat heb je dus weer van me geleerd! De jachthond, waarover ik al een paar maal schreef, blijkt een zwerver te zijn, die een gemeenschappelijk eigendom is geworden, dus voor 1/700 van mij. Gisteren lag hij ineens op het bed van de burgemeester van Rijnsburg, en werd terstond verjaagd. Dit is zoowat al het nieuws; volgende week schrijf ik weer een brief. Houd je maar goed, hoor!
Hart. gr. voor jullie beiden, en een zoen van Simon
Brief no. 23, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 8 juni 1942
De dag tevoren is zij vroeg opgestaan, is na het ontbijt gaan typen en heeft toen een grote wandeling met de honden door het bos gemaakt. Maar bij thuiskomst had zij hoofdpijn. Zondag is zij bij Joopie in Utrecht gaan theedrinken, daar Nijhoff uit de stad was. Daarna is zij bij Jan Engelman gaan eten, die jarig was. Bij Jo heeft zij ook de vrouw van Pyke Koch gesproken, die zij heel aardig vindt. Jo en Annie Paap hebben haar naar de trein gebracht. De Blaue Gilette kosten nu al f 1,20, meldt zij, en doet hem de groeten van Drees na vermelding dat zij blij is weer iets zwaarder geworden te zijn. Ook meldt zij dat Cola (Debrot) van plan is naar Amerika te gaan zodra de papieren in orde zijn (Debrots vrouw was, is, Amerikaanse -MN). Als postscriptum vraagt zij of hij al bezoek van een arts heeft gehad. Het doktersattest heeft zij aan de Lagerführer gezonden. Zij sluit een zojuist aangekomen brief in van Van Moerkerken. (Dat zal de in 1951 gestorven schrijver en kunsthistoricus P.H. van Moerkerken geweest zijn -MN)
Brief no. 24, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 9 juni 1942
Die avond bracht de post de drukproef van Aktaion. De begeleidende brief zendt zij op en vraagt of hij de drukproef ook moet hebben of dat zij die moet opsturen als zij antwoord van hem heeft. Zij vraagt of er geen kans is dat zij hem even bezoeken mag. Waar en tot wie moet zij zich dan vervoegen?
En over de proeven van Aktaion nog: het zijn 239 bladzijden geworden met tekeningen erbij, maar een paardenmenstekening heeft zij niet gezien. Wat moet zij met de drukproef doen?
Brief no. 25, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel Woensdag
[10 juni 1942]
Lieve Ans en Vader,
Dank voor je brief. Eind van de week, als het pak er is, schrijf ik nog een kaart; nu maar weer eens een lange brief om de nieuwtjes te vertellen. Gisteren ben ik op het hospitaal geroepen en ben door Dr. Zijlstra, directeur van 't academisch ziekenhuis in Groningen, ondervraagd. Hij was heel geschikt, heeft alles opgeschreven en wou ook wel moeite voor mij doen. Daar ik momenteel geen last van mijn maag heb, vond ik het echter beter hier nog maar even mee te wachten. Ik zei hem, dat ik geen misbruik wilde maken; te meer omdat iedereen die weggaat door een ander vervangen wordt, zoodat je er als het ware iemand anders laat inluizen! Maar ze weten er nu van, en mocht ik weer opnieuw last krijgen, dan is er wel eenige kans dat ik wegkom. Ik begin overigens merkbaar dik te worden, en ben blij, dat 't met jou dezelfde kant opgaat. De boter sloot ik in. Een goed middel om de sterke smaak weg te krijgen is ook: lang kneden onder water. Ik krijg dan wel wat boter van jou, hè? Er zijn veel nieuwelingen gekomen, o.a. burgemeester Oud, de directeur van de Holl.-Amerika-lijn Bouman, die alle Pijpenaren een handdoek van de maatschappij gegeven heeft, en vanmorgen Donkersloot! Gisteravond was er een voetbalwedstrijd ts. burgemeesters en notarissen, erg komiek. Een van de notarissen had een papieren mijter opgezet, waarmee hij nog kopte ook. Er kwam voor 't begin een ‘ambulance’ van 't Roode Kruis het veld opwandelen voorop de kleine Van der Maden (een dwerg) en achteraan burgemeester Den Tex, die een hoofd grooter is dan ik! Onze hond, Manus genaamd, besloot de stoet! Vandaag werden er aardbeien rondgedeeld, en vanmorgen hadden we op de Pijp koffie, die ik met gecondenseerde melk uit het pak van Hoornik smakelijk heb gemaakt. Hieruit zal ik jou een en ander sturen, n.l. koffie, thee en zalmblikjes. Rozijnen had je gerust kunnen krijgen, maar ik heb ze al voor sigaren geruild. Je stuurt mij ook nog wel sigaren, hè? Verder wou ik graag hebben: een blikje met vitaminepoeders uit de kast, bij gelegenheid nog wat envelopen en ongefrankeerde briefkaarten, en weer wat cahiers (deze laatste spoedig; stuur maar 1 zwart en 4 dunne). Hierbij sluit ik de gefrankeerde briefkaarten in. Brief v. Moerkerken hoeft niet beantwoord te worden; maakt niet zoo'n sympathieke in-
druk, vind je wel? Nutspaarbank: goed. Stuur me het formulier dan maar en schrijf me even hoeveel ik er op zal doen. Lezing waarschijnlijk volgende week Donderdag, 's ochtends kwart over elf. Er staan hier 3 piano's in kleine hokjes, die op de binnenplaats uitkomen; ik heb er al eens op gespeeld. Leege jampotjes gebruik ik voor boter. O ja, op de binnenplaats komt ook een ander hokje uit met een stoel en een tafel, waar ik vaak zit te schrijven. Het is eigenlijk van Dr. de Vletter, directeur van 't Kennemer Lyceum, maar na een kleine strubbeling heeft hij goedgevonden, dat ik er gebruik van maak. Vanmorgen zijn Henkels en ik naar de zolder gegaan om een rustig plekje te zoeken. Een geweldige ruimte, met allerlei rommel en een paar hokjes waar nog menschen slapen. Prachtig uitzicht! Tenslotte hebben we ons genesteld in 2 koorstoelen, waar we eerst alle rommel uit gehaald hebben, o.a. brieven uit 1865 van een rector over een seminarist die ‘onkuischheid had gedaan’ met een andere seminarist... We hebben op de stoelen briefjes gespijkerd met ‘F. Henkels, bisschop van Heerenveen,’ en ‘S. Vestdijk, kanunnik van Doorn,’ erop. In deze eerwaardige zetel vertaal ik dan Sherlock Holmes! Het is wel grappig, dat mijn beste vrienden hier twee dominees zijn, n.l. Henkels en Wybenga. Ziezoo, ik ga maar eens een stukje eten, en dan naar boven naar de koorstoel. Hier in het kamertje van De Vletter is het ook erg rustig. In de leeszaal, waar niet gepraat mag worden, wordt doorgaans wel gepraat, en op de afdeeling is het altijd een herrie van jewelste. Ik heb me al eens een paar maal erg nijdig gemaakt!
Hart. gr. voor jullie beiden en een zoen van Simon
Brief no. 26, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel Woensdag
[10 juni 1942]
Lieve Ans,
Ja, stuur de proeven maar in een pakje mee op. Veel er aan veranderen zal ik wel niet, maar ik wil ze toch wel eens zien. Stuur me ook nog een pak lucifers, wil je? Ik schreef je zoo juist een lange brief.
In haast! Hart. gr. en een zoen, ook aan de beesten, van je Simon
Brief no. 27, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 11 juni 1942
Zakelijke antwoorden over de Nutsspaarbank en eten. Zij neemt niet voldoende toe in gewicht, maar zij vertrouwt erop dat het beter blijft gaan als het geitje maar melk wil blijven geven en zij een extra boterham per dag eet. Zij slaapt een uurtje in de middag en gaat vroeg naar bed. De beloofde brief of het versje van Jan Engelman krijgt hij spoedig, belooft zij.
Brief no. 28, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 12 juni 1942
Lieve Ans,
Dank voor je paket! De vleeschwaren zal ik gauw opeten. Wanneer het een koude zomer zou worden, had ik aan dit pak eigenlijk wel genoeg; dus wacht nog even met het zomerpak op te sturen, te meer omdat ik er hier bijzonder weinig ruimte voor heb! Plus-four-pak en das stuur ik je dan bij gelegenheid. Ik vond alleen formulieren voor postspaarbank, niet voor Nutsspaarbank. Of zaten die er ook bij? Meld me dat dan de volgende keer even. Dinsdag krijg ik dan ook wel de dingen, waar ik om vroeg, hè? Ik schrijf je dan een brief en sluit de formulieren in. Wat een akelig weer, hè? Regen en kou! De brief (brieven) uit Brüno zal ik beantwoorden, als ik de proeven van Aktaion gezien heb; die stuur je me dan ook wel volgende week. Verder nieuws is er niet. Bovendien moet ik vandaag koffie en thee zetten voor de Pijp! Zoo druk als een klein baasje. Straks verhuis ik weer naar mijn koorstoel. Erg rustig is die zolder anders ook al niet. Het rustigste is nog het kamertje van De Vletter, waar ik je al over schreef. Nu, houd je goed! Hart. gr. en een zoen, ook voor Vader, van je Simon
Brief no. 29, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 14 juni 1942
Zendt kaas, jam, sigaren, blanco briefkaarten en biscuits. Is bij Zus (Knegtjes, op de Beukenrodelaan) geweest, Simons vader was ook thuis. De dag daarvoor was zij bij de familie Hoogendoorn, hij ligt nog met veel pijn in bed. De zondag hierop gaat zij met vader Vestdijk naar de opvoering van Faust in Utrecht.
Brief no. 30, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 15 juni 1942
Lieve Ans en Vader,
Hartelijk dank voor 't pakje en voor de brief van Vader, waaruit ik opmaak, dat alles ook op de Beukenrodelaan goed is.
Hierbij de formulieren; de andere stuur ik dan later wel. Het versje van Engelman kreeg ik vandaagGa naar voetnoot13.. De Indische pakken moest je maar houden (tenzij je er heel veel voor krijgt); ik kan ze 's zomers nog wel eens dragen. Manus is wsch. een kruising van een Duitsche staander en wat anders; in zijn loop en bouw heeft hij iets van een setter. Grijs en zwart gevlekt. Hij is volkomen de kluts kwijt, rent van de een naar de ander en luistert naar niemand. Waar hij slaapt weet ik niet. Foto's mogen we hier niet maken! Bezoek is ook niet toegestaan, tenzij in ernstige gevallen. Alleen de Harenaars mogen nu na twee jaar hun vrouw ontvangen. De dag, dat je over Lady's teek schreef, had ik juist gedroomd, dat Zusje onder de teken zat, die ik er eigenhandig afhaalde! Mijn lezing gaat over Der Prozess van Kafka; ik heb 't boek hier niet, maar de hoofdzaken wist ik nog wel. Vrijdag a.s. kwart voor elf, zooals ik al schreef. Leuk dat u de Faust nog eens gaat hooren!
Stuur me de volgende keer nog mijn sokophouders! Tot nog toe ben ik blij, mijn dikke goed aan te hebben. Vandaar ook, dat ik deze week geen ondergoed kan sturen. 't Is nu pas weer over 14 dagen. Maar dat hindert niet. Stuur me in ieder geval nog 1 stel dik ondergoed (pyama niet noodig), als 't schoon is; want 't is best mogelijk, dat het nog koud is, als ik me ver-
schoon. Meld me bij gelegenheid ook eens, of ik mijn kousenbanden aan je gestuurd heb. Ik geloof van wel; hier vind ik ze in elk geval niet. Als je ze hebt, hoef je ze niet op te sturen, hoor. (N.B. ik heb ze hier al gevonden!!) Verder gaat hier alles zijn gangetje. Morgen of zoo zal er wel weer een R.K. paket komen, wat altijd een welkome onderbreking is. Als ik morgen je pak heb, vervolg ik.
Zoo juist je pak. Hartelijk dank, vooral voor de kaas en de jam, waaraan ik juist veel behoefte heb. Vervelend van Hoogendoorn; doe hem mijn hartelijke groeten. Mevrouw H. is 45 en v. Loon is 48. Vandaag is hier het R.K. geweest, ter inspectie; maar ik heb er niets van gemerkt. Een nare, koude regenachtige dag. Zoo juist de poes aan het korstjes kaas voeren geweest, maar erg graag was ze niet. Enfin, ik scheid er nu maar eens uit, dan schrijf ik je eind van de week weer. Hart. gr. en een zoen voor jullie beiden, van Simon
P.S. Ik heb een 2e cahier v.d. Hond vol, maar moet helaas 14 dagen wachten met versturen. Misschien dat 't nog eerder kan.
Brief nr. 33, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 18 juni 1942
Lieve Ans,
Dank voor 't pak, dat ik zoo juist ontving; de pannekoeken zal ik vandaag opeten, 't vleesch morgen. Sigaretten zal ik voor je rollen en bij gelegenheid sturen. Het is wel jammer, dat dit nog eenige tijd duurt, met 't oog op 't cahier. Ja, Oud is weg, Bouman ook. Wij slapen met ons tweeën in éen hokje, in bedden boven elkaar, ik boven. Verder hebben we ieder een kast en een plankje. Eén laken en 2 dekens, en een hoofdkussen m. sloop. De hokjes zijn boven open, vandaar de tocht en mijn verkoudheid. Kersen zouden heerlijk zijn; tomaten krijgen we hier ook. Vanmiddag hebben Wybenga en ik tomatensla gegeten met salatoma en zalm uit een van mijn blikjes. Zeg, die koffie ruil ik voor 100 sigaren. Ik krijg nog wel meer van Hoornik. De thee stuur ik je. - De pannekoeken zijn heerlijk! - Die meneer Spaan is er ingehaald voor de kwestie van de hoofdredactie. Gr.N. is hier ook, dus je hoeft 't me niet meer te sturen; te meer omdat ik er niet meer in schrijven mag. Misschien bedank ik nog wel. Heb jij nog bericht gehad, dat we minder krijgen van 't R.K.? Een van de katten huist nu op onze afdeeling, een lief diertje, dat vanmiddag op mijn schoot sprong. Met de essays ben ik nu opgehouden; ik heb met elkaar vier cahiers vol. Ik ben nu met een roman begonnen! Ik schrijf hem in een van die oude boeken van de zolder, van 1862, die grootendeels nog onbeschreven waren, - en uitstekend papier. Nu houd je goed, Dinsdag schrijf ik weer een brief. Hart. gr. en een zoen, ook aan Vader en de beesten, van je Simon
Brief no. 35, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 23 juni 1942
Lieve Ans en Vader,
Het is Dinsdagochtend, dus begin ik maar vast te schrijven, in de theaterzaal, met het uitzicht aan weerskanten op de riante natuur. Mijn lezing Vrijdagochtend is een groot succes geworden, althans bij de meer intelligenten onder het publiek, voor wie de lezing trouwens ook hoofdzakelijk bestemd was. Ik mocht vele complimentjes in ontvangst nemen, en verschillende menschen wilden het manuscript na afloop nog eens lezen, want hoewel ik mij voorgenomen had zoo langzaam mogelijk te lezen, was ik in ruim een half uur al klaar.
Voor ik het vergeet, zou ik graag de volgende dingen willen hebben:
1e mijn sokophouders (als je die al niet stuurde) 2e een tube tandpasta 3e suiker (graag spoedig); in het R.K. paket zat deze keer nl. wel stroop, maar geen suiker, en voor de chocolade heb ik nogal wat noodig. De rozijnen zal ik je opsturen, althans een groot gedeelte ervan; de toiletzeep houd ik zelf. De boter was goed! Ook sigaretten heb ik voor je gedraaid; die zitten in een sigarenblikje (de rozijnen in een rond blikje). 4e de onderbroek, zooals al afgesproken; anders kan ik mij niet verschonen, en voor het dunne goed vind ik het 's avonds nog wat te frisch 5e een paar symphonieën vierhandig van Mahler. Ik heb n.l. met een zekere dominee Kelder vierhandig gespeeld, hij had ook een paar van Mahler. Ik zit hier dik in de dominees! Stuur de zesde, de derde, de vijfde (deze laatste heb ik ook tweehandig, dus kijk even goed; de vierhandige is van een ander model dan de andere symphonieën, n.l. in het breed ▭).
Verder gaat alles zoo'n gangetje. We krijgen aardbeien, en kunnen rookartikelen koopen; we krijgen een nieuwe commandant; en ik schrijf iedere dag drie bladzijden aan mijn vertaling en vier (groote) bladzijden aan mijn roman. Verder schaak ik veel. Over het rouleersysteem, waarover ik al eerder schreef, is weer een nieuw gerucht opgedoken. In België schijnt dit n.l. voor de gijzelaars al lang te bestaan. Laten we dus maar hopen, dat het ook op ons wordt toegepast; misschien dat ik dan een gedeelte van de zomer nog in Doorn kan doorbrengen. Gisteren heb ik thee gedronken bij Dr. Zielstra, die over mijn geval gaat. Het leek mij wel goed deze relatie te onderhouden. Hij had nog geen stappen gedaan, omdat er anderen voorgingen; maar later zou ik er wel meer van hooren. Om van
de ziekte tot een meer gezond onderwerp over te gaan, kan ik je nog meedeelen, dat ik vanmorgen vóor het ontbijt gevochten heb. Deze ongewone bezigheid werd uitgelokt door een zekere Dethmers, een medicus en rasproleet, die het al eenige tijd op mij voorzien scheen
te hebben. Vanmorgen bij de waschbak maakte hij een onaangename opmerking, waarop ik ontwaakte en hem vroeg of hij een pak slaag wilde hebben. Hij zei ‘ja!’ - maar daar er iemand tusschen ons in stond, heb ik mij er toe bepaald hem een fiksche trap voor zijn kont te geven. Hij trapte terug, maar de trap schampte af op mijn dij; en daarbij bleef het voorloopig. Als hij soms weer begint, hoop ik, dat de omstandigheden wat gunstiger zijn voor een vuistgevecht. Dergelijke incidenten komen trouwens meer voor; in Haren moet Geyl iemand een bloedneus geslagen hebben, iemand die veel sterker was dan hij, en die gelukkig dadelijk vastgehouden werd, anders had het leelijk voor hem kunnen afloopen! Ik kreeg brieven van TheunGa naar voetnoot14., ArthurGa naar voetnoot15., Holkema en Meyer, en het vers van Jan Engelman, dat ik met het volgende gedichtje beantwoord heb, op de achterkant van een ansicht van het seminarium:
Ook ik ben niet geheel van feest'lijkheid verstoken.
In zaken zooals gij aan de achterzij aanschouwt
Wordt menig schoon en menig hartig woord gesproken,
Terwijl 't gebit op Neêrlands goede gaven kauwt!
Vanmorgen konden we shag koopen; vandaar dat ik niet veel geld meer over heb. Stuur me dus eens f 10, aangeteekend. Weet je wie hier ook is? Doorninck uit Putten, de eigenaar van Groot Spriel, die met zijn hooge hoed rondreed! Hij is een neef van v.d. Goes v. Naters, met wie ik veel omga, maar ik heb hem nog niet te zien gekregen.
Woensdagmiddag. Wel bedankt voor de beide brieven! De leeftijd van de twee bewuste personen is inderdaad iets anders dan ik gedacht had! Denk erom, dat je me geen kersen hoeft te sturen. Naar de hoeveelheden aardbeien, tomaten, sla, etc., die hier binnenkomen, zal het ons ook wel aan kersen niet ontbreken; die kun je dus beter zelf houden. Graag had ik Dinsdag de suiker, want dan zal ik er wel doorheen zijn, al doe ik zuinig aan. Het briefje van het R.K. zul je inmiddels wel gekregen hebben. Zoo juist het pak, eerder dan ik had verwacht. Hartelijk dank voor alles, vooral voor de kersen, maar die hoef je nu niet meer te sturen, hoor! Het zomerpak óok niet; het is nog maar een paar maanden zomer, en erg warm
zal het wel niet worden. Het schaaltje van de boter is een beetje kapot, je krijgt het allemaal terug. Ik zit nu dik in mijn boter, maar het kan niet zoo lang bewaard blijven. Maandag, als het weer paketten versturen is, zal ik het schaaltje nog wel niet leeg hebben. Vanavond eten Wybenga en ik weer zalmsla. Verder geen nieuws meer. De vechtpartij heeft zich helaas niet herhaald, maar misschien doet zich nog een gelegenheid voor.
Met hartelijke groeten voor jullie beiden, en een zoen van Simon
P.S. Sigarenblikje met sigaretten zit in leeg koekjestrommeltje. Geef de dikste aan vader, als je wilt. O ja, mijn donkergrijze vest heb ik niet gevonden! Dat heb je zeker niet opgestuurd, hè? Stuur het later maar eens.
P.P.S. Als ik je de jas van mijn plus-four-pak stuur (misschien de volgende keer), zitten de knoopen (van de broek) in de linkerbinnenzak. Ook een overhemdknoopje.
Brief no. 37, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel, 25 juni 1942
Lieve Ans,
Ik vergat nog je over de broek te schrijven! Daar het weer koud geworden is, kan ik het dunne ondergoed niet aantrekken, zoodat ik je Maandag (aangenomen dat het dan pakjes versturen is) ook de dikke niet kan sturen! Maar misschien krijg ik de schoone nog vóor Maandag. Anders stuur ik de vuile veertien dagen later. Deze keer heeft het 3 weken geduurd, omdat de regeling een beetje in de war was geloopen. Verder geen nieuws! Ik schreef je al een heeleboel, dus nu wacht ik weer tot volgende week en ga Theun eens schrijven.
Met hart.gr. en een zoen, ook voor Vader, van je Simon
Brief no. 38, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 25 juni 1942
Deze brief gaat voornamelijk over zaken van huishoudelijke aard. Zij vraagt of Aktaion al gecorrigeerd is en hoe hij de tekeningen vindt.
Brief no. 39, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 27 juni 1942
Lieve Ans,
Dank voor je pakje, dat inderdaad met een verbluffende snelheid is gekomen (Zaterdagmiddag). Ik zit met de kat op mijn schoot te schrijven! Dat is me met Zusje nog nooit overkomen. Maandag stuur ik het pak. Of er alles in gaat weet ik niet, maar ik zal mijn best doen. De kat likt me en legt zijn poot op mijn hand. Algemeene bewondering! Het meest verwonderlijke is, dat hij niet 't land aan mijn sigaar heeft. Met de heer D. heeft 't conflict zich niet herhaald. Als hij zich rustig houdt, doe ik 't ook. Later zal ik je de bijzonderheden wel eens vertellen. Ik kreeg mijn essaybundel van StolsGa naar voetnoot16., en stuur je 2 exemplaren, éen voor jou en éen voor vader. Vandaag heb ik 4 uur geschaakt. Mijn roman schiet langzaam op; het is niet de zeerooversroman; daarvoor moest ik te veel aanteekeningen hier hebben. Wel een historische roman, - 18e eeuw. De lezing zal ik je bij gelegenheid sturen. Ik kreeg een brief van Wim. Vandaag weer aardbeien. Ja, stuur de volgende week maar geen boter, te meer omdat ik nog een half pond van Wybenga te goed heb. Jouw boter is heerlijk! Je krijgt 2 cahiers van de vertaling. V.d.Goes is zoo oud als ik. Touw en papier zal ik insluiten. Aktaion heb ik niet meer gelezen; de teekeningen vind ik aardig, maar wat eentonig.
Nu, houd je goed; Dinsdag schrijf ik weer.
Hart. gr. en een zoen, ook voor Vader, van je liefh. Simon
Brief no. 40, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgeste 129 juni 1942
Lieve Ans en Vader,
Ik begin maar vast weer met schrijven. Vanmorgen stuurde ik het pak weg, waar alles toch nog in is gegaan, behalve het plus-four-pak. Dat komt dan later wel. Het is nu weer veel warmer; vanavond een aardige voetbalwedstrijd bijgewoond. Ik heb me ook voor een groote schaakwedstrijd opgegeven, die de eerstkomende maanden gehouden zal worden. Laatst hadden we een brandoefening, die hieruit bestond, dat we door een raam op een plat moesten klimmen, vanwaar wij langs een ingewikkeld systeem van trapjes, waarop je in het donker zeker je nek zou breken, de begane grond bereikten. Aan brandgevaar wordt trouwens veel aandacht besteed; iedere avond, als het donker is, doet de brandwacht de ronde: de burgemeester van Naarden, getooid met een papieren hoogehoed en nog zoo'n attribuut (een hellebaard), die naar brandende sigaren en dgl. spiedt. Had ik je al geschreven welk droevig lot de oudste kat getroffen heeft? Deze kat had een muis gevangen, wat de aandacht trok van een dierenbeschermer, die, om de muis te ontzetten, de kat een slag toediende met een steenen kroes. Het gevolg is, dat het arme dier nu met éen oog rondloopt. Het schandelijke feit werd nog per loudspeaker onder 't eten rondgeroepen; en ik kreeg eerst de indruk, dat het iemand van de nieuwe groep was, en niet uit Haren. Maar later bleek het toch een Harenaar te zijn, die er zich op beroemde ook nog! Je stuurt me deze week nog wel wat sigaren, hè? Ik rook veel en heb er ook minder last van, waarschijnlijk omdat het hier allemaal groote ruimten zijn waar je zit. Vandaag hebben we twee nieuwelingen op ons blok gekregen: twee rechters van het Hof in Den Haag. Morgen vervolg ik.
Dinsdagmiddag. Laat ik beginnen met je gerust te stellen over de brief, waar f 20 in zit. Dat is dus in orde. Zeer verrast was ik over je poging tot kattenfokkerij, overigens geheel in mijn geest. Als ik nu maar op tijd kom, om het resultaat te bewonderen! Heeft het bericht van v.d.W.Ga naar voetnoot17. en van AdaGa naar voetnoot18. betrekking op aflossing, dus op het einde van het verblijf hier, of op wat anders? Schrijf me dat vooral even in je volgende brief. We hebben een
nieuwe commandant gekregen, die gisteren een toespraak tot de verzamelde menigte heeft gehouden. Maakt nogal een geschikte indruk, zooals ook de vorige trouwens. Etensgerei wordt in de keuken afgewasschen; vermoedelijk door de ‘Amersfoorters’: strafgevangenen uit A., die hier gekomen zijn om op te knappen en die het gebouw schoon houden. Bed opmaken doen we zelf, maar dat is met 1 laken en 2 dekens niet erg moeilijk.
Wat de bezigheden van de verschillende categorieën gijzelaars betreft kun je onderscheiden: de sportieven (cricket, voetbal, golf, athletiek), de wandelaars (of slenteraars), de zitters op bankjes en luie stoelen (waarvan er hier een ongelooflijke hoeveelheid aanwezig is; maar stuur mijn stoel maar niet), de lezers, de lezers van de boeken van Vestdijk (als aparte categorie), de praters, de eters, de brievenschrijvers, de schakers, de kaarters (een zeer belangrijke categorie), de pingpongers, en dan menschen die allerlei schrijfwerk voor zichzelf doen. Je hebt menschen die altijd koken, menschen die altijd zingen en lawaai maken, menschen die altijd stil in hun hokje zitten, treurend of met een tevreden gezicht. Enkelen doen veel werk in de leiding van 't kamp (wat geen sinecure is) en de menschen die cursussen geven ‘werken’ natuurlijk ook.Ga naar voetnoot⋆ En tenslotte de teekenaars, schilders, pianisten, violisten, fluitisten, filmers (vertooners van films althans), etc. etc. Vanmorgen was Manus in het hokje tegenover het mijne, waar hij al eens op bed had gelegen. Hij was erg lief voor mij.
Nu weet je weer een heeleboel over mij en mijn lotgenooten. Ik hoor ook wel weer of het pak goed is overgekomen en of je alles gevonden hebt. Vandaag kreeg ik sigaren van Van Geel en van Meyer. Aardig, hè?
Hart. gr. voor jullie beiden en een zoen, ook voor de honden, van je Simon
P.S. Hier is ook een majoor uit het N.I. leger, die Otto en zijn zoon goed gekend heeft. Een aardige kerel, door mij en Henkels ‘generaal’ genoemd, en stikvol schuine moppen. Hij heet Gort en anderen noemen hem daarom Lord Gort.
P.P.S. Vanmiddag eerst een partijtje schaak met de groote Dr. Oskam gespeeld, om te ‘leeren’ voor de wedstrijd; en toen de 6e van Mahler met dominee Kelder, wat wel naar iets leek, al zag hij de muziek voor het eerst.
Dag hoor!
Brief no. 41, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 2 juli 1942
Heel lange brief, waarin sprake is van ‘het bericht van Ada en v.d.W’ (Van der Woude) dat berust op de ‘aflossing van je verblijf’; zij hoopt echter op eerder. Het gaat hier over de pogingen die worden gedaan voor zijn vrijlating. Het epistel is grotendeels gewijd aan de katten, aan de honden die misschien gevorderd worden en aan de gezondheid van Hoogendoorn, die vooruit gaat.
Brief no. 42, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 2 juli 1942
Lieve Ans,
Dank voor al je goede gaven! Jaeger moet je me nog sturen, d.w.z. alleen een broek; een hemd heb ik hier nog. Sokken niet meer noodig, pyama's ook niet; ook handdoeken heb ik genoeg. Ja, nogal zwaar onweer was het, ook hier. Je schrijft me wel even wat v.d.W. en Ada bedoelden, hè? Heb je nog wat suiker? De volgende keer wou ik ook graag nog één dik cahier hebben; kleur doet er niet toe. Doe je volgende week ook nog even de maandelijksche inkoopen? Gilettemesjes, veters, cahier (dik) carbon- en doorslagpapier, zuiveringszout (1 K.G.), 50 kininepillen, en de vitaminepoeders, die je dan weer in een blikje onder de andere moet zetten. Ik ben druk aan 't schaken; morgen begint de wedstrijd. Vandaag hadden we weer kersen. Vandaag heb ik ook corvée; vanmorgen knarste het stof tusschen mijn tanden. Die zwarte kater zou ik maar eens wat sterk gekruid eten geven, of anders wat voorlezen uit een van mijn boeken. Een van mijn tegenstanders - we spelen in groepen van tien - is baron Baud, van de hof-
houding van de Koningin; hij is ook een zeer goed pianist, en van zijn piano maken Ds.Kelder en ik gebruik. Verder geen nieuws, na de brief, die ik je pas schreef. Dus ik hoor wel wat, hè? Houd je goed, hoor!
Hart. gr. en een zoen, ook aan Vader en de dieren (de zwarte incluis) van je Simon
Brief no. 43, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 3 juli 1942
Lieve Ans,
Ik wil je nog even op je lange brief antwoorden. Het goede geruchtGa naar voetnoot19. moet je toch maar met eenig voorbehoud beoordeelen. Tot nog toe gaan de menschen geheel onvoorbereid weg; maar dat betreft natuurlijk individueele gevallen. Vandaag kreeg ik een brief van tante J., geen pakje! De zooltjes had je bijna net zoo weer teruggekregen, daar ik ze niet gevonden had! Ze lagen onder 't karton. Ds.Henkels is groote kerk, meer orthodoxe richting (maar in allerlei andere opzichten is hij zeer vrijzinnig; ook literair begaafd), Wybenga is uiterst vrijzinnig, drijft met alles de spot, en heeft laatst hardop onder de preek van een collega ‘Vlerk!’ gezegd. Kortom, een alleraardigste kerel. Ja, geef Vader een pakje tabak. Onze honden zijn toch bovendien allebei ouder dan 3 jaar, hè? Vanavond hebben we ter inleiding van de eigenlijke schaakwedstrijd een z.g. gongwedstrijd. Je moet dan om de 10 seconden op de slag van een gong een zet doen, en er wordt aan 32 borden tegelijk gespeeld. Van Meyer Ranneft, oud-vice-president van de Raad van Indië heb ik het gebruik van zijn mooie dekstoel gekregen (van Bouman van de Holland-Amerika-lijn gekregen). Je kunt daar ook makkelijk in schrijven. Overigens zit ik niet zooveel in de zon als verleden jaar. Nu, houd je goed, hoor! Hart. gr. en een zoen, ook voor Vader, van je Simon
Brief no. 44, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 7 juli 1942
Hartelijk dank voor het pakje en Vader's brief. De koekjes smaken heerlijk! Je hebt zeker nog geen bericht ontvangen, dat we geen R.K. kruispaketten meer krijgen. Dit is jammer, want nu ben ik, vooral wat boter betreft (ook suiker trouwens), meer op jou aangewezen. Stuur me dus vooral wat boter; krijg ik niet 1/2 pond in de 10 dagen, of zooiets? Wat jammer van de tram. Enfin, naar Köning is 't niet zoo heel ver. Van mijn maag heb ik weinig last, nu met 't warme weer; ik vermijd trouwens komkommer, waarvan we hier nogal wat krijgen. Ik hoorde nog, dat ze geen teven nemen, en geen rashonden, dus erg ongerust zou ik me maar niet maken. Brood deze week is niet noodig, ik kan hier altijd genoeg vergaren. Wel vleesch graag. Vandaag zijn we ingeënt tegen typhus, en gisteravond ben ik naar de bioscoop geweest, waar een heel aardige Hollandsche film met Lily Bouwmeester werd vertoond. Het gevolg was, dat ik uitstekend geslapen heb, wat me anders niet overkomt, én door 't vrij harde bed, én door de warmte. Vanmorgen konden we weer tabak koopen. Ik ga de laatste weken erg in het schaken op, krijg af en toe ‘les’ van Oskam, een alleraardigste, geestige oude heer. De gongwedstrijd was iets waanzinnigs; al te veel punten heb ik dan ook niet gehaald, maar dat zegt niets. De grootste fouten werden gemaakt, en zelfs als je twee stukken achter was, hoefde je nog niet op te geven, want je tegenstander maakte toch ook weer fouten. Op een gegeven moment, toen ik met een spel met kleine stukken speelde, zag ik een raadsheer voor een pion aan en schoof hem dienovereenkomstig op. Deze wedstrijd staat natuurlijk geheel buiten de competitiewedstrijd, die nu aan de gang is. Ik heb twee partijen gespeeld, waarvan ik er éen gewonnen heb. Ook de eerste had ik moeten winnen; ik stond twee pionnen voor, met goede aanvalsmogelijkheden; maar toen maakte ik een blunder, en werd in twee zetten mat gezet. Erg jammer. Vanmiddag speel ik tegen baron Baud, kamerheer van de prinses, geloof ik. Als ik geen stommiteiten bega, zal ik dit ook wel winnen. Ik zit trouwens in de op éen na de laagste groep (er zijn zes groepen; Oskam en de twee andere grootheden, die we hier hebben, spelen niet mee); iets te laag, volgens Oskam; maar ik heb dan natuurlijk ook meer kans om iets te winnen. Er zijn hier vrij sterke spelers, tegen wie ik niet de minste kans zou hebben (Geyl o.a., met wie ik eens in de week speel); en tegen Oskam of Wijnans speel ik meer de rol van het arme proefkonijn. Gewoonlijk
gaat 't zoo, dat ik met Oskam een oefenpartijtje begin; wanneer er dan een interessante stelling is ontstaan (in mijn nadeel natuurlijk), komt Wijnans erbij zitten, en dan vermeien de heeren zich in allerlei varianten en voortzettingsmogelijkheden, waarbij ik wel wat opsteek, maar wat toch te vlug gaat om 't allemaal behoorlijk te kunnen volgen. Enfin, 't is een mooi spel, en een uitstekende tijdpasseering.
Nu ga ik me maar eens aangorden ten strijde. Houd je goed, en 't beste met de warmte. Hart. gr. en een zoen voor jullie beiden van je Simon
Brief no. 47, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 11 juni 1942
Lieve Ans,
Dank voor het pakje en de brief. Van die meneer Hans kreeg ik een pakje tabak. Over 't R.K. kan ik geen bijzonderheden schrijven. Wim schreef ik. Maandag stuur ik weer een pak, hopelijk met de jas of broek. In een kistje vind je 3 toffees. In de schaakwedstrijd gaat het mij niet goed, ik heb 4 van de 5 partijen verloren, gedeeltelijk tegen bepaald zwakkere spelers. Het duurt me te lang. Bovendien moet ik spelen tegen menschen als Bier en Suurbier; dat is vechten tegen de bierkaai. Ik slaap nu onder, en kan
daardoor met een deken verduisteren en tocht afsluiten; een groote verbetering. Gisteren was er een op de Pijp jarig; ik had een gedicht gemaakt, dat veel succes had. Verder weinig nieuws. Alles wat ik hier over heb, - o.a. die toffees, die ik van Hoornik kreeg, - ruil ik voor voedingsmiddelen. Kaas hoef je me voorloopig niet te sturen, anders wordt alles zoo oud, of gaat het schimmelen. Nu houd je maar goed, hoor! Schrijf me eens, of je nicht iets ‘gezien’ heeft over de duur van mijn verblijf hier. Hart. gr. en een zoen, ook aan Vader, van je Simon
Brief no. 48, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 14 juli 1942
Lieve Ans en Vader,
Hartelijk dank voor de 2 pakjes, met rijkelijke inhoud, en voor Vaders brief. Ik kan hem dadelijk beantwoorden, daar mijn tegenspeler niet komt opdagen. Ik heb nu 6 partijen gespeeld, waarvan 2 gewonnen, de laatste van een zekere v.d.Lee, echter geen familie van Klein. Veel kans om no. 1 van de groep te worden heb ik dus niet meer. In het algemeen duurt het mij te lang; wanneer mijn tegenstander 10 minuten over een zet nadenkt, verslapt mijn aandacht. Die laatste partij duurde 60 zetten, maar hij speelde gelukkig niet te langzaam. Over de hondenkeuring in Rotterdam heb ik ook gehoord. Er worden geen honden van onder de 50 c.M. schouderhoogte genomen; dat zou je dus kunnen nameten. Verder geen rasjachthonden. Men schijnt de stamboom wel te vragen, maar ik vermoed, dat je met Lady geen moeilijkheden krijgt, wanneer je zegt, dat je haar van iemand uit Frankrijk hebt gekocht, vlak na de oorlog, die de stamboom zou sturen. Dit is trouwens waar. De hondenkoopman niet noemen natuurlijk. Neem ook die aanteekeningen mee, die ik uit het boek van van Bijlandt heb gemaakt over de griffon Boulet. Ze hebben trouwens niets aan dit soort honden. Wel herders, airedales, en New Foundlanders van onzuiver ras.
Er gingen ook geruchten, dat onze bonnenkaarten ingenomen zouden worden, en bij sommige menschen zou dit ook al gebeurd zijn. Nu blijkt echter, dat dit een vergissing is; deze maatregel geldt alleen voor de krijgsgevangen officieren. Wanneer je dus dit verzoek krijgt, moet je er niet aan voldoen. De laatste dagen heb ik weer wat tandpijn, die ik op de
beproefde wijze bestrijd. Overigens slaap ik veel beter, met de deken ervoor. De geruchten over aflossing houden nog steeds aan; maar de critische geesten hier blijven gereserveerd, zoodat we ons maar niet blij zullen maken voor het zoo ver is. Mijn pak heb je zeker wel ontvangen. Het plus-four-pak heb ik er nog in weten te wurmen; ook zit er weer een cahier in. (Frankland is het woord.) In een kistje 3 toffees; ik had je veel meer willen sturen; maar door de dreigende geruchten over de bonnen leek het mij beter alles maar hier te houden, en de toffees heb ik geruild voor gecondenseerde melk en dgl. Kaas hoefje me nu een heele tijd niet te sturen; en brood ook de eerste tijd niet. Aan boter (en suiker) blijf ik de meeste behoefte houden. Overigens gaan er geruchten, dat de R.K. paketten weer komen, onder voorwaarde, dat we er niets van naar huis sturen. Aan deze voorwaarde is gemakkelijk te voldoen! Vuil ondergoed had ik nog niet gestuurd, daar ik wegens de kou het (nog niet vuile) Jaegergoed weer aangetrokken had. Wel sokken en zakdoeken. Je hebt wel heel wat hondenavonturen beleefd. Onze Manus slaapt nu weer geregeld in het hokje tegenover mij, en heeft zich nu ook eindelijk aan een v.d. 2 bewoners gehecht, een zekere Guermonprez, die hij overal volgt. Laatst probeerde hij een van de katten te bestoken, maar die zette een hooge rug op en blies, waarop hij maar een plasje ging doen, met een gezicht alsof hij niets anders van plan was geweest. Het is al een vrij oude hond, reu. Vanavond is er weer voetbalwedstrijd tusschen burgemeesters en notarissen, wat altijd een groote vermakelijkheid is. Nu weet je weer al het nieuws. Met hart. gr. en een zoen voor jullie beiden van Simon
Brief no. 50, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 18 juli 1942
Lieve Ans,
Zoo juist heb ik weer een schaakpartij gewonnen (ik won er nu met elkaar 4 van de 8), en ik haast me je terug te schrijven en te bedanken voor het pakje. De cake is buitengewoon goed deze keer! De frambozen waren gaan lekken en tot éen massa samengeklonterd, maar het smaakte toch best. Maar houd de rest zelf maar, te meer omdat wij hier nogal wat vruchten krijgen. Ook het middageten is de laatste dagen sterk verbeterd, dank zij reorganisatie. Verder gaat alles zijn gangetje. De lezing krijg je later wel eens; die circuleert nog bij verschillende menschen. Ook schreef ik een gedicht, en hoop hiermee voort te gaan, als het een beetje wil. De cahiers, die ik nu bijna geheel met Pos doorgenomen heb, stuur ik je, als we met de vertaling klaar zijn. Mijn roman staat een beetje stil, zoowel ten gevolge van het schaken, als van de kiespijn, die overigens weer aan het minderen is.
Stuur me in je volgende pak nog eens wat lucifers, wil je? Die 600 geïnterneerden zijn in Haren terechtgekomen. Waarin neem je les bij Gery? Koken, braden, schilderen, Engelsch, Fransch, of in de weet niet kunde? In elk geval succes, en volhouden maar! Volgende week schrijf ik weer langer; ik hoop, dat je deze nog voor Zondag krijgt.
Hart. gr. en een zoen, ook van Vader, van je Simon
Brief no. 51, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 19 juli 1942
Zijn bonnen moeten toch ingeleverd worden. Lou Bandy was de dag na zijn arrestatie alweer terug, hij had een doktersattest: hartkwaal. Zij meldt hem een droom. Hij was thuisgekomen met zijn koffer en twee grote dozen, waarop een stapeltje kranten. Zij was weggeweest en wilde bij thuiskomst de deur opendoen toen hij aan de binnenkant de deur wilde openen met in zijn handen de heel lange vlaggestok die op zolder ligt. Toen zei hij: nou kijk eens wat een vracht ik had. Toen werd zij wakker. En daarvoor was hij met haar oren bezig, die volgens hem hoog nodig uitgespoten moesten worden. Dat, zei hij, kon nu heel goed met zijn nieuwe spuit.
Brief no. 52, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 21 juli 1942
Lieve Ans en Vader,
Het is nu Dinsdagochtend, en ik begin maar vast met schrijven, in afwachting van pakje of brief. Ik ben nog steeds in de schaakwoede verstrikt, verloor nog een partij, zoodat ik nu maar 4 van de 9 gewonnen heb (en de verloren partijen dank ik grootendeels aan fouten en vergissingen, die ik had kunnen vermijden), en speel vanmiddag mee in een simultaanséance tegen Oskam. Er wordt aan 30 borden gespeeld, en Oskam loopt van het eene bord naar het andere en speelt dus tegen 30 man tegelijk. Waarschijnlijk zal hij er niet meer dan 2 of 3 verliezen, maar daar zal ik wel niet bij zijn. Hij is bovendien in het voordeel, omdat hij alle spelers nu langzamerhand kent en weet met welke opening hij hen het best verslaat. Tenminste, dat beweert hij.
Manus heeft een paar dagen overdag op mijn bed gelegen, maar toen ontdekte ik, dat een van de dekens een beetje nat was, zoodat ik nu de zaak maar met de deken afsluit. Vanmorgen in de leeszaal kwam een van de jonge poesjes bij mij zitten en begon met mijn vulpen te spelen; een alleraardigst Cypersch, wat muisgrijs getint diertje, dat door Oskam (die zelf 10 katten heeft) nog op leverpastei werd onthaald, zoodat het in alle opzichten een heerlijke ochtend had.
Maandag hoop ik met het vuile goed het slot van de vertaling te sturen: éen cahier met een paar losse vellen, die je er vooral in moet laten zitten (met een clip). Als je dan alles overgetikt en gecorrigeerd hebt, kijk dan eerst even of het goed aansluit op mijn getikte vellen, en jouw tiksel) naar Uitgeverij Contact, Prinsengracht 795, Amsterdam; vooral aangeteekend. Ik wacht dan met verder vertalen, tot mijn roman klaar is, want die schiet nog niet erg op. De twee eerste cahiers met essays stuur ik meteen ook; die moeten weer in duplo, zooals je weet.
Hartelijk dank voor je pak. Van de bonnen had ik wel verwacht. Ik zou het vervelend vinden, wanneer jij nu minder kreeg; maar ik zou je aanraden om verschillende menschen in Doorn, en ook tante Jeannette, te vragen, of zij af en toe eens een bon kunnen missen. Ik maak mij sterk, dat ik dan wel aan mijn portie kom. Brood heb ik niet meer noodig. Het gaat alleen om boter, suiker, kaas en jam; van al deze artikelen heb ik trouwens de eerste 10 dagen genoeg, zoodat je alle tijd hebt om je maatregelen te ne-
men. Je kunt de menschen gerust aanklampen; dat wordt hier meer gedaan. Verhongeren zal ik overigens niet; zooals ik je al schreef, is het middageten de laatste tijd goed en ook overvloedig, en ook brood was er tot nog toe genoeg te krijgen.
Dus schaaklessen. Nu dan kunnen we in plaats van te domineeren 's avonds schaken, als ik terug ben. De simultaanséance is me niet meegevallen. Oskam won er 11, verloor er 9 en 10 zijn er nog aan de gang. Bij de winnaars was ik, maar dat was uitsluitend door stommiteiten van hem, want in het begin stond ik al een stuk achter.
Een prachtige droom is dat van je! Je moet er maar eens over nadenken wat die lange stok en dat volspuiten van je oor te beteekenen heeft; het is niet zeer geschikt om er per brief over uit te weiden!
De kiespijn is weer over. Een tandarts komt hier wel (er komt hier zelfs een pedicuur!), maar met trekken wacht ik maar zoo lang mogelijk. Er zijn weer wat menschen ontslagen, o.a. een vader van 15 kinderen!
Zondag hadden we weer een voortreffelijk diner op de Pijp. Nieuwe aardappelen hebben we nog niet gehad; wel krijgen we vrij veel groenten.
Nu, het beste met jullie, en houd je maar taai, hoor!
Hart. gr. en een zoen van Simon
P.S. Als je niets anders kunt krijgen, stuur me dan maar sigaren van mijn eigen voorraad; tabak is niet nodig.
Brief no. 53, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 24 juli 1942
Hart. dank voor het pakje, dat een groote verrassing voor mij was. Jammer dat het voor het laatst is! Denk er vooral om verschillende menschen geregeld om bonnen te vragen en aan te schrijven, b.v. tante Jeannette en oom Henri Vestdijk. Laten die óok maar eens wat doen. Loes en Wim kun je ook wel vragen; van haar kennissen in Amersfoort kan ze best wat loskrijgen. Enfin, dit laat ik vol vertrouwen aan je over. Ik meen wel, dat ik eenig recht heb op dit soort bijstand. Zoo juist hoorde ik, dat de R.K. paketten weer komen, maar uitsluitend met bonvrije artikelen, zooals blikjes; dus geen boter, suiker en tabak. Zoo juist heb ik doperwten helpen
doppen voor een onder-ons-maaltje. Zoo gaat het leven hier rustig zijn gang. Wybenga ligt in het hospitaal met blaasontsteking, zoodat ik het rijk alleen heb. Maandag hoop ik 't vuile goed te versturen.
Hart. gr. en een zoen, ook voor Vader, van je Simon
Brief no. 54, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 27 juli 1942
Over bonnen, boter en fietsen die zullen worden gevorderd. Zij heeft Pijper en Loes Bolleman te logeren gehad. Debrot logeert met zijn vrouw en kind bij Pyke Koch. Hij gaat zich in Amsterdam als arts vestigen, want naar Amerika kunnen ze niet.
Brief no. 55, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 27 juli 1942
Goeddeels gewijd aan het slechte weer en de tuin. Zij heeft er winterandijvie in gezet en de doperwten moeten eruit. Die wil zij wecken. Jany, schrijft zij (d.i. A. Roland Holst), ‘heeft al tweemaal een schrijven gehad’ en als zij het goed begrepen heeft, ‘is hij ertoe overgegaan’. Hiermee wil gezegd zijn dat Holst onder druk zich heeft opgegeven voor de Kultuurkamer. ‘Pom heeft nog niets gehoord’, voegt zij eraan toe.
Brief no. 56, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 28 juli 1942
Lieve Ans,
Dank voor je brief! Maandag verstuurde ik 2 doozen, met de wasch en de paperassen. Schrijf me deze week nog even of alles goed is overgekomen. Hier gaat alles naar omstandigheden goed. Ik won nog een partij schaak, Oskam zegt, dat ik veel beter schaak dan in het begin, en verder besteed ik al mijn tijd aan dichten. Ik heb nu al 14 sonnetten; het worden er minstens 30. Vandaag is er een groote bridge-drive in de aula. Er is verder kans, dat
de Indische gijzelaars weggaan, in verband met de groote gebeurtenis, die daaruit bestaat, dat alle menschen uit Haren hier komen! Er worden barakken gebouwd, en we zullen ons in sommige opzichten moeten behelpen. Tenminste als het doorgaat, want volgens de geruchten is onze commandant er weinig over te spreken. Enfin, we zullen zien. Hoe meer zielen hoe meer vreugd! Je hebt mijn naam zeker wel in de krant gezien. Verder geen ander nieuws dan dat de jongste van de 2 Buchenwalder poezen bij ons op het blok gejongd heeft, en nu achter een plank ligt met ‘Niet storen! Kraamkamer poes!’ erop. Ook Manus is nog steeds een getrouw inwoner van de Pijp. Wybenga is aan het beteren.
Wat mijn eten betreft, moet je toch maar je best blijven doen, en vooral ook tante Jeannette eens schrijven. Practisch is boter de hoofdzaak. Jam en (heel zelden) kaas krijgen we hier ook soms; ik heb nog wat kaas; verder veel ingeruilde blikjes met kunsthonig en dgl.; en als mijn chocola op is, en er geen roode bessen meer zijn, heb ik ook geen suiker noodig. Dus boter! Vleesch krijgen we hier niet (of heel weinig). De jam, die we hier krijgen, is heel goed. Ik heb nog 4 blikjes gecondenseerde melk; maar het vervelende is, dat ik er niet af kan blijven, als ik er een openmaak; gewoonlijk is 't in éen dag op, en dan wacht ik weer een weekje.
Ja, ik zou met Lady maar naar de veearts gaan. Dan heb je zekerheid. Ik denk veel aan de honden, en aan jou ook. De kans op aflossing binnenkort wordt hier op 't oogenblik nihil geacht. Wat je over de fietsen schrijft begrijp ik niet heelemaal; maar dat hoor ik dan wel later van je. Zaterdagavond ben ik ook weer naar de bioscoop geweest; meestal ga ik er dan Maandags nog eens naar toe, omdat ik altijd zoo goed slaap na afloop. Sigaren hebben we hier kunnen koopen, zoodat ik niet vóor over een dag of 10, sigaren van mijn voorraad noodig heb. Dat over Harry van Tusschenbroek is natuurlijk een grapje van je! Als ik ooit weer thuiskom, wil ik een heele tijd geen mannen om me heen hebben (behalve vader natuurlijk). Maar je zult misschien zeggen, dat Harry geen man is! Des te erger. Neen, neen, alleen jij en de honden, gegarandeerd vrouwelijke wezens. De moppentapper bij Henkels in de buurt is die majoor Gort, die onuitputtelijk is. Nu, ik schei maar eens uit; het is hier een herrie van je welste: burgemeester Höweler is bezig een tafel voor Henkels te timmeren. Hij zal de ziekte krijgen!
Hart. gr. en een zoen, ook aan vader, van je Simon
Lieve Ans,
Zoo juist je 2e brief en de brief van vader. Hartelijk dank! Ik vind 't altijd erg prettig iets te hooren. Verbeteringen I... hoewel zij door de verdere gebeurtenissen... etc. II... maar wanneer het erop aankwam, was ik even onthutst als hij... III Ja, dit moet Sir Henry zijn!!
De badhanddoek is van mij! Stuur die zoo gauw mogelijk terug; andere handdoeken heb ik de eerste weken niet noodig. Ook geen overhemd of pyama. Wel Jaegerstel en wollen sokken, voor de kou! Plusfour niet stoomen; wel nakijken en verstellen. Als 't hier van de winter koud is, kan ik dit ‘zomerpak’ nog wel gebruiken. Vroom is een willekeurig iemand, maar zijn costuum is zeer algemeen en staat sommige menschen allerbespottelijkst. Er was in de laatste film een soort naaktdans, die veel enthousiasme verwekte, zoodat veel menschen, evenals ik, voor de 2e maal zijn gegaan. Dat is beter dan half bloote mannen. Vanmorgen een aardige kaatspartij, van de Friezen, bijgewoond. Doe de groeten aan Anneke! Van Jany, en nog 4 anderen, weet ik af. Er wordt hier verschillend over geoordeeld. 't Beste met je keel! Mijn tandpijn is over; maagpijn laatst nog eens, na 't eten van aalbessen, maar niet erg. Als 't erger wordt, ga ik naar 't lazaret, en dan zullen we verder zien.
Nu houd je goed, hoor!
Een zoen voor jullie beiden van Simon
P.S. Hier is bericht ontvangen, dat we onze textielkaarten terugkrijgen. Schrale troost!
Brief no. 57, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 1 augustus 1942
Lieve Ans en Vader,
Het pak, dat zoo juist arriveerde, wekt mijn groote verbazing en dankbaarheid op! Het lijkt wel alsof ik al mijn bonnen nog heb, - ga zoo door! Maar jullie moet zelf niet te kort komen, hoor! Ik zal ook eens naar Hoornik schrijven en naar Tjomme, die toen zoo gul was met eieren! De jam, en vooral ook de boter en de kaas, zijn een groote verrassing voor me.
Met de groote badhanddoek is nu geen haast meer; en overhemden is ook niet noodig; ik heb er nu 3 of 4. Wel moet je me even schrijven of ik je de voorlaatste keer een stel dun ondergoed gestuurd heb. Ik had hier n.l. een stel in mijn kast liggen, dat een paar dagen gedragen was en dat ik nergens meer vind; alleen in mijn koffer is een ongedragen stel. Als ik 't niet stuurde, is het gestolen, wat hier allerminst tot de onmogelijkheden behoort; in dat geval zal ik mijn kast voortaan op slot doen. Maar ik denk wel, dat jij het hebt gekregen, want verder mis ik niets (etenswaren of zoo).
Nee, vrouwen zijn hier practisch niet te zien, behalve op de film. De Harenaars hadden een installatie, ook voor geluidsfilms; verder is er een toestel voor smalfilms, die wel eens op de afdeelingen vertoond worden. Vanavond een film met Heinz Rühmann. Het schaken neemt nog steeds een groot gedeelte van mijn tijd in beslag. De wedstrijd is nu bijna geëindigd. Ik heb een strop doordat 2 menschen in mijn groep zich teruggetrokken hebben en geheel geschrapt zijn, dus ook mijn 2 gewonnen partijen tegen hen! Maar daarmee wordt natuurlijk wel rekening gehouden bij de indeeling voor de volgende wedstrijd.
Daartusschendoor spelen Oskam en ik op 't oogenblik een consultatiepartij tegen 2 anderen, wat erg leerzaam is. Oskam gaf me ook een schaakboek cadeau, met een alleraardigste inscriptie. Verder is er weinig te melden. Laat me vooral het resultaat van je bezoek bij de dokter weten en doe precies wat hij zegt! Neen, voor onze bonnen krijgen we hier verder niets; maar alles bij elkaar zou het leven nog wel uit te houden zijn op wat je hier krijgt. Vrij goed middageten (vooral de erwtensoep is goed); geen noemenswaard vleesch; om de andere dag jam bij 't brood; 5 à 6 dagen in de week 2 balletjes boter per dag (ik scharrel gewoonlijk 5 balletjes bij elkaar, op grond van mijn vriendschap met Vlam, die zaaloudste is); een heel enkele keer kaas, of een haring (dit is alweer afgeloopen); verder 's morgens melk (meestal 2 groote kroezen) en 's avonds koffie; en brood 5 dunne sneetjes per dag, maar daarvan kun je zooveel krijgen als je wilt, omdat de meesten zelf brood hebben. Het brood is heel eetbaar. Daar je tóch vergeetachtig bent, herinner ik je nog even aan de maandelijksche inkoopen: zuiveringszout, vaseline, kininepillen, scheermesjes, veters, vitaminepoeders bij apotheek (poeders in sigarenblikje doen), doorslagpapier, carbonpapier en dik cahier. Sigaren hoef je de eerste drie weken niet te sturen; we konden hier 50 (zeer goede) sigaren koopen, en ik kreeg er nog 50 bij, doordat ik 20 van Henkels overnam en 30 van een Pijpgenoot kreeg, ter afbetaling van zijn schuld voor de koffie). Gisteren nog 80 sigaretten en een stuk toiletzeep. Verder hebben we al 2x prachtige druiven gehad, en
groenten stroomen nog steeds het kamp binnen. Maar ik zat liever in Doorn, zonder druiven en zónder groenten, en desnoods zelfs zonder sigaren! Enfin, we zullen de hoop maar niet verliezen. Houd je goed, hoor! Hart. gr. en een heeleboel zoenen, ook voor Vader, en de beesten, van je Simon
P.S. Cascara heb ik haast heelemaal niet meer nodig! Hieruit blijkt, dat het kampverblijf niet geheel ongezond voor mij is.
Brief no. 59, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 4 augustus 1942
Zij krijgt tabletten voor de keel. Zelf denkt zij dat het een zenuwverschijnsel kan zijn. Ze vraagt of de proeven van Aktaion niet terug moeten naar Brünn, waar Simons duitse uitgeverij Rohrer Verlag is gevestigd. Met het tikwerk vordert zij goed en haar gewicht neemt toe.
Brief no. 61 Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 4 augustus 1942
Lieve Ans,
Dank voor je pakje en brief. Gelukkig, dat de dokter niets bijzonders heeft ontdekt. Je kunt dan altijd nog naar een keelarts gaan, als het noodig is. 't Zal wel je oude kwaal zijn. Wat de verbeteringen betreft: pag. 209: die haar geheel van haar stuk brachten (niet van haar streek!). pag. 219: ... was reeds onzichtbaar, en de boomen staken boven een wervelende witte damp uit. Verander dit ook even in het cahier; deze vertaling is beter, bij nader inzien, nu ik het boek nog eens overlees. Ik kreeg een brief van tante Jeannette. Het weer is ook hier verschrikkelijk; de voetbalwedstrijd gisteravond kon niet doorgaan, en de binnenplaats was een volledig meer geworden. Jammer van de worteltjes. Het is inderdaad niet erg aanmoedigend, maar als het later niet meer noodig is, hoef je 't ook niet meer te doen. Verder is hier weinig nieuws. Wybenga is weer terug en brengt veel luidruchtigheid mee. Schaken, sonnetten schrijven, eten, kletsen en nu een beetje loopen, dat vult hier de dag. Nu, houd je maar goed, hoor, en groet vooral vader van me. Hart. gr. en een zoen, van je Simon
Brief no. 62, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 5 augustus 1942
Lieve Ans,
Vanmiddag ontving ik je brief + kaart, en antwoord je dadelijk. Vervelend, dat je niet spreken mag, maar je kunt je nu tenminste in gebarentaal oefenen, en veel aanspraak heb je niet. De ansicht van Anneke heb ik gekregen. Je moet haar hartelijk bedanken. Ik vond het ook erg netjes geschreven! Aktaion hoeft niet terug, ik had dadelijk geschreven. Met tikken kun je gewoon rustig doorgaan. Schrijf me dan een dag of 3 van te voren wanneer je klaar bent; dan schrijf ik naar Contact. Hun adres heb ik je opgegeven, hè? Vanmiddag heb ik mijn laatste partij gespeeld, en ge-
wonnen. Ik maakte de grootste blunders, maar mijn tegenstander maakte nog grootere. Ik heb nu 4 van de 9, dus dat is niet zoo heel slecht, en dan nog in aanmerking genomen, dat ik 2 van de verloren partijen aan tegenslag had te danken, en dat twee van mijn winstpunten verloren zijn gegaan door het schrappen van twee deelnemers. Tegen dat ik terugkom, moet je maar een bord en stukken koopen. Nu, houd je goed, hoor! Hart. gr. en een zoen, ook voor Vader en de dieren, van je Simon
Brief no. 63, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 9 augustus 1942
Zij is gereed met overtikken van De hond van de Baskervilles (deze Conan Doyle-vertaling verscheen in 1948 tegelijk met die van Nieuwe avonturen van Sherlock Holmes - MN) en zal het hem sturen als hij erom vraagt. Zij vindt het moeilijk werk, het is ‘iets té precies’ voor haar, schrijft ze. Haar stem heeft ze terug. Over Jany Roland Holst schrijft zij dat ‘hij moest’, wat moet slaan op zijn afgedwongen aanmelding voor de Kultuurkamer. ‘Pom’, meldt zij, zit ‘dan hier dan daar’, Willem Andriesse zit in Haren.
Brief no. 64, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 9 augustus 1942
Lieve Ans en Vader,
Wel bedankt voor je pakje! De bolussen waren een groote verrassing, zoo ook het vleesch, dat al op is. Gelukkig dat je stem weer terug is. Nu maar niet te veel spreken; niet te veel damesbezoek! De jam, die óok al op is, smaakte heerlijk! Van Schwarz, het blokhoofd, kreeg ik een groot stuk komijnekaas cadeau. Gisteren een groot diner in de Pijp met het gevolg, dat ik de heele dag pijn in mijn maag heb gehad. Binnenkort ga ik maar weer eens naar Dr. Zielstra toe. Morgen zal het wel weer pakjes versturen zijn. Van de doozen, die ik machtig kan worden, zal 't afhangen hoeveel trommeltjes ik terug kan sturen. In éen v.d. trommeltjes zitten in elk geval 10 zelfgerolde sigaretten. Stols zal nog 3 ex. van Muiterij naar Doorn sturen. Stuur daarvan dadelijk éen hierheen; ik heb dit boek aan Höweler
beloofd, voor bewezen timmerdiensten. Ook had ik de volgende week graag f 20, -- van je per aangeteekende. Mijn geld is op, en binnenkort zijn er misschien sigaren te koop; ook kunnen mijn schoenen klaar komen, die dan ook betaald moeten worden. Mijn serie van 30 sonnetten genaamd De Schuttersmaaltijd, is klaar, en wordt door Henkels en Geyl zeer gewaardeerd. Door bemiddeling van Henkels zullen ze misschien in klein aantal gedrukt kunnen worden, - een aardig idee. Volgende week begint de nieuwe competitiewedstrijd; volgens velen speel ik 3x zoo goed als in 't begin; maar in een wedstrijdpartij ben ik nooit op mijn best; dat duurt me meestal te lang. Verder is hier weinig nieuws. Het weer blijft slecht, hoewel sinds gisteren zacht. Manus is nog steeds een trouwe klant van de Pijp; hij heeft nu ook een mand, en Oskam heeft hem van huis een hondendeken laten sturen, met als adres: ‘Den Heer Manus, Civ.Geïnt., St. Michielsgestel, alle blokken.’ Manus rook de deken niet, of hij ging er onmiddellijk mee vandoor: bij Oskam aan huis had er een teef op gelegen! Met de katten komen af en toe conflicten voor, maar die staan hun man, en als echte jachthond, is Manus niet kwaadaardig, en bovendien oud en bezadigd. Nu, ik moet naar de prijsuitreiking van de schaakwedstrijd. Misschien schrijf ik hier vanmiddag nog wat bij. Hart. gr., en een zoen voor jullie beiden en de beesten, van je Simon
P.S. De middag is kalm verloopen, met een concert (o.a. Kinderscenen van Schumann, dat ik een half jaar geleden ook speelde) en een paar schaakpartijen. Ik ben tot leider van mijn schaakgroep benoemd en moet ervoor zorgen, dat de menschen hun partijen op tijd spelen. Ik zal ze achter de broek zitten! Nu, houd je maar goed, hoor! Een lange zoen van Simon
was gisteren. Met gelijke post kreeg ik een brief van MarjaGa naar voetnoot20., die bij zijn vader in Ierseke woont, van Hans, die sigaartjes stuurt, en van Annie Paap, die kersenbonbons stuurt, die wel gauw in andere substantie zullen worden omgezet. Prachtig, dat je klaar bent met tikken! Ik maak niet precies uit je brief op, of je al de cahiers in duplo hebt overgetikt, of niet. Dit was niet noodig geweest, maar als je het wel gedaan hebt, hoefje het cahier niet mée op te sturen, anders wel. Hoofdzaak is, dat zij van alles 2 exemplaren hebben, óf getikt, óf geschreven, dus dan weet jij wel wat je opsturen moet. Dus mijn tiksel 2x, en jouw tiksel (2x; of 1x, plus alle cahiers). Ik schrijf hem dan wel. Kleine fouten hindert niet, ik krijg later nog de proef.
Maandag stuurde ik 't pakje met jaeger, sokken, zakdoeken, 2 handdoeken, pyama, busjes (met sigaretten) en het derde zwarte cahier. Je kunt dus nu met deze cahiers doorgaan; denk erom, dat in het derde (en ook in het vierde), dat ik volgende keer stuur, éen essay vervalt, n.l. ‘Plato als driedimensionaal denker’ in III en het eerste essay (een heel lang ding) in IV. In de cahiers is dit trouwens aangegeven. Je tikt dit alles wel in duplo, hè? in I en II (of in éen van beide, dat weet ik niet meer precies) heb ik nog wat veranderingen aangebracht: de bladzijden heb ik vooraan bij de inhoudsopgave opgeschreven. Nu zou ik dit later kunnen vergeten, dus zoek even in het tiksel die plaatsen op, vergelijk ze met het cahier en zet even met potlood een teeken in de marge. Als jij dan later soms het tiksel corrigeert, - maar voorloopig hoeft dit niet, - kun je gewoon met inkt veranderen, of schrappen, volgens het cahier.
Wat een instructie, hè? Binnenkort hoop ik weer met de roman door te gaan, hoewel ik er niet veel zin in heb. Over mijn maag heb ik nog met Dr. Z. gesproken. Hij ried mij aan diëet te houden, en bij hem te komen, als ik weer last kreeg, en vooral geen vet te gebruiken. Ik had die avond trouwens sardientjes en paling gegeten, - dus mijn verdiende loon. Men is veel minder gul met naar huis sturen wegens ziekte dan een paar maanden geleden, naar het schijnt. Panflavine (of iets dergelijks) heb ik toen ook voor mijn tong gebruikt, van Groen. De beide Andriessens moeten in Haaren zitten, dus die zullen we hier ook nog wel zien. Op 't oogenblik worden hier druk W.C.'s afgebroken, in verband met de bouw van de barakken. Als ik het jaeger in de loop van de volgende week heb, is het vroeg genoeg; alle andere dingen heb ik hier (overhemd en zoo). Als je bord en schaakstukken hebt, zouden we wel eens een correspondentie-
partij kunnen spelen, met leerzame opmerkingen mijnerzijds. Je kunt de zetten heel gemakkelijk opgeven, doordat het bord genummerd is: horizontaal van a tot k (zooals de witte speler er voor zit) en verticaal van 1 tot 8. Wanneer je dus het witte linker paard uitspeelt, noteer je Pbl. - c3, witte raadsheer (of looper): Lcl -d2 (b.v.), korte rokade is 0-0, lange 0-0-0; bij schaak geven zet je een kruis achter de zet: †.
Nu, ik ga thee drinken en dan spelen. Hans schreef me, dat hij je nog wat bonnen zou sturen, en ook andere menschen zou vragen. Binnenkort zal ik tante J. ook eens lastig vallen!
Houd jullie maar goed! Een hartelijke zoen van Simon
P.S. Tweede partij zoo juist gewonnen, met betrekkelijk weinig moeite.
Brief no. 67, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 11 augustus 1942
Lieve Ans,
Ik haast mij je nog even te schrijven op je laatste brief. Jammer, dat je alles in duplo hebt getikt! Maar nu dit zoo is, kun je de cahiers natuurlijk houden; zooals ik je al schreef. De prijzen voor de schaak-wedstrijd bestonden uit boeken, door Oskam ter beschikking gesteld; maar ik had geen prijs gekregen, hoor! Misschien dat 't me bij deze 2e wedstrijd beter lukt; ik heb ook meer kans nu, doordat de sterkste spelers naar een hoogere groep zijn verhuisd. Vandaag speel ik met baron Baud, een van de sterkste die nog overgebleven is. Enfin, veel komt het er niet op aan, of ik win of verlies! Oskam komt uit Rotterdam. Er zijn nu 6 poezen: de
oude, Loeki, met 't éene oog; de dochter, Annie, die 2 jongen heeft op ons blok, een zwarte en een wit met zwarte; en dan nog de 2 (oudere) jongen van Loeki, een wit met zwarte en een cypersche, die heel mooi is. Loeki en Annie zijn ook wit met zwart; niet erg mooi, maar lief.
Zooals ik je al schreef, heb ik al met Dr.Z. gesproken. Daarna heb ik echter geen last meer gehad, en ik geloof ook niet, dat als ik vet en dgl. vermijd en niet te veel tegelijk eet, het zich hoeft te herhalen, te meer omdat mijn ontlasting de laatste tijd zoo goed is. Verdere bijzonderheden schreef ik je al hierover. Ik begrijp volkomen waarvoor je bang bent; maar m.i. is er niet zooveel reden voor ongerustheid. Je herinnert je nog wel 't papiertje, dat ik indertijd gafGa naar voetnoot21.. De verzen hoeven voorloopig niet overgetikt te worden. Nu weet je het weer wat er te vertellen is. Schrijf me gauw terug. Ik denk veel aan je en heb ook een paar keer van je gedroomd. Houd je goed, hoor! Met hart. gr., en een zoen, ook aan vader, van je Simon
Brief no. 68, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 13 augustus 1942
Zij kan zich niet herinneren wat hij bedoelt met het ‘papiertje’ (zie Brieffragment VIII ongedateerd, waar zij zegt zich te herinneren wat hij hiermee bedoelt -MN). Ze is naar een keelarts in Den Haag geweest, die haar tabletten heeft voorgeschreven.
Brief no. 70, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 17 augustus 1942
Als hij weer thuis was - zo heeft ze geschreven - wilde hij voorstudies maken over de dertigjarige oorlog. Dat is wat de tekst op ‘'t papiertje’ moet hebben behelsd.
Brief no. 71, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 18 augustus 1942
Lieve Ans,
Hoewel ik pas Donderdagochtend een brief zal kunnen versturen, begin ik maar vast te schrijven. We hebben n.l. van Zaterdag af 5 dagen ‘Briefsperre’, in verband met de gebeurtenissen, waarover ik verder maar niet zal uitweidenGa naar voetnoot22.. Dank voor je pakje, en vooral voor de boter. Maar goed, dat je bij de keelarts geweest bent; dat is in zekere zin toch weer een geruststelling. Prostigmine ken ik niet. Constandse daarentegen wel; tenminste ik heb kennis met hem gemaakt; hij woont vlak bij Geyl, en houdt veel cursussen en lezingen, heel goed naar men zegt.
Van je brief van Zondagavond ben ik nogal geschrokken, n.l. in verband met wat je over het briefje schrijft. Ik maak daaruit op, dat je daar nu al gebruik van hebt gemaakt, maar dat was heelemaal mijn bedoeling niet! Ik had je alleen aan dat briefje herinnerd ter geruststelling; maar we hadden toch afgesproken, dat ik pas in het uiterste geval van de daarin vermelde feiten gebruik zou maken en alleen wanneer ik daartoe opdracht gaf. Nu heb je blijkbaar gedacht, dat dit zoo was.
Schrijf me even p.o. wat je precies gedaan hebt, of je 't briefje uit handen hebt gegeven, en aan wie. Ik kan natuurlijk later altijd zeggen, dat dit buiten mijn medeweten is gebeurd; maar tenslotte heb ik het toch geschreven, en dit zou onaangename gevolgen kunnen hebben. Voor de onmiddellijke toekomst zou het al als gevolg kunnen hebben, dat men als voorwaarde stelt, dat ik tot zekere instelling toetreed, wat ik, in
verband met mijn positie hier, onmogelijk doen kan. Enfin, trek je er niets van aan; je hebt natuurlijk gedacht goed te handelen; maar schrijf me in ieder geval precies wat er gebeurd is; misschien is alles nog minder erg dan ik nu vermoed.
Uit je briefje in het pakje van vanmiddag maak ik op, dat je alleen zelf geschreven hebt, en dat je mijn briefje niet uit handen hebt gegeven. Dit is minder erg; ik kan dan altijd zeggen, dat het geheel buiten mij om is geschied (wat ook waar is), dat jij uit ongerustheid op eigen gezag, buiten mijn medeweten, had gehandeld, gebruik makend van dingen, die ik mij wel eens had laten ontvallen. Doe in elk geval in deze zaak niets meer op je eigen houtje, en meld me even wat je geschreven hebt en aan wie.
De pruimen zijn heerlijk; ik heb de rijpste uitgezocht, gewasschen en opgegeten. Een paar waren een beetje onooglijk geworden; maar die waren vaak juist de lekkerste!
Het schaken gaat niet best. Na mijn eerste vier overwinningen heb ik 3x verloren en lx remise gemaakt. Ik vermoed, dat de emotievolle dagen daar niet geheel vreemd aan zijn. Ik heb Van Doorninck uit Putten nu ook eindelijk gezien: een zware, blonde kerel met een enigzins Engelsch voorkomen, die niets op zijn neef Van der Goes lijkt.
Woensdagmiddag. Ik doe de brief nu maar op de post, en hoop, dat jullie je niet al te ongerust hebt gemaakt over het uitblijven ervan. Het is erg warm de laatste dagen. Tot zonnebaden heb ik 't nog niet gebracht. Nu, houd je goed, hoor!
Hart. gr., en een zoen, ook voor Vader, van je Simon
zal zij bedoelen dat Roland Holst na zijn aanmeldingsbrief voor de Kultuurkamer is ondergedoken -MN)
Brief no. 74, Simon Vestdijk aan Ans Koster (geprüft)
St. Michielsgestel 23 augustus 1942
Lieve Ans en Vader,
Dank voor de diverse brieven en het pakje, met de groote hoeveelheid pruimen. Ik heb er ook wat van aan Henkels gegeven, van wie ik vaak etenswaren krijg. Mijn brief was geopend geweest door de censuur, die tegenwoordig door onze eigen menschen wordt uitgeoefend, ook de binnenkomende post; enfin, jij schrijft nooit verboden dingen. Gelukkig, dat Toine'sGa naar voetnoot23. economische omstandigheden zooveel verbeterd zijn; laten we hopen, dat 't van blijvende aard is. Gisteren had ik corvée, en ik heb nog spierpijn van 't gamellen sjouwen! Morgen stuur ik mijn pak, met 't laatste cahier (hieruit dus niet overtikken 't eerste ding, ‘Analytische en proteïsche ontologie’, zooals uit 't 3e cahier niet ‘Plato als 3- dimensionaal denker’). Boek van Stols en f 20 goed ontvangen. Ik gaf't boek aan burgemeester Höweler, die een tafeltje voor me getimmerd had; een beetje wankel, maar toch zeer bruikbaar.
Wat nu die kwestie betreft, zullen we maar rustig afwachten. Het voorbeeld van Jany zou ik werkelijk heel moeilijk kunnen volgen, vooral zoolang Pom e.d. 't niet gedaan hebben. Dit hangt met de algemeene stemming hier samen; daar kan ik uiteraard niet over uitweiden. Intusschen moet je niet denken, dat ik stilgezeten heb; zoo schreef ik o.a. naar Rohrer, of liever Dr. Schauer. Er is nu echter nog een geheel andere weg, die jij zou kunnen bewandelen, n.l. door naar oom Henri te gaan en hem de zaak voor te leggen, waarbij je de nadruk kunt leggen op Vader's gezondheidstoestand, etc.; enfin, dat begrijp je wel. Er schijnt n.l. een bepaling te zijn, die het mogelijk maakt, dat we tot een resultaat komen op grond van het hebben van familieleden, die in dezelfde positie verkeeren en zich op dezelfde plaats bevinden (dit is wel duidelijk genoeg, hè?) als
H. Berger. Hoever dit wordt toegepast, of het ook voor neven geldt, weet ik niet; maar het is allicht te probeeren, en daar ik er zelf geen werk van maken wil, zou oom Henri de aangewezen man zijn om te informeeren en er event. op aan te dringen, dat deze bepaling in mijn geval wordt toegepast. Herinner hem ook aan mijn boeken, die hij altijd zoo mooi vond. En dan heb jij ook nogal een wit voetje bij hem. Dit is dan alles voor vandaag. Later schrijf ik wel weer eens wat uitgebreider over verschillende gebeurtenissen hier. Houd jullie goed, hoor!
Hart. gr. en een zoen van Simon
Brief no. 76, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 27 augustus 1942
Tengevolge van haar ziekte is zij weer flink afgevallen. Nijhoff zit in Ginniken, ze heeft hem geschreven. Ze stuurt hem kranteknipsels, een van ‘wijlen Pijper’. Donker (zij bedoelt Donkersloot -MN) ligt in een sanatorium, schrijft zij. Ze weet niet waar.
Brief no. 77, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 30 augustus 1942
Beste Ans,
Onze correspondentie heeft door een misverstand geleden. Ik zat de heele week al op een brief van jou te wachten! Waarschijnlijk hebben onze brieven elkaar gekruist, want mijn laatste was over de kwestie van oom Henri (waar jij me nu op antwoordde) en jouw laatste (van Maandag) over je
ongesteldheid, waar ik je, meen ik, niet op geantwoord heb. Gelukkig, dat je weer beter bent; het is een vervelende kwaal.
Ik ben benieuwd te hooren van oom H.; maar ik wacht even met antwoorden tot ik wat meer weet. Van tante J. en Ada kreeg ik ieder een pakje met etenswaren, erg aardig van hen.
Zou je in je volgende pak een rol closetpapier willen insluiten? Dat is hier op. En nog wat sigaren graag. Denk je ook nog om de maandelijksche inkoopen (zuiveringszout, kinine, boorzalf, carbonpapier, dik cahier, vitaminepoeders, scheermesjes)? Biscuits kan ik nog wel even mee wachten; in het pak van Ada zat ook een trommel beschuitjes, en ik heb nog wat groote biscuits, van Henkels gekregen.
Over Donker moet je maar niet correspondeeren. ‘Wijlen Pijper’ is een wel erg naar grapje van het drukfoutduiveltje. Het was het eerste waar mijn oog op viel, toen ik de brief openmaakte, en ik schrok toch werkelijk even; tot ik bedacht, dat ik niets van zijn dood in de krant had gelezen!
We hebben ook hier erg warme dagen gehad. Vanmorgen is het veel koeler, met betrokken lucht en regen. Ik heb nogal veel gedichten gemaakt de laatste weken, o.a. ook een gedicht over jou en de honden, maar niet erg lang, en ook nogal somber gestemd. Schaken gaat de aardigheid een beetje af; maar ik doe het nog wel, bij wijze van tijdpasseering; en een partij met Oskam is altijd nog interessant genoeg. Gisteren heb ik er een van hem gewonnen (of beter: heeft hij me er een laten winnen), waarna ik met iemand anders een partij gespeeld heb tegen Oskam en Straat, die om de beurt een zet moesten doen zonder elkaar te raadplegen, terwijl wij elkaar wél mochten raadplegen. Desondanks verloren wij het met glans. Maar dergelijke consultatiepartijen zijn erg gezellig, daar Oskam vol mopjes zit.Ga naar voetnoot⋆
Nu, voorloopig weer genoeg. Houd je maar goed, eet zooveel mogelijk(!) en schrijf dus weer dadelijk over Den Haag. Maar dat zul je al wel gedaan hebben. Hart. gr. en een dikke zoen, ook aan Vader, van je Simon
Zondagochtend: Zoo juist arriveert je pak, erg gauw! Hartelijk dank! De pruimen zijn gedeeltelijk in moesvorm aangekomen, ook de chocola was half gesmolten van de warmte, maar ik hoop er nog zooveel mogelijk van te redden. Een briefje heb ik niet gevonden, zoodat ik ook niet begrijp waarvoor je het gordijntje met ringen gestuurd hebt! Enfin, dat hoor ik nog wel. Ik kan het je over een week weer terugsturen. Met de stroop ben ik erg blij. Stuur nu maar geen pruimen meer, te meer omdat we ze hier ook telkens krijgen.
Hart. gr. en een zoen vanje Simon
Brief no. 79, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 3 september 1942
Lieve Ans en Vader,
Hartelijk dank voor jullie brieven en het pakje, dat zoo juist arriveerde. Vooral met de boter ben ik erg blij; want daaraan blijft de grootste behoefte bestaan. Ik heb nog verschillende menschen om bons aangeschreven. Die chocola waar je over schrijft kan ik best gebruiken; we krijgen hier iedere dag warme (heete) melk, 's morgens of 's avonds; en ik ben haast door mijn chocola heen. Prettig, dat je bij oom H. geweest bent. Je schrijft niets over Zusje's blijde verwachting. Is daar niets van gekomen? Gisteren bleek mij, dat er nog vijf andere jonge katten zijn, op de Indische afdeeling, van Loeki; net zoo oud als de twee van Annie, en van hetzelfde uiterlijk. Ze zaten alle zeven in een kist op de binnenplaats om bekeken te worden. Henkels, majoor Gort en ik hebben nu een ongebruikt kamertje ingericht, waar we rustig kunnen werken. Vervelend, dat je zoo afgevallen bent. Probeer maar zoveel mogelijk te eten, en vergeet Langbroek
niet; of halfweg Langbroek, liever gezegd. Intusschen heb ik nog een partij schaak gewonnen, en morgen speel ik mijn laatste, die ik ook wel winnen zal. Dan heb ik nog niet zoo'n slecht figuur geslagen. Ook het dichten gaat onverdroten door. Dat bewuste vers zal ik hierachter voor je overschrijven. Mijn lezing is nog in circulatie; ik zal hem later wel eens sturen.
Nu, dit is zoowat al het nieuws. Schrijf maar weer gauw, dan antwoord ik je dadelijk. O ja, je schreef over jam in het vorige pakje, maar er zat alleen stroop in. Misschien een vergissing? De stroop was anders óok welkom! Hart. gr., en een zoen voor jullie beiden en de dieren, van Simon
P.S. Ik raak door mijn sigaren heen, dus stuur me iedere week maar 2 doosjes (20).
Brief no. 80, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 4 september 1942
Zij droomt elke nacht van de beroerde toestand.
Brief no. 81, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 7 september 1942
De blijde verwachting van poes Zusje gaat niet door wegens miskraam. Met het gedicht is zij ingenomen, ze meldt dat Nijhoff en Jo het bijzonder goed vonden. Van Nike van Rantwijk hoorde ze dat de zonen Greshoff verloofd waren (Greshoff woonde in Zuid-Afrika -MN) en dat zij het allen goed maakten.
Brief no. 82, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 7 september 1942
Lieve Ans en Vader,
Hartelijk dank voor het pakje, met de nuttige en smakelijke inhoud. Ik schrijf je nu, Maandag; misschien komt morgen iets van jou; ik wacht dan tot Donderdag met schrijven, tenzij er wat bijzonders is. Vanmorgen stuurde ik je twee pakjes met goed. Denk erom, dat ik momenteel drie gewone handdoeken hier heb en drie overhemden; voorloopig hoef ik daarvan dus niet te hebben, wel een badhanddoek de volgende week, en graag een flanellen pyama; daarvan heb ik er n.l. geen een, en de nachten beginnen nogal koud te worden.
Neen, je voorstelling van Oskam is onjuist! Hij is een alleraardigst uitziende oude heer, met een schraal gezicht en een grijze snor, geelbleek. Maar misschien heb je een andere schaker van hier ‘gezien’, hoewel ik op 't oogenblik niet zou weten wie. Van Oom Henri nog niets gehoord, jij zeker ook niet. Enfin, hij zal er nu toch wel werk van gemaakt hebben. Ik zit nu veel in het kamertje van Henkels en Gort, waar het erg gezellig is; we kunnen er koffie en thee zetten, er zijn platen aan de muur gehangen, we hebben tafels en stoelen, enfin, alles is voor elkaar! Voor Henkels heb ik 12 sonnetten geschreven op de maanden van het jaar, met een inleidend
sonnet. Het is voor een almanak, en ik schreef ze in 2 dagen; dus een topprestatie. Verder is er weinig nieuws te vermelden. Er gebeurt hier weinig; nu en dan een voetbalwedstrijd; schaken; gesprekken; eten; en verzen schrijven. Een vreemde combinatie, maar men moet roeien met de riemen die men heeft. Nu, houd je goed, de volgende keer schrijf ik weer eens wat langer. Ben je weer heelemaal beter?
Hart. gr. en een zoen voor jullie beiden, van Simon
Brief no. 84, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 9 september 1942
Lieve Ans,
Ik schrijf je nog gauw even terug, dan zal ik ervoor zorgen, dat je vóor Zondag nog een brief hebt, waarin ik dan meteen jouw brief van gisteren zal beantwoorden. Stuur me eind van de week mijn vest (van dit pak, dat ik hier draag), het bruine wollen vest en een flanellen pyama. En 20 sigaren, zooals ik je al schreef. Verder heb ik niet anders noodig dan volgende week een Jaeger-stel. Vandaag is Henkels jarig, hetgeen nogal wat feestelijke drukte oplevert in ons kamertje. Vandaar dat ik je maar kort schrijf. Houd je goed, hoor!
Hart. gr. en een zoen, ook voor Vader, van je Simon
Brief no. 85, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 10 september 1942
Lieve Ans en Vader,
Ziehier de beloofde brief voor Zondag. Vanmiddag kwam je pak, waarvoor hartelijk dank. Corpo smaakt inderdaad naar chocola en is heel goed bruikbaar. De eerste kop had ik wat sterk gemaakt en er moet meer suiker bij; maar dat is dan iets voor morgen. Tabak hoef je me niet meer te sturen, hoor; die heb ik hier nog genoeg. Wel iedere week 20 sigaren.
De verjaardag van Henkels is een groot succes geworden. Er kwamen meer dan 30 menschen feliciteeren, de heele dag door, die door een tijdelijke geleende kracht, een zekere Ten Cate, die de kopjes waschte en zoo, majoor Gort en mij bediend werden. 's Avonds hebben we met ons vieren gegeten; gebakken ei, zalmsla, pannekoeken en Friesch suikerbrood. H. had ongelooflijk veel gekregen, uit zijn gemeente vooral. Dat is het voordeel van het beroep. Het was een vermoeiende dag, maar wel gezellig.
Mijn laatste partij schaak moet ik nog steeds spelen. De termijn is trouwens met een week verlengd. Dan begint de nieuwe competitie weer. Bridgen wordt hier veel gedaan; ook wel wedstrijden; maar dat is niets voor mij.
Het is geen gek idee van je om in het kamertje te gaan zitten. Eten zal je dan wel in de keuken doen. En wie weet, ben ik er dan weer. Oom H. heb ik gisteren geschreven, ook om hem nog eens aan de kwestie te herinneren en te vragen of hij alles goed begrepen had. Ik vind het wel gek, dat we niets van hem hooren; maar misschien is er niets te melden. Het kamertje is heel aardig, zooals ik je al schreef. Het was eerst in gebruik bij de twee kleermakers, maar die zijn ontslagen, zoodat het kamertje vrij kwam. Er stond een hooge kleermakerstafel; van de pooten hebben we toen wat af laten zagen. Er loopen buizen van de centrale verwarming, zoodat het er 's winters misschien ook wel uit te houden zal zijn. Het is heel gezellig ingericht; van alle gemakken voorzien, behalve natuurlijk water, maar dat is in de buurt wel te krijgen. Gort en Henkels zetten koffie en thee, en als ik dit niet op de Pijp doe, drink ik met hen mee. Op de zolder zat ik allang niet meer; het was er niet rustig genoeg, en het gedeelte boven de Duitsche afdeeling, waar onze stoelen stonden, was in de laatste tijd verboden. Donkersloot had er nog een kamertje, voor zijn ge-
zondheid, en daar woont nu een ander, die daarvoor speciale vergunning heeft. In de docentenkamer, waar mijn tafeltje een tijd gestaan heeft, heb ik nooit gezeten, en het kamertje van De Vletter is nu in gebruik door de violist Jo Juda. Dr. Ritter is zoo verrukt van mijn gedichten, dat hij er een studie aan wil wijden, en bezig is ze over te schrijven.
Ziezoo, dat is het laatste nieuws. Zondag of Maandag schrijf ik weer; misschien hoor ik voor die tijd ook nog iets van jou. Houd jullie maar goed, hoor!
Hart. gr. en een zoen van Simon
Brief no. 86, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 11 september 1942
Zijn vader heeft een postcheque van P.N. van Kampen ontvangen van f 78,63 voor de verkoop van 41.625 exemplaren van De vliegende Hollander. Nijhoff heeft misschien woonruimte in Amsterdam en is bij Van Duinkerken op bezoek geweest voor haar. Zij wil Vestdijk opzoeken en als hij aan Van Duinkerken vraagt hoe dat moet, zal hij helpen bij de aanvraag bij de commandant. Het gesprek gaat over het huis en over zijn vader. Van Duinkerkens vrouw is er ook geweest voor een kwestie die niet per brief kon worden afgehandeld.
Brief no. 88, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 15 september 1942
Lieve Ans,
Dank voor je pakje en brief! Vooral de boter was zeer welkom, want daar was ik bijna doorheen. Kleerhanger heb ik niet gevonden, maar die heb ik ook niet noodig, daar ik er hier al een heb (die ik óok nooit gebruik). Nu wat je plan betreft. Van Duinkerken, die door Pom op de hoogte was gesteld, sprak er al met mij over. In het algemeen voelde ik er weinig voor; ik vind zooiets een tantaluskwelling; maar als het noodig was, zou ik het natuurlijk wel gewild hebben. Maar nu hoorde ik gisteren, dat er plotseling een einde gekomen is aan deze mogelijkheid. Ik kan hierover niet uitweiden, maar je moet maar van mij aannemen, dat het absoluut niet meer gaat. Als het eenigszins kan, schrijf mij dan over die kwestie; dat kan toch wel, dunkt me. Pianospelen doen we niet meer; de gelegenheid ontbreekt daartoe, door de verbouwingen. De schaakcompetitie is bijna ten einde; d.w.z. ik moet mijn laatste partij nog steeds spelen, maar daar deze meneer de gewoonte heeft niet te komen opdagen, zal ik wel zonder meer een winstpunt krijgen, en heb dan 6 1/2 punt van de 10. Er heeft nog iemand 6 1/2 en daarboven alleen een van 9 1/2, zoodat ik nog bij de drie hoogsten ben! Het dichten heeft een paar dagen stilgestaan, maar nu ben ik weer bezig, met sonnetten. Het is een groote troost; voor proza schrijven heb ik niet de minste neiging. Wel gek, hè? Het is precies andersom als in Doorn, waar ik maar weinig dichtte. Maar daar had ik ook jou als troost. Neen, met mijn voorstellingsvermogen is het nog steeds droevig gesteld; dat is een ongeneeslijke kwaal, schijnt het wel. Blijkbaar heb je ook niets meer van Oom H. gehoord. Schrijf nu in elk geval weer of je zeker weet, dat hij er serieus werk van gemaakt heeft. Als tante J. en Oom H. nog in Doorn zijn, vraag dan eens of die er geen werk van kunnen maken met hun relaties. Maandag zal ik je wat zelfgerolde sigaretten sturen, in een of ander blikje of doosje; dat vind je dan wel. Ik weet n.l. nooit van te voren wat en hoeveel ik verzenden kan, door de wisselende plaats, die het vuile goed inneemt. Nu, schrijf me dan maar gauw terug, dan antwoord ik je direct.
Met hart. gr. en zoenen, ook voor Vader (een bruuske zoen voor jou!), vanje Simon
P.S. Van Duinkerken vond De uiterste seconde heel mooi. Hij leest op het oogenblik mijn verzen. Van Meyer kreeg ik 4 pakjes sigaretten; van Van Geel 10 sigaartjes; en van Wim een verzoek om weer eens wat in de tekst van Merlijn te veranderen!
Brief no. 89, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 17 september 1942
Lieve Ans en Vader,
Hartelijk dank voor jullie beide brieven, speciaal het lange ‘dagboek’ van jou, Ans, dat althans een zeer eetlustopwekkende indruk maakte. Voor ik het vergeet: denk je nog om mijn 20 sigaren, begin volgende week? Ik ben er n.l. al weer bijna doorheen. Suiker heb ik nog wel, voorloopig; biscuits kan je nog wel even mee wachten. Maandag stuur ik je het vuile goed, flink wat gedraaide sigaretten, een trommeltje met chocoladestaafjes, en een zakje echte thee. Deze laatste twee zaken zijn afkomstig uit een groot pak van Vriesman, je weet wel, die vlak na de oorlog eens bij me is geweest. Er zat heel wat in. En de lezing, in Gr. Ned. Verder een trommeltje met brood. Ik kan dat hier wel krijgen, en had er zelf al eens over gedacht. Ja, mijn 6 1/2 punt krijg ik, al heb ik die laatste partij niet gespeeld. De termijn was afgeloopen. En de spelers, die in gebreke zijn gebleven, krijgen dan automatisch een verliespunt. O ja, stuur me ook nog een pakje gilettemesjes en een stuk scheerzeep. Jammer van oom Henri. Enfin, ik zal mijn lot geduldig en vredig dragen. De gedichten zal ik wel eens opsturen, als iedereen ze gelezen heeft hier. Dan kun je ze overtikken en mij éen ex. ervan sturen. Enfin, daar schrijf ik dan nog wel over. Morgenochtend zal ik hier nog wat bijschrijven.
Binnenkort zal ik ook wel een deken van je moeten hebben. Liefst een dikke katoenen. Maar daar schrijf ik nog wel over. Het zal wel niet makkelijk versturen zijn. Dank voor de ansicht van de Steenen Tafel, die ik gisteravond nog kreeg. Ik ben ook erg benieuwd naar de kiekjes van Hans. Vanmorgen hebben we op ons kamertje gebakken visch gegeten, door majoor Gort eigenhandig toebereid. Er waren een heleboel schollen in de keuken overgebleven. Overigens hadden we die niet bij het middageten gehad; maar ze waren onder de menschen verdeeld, - waarschijnlijk
een particuliere zending. Van Duinkerken heeft mijn verzen nu ook gelezen, en vindt ze zeer geslaagd, en vooral De uiterste seconde. Wel merkwaardig, hè? Adres van Peter v. Steen is Dongestraat 19, Amsterdam, Z. Ik kreeg nog een brief van Johan, waarin hij ook zinspeelde op moeilijkheden. Je moet me daar vooral over schrijven, als je er geweest bent. Schrijf me nu nog eens precies wat je nichtje gezegd heeft, daar stel ik wel een zeker vertrouwen in, ondanks mijn ongeloof. Succes met je jas!
Nu, de brief moet gepost worden, dus ik houd maar weer eens op. Hart. gr. en een zoen voor jullie beiden van je Simon
Brief no. 90, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 19 september 1942
Ze vraagt of hij een brief heeft gestuurd voor het lidmaatschap van het Roode Kruis afd. Doorn. Veel mensen hebben in Doorn bij haar gelogeerd. Ze heeft gedroomd dat zij in november of december een kind moest krijgen, was heel angstig dat zij het niet zou overleven.
Brief no. 91, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 22 september 1942
Lieve Ans,
Dank voor je pakje, dat vanmiddag arriveerde. Vleesch en kantarellen zal ik vandaag nog soldaat zien te maken. Sigaren stuur je maar welke je 't eerst voor de hand komen. Het zoetmiddel kan ik uitstekend gebruiken; met suiker wacht je dan nog maar, hoor! Voor 't R.K. hadden we ons allemaal opgegeven. Later kan ik natuurlijk weer bedanken, maar voorloopig blijf ik nog maar lid. Die gulden had ik niet gegireerd. Doe de groeten aan Hoogendoorn en zijn vrouw en wensch hem het beste met zijn gezondheid. Over de textielkaart nog niets gehoord. Wel kunnen we hier 40 sigaren per maand krijgen. Die droom van je is erg mooi. Het zou nog net van mij kunnen zijn; als het in Febr. had moeten zijn, zou het van iemand anders wezen, b.v. van Wim. Van Bornkamp niets ontvangen. Bonnen kunnen ze beter naar jou sturen, lijkt mij. De kiekjes vind ik aller-
aardigst, vooral waar jij met de honden opstaat. Ik heb hem al bedankt. Die waar Betty met haar gezicht naar voren staat vind ik de beste. Nu, houd je goed! Vrijdagochtend krijg je nog een brief van me, ook als ik niets van jou hoor. D.w.z. die heb jij dan vóor Zondag.
Hart. gr. en veel zoenen, van je Simon
Zoen ook Vader, en de honden!
Brief no. 94, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 25 september 1942
Lieve Ans en Vader,
Hierbij mijn beloofde brief. Jouw brief kreeg ik gistermiddag nog. Hier is weinig nieuws; op het kamertje van Gort en Henkels is weer een nieuwe verandering opgetreden, doordat de heeren er nu ook als slapers zijn ingetrokken, hetgeen overigens voor mijn gemakken geen verschil maakt. Het kamertje had n.l. de begeerte gaande gemaakt van verschillende cursusleiders en dgl. lieden; en op deze manier is het vast in onze handen gebleven. De rust is er heel afwisselend; gisteren heb ik er b.v. 5 sonnetten geschreven; op andere dagen wordt er hoofdzakelijk gepraat. Het scha-
ken gaat slecht! In de nieuwe competitie heb ik al 3 van de 4 partijen verloren. Ik vermoed, dat mijn belangstelling wat vermindert. Ik kreeg van Bornkamp een pak met verschillende goede zaken, koek, jam etc. Erg aardig. Verder kreeg ik van een totaal onbekende uit Sas van Gent (!) een groote doos met peren. Peren hoef je nu dus niet te sturen! Volgende week krijg ik wel 't goed van je, hè? Jaegerstel, flanellen pyama, badhanddoek (niet die groote), verder wat sokken en zakdoeken; geen gewone handdoek, want daar kan ik langzamerhand wel een winkeltje van openen! Vergeet je ook de 20 sigaren niet? Graag zoo gauw mogelijk, want ik begin er al weer door te raken. Hoe staat het met het tikwerk? Als je klaar bent, stuur dan éen exemplaar van het tiksel hierheen. De zwarte cahiers hoeven niet mee. Dan zal ik je ook de verzen sturen; het zijn er al heel wat! Hoor ik nog wat je nicht gezegd heeft? Wat wordt ik bijgeloovig, hè? Wat je over Peter schrijft begrijp ik niet. Wat Petertje betreft, dat kun je inderdaad niet weigeren, maar het zal wel extra moeilijkheden geven, - denk om de loopschheid! - ook wat voeding betreft. Misschien kun je eerst nog eens elders zien, bij Nachtweh, of anders bij Zus; of in dat pension bij ons aan de overkant? Pardon!!! Ik lees je brief over, en zie, dat tante J. Petertje zou nemen. Je houdt mijn lezing wel in handen, hè, d.w.z. niet aan te veel menschen uitleenen, of opsturen. Liever heelemaal niet opsturen. Help me nog even herinneren, dat ik je over 1 1/2 week weer oud brood stuur! Aktaion is in orde; ik hoefde die proeven niet terug te sturen. Nu, de brief moet op de post! Houd jullie maar goed, hoor; en laat gauw weer wat hooren! Een hartelijke zoen voor jullie beiden, van Simon
Brief no. 96, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 29 september 1942
Lieve Ans en Vader,
Hartelijk dank voor het pakje en Vader's brief. Wat briefschrijven en - ontvangen betreft heb ik niet zulke prettige berichten. Wij mogen voortaan maar éen brief per week schrijven en ontvangen. Voor onze eigen correspondentie is dat niet zoo erg, behalve dan dat Vader mij niet meer zal kunnen schrijven; maar ik zal geen enkele andere brief meer kunnen ontvangen, daar ik natuurlijk aan jouw brieven de voorkeur geef. Je kunt dus gewoon doorgaan zooals tot nu toe. Stuur dan je pak 's Maandags, dan schrijf ik Woensdag terug (een vastgestelde dag); en dan kun jij nog eens eind van de week schrijven. Pakjes gaan n.l. gewoon door. Ik heb al verschillende menschen ervan verwittigd, dat ze mij niet meer moeten schrijven, want dat hun brieven niet meer door mij geaccepteerd worden (o.a. Johan en Theun). Schrijf jij het bij gelegenheid eens aan Loes, voor Wim; en aan tante J.; maar zet er vooral bij, dat pakjes gewoon door mogen gaan; dat is dan meteen nog een kleine aansporing! Als ik eens menschen te schrijven of te bedanken heb, kan ik het jou opgeven. En brieven die voor mij komen maak je gewoon open en schrijft mij dan even de hoofdzaak van wat er in staat (als 't belangrijk is). Binnenkort zal misschien Godthelp je wel schrijven over een bepaalde aangelegenheid; dus dan weet je ervan; niet zijn brief opsturen, maar de belangrijkste passages even schrijven. Alles bij elkaar is dus de correspondentie wat ingewikkelder geworden; maar we zullen elkaar, zoo al niet even vaak, dan toch evenveel mogen schrijven, daar per brief twee blocnote-vellen zijn toegestaan (jij kunt dus gerust 3 of 4 van die kleine velletjes sturen per brief), en dat is meer dan ik tot nog toe per week schreef.
Hier gaat alles goed. Ik zit nog steeds veel op het kamertje van Gort en Henkels, drink er koffie, help wat in het ‘huishouden’, en eet vaak 's middags bij hen, zoodat ik dan 2x per dag warm eet. Geef Vader een pakje tabak van me! Wat sigaren betreft geef ik dan wel op wanneer je weer sturen moet. Ik was erg blij met de boter, en ook dat je een lang Jaegerhemd gestuurd hebt, met een ‘voorschootje’! Blijf daar vooral mee doorgaan! Je moet ook vast maar eens overpeinzen hoe je het best de deken versturen kunt, want de nachten beginnen koud te worden. Morgenochtend schrijf ik hier nog wat bij om het blaadje vol te maken en nog enkele dingen uit
jullie brieven te beantwoorden, die ik op 't oogenblik niet bij de hand heb. Schrijf mij dan dadelijk terug, opdat ik je brief nog voor Zondag heb. - Woensdag. Dank voor de nieuwe brieven.Wat de belasting betreft: ik had f 3500 opgegeven, dus dat is in orde. Iets anders is of ik dit jaar weer zooveel verdienen zal. Dit is niet erg waarschijnlijk; maar informeer even, of ik eventueel 't te veel betaalde terugkrijg. Ik wacht dus nog even met aanvragen van uitstel. Ook begrijp ik niet, of die f 708 alleen voor 1941 is, en er nog een f 708 voor '42 (voorloopig) bijkomt, of dat het het totale bedrag voor beide aanslagen is. Meld me dat vooral even! Zeg, stuur me volgende week toch maar weer 20 sigaren (niet meer); want hier zal ik wel weer gauw doorheen zijn. Rooken is nu eenmaal een van de weinige genoegens hier. Voor mijn verjaardag weet ik niets. Bedenk zelf maar eens wat; misschien kunnen we het ook uitstellen tot betere dagen.
Slaapsokken kun je wel sturen! Er is hier centrale verwarming, maar op de slaapzalen niet voldoende om er te zitten. Ons kamertje schijnt goed verwarmd te zijn, daar het dicht bij de Duitsche afdeeling gelegen is. Denk je nog om de maandelijksche inkoopen? In mijn vorige brieven vind je alles opgesomd; koop er dan nog een flesch inkt bij. Tot slot dan nog mijn eerste opdracht. Schrijf een briefkaart aan Dolf van Heusden, ‘De Dreef’, Wapenveld (Vel.), dat ik zijn verzen met veel waardeering gelezen heb, maar door schrijfbeperking niet in staat ben te antwoorden. Ook van Herman kreeg ik een brief, maar die hoef je voorloopig niet te schrijven.
Nu, houd je maar taai, hoor! Hart. gr. en veel zoenen, en knuffel de honden, Simon
Brief no. 97, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 1 october 1942
Uit Brünn heeft zij op haar giro f 4892,49 ontvangen voor Die Fahrt nach Jamaica (de duitse vertaling van Rumeiland -MN). Tijdens haar dameskrans kwam Johan (van der Woude) onverwacht aan en is blijven eten. Zij is het weekeinde naar Den Haag, Johan komt dan met zijn tweede vrouw logeren en op de honden passen. De belasting van 1941 (bedoeld zal zijn die over 1940 - MN) bedroeg f 1300, het restant van f 44,34 had zij 16 augustus betaald. Zij meldt ontvangst van een brief van Dr. Georg Kurt Schauer uit Brünn (de vertaler van Aktaion unter den Sternen en eveneens van Irische Nächte, dat in 1944 uitkwam - MN) met ‘dezelfde inhoud als
die ik je laatst opzond. Aan je roman over de 30-jarige oorlog kunnen ze niet denken wanneer je niet enz. enz.’. (Hij moet zich melden voor de Kultuurkamer als hij zich, in vrijheid, aan die roman wil wijden -MN). Zij vraagt hem hoe hij nu zijn haar draagt, kuif, scheiding, gemillimeterd of kaal. Johan, meldt zij nog, gaat scheiden en hertrouwen met Frans, met wie hij vroeger verloofd is geweest.
Brief no. 98, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 3 october 1942
Lieve Ans en Vader,
Het is Zaterdagmiddag en ik begin maar vast met schrijven, in de hoop, dat ik de 2 vellen volkrijg. Vanmiddag de deken ontvangen, waarmee ik erg blij ben en waarvan ik een dankbaar gebruik hoop te maken. Voor ik het vergeet: denk er om, dat je voortaan op je enveloppe links boven het woord ‘Voorkeur’ zet; dan weet men, dat deze brieven door mij aangenomen worden; alle andere worden dan teruggestuurd. Verder heb ik nog een paar boodschappen, n.l. een bedankbriefkaart voor de heerlijke peren aan Neeteson, Oostkade 31, Sas van Gent, en een briefkaart aan Wim (Nieuwelaan 11 Leidschendam) met de volgende dichtregels; je kunt hem dan meteen melden, dat hij mij niet meer schrijven moet.
De belasting is mij nu wel duidelijk geworden. Betaal dus maar alles.
Voor 1941 moet ik f 708 betalen, en voor 1942, voorloopig, nóg eens f 708. Daar ik, nu na de uitkeering van Rohrer, zeker f 3500 verdienen
zal, en het dus ook best kan betalen, heeft het geen zin om uitstel te vragen of tegen de aanslag zelf te protesteeren. Wat de brieven van Rohrer betreft, dat is een moeilijk geval. Ik zal hem mettertijd wel eens antwoorden, maar wacht eerst af wat Godthelp uitricht, die op 't oogenblik voor mij bezig is. Schrijf mij vooral dadelijk wanneer je bericht van hem krijgt; je kunt gerust woordelijk de belangrijkste zinssneden overnemen en hoeft er niet geheimzinnig mee te doen, daar de censuur niet meer door onze eigen menschen wordt uitgeoefend. Wat een merkwaardig bericht over Johan! Enfin, verwonderen doet het mij niet, na de voorgeschiedenis, en de ruzie die ik bij hem afluisterde! Laten we hopen, dat het hem de tweede keer beter lukt. En wat gaat er met de twee jongens gebeuren? En wat is zijn tweede vrouw voor iemand? Is het wel vertrouwd met de honden? Ik vind je wel een beetje erg goed van vertrouwen! Enfin, als je deze brief krijgt, is het al achter de rug. Maandag stuur ik weer het pak, met goed en de versnapering voor de honden, en een boek en event. nog wat rommel. Je zoekt 't maar uit. Touw en papier zal ik zooveel mogelijk insluiten. Morgen of Maandag ga ik verder.
Zondag. Ik vergat je nog te vragen of je me weer wat zuiveringszout sturen wilt; een heele zak hoeft niet; je kunt het best wat in een kleinere zak doen, met een krant er goed omheen. D.w.z. toch nog wel een flinke hoeveelheid, dus geen klein zakje. Vannacht lekker geslapen met de deken. Straks moet ik schaken. Waarschijnlijk zal ik het wel winnen, en dan heb ik er 4 van de 7, dus wel weer wat ingehaald. De laatste partijen heb ik heel goed gespeeld. Jammer dat ik het in het begin verknoeid heb. Wanneer ik er nu nóg een paar verlies, doe ik de volgende maand maar eens niet mee. O ja, ik stuur je morgen ook een paar drukjes van Henkels; je ziet zelf wel wat het is. Ik heb er hier nóg een, een vertaling van mezelf, maar die kan niet in de doos.
Zondagmiddag. De partij moet nog eens overgespeeld worden, omdat aan 't eind van 't spel - ik stond iets sterker - bleek, dat we het bord verkeerd hadden gelegd, n.l. niet met zwart, maar wit in de linker benedenhoek! Als jij nou nog eens zoo'n fout maakte, zou 't vergeeflijk zijn, maar zulke geroutineerde schakers...
Maandagochtend. Het is heel zacht weer op het oogenblik; vannacht had ik te veel aan de deken. Zou je me soms wat aardappelen kunnen sturen? Veel hoeven het er niet te zijn; maar daar ik iedere dag met Gort en Henkels eet, moet ik toch ook weleens wat bijdragen. Kijk maar eens wat je missen kunt. Roggebrood krijg ik hier nog al eens cadeau, dus stuur dit voorloopig maar niet, te meer omdat het hier erg schimmelt. Mijn haar
kan ik zoo vaak laten knippen als ik wil, à 25 c., maar ik stel het altijd nogal lang uit, en dan is de kapper niet aan 't verstand te brengen, dat ik het kort wil hebben, zoodat het haar tegenwoordig zoo'n beetje in een scheiding tracht te vallen, hetgeen ik overigens op geenerlei wijze aanmoedig. O ja, zou je ook nog een briefkaart aan Van Geel willen sturen, Heerengracht 593, A'dam, om te bedanken voor de sigaren? De volgende maand kan dan wel weer eens overgeslagen worden.
Dinsdagmiddag. Vandaag twee schaakpartijen gewonnen, zoodat ik nu 5 van de 8 heb. Er wachten nu nog 2 zwaardere partijen. Ik had nog een pakje verwacht, maar dit zul je wel niet hebben kunnen sturen, omdat je gisteren uit Den Haag terugkwam. Ik moet mijn brief nu morgen versturen en schrijf dan niet eerder dan volgende week Woensdag. Heb je nog om de sigaren gedacht? Zoo niet, stuur je ze dan nog eind van de week in een briefpaketje? Ik heb toch maar besloten Schauer nu te schrijven. Tik dus de volgende brief over; adres: Dr. G.K. Schauer, Rohrerhaus, Brünn. Tenzij er bericht van Godthelp is; dan kunnen we beter even wachten totdat ik daarvan op de hoogte ben en dan hoor je de volgende week nader van me. De brief kan gewoon in het Hollandsch; er hoeft geen dagteekening boven; en eronder tik je ‘w.g. S. Vestdijk.’
Hier volgt de brief.
Zeer Geachte Heer Schauer. In antwoord op uw brief en die van de heer Rohrer deel ik u het volgende mee. U zult wel begrijpen, dat het ook voor mij een vrij moeilijke kwestie is. Ik kan u echter verzekeren, dat ik zuiver persoonlijk geen redenen heb om mij aan de bedoelde aanmeldingsplicht te onttrekken. Ik beschouw dit als een formeele aangelegenheid, waarover niet zooveel drukte gemaakt zou moeten worden. Maar men zou het mij, hier en elders, zeer kwalijk nemen, indien ik mij aanmeldde met het doel om in de tegenwoordige toestand verandering te brengen. U zult dit wel zonder meer begrijpen; men is nu eenmaal overgevoelig op het punt van voorrechten die de eene heeft of krijgt en de andere niet. Het geval zou echter anders worden, wanneer ik een of twee maanden na mijn ontslag zou kunnen toetreden, op een wijze die het minst opzien verwekt. Wanneer dit mogelijk was, zouden alle moeilijkheden, zoowel de mijne als die van de Heer Rohrer, opgelost zijn. Hoofdzaak voor mij is, dat er geen verband wordt gelegd tusschen het ontslag en de toetreding, en dat men geen gelegenheid krijgt om mij naar aanleiding van deze louter formeele kwestie verwijten te doen. Ik ben nu eenmaal vrij bekend hier in Holland, en moet daar rekening mee houden. Dit is de situatie, die ik u zoo openhartig mogelijk uiteenzet, in de verwachting dat men eenig begrip voor
de moeilijkheden zal toonen, daarbij in aanmerking nemend, dat ik boeken heb geschreven en nog zal kunnen schrijven, die voor de Duitsche lezers van belang kunnen zijn en die, om er het minste van te zeggen, lang niet een aan de Duitsche cultuur vijandige instelling verraden. -
Ik kan mij haast niet voorstellen, dat men, dit overwegende, mij het op zichzelf onbeduidende uitstel van eenige maanden niet zou toestaan. Wellicht kunt u dus nog eens in deze zin moeite voor mij doen.
Wilt u den Heer Rohrer zeggen, dat ik het honorarium in goede orde ontvangen heb? In verband met schrijfbeperking stuur ik u deze brief via Doorn. Ook uw antwoord gaarne weer naar Doorn.
Met vriendelijke groeten, hoogachtend, w.g. S. Vestdijk.
Tik je het zoo nauwkeurig mogelijk over? We zullen maar eens zien wat ervan komt. Henkels en ik amuseeren ons op het oogenblik met een theologisch debat in sonnetten, waarbij ik natuurlijk de rol van ongeloovige speel. Nu, dan hoor ik wel gauw weer wat van je; en dan de volgende week graag weer vóor Woensdag; dan hoeven de brieven elkaar niet te kruisen, zooals nu waarschijnlijk.
Hart. gr. en een zoen voor jullie beiden, en de beesten, van Simon
Brief no. 99, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 5 october 1942.
Van haar bezoek aan Den Haag en Leiden wordt verslag uitgebracht en van de moeilijkheden van het reizen. De trams in de stad rijden 's avonds om het uur. De tram van Leiden naar Noordwijk zondags om de 3 uur. Zij heeft Johan en zijn a.s. vrouw nog gezien op het station en zal over enkele dagen hen opzoeken.
Brief no. 100, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 8 october 1942.
Is naar de Van der Woudes in Arnhem geweest, in de stortregen naar het station in Driebergen gefietst, door Johan afgehaald en bij Frans koffie gedronken. Johan komt nu zogenaamd bij haar en pension, dan kan hij in Doorn of Arnhem trouwen. Al zijn correspondentie is die morgen de
deur uitgegaan, meldt zij; zij hoopt van harte dat die ene brief succes zal hebben. (Waarschijnlijk bedoelt zij de brief aan Schauer - MN).
Brief no. 101, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 10 october 1942
Lieve Ans en Vader,
Zoo juist van het koude voetbalterrein terug, zet ik mij maar weer eens aan het schrijven. Je pak ontvangen (ook het jaeger), en dank voor vleesch en aardappelen. Voorloopig kun je wel weer eens wachten; ook groenten zijn niet noodig. Maar denk vooral om iedere week mijn 20 sigaren! Ondergoed heb ik nu niet meer noodig, behalve schoone badhanddoek volgende week. Stuur dan ook die groote doos, en vul het aan met kranten, niet met andere dingen die ik weer terug moet sturen; dat neemt zooveel plaats in. En heb je nog eens wat boter?! Stuur me ook een doosje kininepillen. Laten we dus afspreken, dat je altijd eind van de week 't pakje stuurt, dan nog eens een brief (denk aan ‘voorkeur’!) of pakje Maandag, zoodat ik 't voor Woensdag heb. Pakjes zijn voorlopig niet aan beperking onderhevig. Van mevrouw Burgers kreeg ik een pak met peren en sigaretten. Wil je haar even per briefkaart bedanken en zeggen, dat ik door schrijfbeperking dit zelf niet doen kan? Mevrouw H. Burgers, arts, Ruysdaelkade 9 II, Amsterdam, Z. Van RandwijkGa naar voetnoot24. ken ik wel, maar niet persoonlijk. Tiksel corrigeeren kan ik zelf wel, maar ik wou wel graag, dat je nog even nakeek of je geen dingen weggelaten hebt, want daar ik de cahiers er niet bij heb, kan ik dat natuurlijk niet nagaan! Ook prettig, dat ik nog een brief van Vader kreeg! Die verzen zal ik in het pak mee opsturen; mijn eigen verzen misschien ook, anders 14 dagen later. Of er wat bij is voor Gr. N. schrijf ik dan nog wel; ik heb nu geen zin om het na te kijken; ik geloof van niet. Op de Pijp is men van plan mij op mijn verjaardag een boek te geven! Appelen wil ik wel hebben! Je moet eens met Johan overleggen wat hij mij aanraadt. Uit je brief maak ik op, dat hij mij adviseert om maar toe te geven. Ook zou ik wel graag willen weten hoe Pom erover denkt.
Voor de menschen hier kan ik het moeilijk doen; maar wanneer ik zou weten, dat de collega's er anders over denken, zou ik natuurlijk meer bewegingsvrijheid hebben. In elk geval heb ik de zaak nu heelemaal in de hand. Daar het via de uitgever vrij lang kan duren, heb ik nog eens aan Henk geschreven (een ‘zakenbrief’, die extra is toegestaan), waarin ik hem nog eens uiteenzet hoe de situatie momenteel is: dus de mogelijkheid, die ik ook aan de uitgever opgaf, en nog andere mogelijkheden. Je begrijpt nu wel, dat het er niet meer om gaat of ik al dan niet wil, maar alleen om de manier waarop, - om er later geen last mee te krijgen. Als je hier met Joh. of Pom over spreekt, laat dan zoo weinig mogelijk los! Dus zeg alleen, dat men de bekende voorwaarde stelt. Dus niet over het net van slimmigheden, dat ik zelf bezig ben te weven! Mocht je hierover al met Johan gesproken hebben, - b.v. over de brief aan de uitgever, - dan is dit niet zoo erg; maar vraag hem dan geheimhouding. Overigens zie ik de zaken heel kalm aan; ik heb nu alles gedaan wat ik kon, en zal verder alles maar aan het noodlot overlaten. En laat je nicht nog eens optreden, zeg! - Later verder. O ja, weet je soms of Wim tot de K.K. toegetreden is? Informeer anders eens langs je neus weg; maar je hoeft er natuurlijk niet speciaal moeite voor te doen. Het zou n.l. kunnen zijn, dat hij via de toonkunstenaarsvereeniging erin is gekomen. Zoo ja, dan zou ook dit de zaak voor mij vergemakkelijken. Maar spreek met hem absoluut niet over mijn aangelegenheid, want je weet hoe onmogelijk hij kan zijn. Voorloopig een zoen!
Zeven uur. Na de maaltijd, met G. en H., schrijf ik dit blaadje nog maar weer vol. De verzen van Dolf van H. heb ik gelezen; ik vind ze niet goed genoeg voor Gr. N; maar wanneer er erge behoefte aan poëzie is, laat Joh. er dan maar een paar van de minst slechte uitzoeken. H. en ik dichten nog steeds tegen de klippen op, en zitten elkaar in het haar over religieuze problemen. Voor mezelf voltooide ik een serie van 48 ‘Gestelsche Sonnetten’, - ook niet gering. Verder won ik nog een partij schaak, - geen kunst, want mijn tegenstander schoot bok na bok, en na een half uur was het pleit beslecht. Dit geeft de burger weer moed. Ik moet nu nog 1 partij spelen, en als ik die óok win, ben ik toch nog bij de hoogsten, al heb ik geen kans op de prijs.
Maandagavond.
Zou je ook aan Uitgeverij Contact, Prinsengracht 795, Amsterdam, willen schrijven. ‘Z.G. Heer De Neve. De Heer Vestdijk vraagt, of het goed is, dat hij in plaats van Robinson Crusoe voorloopig Le Grand Meaulnes, van Alain Fournier, vertaalt, daar hij geen Engelsche boeken ontvangen mag.
Uw antwoord gaarne naar Doorn, in verband met briefbeperking. Hoogachtend, etc.’- Wanneer je dan een bevestigend antwoord krijgt, stuur mij dan het boek, dat in mijn kast tusschen de andere Fransche boeken staat. Vandaag heb ik mijn haar laten knippen, ondanks de kou, en zie er nu weer netjes uit. Verder weinig nieuws; morgen maak ik deze brief af.
Dinsdagmiddag. Nog geen brief. Uit de aankomst van andere brieven maak ik op, dat ik hem niet meer vóor morgen krijg, als je hem Zondag of Maandag op de bus hebt gedaan; de censuur geeft nogal wat vertraging. Doe voortaan dus de brief, of het pakje, dat ik vóor Woensdag moet krijgen, uiterlijk Zaterdag op de bus. A.s. Maandag stuur ik je nog wat sigaretten, in een sigarenblikje. Verder mijn Engelsche dictionaire, en nog enkele dingen. Morgenochtend maak ik de brief af. Je hebt toch niet vergeten ‘Voorkeur’ op de envelop te zetten? Dan krijg je hem weer terug! O ja, vraag ook even aan De Neve, of hij soms nog een vertaler gebruiken kan voor De Onsterfelijken, in de persoon van Ds. Henkels, die hier zit en van wiens vertaalcapaciteiten ik mij hier overtuigd heb. Wanneer hij er in principe voor voelt, zou H. er zelf verder over kunnen correspondeeren. Dus wat de brieven etc. voortaan betreft: Zaterdag en b.v. Dinsdag of Woensdag versturen; dit is de beste regeling. Het begint al aardig koud te worden; naar men zegt komt Donderdag de verwarming; d.w.z. hier in de buurt, van de kamer van G. en H., is hij allang aan.
Woensdagochtend. Nu, dan sluit ik de brief maar af. Volgende keer zal ik weer eens probeeren 4 kantjes te halen. Er is trouwens weinig nieuws te vermelden, behalve dat ik verkouden ben.
Houd jullie maar goed! Een hartelijke zoen voor jullie beiden, en knuffel de dieren!
Antwoord mij dan Zaterdag op deze brief. Simon
Brief no. 102, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 11 october 1942.
Ada en Otto Mesker zoeken een huis, schrijft zij; ze moeten denkelijk evacueren, evenals tante Jeanette. Voor het rooien van hun aardappelen heeft zij de tuinman f 2.50 betaald; volgend jaar niet meer, vindt zij, dat wordt veel te duur. Een zoon verliest en wint (Vestdijks vertaling van Sankt Blehk door Ludwig Tügel - MN) is aangekomen.
Brief. no. 103, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 14 october 1942.
Zij feliciteert hem met zijn verjaardag (17 oktober werd Vestdijk 44 jaar - MN) en wenst hem volgend jaar weer thuis ‘met een lekker glaasje oude Bols en een lekkere moorkop erbij, met veel slagroom en chocola’. Stuurt hem een taart van aardappelen en meel, wat biscuit, snoep, een potje jam, wat gemalen koffie met een tube opkloproom, wat suiker, een doosje zoetjes, sigaren en boterbonnen die zij gekregen heeft. Vriendinnen en vrienden sturen allen een pakje met lekkers. Van Uitgeverij Meulenhoff sluit zij een briefje in of hij genegen is een gedicht te maken op Thorbeckeplein Oudezijdskolk, Amsterdam. Twee pagina's à f 4.
Brief no. 104, Simon Vestdijk aan Ans Koster
ongedateerd
Doorgeven aan Ans, s.v.p. en hartelijke dank voor al het goede der aarde op mijn verjaardag!
Lieve Ans,
Uit de brieven, die je teruggekregen hebt, zul je wel gemerkt hebben, dat er gedonder is. Ik mag drie weken geen brieven of pakjes ontvangen of verzenden. De oorzaak daarvan is die bepaalde zinsnede in je brief; maar jij kunt er niets aan doen, want je was natuurlijk te goeder trouw. Denk er echter om, dat je na 7 November geen brieven meer in pakjes doet (pakjes zijn wel vrij wat versturen betreft, maar niet om brieven in te sluiten!); alleen maar 1 brief per week in envelop met ‘Voorkeur’ erop. Schrijf me dan op 7 Nov. Mijn brief krijg je dan nóg later, daar er tegenwoordig een week vertraging is, doordat alle uitgaande brieven eerst naar Den Haag gaan! Denk er vooral ook om, dat je op deze brief absoluut niet zinspeelt in je brieven; enfin, dat begrijp je wel! Ik hoop je in die 3 weken nog wel eens te schrijven; maar als je soms niets hoort, denk je maar, dat alles goed is. Pakjes naar mij met het hoognoodige (vooral sigaren! ondergoed is niet noodig, dat zing ik wel uit) kun je gewoon adresseeren aan Ds. F.R.A.
Henkels, Blok 1, kamer 33, (dus vooral niet mijn naam) Civ. Geïnt. St. Michiels Gestel. Sich.Polizei, Den Bosch). Verder niets; veiliger is geen afzender. En natuurlijk geen brief erin!! Verder kun je het belangrijkste nieuws melden aan Mevrouw Julia Henkels-Klooster, Heerenwal 162, Heerenveen, met het verzoek dit op bedekte wijze en eventueel met het gebruik van voornamen (b.v. Henk, Pom, etc) aan haar man te schrijven, met dien verstande, dat alles wat mij betreft tusschen streepjes staat; dan weet H. wat in zijn brieven voor mij bestemd is. Dus eerst een streepje, dan de meededeling, dan weer een streepje; dat leg je haar van te voren duidelijk uit. Dan hebben we in elk geval contact met elkaar.
Met dat al zijn mijn verjaardagscadeaux eenigszins op de achtergrond geraakt. Gelukkig heb ik alles nog gekregen, zonder de brieven. Hartelijk dank voor alles! Vooral de boter en de andere heerlijkheden waren zeer welkom, en de cake zullen we morgen soldaat maken. En het portret is alleraardigst! Ik kreeg nog veel meer, zoodat het hoofd mij omloopt, maar je weet nu in elk geval, dat je pak in mijn bezit is en me ontzaglijk veel plezier deed. Wanneer ik iets ervan tot mij neem, zal ik aan je denken, en aan vader, en aan de honden, die al met jou boven mijn tafeltje hangen. Morgen eten we het vleesch; verder had ik nog erwtensoep en varkenscoteletten in blik; enfin, we zullen ons morgen wel amuseeren. Een zonderlinge verjaardag anders: eerst straf, dan pakjes, en dan het feest.
Overigens was de commandant, bij de schrobbeering die ik kreeg, omdat ik niet duidelijk genoeg aan jou geschreven had, dat er geen brieven in pakjes mogen, niet ongeschikt; ik was trouwens zoo diplomatiek mogelijk, vertelde dadelijk van mijn ‘Geburtstag’, deed nederig en zette een armezondaarsgezicht, en begon op het geschikte moment over mijn verzoek om ontslag. Dat had ik je n.l. nog niet geschreven, om geen valsche hoop bij je op te wekken: ongeveer een maand geleden, toen we allemaal verhoord werden, heb ik bij hem een verzoekschrift ingediend, op grond van mijn vertalingen in Duitschland, etc., etc. Verder heb ik hier niets over gehoord; maar vanmiddag vertelde hij mij dan toch, dat dit verzoek in Den Haag onderzocht wordt. Behalve dat ik daarover nu tenminste zekerheid heb, had het nog het voordeel, dat hij merkbaar gunstiger gestemd was ná mijn vraag! Hetgeen bleek uit de 3 weken Postsperre, die even goed 2 maanden hadden kunnen zijn, en dat ik de pakjes nog ontvangen mocht, ‘weil Sie Geburtstag haben’. Verder noemde hij mij bij het afscheid ‘Herr Von Vestdijk’!! Dus maar moed houden. Het is dan nog een geluk bij een ongeluk, dat ik hierover nu zekerheid heb en het je schrijven kan. Er is nu, ook in verband met Henk 's bemoeiingen en die
van de uitgever, toch een redelijke kans, zij 't ook allerminst zekerheid, dat ik hier uit kom, terwijl het vrij onwaarschijnlijk is, dat men, met deze gegevens in handen, mij als toekomstig ‘slachtoffer’ zal nemen. Houd je goed, hoor! Veel zoenen, ook aan Vader, van je Simon
P.S. Je denkt er dus wel om alle aanwijzingen in deze brief precies op te volgen, hè? Anders kan ik in zeer groote ongelegenheid komen, zooals je wel begrijpen zult. Na dit eerste geval mag er uiteraard niets meer gebeuren, anders ben ik opgelaten. Dus voor alle zekerheid nog even: nooit meer brieven in pakjes; in je eerste brief, en ook later, absoluut niet laten merken, dat je in deze 3 weken iets van mij gehoord hebt (dus je schrijft heelemaal op de toon van ‘wat hebben we een tijd niets van elkaar gehoord’; want alles wordt hier gelezen, en in mijn geval zeker met de noodige aandacht!) in deze 3 weken pakjes aan mij (niet te veel!) alleen aan Henkel's adresseeren, niet mijn naam erop, en geen brief of iets anders erin waaruit kan blijken, dat het voor mij is; geen afzender. En dan mevrouw H. schrijven met de noodige aanwijzingen; die is zelf voorzichtig genoeg. Deze brief gaat weg langs bijzondere kanalen; dus spreek hier ook maar met niemand over. Ik schrijf dit alles zoo uitvoerig, niet omdat ik niet weet dat je voorzichtig bent, maar omdat er zooveel op het spel staat. De commandant heeft duidelijk laten blijken, dat een herhaling van dit voorval mijn verzoek ongunstig beïnvloeden kan. Als je deze of gene schrijft - o.a. al op de bedankbriefkaarten - kun je wel langs je neus weg schrijven, dat brieven in pakjes verboden zijn; verder niets over deze aangelegenheid! Overigens was het heelemaal mijn eigen schuld, dus je hoeft je er niets van aan te trekken! Dag, hoor! Een hartelijke zoen vanje Simon
Bedank speciaal Zus voor alle heerlijkheden, en als er in jouw pak iets bij was van Vader, bedank dan ook hem! Laat Zus en Vader en Dick ook over deze brief zwijgen.
Bedank voor mij tante Jeannette, Jo en Pom, Hans, Paap en Zus. De andere pakken weet ik niet van wie ze zijn, maar dat kun je misschien uit de brieven opmaken.
Brief no. 105, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 17 october 1942
Lieve Ans en Vader,
Hoewel ik deze brief pas over 3 weken mag versturen, begin ik toch maar vast, dan weet ik tenminste zeker, dat ik mijn 4 zijdjes volkrijg. O ja, voor ik het vergeet: jij mag ook niet meer dan 4 zijdjes schrijven; maar meestal schreef je niet meer. Uit de brieven, die je teruggekregen hebt, zul je wel begrepen hebben, dat ik Postsperre heb, en de reden waarom. Denk er dus om nooit meer brieven in pakjes te doen, en schrijf ook aan deze en gene, dat het niet mag! Het is een vervelende geschiedenis; maar alles bij elkaar ben ik niet onschappelijk behandeld, te meer omdat ik mijn pakjes nog ontvangen mocht, zooals je misschien ook wel begrepen zult hebben. We hadden een gezellige dag. Hartelijk dank voor alles, hoor! De cake smaakt heerlijk! Uit de brieven, die je teruggestuurd zijn, heb je kunnen zien van wie ik pakjes gekregen heb; bedank die menschen, als je het nog niet deed, en bedank ook Ada, van wie ik (gisteren nog) een pakje kreeg met eigen gebakken koekjes. Ik hoop, dat je uit de mededeeling bij de teruggestuurde brieven (een stempel, geloof ik) begrepen zult hebben, dat je op 7 November weer schrijven mag; misschien krijg ik die brief dan nog vóor de Woensdag, die daarop volgt. Dan verstuur ik mijn brief, en die krijg jij dan een week later, zoodat het eigenlijk een Postsperre van 4½ week wordt. Maar Maandag 9 Nov. mag ik mijn eerste pak weer versturen, dus dat krijg je veel eerder. Ik sluit mijn gedichten bij in; tik die in duplo over, en stuur mij 1 ex., zonder de copy. Verdere aanwijzingen, over pagineering en zoo, vind je aangegeven; trouwens, dat wijst zich vanzelf: ieder gedicht op nieuwe pag. beginnen, en bij iedere reeks beginnen met pag. 1, net als in de copy zelf. Ik heb geïnformeerd, of ik deze copy versturen mag, en het schijnt te mogen, als ik even duidelijk laat zien wat het is. O ja, bedank ook Loes; van haar was er ook een pakje bij; daar ik niet weet of er nu een brief bij was (die jou dan teruggestuurd is), schrijf ik je er maar even over. De kaas van Wim, waar je indertijd over schreef, heb ik niet ontvangen. Denk je nog om de maandelijksche inkoopen? Ik geef alles nog maar even op: dik cahier, blocnote (als er is), doorslagpapier, carbonpapier; sigarettenpapier; veters; gilettemesjes; boorzalf, kininepillen, zuiveringszout; vitaminepoeders bij apotheek. Stuur mij nog wat kininepillen erbij, wil je?
Schrijf ook een briefkaart aan Meulenhoff, Rokin 44, Amsterdam, dat het in orde is. Dit in verband met het verzoek, dat jij indertijd overbracht.
Woensdag 21-10. Weinig nieuws. De verwarming is aan, zoodat iedereen met het zachte weer over de warmte klaagt; nu, dat zal nog wel eens anders worden, denk ik. Als je niets van Godthelp gehoord hebt, - waarover je me dan wel in je brief geschreven hebt, - is het misschien niet ondienstig als je nog eens naar Den Haag gaat. Je schrijft me ook wel hoe Johan en Pom erover denken, hè? Dat lange wachten valt niet mee. Ik ben nu met dichten opgehouden en heb mijn roman van deze zomer nog eens ter hand genomen.
Dinsdag 3-11. Om te beginnen wil ik Vader even van harte gelukwenschen met zijn verjaardag. Ik vrees n.l., dat mijn volgende brief jullie niet meer vóor de 24e bereikt! Het zijn wel eenigszins vervelende omstandigheden, waaronder deze verjaardag gevierd wordt, maar we zullen allemaal maar moed houden en ons niet ter neer laten slaan. Nog vele jaren, hoor, en in de allerbeste gezondheid! In mijn pak heb ik een blikje gedaan; als jij er nu een pakje tabak bijdoet, Ans, heeft Vader nog de illusie dat ik aanwezig ben en mijn kleine geschenk bijdraag! Ik hoop, dat jullie een gezellige dag hebben! - O ja, Ans, mijn geld is op! Stuur me in je eerstvolgende brief dus f 20 aangeteekend. Brieven kun je voortaan het best op Zaterdag versturen, dan heb ik ze vóor Woensdag. Voor het wekelijksche pakje kunje ook het best een vaste dag nemen, b.v. Woensdag, dan kijk ik Donderdag of Vrijdag er naar uit. Stuur me behalve de kininepillen ook nog wat lucifers! En cascara graag!
Een dezer dagen verhuis ik naar Blok III, kamer 19; dit wordt dus mijn nieuwe adres, denk daarom. Het blok is vrijgekomen, doordat de Buchenwalder groep vertrokken is naar een ander gebouw, en ik krijg het hokje van prof. Geyl: een hokje alleen, dus niet meer 2 bedden boven elkaar. Er is een algemeene verhuiswoede, en verandering van omgeving is wel eens aardig. Je moet me eens precies schrijven wat Johan ermee bedoelde, (dit hoeft dus niet meer)Ga naar voetnoot25. dat ik niet langer wachten moest, etc. Je kunt dit gewoon schrijven zooals het is, daar onze brieven tegenwoordig niet meer door onze eigen menschen gecensureerd worden, maar alleen door de Duitsche instanties. Als je niet naar Godthelp toegaat, schrijf hem dan,
en vraag hem of hij mijn zakenbrief gekregen heeft van een maand geleden, de brief waarin ik hem de drie mogelijkheden uiteenzette, dan weet hij wel wat ik bedoel. Het wordt nu toch wel tijd, dat hij er wat spoed achter zet; en hier op aandringen kan nooit kwaad. De laatste week heb ik weer veel poëzie geschreven; de roman gaat niet erg, die laat ik voorloopig rusten. Maandag krijg je alle gedichten, en ook de gedichten van Dolf van Heusden. Tik nu een beetje vlug over, wil je, b.v. in 14 dagen, en stuur me dan dadelijk éen tikexemplaar terug, zonder de copy. Ik laat de rest van dit papier nog open om je eerste brief te beantwoorden, die Maandag of Dinsdag hier kan zijn.
Zondag. (8 nov. 1942) Je brief reeds gearriveerd. Ik zal hem nu in het kort beantwoorden. Denk erom, dat je met JuliaGa naar voetnoot26. niet over de K.K. spreekt! Je kunt wél zeggen, dat Henk probeert op grond van mijn vertaalde boeken moeite voor mij te doen. Het zou werkelijk niet slecht zijn, als je eens naar hem toeging en bijzonderheden vraagt: dus wat er precies gezegd is, in hoeverre men de eisch van toetreding naar voren heeft gebracht. Als je nu dit dan duidelijk schrijft, weet ik beter waar ik aan toe ben met mijn eigen bemoeiingen, want ik ben natuurlijk niet van plan stil te zitten. Er worden trouwens nog steeds menschen vrijgelaten, om de meest uiteenloopende redenen. Woensdag ben ik verhuisd, en Vrijdag is een gedeelte van de Harenaars gekomen, zoodat het gebouw nu weer vol is. Vanmiddag was er al een voetbalwedstrijd, in de regen, tusschen een Gestelsch en een Harensch elftal: 3-1 voor ‘ons’. Over de nieuwe cabine schrijf ik je dan later wel wat. Dik overhemd kan je nog wel even mee wachten. Henderson is wrs. een Harenaar, ik ken hem niet. Over Wim weet ik al, dat hoef je dus niet meer te vragen. Neen, corrigeer 't andere tiksel niet; dat kun je beter doen, als ik alles hier heb gehad! Maar wacht nog even met sturen, want ik ben druk aan 't dichten en heb geen tijd. Schaken doe ik ook niet meer. Gelukkig van de huur! Appelen krijgen we hier nog steeds veel, dus wacht daar ook nog even mee. De meeste behoefte blijf ik aan boter, kaas en jam houden. Henk zelf blijft toch in Den Haag, hè? Voor m'n St. Nicolaas weet ik niets anders dan eetwaren. Lezen doe ik hier tóch niet, dus met boeken kunnen we beter wachten. Vader wel bedankt voor zijn regels; dat moet je altijd maar zoo doen. Van m'n maag weinig last, misschien ook omdat ik de laatste tijd weinig gerookt heb, wat overigens een heele toer was en tot groote slaperigheid aanleiding gaf.
Wat je over Annie Paap en Pom schrijft is niet duidelijk. Was Annie P. het met je eens, of Pom zelf? O ja, voortaan stuur ik je iedere week een pak (behalve als ik niets heb); dat heeft 't voordeel dat ik niet zulke groote doozen en papieren hoef te gebruiken. Oud brood krijg je dus ook iedere week. Gerolde sigaretten zitten in het doosje. De ‘generaal’ heeft 4 dagen verlof, zoodat H. en ik alleen zitten en niets uitvoeren, geen kopjes wasschen, en niets! Eten doen we in de eetzaal; vandaag was er trouwens heel lekkere erwtensoep, waar ik flink van genomen heb. De mededeeling vanje nicht is ook nogal hoopgevend; niet dat ik er ‘echt’ in geloof; maar in deze omstandigheden klamp je je al aan een stroohalm vast. Je moet me toch eens schrijven of alles wat zij ziet altijd uitgekomen is, ik bedoel uitsluitend dingen die op de toekomst betrekking hebben, en niet zoo maar in het vage, maar werkelijk contrôleerbaar tot in bijzonderheden.
Nu, houd jullie goed! Honderd zoenen, ook voor Vader, en voor de dieren, vanje Simon
Brief no. 107, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 26 october 1942Ga naar voetnoot*
Hierbij voor het laatst in deze periode nog eens een brief, vooral om je precies te vertellen wat je in je eerste brief (van 7 Nov. dus) schrijven moet. Je krijgt dan pas antwoord tien dagen later, dus schrijf dan de 14e weér! En denk om ‘Voorkeur’ op de envelop; en denk er ook om, dat je niet meer dan 4 kantjes schrijft; maar dat deed je meestal al niet. Het pak voor Henkels ontvangen! Stuur nu voorloopig geen sigaren meer; ik ben wat minder aan het rooken en heb nu genoeg; en wil ook nog wel wat
overhouden voor later. Je moet je brief zoo beginnen: ‘L.S. Eindelijk mag ik je dan weer schrijven, na die drie weken dat we niets van elkaar gehoord hebben. Het was een vervelende geschiedenis. Ik herinner mij nu wel, dat je me vroeger schreef, dat er geen brieven in pakjes mogen; maar ik had er niet meer aan gedacht. In elk geval zal het niet meer gebeuren, en ik zal ook verschillende menschen schrijven, dat het niet mag. De brieven van je verjaardag kreeg ik hier, en ik heb alle gevers bedankt. Daar de pakjes zelf niet teruggestuurd waren, zal je die wel hebben mogen houden, en ik hoop, dat je een prettige verjaardag zult hebben gehad.’ Verder niets over mijn verjaardag, deze brieven, de pakjes, of iets van dien aard! Dat begrijp je wel, hè? Hier gaat alles goed. Ik hoop gauw wat van je te hooren - hetzij via Heerenveen, hetzij in je eerste brief- of je al wat weet van Henk, en van Johan en Pom over die aangelegenheid! Ik ben al aan mijn brief begonnen, waar verschillende dingen in staan, o.a. wie je nog bedanken moet (Ada, Loes, Mevrouw Burgers, haar adres heb je nog wel; ik kreeg o.a. boter van haar!) De kaas van Wim heb ik niet gekregen. Als je me volgende week of zoo nog weer een pakje stuurt, of liever: aan Henkels, doe er dan nog eens een rol closetpapier bij.
En Maandag ga ik verhuizen! De Harenaars gaan n.l. naar een gesticht hier in de buurt, zoodat er 2 blokken leegkomen. Ik ga nu in het hokje van Geyl, voor 1 persoon, dus wat dat betreft een groote verbetering. Zijn lamp en nog enkele dingen laat hij achter. Stuur echter je eerste brief, van 7 Nov. dus, nog op naar blok 4! Je kunt dan n.l. nog niet weten, dat ik al verhuisd ben!! De 10e of 11e krijg je mijn pak, met de afzender erop; dus dan kun je 't wél weten, en richt dan je brief van 14 Nov. aan het nieuwe adres: blok III, kamer 19. Het is op zolder, de vroegere Indische afdeeling, waar ik je wel eens over geschreven heb. Gaat alles goed, ook met Vader, en de honden? Doe iedereen de hartelijke groeten, ook Zus en Dick! Ik huis nog steeds het grootste gedeelte van de dag bij Gort en Henkels, waar ik goed te eten krijg, maar waar ik ook danig meehelp in 't huishouden: afwasschen, aardappelen schillen, worteltjes krabben, etc. Henkels is een erge lijntrekker, en moet voortdurend door de ‘generaal’ achter de broek gezeten worden; en ik doe natuurlijk ook liever niet meer dan strikt noodig is. De ‘generaal’ kookt, en voortreffelijk. Nu, ik scheid maar eens uit, anders houd ik niets te schrijven over. Over mijn nieuwe verblijf hoor je dus over 3 weken. Het is een lange wacht; maar dit soort brieven stuur ik liefst zoo weinig mogelijk, dat voel je wel. Houd je goed, hoor! Hart. gr. en een dikke zoen, ook voor Vader, van je Simon
P.S. De appelen, waarvoor hartelijk bedankt, heb ik voor de algemeene ménage afgestaan, daar ik nogal wat vruchten had. Als je nog eens wat kaas hebt, houd ik me aanbevolen; kost het wat meer, dan zet je 't maar op mijn rekening, zoo ook over een paar weken nog eens wat boter. Maar niet jezelf bekrimpen, hoor! Er is misschien wel op een andere manier aan te komen, voor goed geld. Jam heb ik voorloopig genoeg, ook kunsthonig en dgl. O ja, voor Vader's verjaardag zal ik een blikje sturen. Ik feliciteer hem dan maar in mijn volgende brief, anders wordt 't te laat! En geef hem een pakje tabak erbij!
P.S. Schrijf even aan Meulenhoff, Rokin 44, Amsterdam, dat het in orde is, wat het gedicht betreft. (Dit staat ook nog eens in de brief, die je over 3 weken krijgt, maar daar trek je je maar niets van aan!)
Brief no. 108, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 3 november 1942.
Eindelijk mag ik je dan weer schrijven, aldus begint zij volgens de tekst die haar in brief 107 is opgegeven. Zij meldt eveneens dat Rumeiland door de dochter van Van Schendel in het Italiaans wordt vertaald. Dat heeft zij gehoord van Nike van Rantwijk. Johan en Frans hebben weer een nacht bij haar gelogeerd. Johan is het roerend met hem eens (dat slaat op zijn voorgenomen aanmelding bij de Kultuurkamer - MN). De brief bevat ook enkele door haar overgeschreven regels van zijn vader; zij weet niet of een apart briefje is toegestaan. Van Nike heeft zij ook gehoord dat de Greshoffs niet meer in Afrika zitten, maar in Amerika.
Brief no. 109, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 7 november 1942.
Van mevrouw Henkels heeft zij een brief ontvangen dat de ‘generaal’ vier dagen met verlof gaat. Mevrouw Henkels gaat naar hem toe en komt daarna twee dagen naar Doorn. De ‘generaal’ zal deze brief naar St. Michielsgestel voor hem meenemen. Ook Johan doet het mogelijke voor zijn vrijlating. Pyke Koch heeft een potje jam voor hem gestuurd. Zij heeft een mud tarwe gekocht voor f 125, een koopje. Dat is nu f 250. Hij
moet telefoneren of een telegram sturen als hij thuiskomt, voor het geval zij er niet zou zijn. Zij wenst hem een gelukkige thuiskomst.
Brief no. 110, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 12 november 1942
Lieve Ans en Vader,
Ik begin maar vast weer te schrijven. Wel bedankt voor het pak, dat ik Maandag ontving. Alles was weer zeer welkom, vooral de boter! De snoeperij is al op, dat kun je je wel voorstellen! A.s. Maandag stuur ik weer een pak met goed en rommel; helaas geen brood, daar dit niet meer mag. Van Van Geel kreeg ik sigaren; bedank hem nog eens en schrijf hem van de Postsperre, en dat het mogelijk is, dat er in die 3 weken een pakje naar hem teruggestuurd is. En ook over 't verbod van brieven in pakjes, - als je dit al niet deed. Mijn nieuwe omgeving bevalt mij goed, al is het er minder rustig dan ik gehoopt had. Maar een hokje alleen is toch wel veel waard. Het is vrij gezellig ingericht, met een kast, een klein opklaptafeltje, nog van Geyl afkomstig, en een lamp die ik afschermen kan en op verschillende plaatsen kan ophangen. Van boven heb ik het afgeschermd met verduisteringspapier, en aan de muur hangen jouw portretten en wat platen. Van tocht is er geen sprake, ook dit is een heele verbetering. De corvée op blok III is ook veel makkelijker. Het is een enorme lange zolder, met hutten aan weerskanten, niet twée gangen, zooals op blok IV, dus ook daardoor wat rustiger, daar de menschen meer verspreid wonen. In de eetzaal zit ik nu ook op een andere plaats. d.w.z. àls ik er zit, n.l. bij het ontbijt en meestal 's avonds.
Dat Johan moeite voor mij doet, juich ik natuurlijk zeer toe; het is alleen jammer, dat ik hem niet volledig heb kunnen inlichten, zooals ik Henk heb gedaan. Doe jij dit dus nog zoo vlug mogelijk. Dus in de eerste plaats over het verzoekschrift om vrijlating, dat ik indertijd heb ingediend, en waarin ik op mijn twee in Duitschland vertaalde boeken wijs, en op Iersche Nachten, dat een nogal critische instelling tegenover Engeland verraadt, en over mijn plannen om een roman over de 30-jarige oorlog te schrijven, die voor de Duitsche cultuur van veel belang zal kunnen zijn. En in de tweede plaats het punt, dat ik indertijd ook aan Rohrer heb ge-
schreven, n.l. dat ik er geen bezwaar tegen heb tot de K.K. toe te treden, maar dat ik graag mijn aanvrage indien eenige tijd (desnoods maar een week) ná mijn vrijlating, opdat men er hier in het kamp zoo weinig mogelijk over kletst. Daar dit allemaal dingen zijn die jij ook al wist, is Johan misschien al volledig op de hoogte. Zoo niet, dan licht je hem nog maar eens in. Ik wil wel op eerewoord verklaren te zullen teekenen; ik wil óok wel teekenen, wanneer het geheim gehouden wordt tot een week - of alleen maar een dag - na mijn vrijlating. Dus laat Johan zijn best doen, en bedank hem bij voorbaat van harte! Steeds maar op hetzelfde hameren, dan helpt het tenslotte misschien wel... In geen geval wil ik teekenen zoolang ik hier ben, terwijl er dan misschien nog weeken overheengaan voor het zoo ver is; want in die tijd kan het bekend worden, en dan heb ik hier geen leven! Dit is toch wel duidelijk, hè? Laat dit eventueel aan Johan lezen, opdat hij van de situatie geheel op de hoogte is. Voortaan gaan onze brieven niet meer over Den Haag, zoodat je deze veel eerder zult krijgen. Ik ben nog steeds druk aan het dichten: een cyclus van 100 sonnetten, genaamd De Troubadour; van de 40 die er al klaar zijn is Henkels zeer verrukt, en ik zelf ook wel een beetje. Wel grappig, hè, die aanhoudende dichtwoede onder deze omstandigheden? Voor proza zie ik niet de minste kans, en het trekt me ook heelemaal niet aan. Daarvoor zal ik weer in Doorn moeten zijn, en laten we maar hopen dat dit niet lang meer duurt. O ja, zeg aan Johan, dat ik hem een uitvoerig exposé kan doen toekomen van de verschillende punten, in deze brief genoemd, en waar hij dan gebruik van kan maken (zonder 't uit handen te geven). Wanneer hij dit wenschelijk acht, meld het me dan zoo gauw mogelijk.
Maandagochtend. Zaterdag kwamje pak met de diverse goede gaven, die zeer welkom waren. Wel bedankt, hoor! Het vleesch smaakte best bij de door de generaal bereide hutspot. Vandaag komt je brief waarschijnlijk, en Woensdag gaat deze brief weg, gelijk met het pak (onze verzenddag is voortaan op Woensdag, dat valt dus samen met mijn briefverzenddag). Ik zal nog even opsommen wat ik noodig heb: lucifers, kininepillen, nog eens een zakje zuiveringzout, cascara, en verder een paar boekjes sigarettenpapier. Ook hoop ik gauw weer het ‘lange’ Jaegerhemd te krijgen; maar dat zal eind deze week wel komen. Woensdag stuur ik wat vuil goed en veel leege trommeltjes en dgl., alsmede de Ballade van de 2 olmen, die in deze doos kan. Ik wacht nu op je brief met verder schrijven.
Zoo juist je brief met de f 20. Gelukkig dat alles goed gaat. Deze brief zal nog voor de 24e aankomen, dus hierbij mijn gelukwenschen nog eens
dunnetjes over! Wanneer men vrijgelaten wordt, is er meestal geen tijd en gelegenheid om nog op te bellen of te telegrafeeren. Trouwens, als je voor langere tijd afwezig zou zijn, helpt dat tóch niet. Dat komt allemaal wel vanzelf terecht, - als het zoo ver is, wat helaas nog niet het geval is. De ervaring leert echter, dat men er steeds achterheen moet zitten, dus zit niet stil, noch wat Johan noch wat Henk betreft. Met overtikken hoef je je niet zoo héel erg te haasten; voorloopig kan ik tóch niets van dien aard hier gebruiken. De essays hoef je (waarschijnlijk) heelemaal niet te sturen (zooals ik je al schreef), en met het sturen van de poëzie kunje wachten tot ik erom vraag, dus doe het maar op je gemak. Ja, Corpo kan ik nog wel eens gebruiken; dat is allang op. Ik zal het dan voor het huishouden bestemmen, want ik mag ook wel eens wat bijdragen. Aardappelen hebben we voorloopig nog genoeg. Het is me niet duidelijk wát Zr. de Boer moest laten afzagen, die overdekte glazen kamer, of haar borsten b.v. ‘Dat andere gedicht’, waarvoor ik op m'n broek moest hebben, is ook vrij duister; ik heb je alles gestuurd wat ik van Henkels in druk gekregen heb, behalve die Ballade. Die politieagent is heel gewoon; zooiets heeft iedereen al bij zich aan huis gehad, en het is geen goed en ook geen kwaad teeken.
Zondagmiddag hadden we het 2e concert van Willem Andriessen, met toelichting bij de muziek. Hij speelde de Sonate Pathétique en de Etudes Symphoniques van Schumann (die ik ook heb), maar het laatste veel beter dan het eerste. In elk geval is hij een heele aanwinst en hij schijnt met deze wekelijksche concerten door te zullen gaan. Gelegenheid voor 4-handig spelen is er niet veel meer; ik sprak er vanmiddag nog met Ds. Kelder over. De piano, die we nog zouden kunnen gebruiken is te slecht; de goede piano heeft baron Baud meegenomen, en de beide vleugels (waarvan er éen in de aula staat) zijn onbereikbaar voor gewone stervelingen. Over 2 weken moet ik weer een lezing houden; ik denk, dat ik maar een paar gedichten van Pom zal voorlezen, met inleiding; dat kost niet zooveel tijd aan voorbereiding. Ik schrijf nu 5 sonnetten gemiddeld per dag, en dat gaat voor. Morgen schrijf ik hier nog iets bij, dan heb je je vier kantjes weer heelemaal vol! (Henkels heeft me al ingelicht over de gedichten; Julia heeft jou ws. de ‘Ballade van de gevangen dichter’ gegeven, en dat ‘andere gedicht’ is de 2 olmen, die je nu krijgt!)
O ja, ik stuur ook een kapot paar schoenen. Laat dit maar maken, maar stuur 't voorloopig niet op, daar ik nog een pasgemaakt paar hier heb.
Dinsdag. Je moet ook nog weer aan Henk schrijven, dat ik teekenen wil een dag na 't ontslag, of zelfs op de dag zelf. Hem schreef ik n.l. indertijd:
éen of twee maanden, zooals ook aan de uitgever (zooals je weet). Ik ben benieuwd wat hij nu eigenlijk bereikt heeft, en wat het b.v. te beteekenen had wat je me indertijd schreef: ‘Maar je begrijpt wel wat ervoor gevraagd wordt’. Wie had dit gezegd? In elk geval kan nu toch aan deze eisch voldaan worden! Enfin, zie maar eens wat je uitspookt; maar nog eens: zit niet stil, en por H. en J. voortdurend aan. En vergeet niets van wat in deze brief staat (dit met 't oog op je door jezelf gesignaleerde vergeetachtigheid!).
Hart. gr. en veel zoenen voor jullie beiden, en voor de dieren, van je Simon
P.S. Ik kan nog wel eens wat appelen gebruiken.
Brief no. 111, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 12 november 1942.
Julia Henkels was bij haar, die kwam uit Amsterdam waar zij met Nijhoff, Engelman, Clara Eggink, Jeanne Diepenbrock en nog anderen op stap was geweest. Van Julia heeft zij een foto van August gekregen die haar aan hem doet denken, en de ballade (waarover Vestdijk het heeft in Brief 110 - MN). Ook vroeg Julia of zij het ‘andere gedicht’ niet had en zei dat hij even voor de broek moest hebben dat hij dit niet gestuurd had. Johan en Frans komen zaterdag weer, zij zal dan het bundeltje van Dolf van Heusden aan Johan geven. Gisteren is zij geschrokken omdat er politie voor de deur stond, die inlichtingen over hem vroeg. Dat was voor de Duitse weermacht. Ze waren ook bij Lou Bandy geweest. Nijhoff, bevestigt zij, heeft dezelfde gedachten als Johan en hij zelf (over aanmelding bij de Kultuurkamer - MN).
Brief no. 112, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 15 november 1942.
Johan heeft van Korteweg (redacteur van de NRC - MN) gehoord dat om literaire critieken te schrijven in dag-, week- en maandbladen er geen verplichting bestaat t.a.v. Kultuurkamer en Journalistenkring. Als hij critisch over proza en poëzie in Groot Nederland wil schrijven, dan kan hij de copij naar Johan sturen. Uitgeverij Veen is van plan een literatuurge-
schiedenis in 2 delen te laten verschijnen, 1880-1940. Johan zou het proza willen doen, of hij voor de poëzie voelt. Omvang ± 400 pagina's, inclusief register. En of hij ervoor zou voelen zijn essays of gedichten uit St. Michielsgestel aan de Prominentenreeks af te staan (door Van der Woude geredigeerde reeks bij Veen). Overbuurman in Doorn Van den Abeele is overleden.Ga naar voetnoot27.
Brief no. 113, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 22 november 1942.
Nijhoff en zijn vrouw zijn bij haar geweest. Als Pom in Vestdijks plaats was, zou hij er geen minuut lang over denken, had hij gezegd (de aanmelding bij de Kultuurkamer - MN). Johan vraagt om een exposé van de punten uit Simons verzoekschrift, en aan welke instantie die is toegezonden. Literaire kritieken moet hij toch maar niet schrijven, de gevolgen ervan zijn nog onzeker. Henk Godthelp heeft zich met Simons request in verbinding gesteld met dr Goedewaagen, de secretaris-generaal van het departement van Volksvoorlichting. Er is een door Rohrer opgezonden brief van een duitse bewonderaar van Vestdijk. Opnieuw bevat deze brief een paar door Ans Koster overgeschreven regels van Vestdijks vader om hem te danken voor de goede wensen en het cadeau bij zijn verjaardag. Zij krijgt de brief terug omdat zij vergeten had er het verplichte ‘Voorkeur’ op te zetten.
worden! Zaterdag kwam je brief en gisteren je pak. Wel bedankt voor alles! Het vleesch zullen we vandaag soldaat maken; de Corpo houd ik maar zelf; daar kan ik meteen die zoetstof goed bij gebruiken. Verder had je voor alles uitstekend gezorgd, en de appelen zijn heerlijk! Morgen verstuur ik een pakje met goed, en ook wat kaaskorsten voor de dieren, in een sigarenblikje. Ik zal nu je brief in volgorde beantwoorden. De volgende week schrijf ik dan wat uitvoeriger over mijn dagindeeling. Doordat gisteren pas mijn sonnettenreeks is klaargekomen, wordt de brief wat korter. Ik ga alles overschrijven, en ben er zeer tevreden over. De titel is (gewijzigd): Madonna met de Valken, Een lyrisch verhaal in honderd sonnetten; het is een middeleeuwsche geschiedenis.
O ja, voor ik het vergeet: er blijkt plotseling een groot gat, + een kleiner, in het kruis van mijn broek te zitten. Stuur dus zoo spoedig mogelijk de broek (alleen de broek) van mijn donkere costuum, dan stuur ik jou volgende week deze; in de hoop dat je hem vlug zult kunnen maken. Er moet een stuk in; misschien kunje nog stof vinden; anders maar andere stof, die niet zooveel in kleur verschilt (ook zijn de manchetten van onderen wat gerafeld).
Ook had ik graag mijn reserveoordopje. Dit ligt in mijn rechter schrijftafella, in een blikken doosje, bij allerlei andere rommel; je weet wel, dat nieuwe, dat ik na de oorlog nog gekocht heb. Pak het goed in!
1e Critieken schrijf ik maar liever niet, voorloopig. Als ik geen andere dingen schrijven kan, dan dit ook niet.
2e Voor de Prominentenserie wil ik graag mijn poëzie afstaan, in haar geheel, dus (voorloopig) 250 pag. Ik wil echter het recht houden tot herdruk bij Nijgh in het kader van verzamelde gedichten, na een zeker aantal jaren. Ook moet ik, wanneer de bundel (of bundels) dadelijk verschijnen, zoodat er geen gelegenheid is voor volledige tijdschriftpublicatie, een flink honorarium hebben, zoodat ik geen schade lijd. De essays heb ik aan Van Tricht beloofd.
3e Voor de literatuurgeschiedenis moet ik bedanken. Door mijn afspraken met Meyer en Contact heb ik er absoluut geen tijd voor, en ik wil het wat kalmer aandoen als ik weer thuis ben en mij in hoofdzaak op mijn eigen werk concentreeren. Ik ben zelfs van plan om de vertalingen aan anderen over te dragen, behalve de zeebloemlezing, die voor de helft klaar is. Geld heb ik nu genoeg, en na de oorlog zal ik genoeg met mijn romans kunnen verdienen. Ik denk wel, dat je 't daar heelemaal mee eens bent.
4e Papier heb ik voorloopig genoeg. Maar zie nog zooveel mogelijk in te slaan, ook buiten de maandelijksche inkoopen om! Ook dat kladpapier is heel geschikt. Ik schrijf daar nu mijn eigen gedichten op over.
5e De cascara was inderdaad weer in gebruik genomen, sinds ik 's morgens niet meer in de aula zit, maar bij G. en H. Merkwaardig, hè? Ik schijn voor deze lichamelijke functie in een omgeving te moeten zijn, waar ik eenzaam ben en tevens vreemde menschen om mij heen heb. Een goed recept voor obstipatie! Ik vind er nu dit op, dat ik om half elf nog een uurtje in mijn cabine ga zitten, met het geraas van blok III om mij heen. En waarachtig het schijnt te helpen! Psychologisch is dit alles zeer interessant.
6e Lakens en sloopen krijgen we van hier.
7e Tenslotte over mijn ondergoed. Het hemd, dat je nu krijgt, moet je maar niet meer terugsturen; alleen ‘lange’. Hier heb ik nog een broek; dus de volgende keer kun je volstaan met een hemd zonder broek; verder natuurlijk wat ik aan heb; en 6 paar wollen sokken en kousen. De 2 paar (schoone) katoenen sokken stuur ik morgen mee. Zakdoeken heb ik niet al te veel, 2 à 3. Badhanddoeken 3, dus die heb ik voorloopig óok niet noodig. In het algemeen kom ik altijd prachtig uit, als je me terugstuurt wat ik jou stuurde. Overhemden 2 + wat ik aan heb.
Nu, volgende week dus wat meer. Het is prachtig helder weer vandaag. De vijver lag vanmorgen dicht. Een wandeling door het Kaapsche bosch met een van de honden (of met jou!) zou me wel aanlokken! Als je wat van J. of H. hoort, schrijf je 't wel. En zit ze achter hun vodden! Moest Johan dat exposé niet hebben, waar ik over schreef?
Hrt. gr. en veel zoenen voor jullie beiden, en knuffel de dieren! Simon
P.S. Zoo juist arriveert een groote gemberkoek van Van Geel.
Brief no. 115, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 28 november 1942.
Zij heeft weer van hem gedroomd: zij moest een groot werk van hem corrigeren met één regel die een bladzij besloeg, zonder interpunctie, en hij was erg nijdig dat zij het niet voor elkaar kon brengen. Zij was wanhopig, zag alleen zijn kwaad gezicht en toen August (Henkels) met een boord dat helemaal scheef zat. Het was precies een kapelaansboord, maar
deze stond open en was aan de ruwe kant. Ik hoor hem nog zeggen, schrijft zij: ben jij bedonderd. Zij droomt heel vaak van Simon, voegt ze eraan toe. Haar stem begeeft het telkens weer, ze mag niet meer zingen.
De volgende avond doet zij verslag van een bezoek aan Den Haag. Haar huis (Cyclaamstraat 12) staat er nog, Simons huis aan de Ericalaan is zo goed als weg en de Sijzenlaan moet 20 januari weg. Trams rijden er bijna niet meer. Ze was net thuis toen haar broer kwam, die een tong en vlees meebracht. Een brief van Johan, hij verwacht dat de scheiding half december wordt uitgesproken en gaat dan snel opnieuw trouwen. Ook een brief van Van Schendels dochter Kenny dat zij naar Italië gaat omdat haar moeder ziek is (Arthur van Schendel woonde met zijn vrouw voor en gedurende de oorlog in Sestri Levante, een vissersdorpje aan de noorditaliaanse kust. Het laatste oorlogsjaar werd Sestri geëvacueerd en moesten de Van Schendels de bergen in - MN). De uitgever Mondadori wil een vertaling van Rumeiland uitbrengen en wacht op toestemming van het ministerie Della Cultura Populare en Kenny is verzocht vast een optie op het boek te nemen. Zij zou de vertaling maken en vraagt om spoedig antwoord.
Brief no. 116, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 29 november 1942
Lieve Ans en Vader,
Dank voor je brief, die vanochtend, en je pakje, dat Vrijdag al arriveerde. Je schrijft niets over mijn pak, met het ondergoed en de kaaskorstjes voor de dieren? Dat heb je toch wel gekregen? Schrijf me dit even! Ik stuur Woensdag mijn broek, met wat ondergoed, en twee blikjes voor jullie Sint; verdeel ze maar onder elkaar en denk de versjes erbij; die komen het volgend jaar wel, bij leven en welzijn. Wat je over eenjasje schrijft begrijp ik niet; mijnjas is heel goed, althans niet stuk. Ik doe ook wat knoopen in het pakje. Zet alle knoopen aan mijn broek die ontbreken; en maak vooral de manchet van onderen vast. Aan de pyama, die ik nu aan heb, ontbreekt ook een knoop; verder was het band ‘opgekropen’, en door H. met veel moeite eruit gepeuterd; doordat hij er een paar knoopen in gelegd heeft, is het erg kort geworden; kijk dit dus even na, als ik die pyama stuur. O ja,
het vleesch was zuur! De generaal zegt, dat je dit soort vleesch niet meer sturen moet, maar alleen ander, dat heelemaal gaar is. Jammer, hè? De appelen zijn heerlijk; ik kan er nog best wat gebruiken. Henderson is iemand uit Haaren, een voetballer; verder ken ik hem niet. Hemden met lange mouwen heb ik liever niet. De brief van Koch heb ik ontvangen; daar dit juist in het begin van de beperking viel, heb ik hem niet meer kunnen antwoorden helaas. Verder gaat hier alles zijn gang; vanmiddag een mooi concert van Andriessen (o.a. La Cathédrale engloutie en L'Isle joyeuse van Debussy, die ik ook speel), en Woensdag hadden we weer eens een film. De groote zwart-witte kater heeft een heele avond languit op m'n bed gelegen en stoorde om half 12 het heele blok doordat hij naar beneden wou. Hij is nog maar een half jaar, maar grooter dan Piet! En de generaal en H. hebben ruzie en spreken niet tegen elkaar. Ook leuk! Ik zal maar als vredestichter optreden, maar dat is niet zoo makkelijk. Schrijf er maar niets over aan Julia.
Hierbij het document. Tik het netjes en nauwkeurig over en stuur het aan Johan, met de boodschap erbij, dat het eerste gedeelte, dus tot aan de laatste passage over de K.K., indertijd door mij aan de commandant is ter hand gesteld, die het naar Den Haag zou opsturen; waar het terechtgekomen is weet ik natuurlijk niet. Ik kan het Johan uiteraard niet zelf opsturen, daar ik maar éen brief per week mag verzenden, zooals je weet; tenzij dan als zakenbrief, maar dan wordt hij door onze eigen leiding gelezen, en dat is in dit geval niet zoo geschikt. Druk J. en ook H. als je hem soms schrijft, nog eens de grootst mogelijke discretie op het hart. Ze mogen hierover met niemand spreken. De situatie is moeilijk; maar we vinden hier later wel wat op; en ik heb nu in elk geval alles gedaan wat in mijn vermogen lag; dus verder maar afwachten. Mijn bezoek aan de commandant, dat ik mij voorgenomen had, stel ik dan nog maar even uit tot J. en H. wat meer weten. Morgen of Dinsdag schrijf ik hier wat bij. Over mijn dagindeeling schrijf ik je volgende week dan wel; daar is niet genoeg ruimte meer voor over. De verzen zijn overgeschreven; ik wou ze nog aan Van Duinkerken laten lezen; dan stuur ik ze Woensdag over een week. Tik ze dan maar op je gemak over; haast is er niet bij. Morgen ga ik mijn lezing voorbereiden, voor over een week (over Nijhoff) of misschien over poëzie in het algemeen, want voor verzen opzeggen in het publiek voel ik niet zooveel.
Maandagmiddag. Ik kreeg een pakje van Zwaardemaker, - met vele anderen trouwens, - waarin een potje jam en een fleschje zwarte bessensap. Dit laatste zal ik maar voor jou bewaren, daar ik er hier weinig aan heb.
Toch zie ik er tegen op het in een pak in te sluiten, want stel je voor dat het breekt... Denk je ook nog om de maandelijksche inkoopen? Het gewone lijstje maar. Stuur mij de volgende keer ook twee dikke cahiers. Ik wil n.l. een serie lezingen over poëzie houden, dan heb ik meteen een boek. De ruzie is nog niet bijgelegd; ze spreken alleen maar het hoognoodige tegen elkaar, en de generaal kookt niet meer voor ons! Met mij is hij overigens heel goed, en ik zit er nog gewoon te werken. Een lollige boel, hè? Geen van beiden wil toegeven; de aanleiding kan ik niet zoo goed per brief behandelen.
Dinsdag. Ik sluit nu deze brief af en post hem, dan heb je hem Donderdag weer. Nieuws is er verder niet te melden, behalve dat ik gisteren corvée had en vandaag mijn haar laat knippen. Doe de hartelijke groeten aan iedereen en ontvang beiden heel veel zoenen, met knuffeltjes voor de dieren, van Simon
S. Vestdijk, Schriftsteller, macht darauf aufmerksam, dass in den letzten Jahren mehrere seiner Bücher ins deutsche übersetzt und in Deutschland (Rudolf Rohrer, Brünn) veröffentlicht worden sind, beziehungsweise noch veröffentlicht werden sollen. Die schon veröffentlichten Romane, Das fünfte Siegel und Die Fahrt nach Jamaica, sind von der deutschen Presse einstimmig gelobt worden und in mehreren Zehntausenden Exemplaren von deutschen Lesern und ohne Zweifel auch von deutschen Soldaten gekauft worden. Ein dritter Roman, Aktaion unter den Sternen is abgedruckt; ein vierter, Irische Nächte, erwartet die behördliche Genehmigung.
Er stellt also fest, dass seine Arbeit von zahlreichen Deutschen in diesen letzten Kriegsjahren gelesen und von der deutschen Zensur zugelassen ist, - eine Tatsache, die den deutschen Behörden in Holland vielleicht unbekannt war, als er in Mai 1942 als Geisler festgenommen wurde. Aus dieser Tatsache geht deutlichst hervor, dass er, wenn auch auf Grund einer früheren Veröffentlichung (1935) als deutsch-feindlich zu Buche stehend, in späteren Jahren in seinen Arbeiten bewusst neutral geblieben ist, und Werke geschaffen hat die für den deutschen Kulturkreis von einiger Bedeutung sind. Wer daran noch zweifeln will, möchte er daraufhinweisen, dass in den zweitgenannten Roman, Die Fahrt nach Jamaica, diese Verurteilungslosigkeit sich deutlich äussert in der Art und Weise in der er die englische koloniale Kultur im 18-en Jahrhundert an einer, wenn auch nicht gehässigen, so doch scharfen und objektiven Kritik unterwirft. Noch viel klarer tritt dies an den Tag im vierten Roman, Irische Nächte, der
in Irland im 19-en Jahrhundert spielt, und in dem diese kritische Einstellung schon vom Stoff diktirt war. Nach diesen Mitteilungen glaubt er über seine Gesinnung keine weiteren Worte verlieren zu brauchen. Wer als deutsch-feindlich im kulturellen Sinn betrachtet werden will, veröffentlicht seine Romane nicht in Deutschland. Schon alles was er als Schriftsteller der deutschen Kultur verdankt würde ihm eine solche Bezeichnung verbieten.
Schliesslich weist er darauf hin, dass ein fünfter Roman, der auf die deutsche Geschichte Beziehung hat, noch auf seine Ausarbeitung wartet. Es ist dies ein Buch über den 30-jährigen Krieg, der für das Problem der deutschen Kultur von einiger Bedeutung sein könnte. Leider ist es ihm in Lager nicht möglich die erforderlichen Vorarbeiten zu machen, einschlägige historische Werke zu studiren und in Bibliotheken Material zu sammlen, während auch die für das Schreiben des Romans erwünschte Ruhe und Sammlung ihm dort fehlen würden. Auf Grund hiervor bittet er um Entlassung, damit er also im Stande gesetzt wird eine für die deutsche Kultur und die deutschen Leser wertvolle Arbeit in Angriff zu nehmen und ruhig zu vollenden.
Schon vor einigen Monaten hat sein deutscher Verleger ihm darauf aufmerksam gemacht, dass die Tatsache dass er sich nicht für die Kulturkammer gemeldet hat, seiner Entlassung im Wege stehen könnte. Es ist festzustellen, dass er von sich aus sich dieser Meldepflicht nicht entziehen würde, doch aus nahe liegenden Gründen nicht gerne möchte, dass er im Lager noch während seines Aufenthaltes bekannt wird, dass er sich zwecks seiner Entlassung gemeldet hat und damit einen Vorteil ausgenützt hat das andere nicht besitzen. Er is bereit sich innerhalb der ersten Woche nach seiner Entlassung zu melden, - oder sogar am Tage seiner Entlassung, - und dies nötigenfalls ehrenwörtlich zu verbürgen. Er bittet aber um Geheimhaltung für die Zeit, dass er sich noch im Lager aufhält.
Brief no. 117, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 5 december 1942.
Het is Sinterklaasavond en zij zit alleen thuis met de beesten. Het document heeft zij overgetikt en dezelfde dag op de bus gedaan. Zij denkt dat ze last van reumatiek heeft, zij is erg moe. De brief van zijn duitse bewonderaarster is vertaald, het blijkt Frau Trude Arnz te zijn uit Wickrath
(Rheinland, Niers), een bibliothecaresse die tijdens haar ziekte heeft genoten van Her vijfde zegel (de duitse vertaling Das fünfte Siegel was in 1938 verschenen bij Rohrer - MN). Zijn vader komt de kerstdagen en oud en nieuw bij haar logeren. Zij zendt hem een stuk uit de NRC over hem en Binnendijk, ‘Tweeërlei critiek’. Een kort briefje ook van zijn vader.
Brief no. 118, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 5 december 1942
Lieve Ans,
Voor alle zekerheid stuur ik je nog maar weer een zakenbrief, die ik door bemiddeling van een Duitsche soldaat buiten de leiding om kan versturen. Waarschijnlijk zul je mijn brief en pakje wat later gekregen hebben door de Sinterklaasdrukte, maar voor alle zekerheid is het beter, dat ik je het document voor Johan nog even doe toekomen. Je moet dit overtikken, netjes en nauwkeurig, en hem sturen. Woensdag verstuur ik weer brief en pakje. Ik maak 't kort. Zoen Simon
P.S. Dit is hetzelfde document als ik de commandant hier indertijd gaf. Aan wie hij 't gaf weet ik natuurlijk niet.
(Volgt de tekst van het duitse document, zoals in brief 116.)
Brief no. 119, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 5 december 1942
Lieve Ans en Vader,
Je hebt mijn brief en pak van deze week zeker nog wel gekregen. Voor alle zekerheid verstuur ik Maandag nog eens een zakenbrief, waarin nog eens het exposé voor Johan. Deze kan ik buiten onze leiding om verstuurd krijgen, dankzij de bemiddeling van een Duitsche soldaat, die op de post werkzaam is. Laat mij vooral ook nog even weten of het pak van verleden week, waarin het blikje met kaaskorsten zat, overgekomen is. Je
schrijft daarover ook in deze brief geen woord, en ik zou niet graag willen, dat het verloren was gegaan, met het ondergoed dat daarin zat. Vergeet het dus niet te schrijven! Door dezelfde bemiddeling heb ik gisterochtend een onderhoud met de commandant gehad. Ik vond dit toch maar beter. Om de zaak te bespoedigen kon hij niets doen; en volgens hem kon ook mijn bereidwilligheid om mij te melden daarop geen invloed hebben; maar volgens hem zou ik zeker ontslagen worden, daar de gronden die ik had aangevoerd zeer steekhoudend waren. Alleen kon er nog eenige tijd mee heen gaan. Dit is dus ook vrij hoopgevend, hoewel natuurlijk geen absolute waarborg, daar tenslotte alles in Den Haag beslist wordt. Maar ik wou 't je toch weer schrijven. Laat J. en H. dit maar niet weten, anders verslapt hun ijver nog.
Hartelijk dank voor je beide pakken, waarvan het tweede, groote vandaag tegelijk met je brief arriveerde. Ik was werkelijk stomverbaasd wat je allemaal nog bij elkaar hebt kunnen krijgen, vooral het vleesch! Ik hoop er in te smullen. Vader vooral ook hartelijk bedankt voor het postpapier, dat ik hier - of liever in Doorn - hoop te gebruiken! Ik zal nu je brief weer in bijzonderheden beantwoorden. O ja, eerst nog dit: je moet nu niet al te veel ondergoed sturen, anders krijg ik hier zooveel, met 't oog op een eventueel ontslag, waarbij ik tóch al veel bagage zal hebben. Het hemd, dat je stuurde, heb ik nu weer te veel; stuur me nu voorloopig geen Jaeger, en over 14 dagen een broek erbij. Ik vind het natuurlijk erg prettig, dat je me nog zooveel snoepgoed probeert te sturen; maar daar ik nogal dik geworden ben, en jij nog niet erg aankomt, moet je dit maar niet meer doen. Je kunt het beter zelf opeten. Met boter is het een iets andere kwestie, daar droog brood eten nu niet zoo erg gemakkelijk is; maar ook daarin moet je jezelf zoo weinig mogelijk bekrimpen.
Schrijf Kenny v.S., dat zij het boek gerust vertalen mag wat mij betreft. Ik heb de auteursrechten, dus aan de uitgever hoeft zij het niet meer te vragen. Schrijf haar ook, dat ik erg genoten heb van het nieuwe boek van haar vader, dat Meulenhoff mij een dag of wat geleden stuurde. Je droom vind ik erg vermakelijk. Nu, ik zal nooit meer boos worden, als ik thuis kom, dat beloof ik je! O ja, nog iets. Ik kreeg een groot Sinterklaaspaket van een zekere J. Wils, Treurboomlaan, Hoorn, een onbekende, die je vooral weer uit mijn naam bedanken moet, want het was een vorstelijk geschenk: taai, bonbons, appelen, tabak, sigaretten, gilettemesjes, drop, vischpastei en zoo meer. Aardig, hè, van iemand die je heelemaal niet kent? Wat gek, dat ons huis in Den Haag nu heelemaal verdwenen is! En-
fin, zoolang het geld betaald wordt, is 't niet zoo erg. Voor het geval de laatste brief tóch nog verloren is gegaan, verzoek ik je nog weer om 2 dikke cahiers, graag zoo gauw mogelijk. Ik ben n.l. bezig een serie lezingen over poëzie te schrijven, waarvan ik dan een gedeelte hier houd, half Januari denkelijk. Het schiet al goed op. Als afwisseling met het dichten is het wel aardig werk. Met het sturen van de verzen wacht ik nog maar weer tot ik weet, dat het voorlaatste pak niet verloren is gegaan. Verleden week kwam je brief Zondagmorgen, dus niet zoo erg veel te laat.
Overigens gonst het kamp van geruchten over groote vrijlatingen; en er zijn ook wel enkele aanwijzingen dat men iets van plan is. Afwachten maar. Mijn geval staat hier tenslotte min of meer buiten. Op kamer 33 is de stemming nog steeds niet zooals het moet. H. doet alles om het weer goed te maken, maar wil geen ongelijk bekennen, en de generaal zegt haast niets tegen hem, en weigert stukken boterletter. Ik denk, dat het op den duur wel iets beter zal gaan; maar het koken is in ieder geval voor goed van de baan, wat mij trouwens niet zooveel kan schelen, want het eten beneden is behoorlijk. Vandaag hadden we b.v. uitstekende erwtensoep met worst. Ook ben ik nu van het aardappelen schillen en borden wasschen af!
Maandag. Ik heb te vroeg gejuicht! Op Sinterklaasavond hebben de heeren zich verzoend, en gisteren aten we al weer gezamenlijk, overigens heel smakelijk. Enfin, het is zoo maar 't beste; ruzie moet niet te lang duren, dat hebben wij ook altijd toegepast, is het niet? De Zaterdagavond heb ik in gepaste kalmte doorgebracht; er werden nog versnaperingen uitgedeeld, o.a. sigaren, en in de aula was een groot feest met niet minder dan 3 Sinterklazen met hun zwarte knechten, maar daar ben ik niet bij geweest. De cantine is ook veel verbeterd de laatste dagen; die is nu in een van de eetzalen, met een toonbank, etc., en op Zondag een 6-tal gijzelaars in witte jasjes, de kellners! De biljarten staan er ook. We eten trouwens nog steeds in deze zaal. Maar laat ikje nu eens een overzicht van mijn dagindeeling geven.
8.30 word ik gewekt door het gebrul van de microfoon: ‘Goede morgen, heeren, het ontbijt staat gereed,’ etc. Dan is het zaak om nog precies 5 minuten te blijven liggen, wat de laatste dagen erg moeilijk is, omdat mijn horloge kapot is! Zuchtend sta ik dan op, en kleed mij aan en wasch mij als een haas; ik mag n.l. niet meer ongewasschen en in pyama met broek en jas beneden verschijnen, daar het blokhoofd mij een wenk gegeven
heeft, dat dat niet gaat! Iedereen is dan allang beneden, en dan kom ook ik, met m'n kartonnen doos met trommeltje etc. in de eene hand, mijn kroes in de andere, en neem in ontvangst wat het menu schaft. Ik ontbijt meestal zwijgend, ondanks de opmerkingen over mijn laat komen, die wel gemaakt worden. Na afloop maak ik mijn bed op; om de 3 dagen ongeveer veeg ik mijn hokje aan; en tegen 9.30 ben ik gewoonlijk gereed voor de ochtendwandeling van een kwartier, die bestaat uit 5x het voetbalveld rondloopen. Ik ben dan wat spraakzamer geworden, en wandel soms in gezelschap en dan soms wat vaker dan 5x. Dan ga ik naar kamer 33, in de hoop dat de generaal de aardappelen geschild heeft en in de zekerheid dat Henkels 't niet gedaan heeft, en blijf daar tot 10.30 ongeveer, waarna ik me op mijn apartement terugtrek en nog wat op mijn bed zit te schrijven. Deze tactiek, waarvan ikje eerder al het doel heb onthuld, heeft dan gewoonlijk succes om 11.30 ongeveer; en dan ga ik nog een uur of 5 kwartier slapen, totdat de microfoon voor 't eten roept, of Henkels mij komt halen. Om kwart voor éen wordt er dan gegeten, óf op kamer 33 of beneden; in het laatste geval ben ik altijd gauw klaar, in het eerste geval moeten Henkels en ik nog afwasschen, d.w.z. hij wascht en ik droog af. Soms eet de generaal laat, en dan ga ik óf naar beneden, zoodat ik 2x warm eet, óf ik eet brood in m'n cabine. Half 2 of kwart voor 2 (of later, als er b.v. een pakje af te halen is) wordt het dan tijd voor het middagslaapje, en tegen drieën sta ik op voor de middagwandeling, wederom 5x het voetbalveld omloopen (of ook wel naar 't voetballen of handballen kijken), afgewisseld met een klein uitstapje naar de vijver, of in de kastanjelaan. Dan scheer ik mij (om de andere dag), of neem een douche (eens in de week), en 4 uur ben ik gewoonlijk op kamer 33, waar ik tot 6 uur werk; ook wel eens na 5 en weer in m'n cabine. 6 uur eten, brood, óf op kamer 33, eventueel afwasschen, en dan weer op kamer 33 werken tot ± 8 uur, waarna ik nog een uur ga liggen. Door dit alles heen natuurlijk gesprekken met J. en H., dat begrijp je wel; het is maar zelden, dat ik aan éen stuk kan doorwerken. Trouwens toen ik gedichten schreef, was alles veel ongeregelder. Van 9, of half 10 tot 11,15 dan nog werken + praten, en dan trek ik me definitief terug, en dan komt het groote moment, waarop ik heb te beslissen of ik zal gaan slapen, of nog een klein uurtje op het bed schrijven. Ik zal je maar niet zeggen hoe deze tweestrijd gewoonlijk beslist wordt, maar aangezien het op het blok, hoewel verduisterd, nog wel tot 11,30 min of meer rumoerig blijft, is de verleiding groot om bij mijn gezellige lampje nog een luttele spanne tijds aan de werkdag toe te voegen. Gauw in slaap komen doe ik niet, te meer omdat er een snurker
is, die snurkt zooals een leeuw brult; en om half 8 begint het gedonderjaag al van idioten die zich gaan wasschen en elkaar luidkeels goedemorgen wenschen. Maar over het geheel is de ergernis minder groot dan op blok IV; het getimmer is ook veel verminderd. Met mijn buren kan ik het heel goed vinden.
- In mijn pak stuur ik Jaeger, sokken, zakdoek, een paar boeken, een vers van Henkels (gedrukt in diezelfde serie) en een stuk taai. Eet 't maar lekker op, en niet aan visite geven. Houd jullie maar goed, hoor!
Hart. gr. en heel veel zoenen van Simon.
Dinsdagmiddag: zoojuist je pakje. De broek is prachtig gemaakt. Ik houd de andere maar hier, als reserve. Dank je wel voor de appelen! De cahiers zijn er niet bij, dus begin ik weer te vreezen, dat mijn brief toch nog verloren is geraakt. Maar dat hoor ik dan wel, als je brief komt, Zaterdag.
Brief no. 120, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 11 december 1942.
Bericht van Johan dat Simons Gestelsche liederen in de Prominentenreeks verschijnen, 60 cent royalty per exemplaar met een voorschot van f 600. Oplaag minstens 2000. Of hij accoord gaat. Zij is 26 december jarig (wordt 50 jaar - MN) en schrijft ‘was jij dan maar thuis’.
Brief no. 121, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 14 december 1942
Lieve Ans en Vader,
Ziezoo, het wordt weer tijd voor de wekelijksche brief. Je pakje ontving ik Zaterdagmiddag (dank voor de appelen!) en de brief 's avonds om 8 uur. Ik zal hem nu eerst even beantwoorden. Het vleesch was niet zuur; ik denk, dat het de vorige keer kwam, omdat wij het een dag hadden laten liggen. Deze week weer mooie concerten. Vrijdagavond o.a. Debussy, - ik zat een gedeelte van 't concert met een van de katten op schoot! - en Zondagmiddag Andriessen o.a. met de Waldsteinsonate van Beethoven. Het fleschje bessensap zal ik Woensdag versturen, in de papieren zak, in-
gebakerd in vuil goed. Ik heb ook nog kaaskorsten, maar daar komt nog meer bij. Gelukkig dat 't met je lendenen wat beter gaat. Als het kou is: pyramidon, warmte; als het zenuwen is: rust en goede voeding. Dan weet jij het wel! In elk geval het beste ermee. Vader ook welbedankt voor zijn briefje, dat je overschreef. Hier is een notaris Mulder, wiens zuster in ons huis in Harlingen woont (getrouwd met Posthuma). Nu ik tóch over huizen bezig ben, zou ik je wel willen advizeeren om met het verhuren van de achterkamer de noodige voorzichtigheid te betrachten. Als ze er weer uitmoeten, en ze vinden niets anders, wat dan? En je begrijpt wel, dat ik, als ik terugkom, graag met jou alleen ben; ik heb 't laatste jaar genoeg vreemde menschen om me heen gehad! Als er anderen komen, kun je je toch altijd beroepen op Johan, die bij je woont?! Enfin, je moet 't zelf maar beslissen; maar verhuur in geen geval méer dan de achterkamer met divan of opklapbed; en vraag absolute waarborg, dat ze er binnen een week na mijn terugkomst weer uitgaan. Maar liever had ik, dat je 't niet deed. Trouwens, zij zal er zelf misschien ook niet veel zin meer in hebben, als 't zoo onzeker is...
Ik had inmiddels hier een cahier opgescharreld, maar deze 2 kan ik zeker nog wel gebruiken, als ik hier nog een tijd blijf, wat God verhoede, al heb ik 't hier heelemaal niet slecht. Als jij en Vader en de honden er niet waren, zou ik me best in dit leven kunnen schikken, en ik kan hier uitstekend werken (behalve dan romans). Met mijn 8 lezingen ben ik al ver over de helft; gaat 't zoo door, dan heb ik in 3 weken een boek van 280 pagina's geschreven, maar dat is voor mij normaal, zooals je weet!
Overigens heeft Henkels jouw rol overgenomen, en houdt mij steeds voor, dat ik te hard werk; maar dat komt misschien ook wel, omdat hij zelf niet al te veel uitvoert. Hij heeft enkele zeer goede gedichten geschreven; schrijf maar eens aan Julia, dat ik ze goed vind! Overigens ga ik denkelijk óok weer gedichten schrijven, als dit klaar is; dan wordt alles weer veel rustiger, tenminste als ik niet zulke lange series maak. De Madonnareeks houd ik nog maar even hier; met overtikken is geen haast. Als J. of H. wat nieuws weten, schrijf je 't wel dadelijk, hè? Je kunt ook heel goed tusschentijds een zakenbrief sturen; dan zet je op de envelop ‘Zakenbrief’ (zooals ik ook deed), en je zet er alleen het strikt noodzakelijke in, dus een zakelijke mededeeling over de kwestie, en dat je 't goed maakt, met een zoen, etc. Enfin, dat begrijp je wel. Maar doe het alleen, als je werkelijk wat belangrijks weet!
Van de polis van de brandverzekering weet ik niets, maar kijk eens in
mijn schrijftafel; misschien in het linker laadje? Daar liggen nog meer van dergelijke documenten, o.a. mijn spaarbankboekje.
Maar daar zul je misschien al gekeken hebben. Zoek en gij zult vinden! Nu, ik geloof, dat ik je brief uitvoerig heb beantwoord; morgen schrijf ik hier nog wat bij; en morgenavond vóor tienen gaat mijn brief op de post.
Dinsdagmiddag. In afwachting van de bruine boonen van de generaal even nog een berichtje. Er is overigens weinig nieuws. Zaterdag zijn er nogal wat menschen ontslagen, maar dat schijnt nu weer stop te staan. Het weer is nog steeds prachtig, en ik loop nog haast altijd zonder overjas; wel met m'n mutsje op. Overigens ben ik nogal verkouden, wat je ook wel aan mijn zakdoeken zult merken. Stuur daar nog maar wat van. De rest spaarzaam, zooals ik je al schreef; overhemden heb ik er hier b.v. nog drie! Ik ben de laatste dagen met rooken aan 't minderen; vooral ook, omdat mijn sigaren op zijn en ik dus aangewezen ben op de gedeeltelijk nogal zware tabak die ik nog heb. Overigens is 't wel een toer; en de slaperigheid overdag is vaak verontrustend; maar enfin, dan slaap ik maar. Er is hier ook nog een zwarte kater, die wel een beetje op Beertje lijkt; hij was laatst in 't hokje van een van mijn buren om melk te drinken. De zwart met witte heb ik niet meer bij me gehad; wel heb ik vanmorgen de deur voor hem opengehouden! Met dergelijke kleine incidenten gaat hier de dag heen. Nu, houd je maar goed, hoor! Met heel veel zoenen voor jullie beiden en de dieren, van Simon
Brief no. 122, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 18 december 1942.
Die dag is zij naar Den Haag geweest om haar radio te halen. Zij is erg geschrokken van de (afgebroken) Stadhouderslaan. De radio heeft zij op de terugreis in de trein verkocht voor f 25. Er gaan geruchten, schrijft zij, dat er 200 gijzelaars uit St. Michielsgestel vrijkomen. Onverwacht kwamen Julia en August Henkels op bezoek, ze bleven eten. Hij had zijn vrijlating per telegram kunnen aankondigen, zij had hem in Utrecht afgehaald. Van Stols een brief dat hij zijn uitgeverij overgedaan heeft, of gaat overdoen als de auteurs accoord gaan. Zelf wordt hij op 1 januari directeur van de Drukkerij Trio in Den Haag, waar hij sinds 1 september '41 adjunct-directeur is. In de nieuwe uitgeverij zal hij financieel geïnteresseerd blijven, er zullen zonder zijn toestemming geen uitgaven verschij-
nen. Twee nachten achtereen heeft zij van Slauerhoff gedroomd, wát, dat weet zij niet meer. Opnieuw een door haar overgeschreven briefje van zijn vader.
Brief no. 123, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 20 december 1942
Lieve Ans en Vader,
Het is Zondagavond, en daar vanmiddag mijn lezingen over de poëzie zijn klaargekomen (280 pag. in 3 weken, zooals aangekondigd!), begin ik maar vast met schrijven. Allereerst van harte gefeliciteerd met je verjaardag: een gelukkig jaar toegewenscht met al het best denkbare, goede gezondheid, niet te weinig eten, en ik gauw weer terug! Om aan de honger een beetje tegemoet te komen stuur ik je Woensdag wat blikjes, 2 gecondenseerde melk en een blikje met zalm; daarbij nog een doos met biscuits van de generaal en mij samen, uit de erfenis van Henkels en een heel klein beetje thee van de generaal alleen! Dit moet je allemaal nu maar zelf opeten, en niet aan anderen geven. Verder rol ik nog wat sigaretten voor je, die ik in een sigarenblikje doe, met de kaaskorsten voor de honden. Als er plaats voor is, stuur ik nog wat andere dingen mee, muziek of het briefpapier van Vader; maar veel zal het niet kunnen zijn, want groote doozen heb ik niet meer.
Het waren nogal emotioneele dagen, in verband met het vertrek van de 200 menschen, waarover je misschien ook al gehoord zult hebben. Julia zal je wel geschreven hebben, dat Henkels vrij is; verder waren er weinig goede kennissen van mij bij. Het was een spannend moment toen de namen voorgelezen werden; en ik had natuurlijk gehoopt, dat ik erbij zou zijn; maar ik schikte mij al gauw weer en ben eigenlijk meer onder de indruk van het vertrek van Henkels dan van mijn eigen teleurstelling. Hij was een goede vriend voor ons, zeer amusant, en als toehoorder van mijn gedichten en andere zaken onschatbaar. Enfin, er is niets aan te doen; en de generaal en ik, als onbestorven weduwnaars, troosten elkaar maar en doen samen zoo'n beetje het huishouden, en het portret van Henkels hangt aan de muur en kijkt op ons neer. Het gebouw lijkt wel uitgestorven, en toch is er maar 1/3 weg. Of er nog meer vrijlatingen zullen vol-
gen, is volkomen onzeker, hoewel niet onmogelijk; reken er dus vooral niet te veel op, en denk maar: hoe langer het duurt hoe heerlijker het weerzien! Wel zou ik de eerste weken maar niet ál te lang achter elkaar van huis gaan, dus geen halve dag, -je kunt nooit weten! Hoe ik, in geval van ontslag, mijn boel mee krijg, is me nog niet duidelijk; mijn koffer neem ik zelf mee, en de rest zou nagestuurd moeten worden, waarvoor ik zeker twee groote doozen zou moeten hebben, éen alvast voor de deken. Ik had er al over gedacht je te vragen een koffer en doozen te sturen; maar doe dit nu maar niet; als er niets van komt, is het zoo gek, en dan heb je nog het gevoel, dat je het noodlot niet had moeten uitdagen...
Verder heb ik goed nieuws wat de brieven betreft. Wij mogen voortaan zooveel brieven krijgen als we zelf willen, - niet schrijven, dat blijft bij het oude. Zeg of schrijf dit dus maar aan diverse menschen; maar niet te veel, want ik kan ze tóch niet terugschrijven! Als je me er nu nog per week een briefkaart bij schrijft, geloof ik wel dat we iets vooruitgaan. B.v. briefkaart op Maandag, brief eind van de week. ‘Voorkeur’ hoeft er niet meer op. Brieven in pakjes blijft verbojen! Stuur me eind van de week vooral zakdoeken, en nog wat sigarettenpapier, want de generaal vraagt me daar nogal eens om, - sigaren heb ik niet noodig, te meer omdat we pas nog 30 hebben kunnen koopen. Wél kun je me nog eens f 20 sturen, aangeteekend. Je bezorgdheid over mijn laat gaan slapen is ongegrond, want dat komt practisch niet meer voor; meestal lig ik er om half 12 in. Neen, Wybenga zie ik weinig meer, hoewel we heel goed zijn. Als buren heb ik Van Eck, een student van 24 jaar, en Boucher, de zoon van de boekhandelaar uit Den Haag.
Vanmiddag weer een concert van Andriessen, Bach en Mozart o.a. van de laatste die aardige sonate in c-dur, die ik ook vaak speelde. O ja, je moet vooral mevrouw Burgers even bedanken, van wie ik een pakje kreeg; want er zaten niet alleen appelen en tabak in, maar ook een ½ pond boter! Hier is 't adres, voor 't geval dat je dit niet meer hebt: H.S.E. Burgers, Ruysdaelkade 9 II, Amsterdam Z.
De voorwaarden voor de uitgave van mijn verzen begrijp ik nog niet goed. De woorden, die je niet lezen kan, zijn ‘royalty’; maar ‘60 c. per boekje’ zegt mij niets, als ik niet weet hoeveel 't ingenaaide boek kost. Als dit b.v. f 4 is ga ik accoord. D.w.z. ik doe het niet minder dan 15% van de prijs v. 't ingenaaide boek. Vraag hem dat dus nog even, d.w.z. vraag hem hoeveel percent deze 60 c. per boek vertegenwoordigt; dus zeg hem nog niet, dat ik met 15% genoegen neem, want die 60 c. kan best méér zijn dan 15%! Verder ga ik accoord, met dien verstande, dat ik het voorschot pas
hebben wil, wanneer het boek is afgedrukt, dus na de oorlog. Dit in verband natuurlijk met de waarde van het betaalmiddel. Verder moet ik nog even weten of ze accoord gaan met de voorwaarde, dat ik de verzen, zeg na 3 jaar, in het kader van ‘verzamelde gedichten’ (dus niet afzonderlijk) bij Nijgh en Van Ditmar, of een andere uitgever, herdrukken mag. Dan ben ik bereid hun schriftelijk optie te geven, en het contract komt dan wel, als ze de copy in hun bezit hebben.
Als Johan's trouwdrukte achter de rug is, en ik zit hier nog, por je hem wel aan om weer eens moeite te doen, hè? Ik scheid nu uit, en schrijf er morgen of Dinsdag nog wat bij. Wacht, eerst zal ik enkele punten uit je brief nog verder beantwoorden. Radio: verkoopen! Waar is Peter nu, of wonen ze daar nog, op 't hoekje? Nu dat is alles; morgen verder.Ga naar voetnoot28.
Maandagavond. Er is weinig nieuws te vermelden. Alleen dat er een aanslag op kamer 33 is gedaan, die men voor muziekrepetities noodig heeft. Maar de generaal heeft tot nog toe aan alle aanvallen manmoedig het hoofd geboden, en ik vermoed, dat het met een sisser afloopen zal. Hij weigert in ieder geval pertinent om naar een van de blokken terug te gaan; wél wil hij in het uiterste geval naar de zolder, waar nog leege kamertjes zijn, niet veel kleiner dan waar we nu zitten en van vele gemakken voorzien. Ik zou dan weer in de buurt van onze oude koorstoelen komen, waar de briefjes met de namen van Henkels en mij nog op zitten. Maar deze kamertjes worden meestal gereserveerd voor asthmalijders en dgl.; dus zóo gemakkelijk zal het niet gaan. Enfin, afwachten maar. Ik heb in ieder geval mijn hokje op blok III; en als we uit kamer 33 gezet worden, en niet naar de zolder mogen, ga ik maar weer in de aula schrijven, of in een van de beide leeszalen, die uitstekend verwarmd zijn; de aula is nogal tochtig. Een van de leeszalen is tevens cantine, zooals je weet, dus niet zoo rustig; maar in de andere zitten meestal weinig menschen, en in de aula ook tegenwoordig, nu er zoo veel weg zijn. Volgens de geruchten zouden trouwens de Harenaars binnenkort hier komen, maar daar zijn er óok niet zooveel meer; en zelfs zijn er, die beweren, dat de Indische groep weer terugkomt, dus Geyl en zijn kornuiten! Enfin, aan geruchten geen gebrek, dat zul je wel begrijpen! Wanneer ik mijn lezing zal houden weet ik nog niet, denkelijk half Januari. Maar ik heb er 8, die onderling min of meer samenhangen, en ik schijn er niet meer dan 4 of 5 te kunnen houden,
zoodat ik er weg zou moeten laten, wat ik natuurlijk liever niet doe. Enfin, er is misschien nog wel een mouw aan te passen. De laatste dagen heeft een zekere De Nie bij ons gegeten, een jonge, vrijzinnige dominee, die nu moederziel alleen op zijn kamer zit, en in ruil voor vleesch en dgl. bijdragen door de generaal geduld wordt. Maar als Haren hier komt, zal hij er zeker iemand bij moeten nemen, dus dat wordt nog een heel probleem. Zelf voel ik er niet veel voor; ik ben veel te blij, dat ik een hokje alleen heb; en hoewel de generaal een beste kerel is, met wie ik het uitstekend kan vinden, kan hij ook wel eens lastig zijn, zooals je trouwens uit het verslag van de ruzie met Henkels wel gemerkt zult hebben. Overigens was dát meer de schuld van Henkels. Morgen de rest.
Dinsdagochtend. Zoo juist merk ik, dat ik alleen maar een Jaegerhemd heb, en geen broek! Ik kanje morgen dus alleen een hemd terugsturen (+ 2 handdoeken). Stuur me dus vóor volgende week Woensdag vooral een broek (+ zakdoeken + pyama + 2 handdoeken; overhemden en sokken heb ik nog genoeg). Van Duinkerken is óok weg, dus ik ben de eenige die nog maar de literatuur vertegenwoordigt. Ik wandel de laatste dagen nogal eens met Schrijver, die vroeger leeraar in Harlingen is geweest, en hij vertelde mij over de lotgevallen van Grondijs, je weet wel die model is geweest voor ‘meneer Greve’ uit Ina Damman. Hij heeft hem heel goed gekend en wist ook precies wat er in Hengelo gebeurd was; dit klopte trouwens in groote trekken met de geruchten. Nu, houd jullie goed, en prettige Kerstdagen! Ik hoop, dat je verjaardag een gezellige dag zal worden, ook al ben ik er dan niet bij. Schrijf dus dadelijk terug, en stuur m'n goed!
Hart. gr. en zoenen voor jullie beiden, van Simon
P.S. Ook hart. felicitaties van de generaal, hoewel onbekend!
Brief no. 125, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 27 december 1942
Lieve Ans en Vader,
Het wordt weer tijd voor de wekelijksche brief. Hartelijk dank voor jullie gezamenlijke brief en het pak, dat Zaterdag kwam. Alles was zeer welkom, en de generaal en ik hadden 's avonds laat de heele aardappeltaart al soldaat gemaakt (of majoor gemaakt, wat hem betreft), wel een bewijs hoe voortreffelijk hij smaakte! De Kerstdagen zijn hier met veel festiviteiten gevierd, maar ik ben alleen op de 2 concerten geweest, daar ik het weer druk heb met dichten; ik schrijf nog 50 sonnetten bij die reeks van 100. En Donderdag hebben de generaal en ik op onze eigen manier Kerstmis gevierd, door naar de zolder te verhuizen! D.w.z. ik hielp hem, en dat zal ik mijn leven lang niet vergeten, zoo hard heb ik gewerkt. Met zijn tweeën hebben we een zware kleermakerstafel naar boven versjouwd, en zoo meer. Ik was bek af. Enfin, het nieuwe verblijf is heel gezellig, en niet al te koud, al zitten er nog een paar groote gaten in de muren. Het is n.l. een van de 5 of 6 kamertjes, door gijzelaars gebouwd, die steeds bewoond zijn gebleven; ze staan op een ander gedeelte dan de koorstoelen. Het is er erg rustig, en de aanloop is ook minder groot, vooral 's avonds, want het is een heele toer om het in het donker te vinden. Ik werk altijd met lucifers, maar heb me al eens flink gestooten. Alles bij elkaar toch wel een aardige afwisseling. En de generaal kookte de eerste dag al als de beste, en we hebben er best van gegeten, deze dagen. Van Henkels een pak met heerlijkheden, dat hij iedere week zal herhalen. Leuk, dat hij en Julia bij je geweest zijn. O ja, je moet verschillende menschen bedanken, in de eerste plaats Hans, die sigaren en kaas stuurde, en dan een zekere Breuning ten Cate, Sluiskade 84, Noordzijde. Almelo, van wie ik ook diverse lekkernijen kreeg, o.a. suiker. Dan kreeg ik nog f 25 gestuurd, van ‘enkele vrienden, in plaats van een Kerstpaket’, maar die kun je niet bedanken, daar ik niet weet wie het zijn, al vermoed ik dat 't Hoornik c.s. is. Als je die f 20 nog niet stuurde, hoef je 't dus niet meer te doen; anders hindert 't niet. Ik hoop, dat je me gauw sigarettenpapier stuurt, want daar ben ik bijna door, en in de toko hier kunje niet altijd krijgen, en dan soms nog slechte qualiteit. Stuur me ook zoo gauw mogelijk een hemd; want dit hemd is nogal ‘luchtig’. Verder nog een gewone handdoek, en een paar zakdoeken; en
dan niets meer; want van overhemden kan ik al weer een winkeltje beginnen! Woensdag kan ik je alleen m'n vuile pyama sturen + overhemd en sokken, maar ik zal er wat andere dingen bij doen, wat blikjes, die bewaar je dan maar. Dat heb ik dan niet te versturen, als we soms weggaan. O neen, broek hoef je niet te sturen, want die stuurde je al!! Ik stuur dan Woensdag mijn vuile broek mee op en 2 schoone overhemden. Stols: accoord. Nu, en dan wensch ik jullie beiden een gelukkig Nieuwjaar, met vervulling van al jullie wenschen, en betere tijden! De generaal wenscht je ook geluk. Voor mijn deken heb ik een groote zak; en misschien kan ik m'n andere boel ook in een zak doen, als 't zoo ver is; maar laten we er maar niet te veel op rekenen nog. Closetpapier heb ik nog. Wat heb jij met Slauerhoff gehad, zeg?! Ik heb gedroomd, dat ik bij een bevalling moest helpen, en bang was dat ik 't niet meer kon, maar 't ging vanzelf. Zoo nu en dan heb ik ook nog last van m'n maag, maar altijd als ik niet voorzichtig met eten ben geweest, b.v. vannacht na 't gebruik van kokkels, dat zijn kleine mosselen; daar had ik vroeger al eens eerder last van gehad. Als ik 't om 1 uur eet, hindert 't niet, maar gisteren aten we laat. Overigens draai ik er mijn hand niet meer voor om; ik steek m'n vinger in m'n keel tot alles eruit is, en dan is het meestal in een half uur afgeloopen.
Andriessen speelde o.a. de Mondscheinsonate, heel mooi. Er is ook een Kerstspel opgevoerd, maar daar ben ik niet heen geweest. Vrijdagavond hadden we in de cantine tractatie van appelbollen en punch. En in de aula was een Kerstboom, en alles was versierd. Het roode klokje heb ik in m'n hut opgehangen. En op je verjaardag had ik corvée! Hoe is de dag afgeloopen? Morgen of Dinsdag schrijf ik hier nog wat bij.
Maandag. Zoojuist je pakje met versnaperingen. Dat had je niet moeten doen, maar wel bedankt hoor! O ja, kijk mijn pyama even na: in het kruis is hij wat losgeraakt, en de bovenste knoop hangt erbij. Een prachtige winterdag vandaag. Gisteren hebben we alle reten en gaten van het kamertje dichtgemaakt, hetgeen wel merkbaar is in de temperatuur. Als je weer een pak stuurt, gebruik dan een van de doozen van mij, niet zoo'n stuk karton; al mijn doozen zijn n.l. op.
Dinsdag. Al weer een pak! Erg lief van je! Er zaten appelen in, sigarettenpapier, zakdoeken en handdoek; verder niets; ik schrijf dit maar weer, omdat 't pak nogal toegetakeld was. Eind van de week krijg ik dan wel het hemd, hè? Nu houd je goed!
Hrt. gr. en veel zoenen voor jullie beiden van Simon
P.S. Je schrijft me nu wel 2x per week, hè? Telegram zal ik over denken,
maar ik vind het eigenlijk leuker om zoo maar te komen aanwandelen.
Dinsdagavond 8 uur: Zoojuist je brief! Prettig, dat je nog een gezellige dag hebt gehad, Veel zoenen S.
Brief no. 130, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 4 januari 1943
Lieve Ans en Vader,
Vandaag kwam je briefkaart; mijn brief zul je inmiddels wel gekregen hebben. Wat het pak betreft moet ik je teleurstellen, want ik weet wel bijna zeker, dat dit het pak is van verleden week, en niet van voor je verjaardag! Doordat ik er wat blikjes ingedaan had, dacht je dit misschien; en je kunt natuurlijk een paar zalm- en melkblikjes beschouwen als cadeau, en lekker oppeuzelen, zooals de bedoeling was! In dit tweede pak zat o.a. mijn goede broek en de 6e van Mahler; daaraan kun je het dus zonder meer herkennen. In het uiterste geval, wanneer je nog twijfelt, kun je even de nummers vergelijken. Het nummer van je verjaarspaket, dus van vóorverleden week, is 9613; ga dus even naar 't postkantoor (zoo noodig) en vraag 't nummer van 't pak, datje op 31-12 gekregen hebt; dan heb je zekerheid. En meld 't me dan dadelijk even! Ik heb er intusschen werk van gemaakt, maar wanneer het gestolen is, is de kans natuurlijk nihil dat het nog terechtkomt. In het eerste pak zaten kaaskorsten, biscuits, thee en sigaretten; het zou wel heel vreemd zijn, als die eruit gehaald waren en men de blikjes erin had gelaten! Nóg een punt van verschil: in het eerste pak zat éen (groote) blik zalm, in het tweede ± 5 kleinere. Alles met elkaar ben ik huiverig geworden om nog meer dingen van waarde aan deze dievenbende toe te vertrouwen, zoodat ik alles wat ik nog had willen sturen maar hier houd, en mijn blikjes maar zelf zal sjouwen, als het eenmaal zoo ver is. Verder zal ik zoo weinig mogelijk vuil goed tegelijk sturen. Deze week stuur ik dan maar niets; te meer omdat ik het hemd nog niet heb. Dat stuur je dan deze week nog wel? Je moet even diverse lieden bedanken.
le J.U. Schilthuis, Schiedamsche singel 141, Rotterdam, voor een groot pak allerlei heerlijkheden, namens een groep menschen van de graanbeurs; soepen en puddingpoeder en zoo meer; niet veel bijzonders, maar erg aardig en goedbedoeld.
2e Johan voor zijn brief, en zeg of schrijf hem, dat ik met de voorwaarden accoord ga; maar dat ik voor de verdere werkjes (essay over Ter Braak en de lit.geschiedenis) niets voel. Wensch hem vooral een gelukkig 1943, met een daverend huwelijksfeest en toegevoegd huwelijksgeluk.
3e Hans voor een brief. Schrijf hem - als je 't nog niet deed - dat ik 't pakje
ontving, maar niet de ‘Octoberfoto’, waarover hij schrijft. Ik hoop niet, dat die met de papieren is weggeraakt.
4e Truus Nachtweh voor haar briefkaart. En last but not least Vader voor zijn brief, die me veel genoegen deed, na zooveel tijd, dat ik geen eigenhandig schrijven van hem mocht ontvangen. Gelukkig, dat hij het goed blijft maken!
Mijn 50 extra-sonnetten zijn verleden week klaar gekomen (in 8 dagen!) en het is nu een bijzonder goed geheel geworden. Vanavond om half 8 houd ik mijn eerste lezing! Nog vrij onverwacht, want ik had niet gedacht voor de 15-e, te meer omdat ik niet wist, of ik ze alle 8 kon houden. Maar dat kán; en ik kan er zelfs nog 1 à 2 uur bijkrijgen voor het beantwoorden van vragen. Enfin, laten we hopen, dat ik deze lezingen vanaf de 2e of 3e voor jou in Doorn kan houden! Morgen schrijf ik hier nog wat bij, en schrijf dan meteen hoe de lezing afgeloopen is. O ja, bedank Henkels ook eens voor zijn 2e pak, dat vandaag kwam. Hij schijnt iedere week door te zullen gaan met een ½ pond boter (o.a.) te sturen, zoodat jij nu vooral geen boter meer sturen moet. Verder was er spek bij, koek, roggebrood, tabak. Aardig, hè?
Maandagavond half tien. Zoo juist mijn lezing gehouden, die zeer veel succes had, haast nog meer dan de Kafka-lezing, ook al omdat ik langzamer gesproken heb. Je beide brieven kreeg ik vanavond ook. Over het pak zijn we 't dus eens: je hebt te vroeg gejuicht! De generaal heeft zich krom gelachen over je avontuur met Lady! Ik krijg hoogstens f 10 vergoed. Oudejaarsavond zijn de generaal en ik in de aula geweest, waar Thomasvaer optrad en waar punch geschonken werd en lange pijpen gerookt. Om 10 voor 12 zijn we weggegaan en hebben het groote moment in gepaste afzondering gevierd, en daarna zijn we nog een uur opgebleven. Hij kan allerinteressantst vertellen over Atjeh en zijn jachtavonturen daar. O ja, we hadden Oudejaarsavond ook nog konijn, van een ex-gijzelaar, die 200 konijnen gestuurd had! Van Pijper kreeg ik ook een felicitatiebrief; bedank hem maar eens bij gelegenheid, maar haast is daar niet bij. Ziezoo, dan sluit ik nu maar af; misschien is je pak er morgen, dan kan ik je dat nog schrijven. Hart. gr. en heel veel zoenen van je Simon
Denk je nog om de maandelijksche inkoopen? Lijstje vind je wel in een vroegere brief. En stuur me nog eens 50 kininepillen!
Zoo juist je pak. Hartelijk dank voor de appelen! Er zat geen badhanddoek in (ik schrijf dit maar omdat het pak open was!) Nu voorloopig geen Jaeger meer! Volgende week Dinsdag of zoo stuur ik weer een pak. Dag!!
Brief no. 131, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 8 januari 1943.
Zij is naar Utrecht geweest, ook wegens haar krans. Het zoekgeraakte pakket is weg, gestolen. Henk Godthelp heeft zich in verbinding moeten stellen met de ‘Hauptabteilung für Volkskultur und Propaganda’ in Den Haag (inzake Vestdijks vrijlating - MN) en moest plotseling verhuizen naar Hilversum. Er zijn 2 exemplaren van Aktaion uit Brünn aangekomen.
Brief no. 132, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 10 januari 1943
Lieve Ans,
Even een spoedberichtje, of je zoo gauw mogelijk mijn schoenen wilt opsturen. Mijn linkerschoen is n.l. lichtelijk caduuk, en ik vrees, dat ik er binnenkort niet meer op loopen kan. Als de schoenmaker ze nog niet gemaakt heeft, laat hij dan eerst de linker maken en stuur die alleen. Maar zoo gauw mogelijk graag! Brief volgt Dinsdag! Hart. gr. en zoen van Simon
P.S. Zoo juist je brief; die beantwoord ik dan morgen of Dinsdag.
Brief no. 134, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 11 januari 1943
Lieve Ans en Vader,
Zooals ik je al in mijn briefkaart, naar aanleiding van mijn schoenen, schreef, kreeg ik je brief gisterochtend en ik begin nu maar weer met schrijven, waarvoor ik alle tijd heb, omdat mijn lezing niet doorgaat. Zulks in verband met de komst van de Harenaars, waarvan vandaag het laatste stel gearriveerd is. Dit geeft natuurlijk een heele drukte, zoodat alle cursussen en lezingen afgelast zijn. Tevens zijn mijn lezingen nu op Donderdagavond 8 uur gesteld, iedere week; dit heeft het voordeel, dat ik niemand ná mij heb, zoodat ik niet bang hoef te zijn, dat ik niet op tijd klaar kom. Over belangstelling zal ik wel niet te klagen hebben, want ik hoor nog dagelijks hoezeer het sommige menschen spijt, dat ze er de eerste keer niet geweest zijn, omdat ze er zooveel goeds over gehoord hebben. Wat mijn pak betreft, daar heb ik nu de gegevens voor opgestuurd, dus binnenkort zal ik wel schadevergoeding krijgen. Muziek zat er gelukkig niet in, wel een Jaegerbroek (óf een Jaegerhemd, dat weet ik waarachtig niet meer), en overhemd (gelukkig niet 't mooie dikke!). In elk geval stuur ik je morgen, in 2 pakjes, wat ondergoed en kaaskorsten (hemd, sokken, zakdoeken, handdoeken) en allerlei rommel, waaronder in hoofdzaak de giften uit R'dam. Bekijk die maar eens; er is veel soep bij, en vitaminen, en dergelijke grapjes; ook wel een en ander om jus van te maken, geloof ik; dus bewaar alles maar voor de slechte tijden. Eén melkblikje, dat er bij was, houd ik hier. Een paar blikjes komen later nog. Daarbij is éen blikje, waar het papier van af is; maar daar het nogal uitbolt, vermoedt de generaal, dat het niet goed meer is. Ik zou dus zeggen: als je 't (de volgende week) krijgt, maak het dan voorzichtig open (dat er niets in je gezicht spat) en als 't nog goed is, eet 't dan op; 't zal wel leverpastei zijn, of iets dergelijks. Voorloopig heb ik alleen behoefte aan een Jaegerhemd (lang); stuur dit maar eind van de week, met 1 of 2 zakdoeken. Sokken, overhemd, pyama en handdoeken zijn niet noodig! Op die manier verminderen we de risico zooveel mogelijk en het hindert heelemaal niet, dat ik de boel een beetje langer aanhoud, behalve dan sokken natuurlijk. Maar die heb ik nog genoeg. De volgende keer geef ik dan wel weer op wat ik dán moet hebben. Op 't oogenblik heb ik de meeste behoefte aan mijn schoenen en ik hoop maar, dat ze over een paar dagen komen!
Het wekelijksche pak van Henkels is nog niet gearriveerd, maar dat komt morgen misschien, tegelijk met 't jouwe. Als je hem schrijft, kun je misschien wel eens langs je neus weg suggereeren, dat ze ons eens wat melkpoeder sturen, waar we erge behoefte aan hebben. Maar schrijf er vooral bij, dat de generaal niets van dit verzoek afweet en het zeker niet zou goedkeuren als hij het wist (dit is natuurlijk niet waar!)
Bewaar Aktaion maar; maar schrijf eens hoe de band eruit ziet. De rest weet ik wel, van de drukproeven. Dit brengt mij op een ander nieuwtje. Zaterdag werd ik bij de commandant geroepen. Ik dacht werkelijk al, dat het zoo ver was; maar hij moest alleen enkele gegevens van mij weten, hoofdzakelijk over mijn boeken. Dit wilde men in Den Haag weten; méer wist hij óok niet natuurlijk. Dit is dus geen ongunstig teeken, - waarschijnlijk een gevolg óf van het optreden van Johan óf van dat van Henk. Overigens worden wij hier óok overstroomd met geruchten over spoedige vrijlatingen op groote schaal; en dat er zooiets in de maak is, is wel zeker. 15 Jan. schijnt er beslist te worden of we allemaal naar huis gaan of dat een zekere categorie nog achterblijft. Stel je voor, dat ik daar bij ben! Enfin, we zullen maar moed houden, en bedenken, dat ik van de hier aanwezigen zeker niet de slechtste kansen maak. Dit bezoek bij de commandant is in elk geval een bewijs, dat de zaak aan 't rollen is gebracht.
Verder gaat alles hier zijn gewone gang. Van de kou heb ik weinig last; ik slaap uitstekend; en wandel nog iedere dag tweemaal. Wollen handschoenen hoef je niet te sturen. Het is net of ik beter tegen de kou kan dan verleden jaar, misschien door mijn betere voedingstoestand. Iedere dag 3 kopjes koffie met suiker moet op den duur wel aanzetten. Voedingsmiddelen hoefje me dus absoluut niet meer te sturen; wel appelen, die kan ik best gebruiken; en zijn ze als handappelen niet zoo fijn, dan maakt de generaal er appelmoes van. Vanmorgen in de cantine onder 't ontbijt, was de zwartwitte kater (Piet) met zijn eigen moeder Annie bezig het huwelijksleven te imiteeren, hetgeen de algemeene aandacht trok. Juist was er door de microfoon rondgeroepen, dat de cursussen niet doorgingen: men zei nu, dat de katten cursus voor óns gaven!
Nu, houd jullie goed, hoor! Heel veel zoenen voor jullie beiden van Simon
P.S. Schrijf me dus dadelijk of beide pakken gearriveerd zijn.
Dinsdagavond: Zoo juist komt je brief. Gezellig nog iets te hooren! Het pakje is er nog niet, maar dat zal morgen wel komen. Heel veel zoenen! Simon
Brief no. 135, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 13 januari 1943.
Johan en Frans maken hun huwelijksreis naar Doorn. Het dooit nu, de wegen zijn onbegaanbaar. Aktaion heeft een zachtgrijs bandje met rode letters en een wit omslag met een tekening.
Brief no. 136, Ans Koster aan Simon Vestdijk op Zaterdagavond 16 januari 1943.
Johan en Frans zijn getrouwd en de vorige avond bij haar geweest. De Henkels komen in februari een paar dagen logeren. Over enkele dagen gaat zij op de fiets naar Amersfoort (Loes Bolleman) en een paar dagen later is er krans in Utrecht. Dan neemt zij de tram.
Brief no. 137, Simon Vestdijk aan Ans Koster
St. Michielsgestel 17 januari 1943
Lieve Ans en Vader,
Hartelijk bedankt voor jullie brieven en voor de beide pakjes, die in goede orde zijn gearriveerd. Speciaal bedankt voor het lekkers in de schoen (alsof het Sinterklaas was!) en de appelen. Ik heb zoo juist avondbrood gegeten met Piet op schoot, die stukjes kaas etc. uit mijn mond at, net als de echte Piet vroeger! Ik zal nu eerst je brief in volgorde beantwoorden. Ik kreeg een brief van Loes en een pak met heerlijkheden; bedank haar eens! O ja, de kaaskorsten (misschien heb je ze inmiddels gevonden) zitten in een van je eigen trommeltjes, waarin ook een blikje. Veeg de schimmel eraf, dan zijn ze nog wel te gebruiken. Manus is al een tijd dood; bijzonderheden zal ik je later weleens vertellen. Mijn lezing was weer een groot succes: er waren 80 menschen (zeer veel voor een gewone lezing), en ik heb niet te vlug gelezen. Deze lezingen worden door ons zelf geregeld. Op 't oogenblik zit Jhr. Quarles van Ufford naast me, die iets met de generaal te regelen heeft; maar de stem des bloeds heeft nog niet gesproken! Woensdag stuur ik een pakje met blikjes, waarvan je dus dat eene, waar-
van het papier af is, open moet maken; een hemd, sokken en zakdoek; en nog wat kleinigheden. Stuur mij dan eind van de week alleen een pyama, 1 paar wollen sokken en een badhanddoek; dat is voorloopig weer genoeg. Henkels stuurde ons weer een daverend paket, met voor ons ieder een ½ pond boter; als je hem schrijft, bedank hem dan eens.
Gisteren een spannende voetbalwedstrijd tusschen Gestel en Haren (oude en nieuwe Harenaars), die door de laatsten met 4-2 gewonnen is. Het publiek was zeer opgewonden. De Harensche keeper was een jonge pater, die uitstekend werk deed; trouwens in beide elftallen speelden wel 6 kapelaans mee! Vanmiddag een concert van Andriessen, dat niet zóo interessant was; daarentegen Vrijdagavond een prachtige cellosonate van Schubert, en 4 liederen van Schubert, ook heel mooi. Vanmiddag kwam ik tot de ontdekking, dat er op Blok III een zekere Dr. P. van Kleffens woont, van wie ik mocht vermoeden, dat het een oud-Harlinger was; en toevallig liep ik hem even later, buiten, tegen het lijf, en herkende hem onmiddellijk. We hebben even gepraat; hij had nog les van vader gehad; nu woont hij in Zwolle (geloof ik). Vreemdsoortige ontmoetingen beleef je hier!
De geruchten over algemeene Entlassung en liquidatie van het kamp tieren nog steeds weelderig. Voor 1 Maart zou alles weg moeten zijn; alleen een kleine groep (50 à 100) zou achterblijven en bij de Indische groep worden ondergebracht. Het is zaak onder dit alles je kalmte te bewaren en op alle eventualiteiten voorbereid te zijn. Me er erg veel van aantrekken doe ik niet, hoewel ik natuurlijk best naar huis wil, langzamerhand. Groet Johan en zijn vrouw van me. Ze treffen het met het mooie weer, en zullen wel veel in de bosschen wandelen.
Dinsdagmorgen. Gisteren is bekend gemaakt dat we van de zolder afmoeten, vandaag al; hetgeen weer allerlei verhuisdrukte oplevert. De generaal weet nog niet eens waar hij heen moet, want bijna alles is vol! Enfin, 't is voor hem erger dan voor mij. Hij hoorde van zijn vrouw, dat zij het laatste pak van Henkels zelf betaald heeft, althans gedeeltelijk, en in ieder geval de boter. Schrijf haar eens over deze kwestie (mevr. Gort, p.a. J. Palm, Gunninglaan 68, Apeldoorn); dus in de eerste plaats hoeveel de helft is van wat zij voor dit pak uitgegeven heeft, en in de tweede plaats, dat ik graag hiermee door wil gaan, maar natuurlijk alleen als ik meebetaal. En gireer het geld dan even. Ik zou Henkels dan maar niet al te enthousiast bedanken; er zijn wel een paar dingen van hem bij, maar het meeste toch niet. Het is wel een beetje gek; niet dat wij hem ervoor betalen, maar wel, dat hij er niets over geschreven had, zoodat wij dachten,
dat alles van hem was, en de generaal al voor het ‘vorstelijk paket’ heeft bedankt! Vanavond schrijf ik hier nog wat bij; misschien is er dan ook een brief van jou.
Maandagavond. De verhuizing is al weer achter de rug; gelukkig niet zoo vermoeiend als de vorige keer, vooral omdat we die groote tafel niet te sjouwen hadden. Mijn stoel heb ik naar de aula gebracht; en de generaal zit op blok I, 46, bij 6 of 7 anderen op een kamer, maar hij eet daar ook. Voor mij is het gemeenschappelijk eten en het kopjes koffie drinken afgeloopen; maar dat is niet zoo erg. Schrijf zijn nieuwe adres maar meteen aan zijn vrouw. Ik sluit deze brief nu af en ga naar een grammofoonconcert: een vioolconcert van Mozart en de 3e symphonie van Brahms. Vóor Zaterdag hoop ik nog iets te hooren. Houd jullie goed! Veel zoenen en hart. gr. van Simon
Brief no. 141, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 4 februari 1943.
Zij begrijpt niet dat zij niets van hem hoort. August en Julia Henkels hebben bij haar gelogeerd, ook Johan is geweest Een bericht van Van Tricht (Veen) waarin wordt gevraagd om een bijdrage over de late Renaissance, met Da Vinci als middelpunt. Omvang 40 pagina's van 400 woorden, honorarium f 75. Voor het eind van het jaar gereed.
Brief no. 142, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 5 februari 1943.
Nog steeds heeft zij niets van hem gehoord. Zij hoopt dat hij niet ziek is.
N.B. Op deze brief staan de volgende met potlood geschreven aantekeningen van Simon, vanuit het Oranjehotel in Scheveningen:
W. Udo Jasmijnstraat 59 hoeveel bekend? schrijven met (onleesbaar) getal Eshof Heuveloordstr. 18 Baarn fiets uit stalling
Het adres van Vestdijk in Michielsgestel is op de envelop doorgestreept en daarnaast staat: Polizei Arrest Anstalt Scheveningen.
poststempel d.d. 5-II-1943.
Brief no. 143, Ans Koster aan Simon Vestdijk op 10 februari 1943.
Kenny van Schendel heeft haar geschreven dat Mondadori de vergunning heeft gekregen voor de italiaanse uitgave van Rumeiland. Het contract gaat op basis van 8% per ingenaaid exemplaar tot 3000 verkochte exemplaren, boven de 3000 exemplaren 10%. Het voorschot zal 3000 lire bedragen bij tekening van het contract, te betalen door middel van de clearing. Zij is nog in Den Haag, maar hoopt binnenkort naar Italië te kunnen gaan. Simons vader heeft verleden week zijn brief teruggekregen met de aantekening ‘Politiearrestant Scheveningen’. Die brief hebben ze achtergehouden om hem niet ongerust te maken. Hij moet naar het ziekenhuis om een gezwel op zijn gezicht te laten wegnemen. Hij is bijna 80 jaar. Ans vraagt waar zij Simon kan bereiken als hij niet meer in Gestel is.
[Ongedateerd]
Brief I ongedateerd
vrijdagmorgen vermoedelijk 21 aug. 1942
Ans Koster aan Simon Vestdijk
Zij heeft een brief geschreven aan Seyss-Inquart, de Rijkscommissaris voor het Nederlandse bezette gebied, met het verzoek de schrijver Vestdijk, gijzelaar te St. Michielsgestel, vrij te laten. Het klad heeft zij bewaard.
Brief II ongedateerd
Doorn Zondag 7 uur vermoedelijk 28 juni 1942
Ans Koster aan Simon Vestdijk
Er is een brief gekomen van Ant (Ter Braak?) die haar komst op 7 of 8 juli aankondigt.
Brief III ongedateerd
Doorn Zondagmiddag 3 uur vermoedelijk 17 mei 1942
Ans Koster aan Simon Vestdijk
Zij vraagt of hij bezoek mag hebben.
Brief IV ongedateerd
Doorn Vrijdag
Ans Koster aan Simon Vestdijk
Over bezoek en over haar stem, die weer wegvalt. Er is een bom gevallen in de buurt, bij De Hoogt.
Brief I ongedateerd
Zondag 7 uur
Ans Koster aan Simon Vestdijk
Zij schrijft over haar bezigheden, de inmaak, de tuin en de honden.
Brief (deel) VI ongedateerd
Ans Koster aan Simon Vestdijk
Zij zendt hem boter, heeft er zelf een stukje afgenomen.
Brief VII ongedateerd
Ans Koster aan Simon Vestdijk
Over wat zij hem zendt en haar bezigheden.
Brief VIII ongedateerd
Doorn Vrijdag
Ans Koster aan Simon Vestdijk
De inhoud van haar zending aan hem. De heer Meyer is op bezoek geweest, hij zal Vestdijk eerstdaags schrijven over een essay over Du Perron, Ter Braak en Marsman. Zij weet weer wat hij bedoelt met 't papiertje.
Brieffragment IX ongedateerd
Maandagochtend
Ans Koster aan Simon Vestdijk
Gaat over de katten. De groenteboer mag niet meer aan huis bezorgen.
Brieffragment X ongedateerd
Zaterdagmorgen
Ans Koster aan Simon Vestdijk
Vraagt of hij nog eens sigaretten voor haar wil draaien.
Brief XI ongedateerd
Doorn Vrijdagmorgen
Ans Koster aan Simon Vestdijk
Zijn brief heeft zij laat ontvangen, maar zij had begrepen dat vertraging was ontstaan omdat de spoorweg in Den Bosch (door een bombardement - MN) was getroffen. Ze vraagt of zij in St. Michielsgestel nooit ‘eenig vrouwelijk gedoe’ zien en of alles ‘door de mannelijke hand behandeld wordt en gedaan’. (Een antwoord hierop is in de brieven van Vestdijk niet te vinden - MN). Verder over de tuin, voedsel en een bezoek van Annie Paap.
Brief XII ongedateerd
Donderdagmorgen
Ans Koster aan Simon Vestdijk
Zij krijgt bezoek van Pijper en Loes Bolleman. Heeft boerenkoolplanten in de tuin gezet en stuurt hem een krant met bericht over de vordering van fietsen door de bezetters.
Brief XIII ongedateerd
Maandag half 6
Ans Koster aan Simon Vestdijk
Over de honden, die gevochten hebben.
Brief XIV ongedateerd
Zondag 7 uur
Ans Koster aan Simon Vestdijk
Zij stuurt hem boter, suiker, jam, kaas, biscuit, snoep, sigaren en wat klapbessen, sluit tevens een brief in van Dr. G.K. Schauer uit Duitsland (de vertaler van Aktaion onder de sterren en Ierse nachten - MN). Er is een present-exemplaar gekomen van Twee recht, twee averecht door A. Bosman en C. Buddingh', waarin een gedicht is opgenomen uit Fabels met kleurkrijt.
Brief XV ongedateerd
Doorn Donderdag
Ans Koster aan Simon Vestdijk
Stuurt hem zijn zwarte pak en boter, een stuk leverworst en kalfsbiefstuk. Zij heeft zijn vader op bezoek gehad en zijn neef Jo Vestdijk. Zij haalt spinazie uit de tuin; er is geen groente te krijgen.
Brieven met dateringen van Vestdijk aan Ans Koster:
no. 1 | 5 mei 1942 | blz. 2 |
no. 4 | 8 mei 1942 | blz. 4 |
no. 5 | 9 mei 1942 | blz. 5 |
no. 7 | 11 mei 1942 | blz. 6 |
no. 8 | 16 mei 1942 | blz. 10 |
no. 9 | 17 mei 1942 | blz. 11 |
no. 11 | 23 mei 1942 | blz. 13 |
no. 14 | 27 mei 1942 | blz. 15 |
no. 16 | 29 mei 1942 | blz. 17 |
no. 18 | 2 juni 1942 | blz. 18 |
no. 21 | 5 juni 1942 | blz. 20 |
no. 25 | 10 juni 1942 | blz. 23 |
no. 26 | 10 juni 1942 | blz. 24 |
no. 28 | 12 juni 1942 | blz. 25 |
no. 30 | 15 juni 1942 | blz. 26 |
no. 33 | 18 juni 1942 | blz. 28 |
no. 35 | 23 juni 1942 | blz. 29 |
no. 37 | 25 juni 1942 | blz. 31 |
no. 39 | 27 juni 1942 | blz. 32 |
no. 40 | 29 juni 1942 | blz. 33 |
no. 42 | 2 juli 1942 | blz. 35 |
no. 43 | 3 juli 1942 | blz. 36 |
no. 44 | 7 juli 1942 | blz. 37 |
no. 47 | 11 juli 1942 | blz. 38 |
no. 48 | 14 juli 1942 | blz. 39 |
no. 50 | 18 juli 1942 | blz. 41 |
no. 52 | 21 juli 1942 | blz. 42 |
no. 53 | 24 juli 1942 | blz. 43 |
no. 56 | 28 juli 1942 | blz. 44 |
no. 57 | 1 augustus 1942 | blz. 46 |
no. 61 | 4 augustus 1942 | blz. 49 |
no. 62 | 5 augustus 1942 | blz. 49 |
no. 64 | 9 augustus 1942 | blz. 50 |
no. 65 | 10 augustus 1942 | blz. 51 |
no. 67 | 11 augustus 1942 | blz. 53 |
no. 71 | 18 augustus 1942 | blz. 55 |
No. 74 | 23 augustus 1942 | blz. 57 |
no. 77 | 30 augustus 1942 | blz. 58 |
no. 79 | 3 september 1942 | blz. 60 |
no. 82 | 7 september 1942 | blz. 62 |
no. 84 | 9 september 1942 | blz. 63 |
no. 85 | 10 september 1942 | blz. 64 |
no. 88 | 15 september 1942 | blz. 66 |
no. 89 | 17 september 1942 | blz. 67 |
no. 91 | 22 september 1942 | blz. 68 |
no. 94 | 25 september 1942 | blz. 69 |
no. 96 | 29 september 1942 | blz. 71 |
no. 98 | 3 oktober 1942 | blz. 73 |
no. 101 | 10 oktober 1942 | blz. 77 |
no. 104 | ongedateerd | blz. 80 |
no. 105 | 17 oktober 1942 | blz. 83 |
no. 107 | 26 oktober 1942 | blz. 86 |
no. 110 | 12 november 1942 | blz. 89 |
no. 114 | 24 november 1942 | blz. 93 |
no. 116 | 29 november 1942 | blz. 96 |
no. 118 | 5 december 1942 | blz. 100 |
no. 119 | 5 december 1942 | blz. 100 |
no. 121 | 14 december 1942 | blz. 104 |
no. 123 | 20 december 1942 | blz. 107 |
no. 125 | 27 december 1942 | blz. 111 |
no. 130 | 4 januari 1943 | blz. 114 |
no. 132 | 10 januari 1943 | blz. 116 |
no. 134 | 11 januari 1943 | blz. 117 |
no. 137 | 17 januari 1943 | blz. 119 |
totaal 64 brieven en briefkaarten |
brieven met dateringen van Ans Koster aan Vestdijk
no. 2 | 6 mei 1942 | blz. 3 |
no. 3 | 7 mei 1942 | blz. 4 |
no. 6 | 11 mei 1942 | blz. 6 |
no. 10 | 18 mei 1942 | blz. 13 |
no. 12 | 25 mei 1942 | blz. 14 |
no. 13 | 27 mei 1942 | blz. 14 |
no. 15 | 28 mei 1942 | blz. 17 |
no. 17 | 1 juni 1942 | blz. 18 |
no. 19 | 3 juni 1942 | blz. 20 |
no. 20 | 4 juni 1942 | blz. 20 |
no. 22 | 5 juni 1942 | blz. 21 |
no. 23 | 8 juni 1942 | blz. 22 |
no. 24 | 9 juni 1942 | blz. 22 |
no. 27 | 11 juni 1942 | blz. 25 |
no. 29 | 14 juni 1942 | blz. 26 |
no. 31 | 15 juni 1942 | blz. 27 |
no. 32 | 17 juni 1942 | blz. 27 |
no. 34 | 22 juni 1942 | blz. 28 |
no. 36 | 24 juni 1942 | blz. 31 |
no. 38 | 25 juni 1942 | blz. 32 |
no. 41 | 2 juli 1942 | blz. 35 |
no. 45 | 8 juli 1942 | blz. 38 |
no. 46 | 8 juli 1942 | blz. 38 |
no. 49 | 15 juli 1942 | blz. 40 |
no. 51 | 19 juli 1942 | blz. 41 |
no. 54 | 27 juli 1942 | blz. 44 |
no. 55 | 27 juli 1942 | blz. 44 |
no. 58 | 2 augustus 1942 | blz. 48 |
no. 59 | 4 augustus 1942 | blz. 48 |
no. 60 | 4 augustus 1942 | blz. 48 |
no. 63 | 9 augustus 1942 | blz. 50 |
no. 66 | 11 augustus 1942 | blz. 53 |
no. 68 | 13 augustus 1942 | blz. 54 |
no. 69 | 16 augustus 1942 | blz. 54 |
no. 70 | 17 augustus 1942 | blz. 55 |
no. 72 | 20 augustus 1942 | blz. 56 |
no. 73 | 21 augustus 1942 | blz. 56 |
no. 75 | 24 augustus 1942 | blz. 58 |
no. 76 | 27 augustus 1942 | blz. 58 |
no. 78 | 1 september 1942 | blz. 60 |
no. 80 | 4 september 1942 | blz. 62 |
no. 81 | 7 september 1942 | blz. 62 |
no. 83 | 8 september 1942 | blz. 63 |
no. 86 | 11 september 1942 | blz. 65 |
no. 87 | 12 september 1942 | blz. 65 |
no. 90 | 19 september 1942 | blz. 68 |
no. 92 | 22 september 1942 | blz. 69 |
no. 93 | 24 september 1942 | blz. 69 |
no. 95 | 27 september 1942 | blz. 70 |
no. 97 | 1 oktober 1942 | blz. 72 |
no. 99 | 5 oktober 1942 | blz. 76 |
no. 100 | 8 oktober 1942 | blz. 76 |
no. 102 | 11 oktober 1942 | blz. 79 |
no. 103 | 14 oktober 1942 | blz. 80 |
no. 106 | 17 oktober 1942 | blz. 86 |
no. 108 | 3 november 1942 | blz. 88 |
no. 109 | 7 november 1942 | blz. 88 |
no. 111 | 12 november 1942 | blz. 92 |
no. 112 | 15 november 1942 | blz. 92 |
no. 113 | 22 november 1942 | blz. 93 |
no. 115 | 28 november 1942 | blz. 95 |
no. 117 | 5 december 1942 | blz. 99 |
no. 120 | 11 december 1942 | blz. 104 |
no. 122 | 18 december 1942 | blz. 106 |
no. 124 | 26 december 1942 | blz. 110 |
no. 126 | 28 december 1942 | blz. 113 |
no. 127 | 31 december 1942 | blz. 113 |
no. 128 | 1 januari 1943 | blz. 113 |
no. 129 | 2 januari 1943 | blz. 113 |
no. 131 | 8 januari 1943 | blz. 116 |
no. 133 | 10 januari 1943 | blz. 116 |
no. 135 | 13 januari 1943 | blz. 119 |
no. 136 | 16 januari 1943 | blz. 119 |
no. 138 | 21 januari 1943 | blz. 121 |
no. 139 | 25 januari 1943 | blz. 121 |
no. 140 | 29 januari 1943 | blz. 121 |
no. 141 | 4 februari 1943 | blz. 122 |
no. 142 | 5 februari 1943 | blz. 122 |
no. 143 | 10 februari 1943 | blz. 122 |
totaal 79 brieven en briefkaartjes; | ||
plus nog 24 ongedateerde bladzijden, zijnde ca. 15 brieven. |
- voetnoot1.
- Bartling: waarschijnlijk iemand uit de kring van Groot Nederland.
- voetnoot2.
- Van Rantwijk: Arthur van Rantwijk, redactie-secretaris van Groot Nederland.
- voetnoot3.
- Meyer: onduidelijk wie dit is.
- voetnoot4.
- Godthelp: Henk Godthelp, leraar Nederlands in Den Haag, zijn vader was een collega van Vestdijks vader in Harlingen. Hij schreef voor het nationaalsocialistische Het Nationale Dagblad en had goede relaties in N.S.B.-kringen.
- voetnoot5.
- Pom: M. Nijhoff.
- voetnoot6.
- Frau Hoogendoorn: Gery Hoogendoorn, vrouw van de schilder en tekenaar Hogendoorn in Doorn.
- voetnoot7.
- Gr.N.: het tijdschrift Groot Nederland.
- voetnoot8.
- Ussipussie: één van de katten.
- voetnoot9.
- Henk: Henk Godthelp, wiens ouders in Harlingen zeer bevriend waren met Vestdijks ouders.
- voetnoot10.
- N. en v.D.: de uitgeverij Nijgh en Van Ditmar in Rotterdam.
- voetnoot11.
- Nike: de vrouw van Arthur van Rantwijk.
- voetnoot12.
- Ada: Ada Mesker, dochter van Vestdijks oom Henri en tante Jeanette.
- voetnoot13.
- Het versje van Jan Engelman is niet gevonden bij de brieven.
- voetnoot14.
- Theun: Theun de Vries.
- voetnoot15.
- Arthur: Arthur van Rantwijk.
- voetnoot16.
- Stols: de Haagse uitgever A.A.M. Stols.
- voetnoot17.
- v.d. W.: de auteur Johan van der Woude.
- voetnoot18.
- Ada: Ada Mesker.
- voetnoot⋆
- De dominees preeken en wijden zich aan ziekenbezoek in het lazaret en aan onderlinge twisten. O ja, dan heb je nog de knutselaars, ook een uitgebreide categorie, maar die in toom wordt gehouden doordat niet alleen ik de pest heb aan getimmer en ander lawaai. Dan natuurlijk nog de doktoren, maar die hebben 't niet druk.
- voetnoot19.
- ‘Het goede gerucht’ betreft kennelijk het bericht van Ada en Van der Woude uit brief no 41.
- voetnoot20.
- Marja: de dichter en prozaschrijver A. Marja.
- voetnoot21.
- Het ‘papiertje’ is een tekst van Vestdijk, waarin hij zich bereid verklaarde lid te worden van de Kultuurkamer. Het moest in geval van een bedreigende situatie worden opgestuurd.
- voetnoot22.
- Met de ‘gebeurtenissen waarover ik verder maar niet zal uitweiden’ bedoelt Vestdijk die van 15 augustus. Op die dag waren vijf gijzelaars doodgeschoten als represaille op een springstofaanslag in Rotterdam.
- voetnoot23.
- Toine: Toine Waterloo, jongste zoon van Ada Waterloo-Mulder, de jongste zuster van Vestdijks moeder (tante Nelly in de Anton Wachter-romans). Na het overlijden van Toines moeder is hij bij Vestdijks ouders in huis gekomen en door hen opgevoed.
- voetnoot⋆
- Tijdens een Katholieke wijding in de leeszaal, waarbij de pastoor en de gemeente om beurten prevelden op de bekende wijze, zei hij: ‘Als ze aan het schaken waren, was het allang remise geweest!’. (Zooals je weet is het remise, wanneer van weerskanten telkens dezelfde zetten worden gedaan). Schaak jij nog wel?
- voetnoot24.
- Van Randwijk: de burgemeester van Amersfoort. (Antwoord op een vraag van Ans Koster in haar brief van 5 oktober).
- voetnoot25.
- Het tussen haakjes geplaatste is later toegevoegd.
- voetnoot26.
- Julia: de vrouw van ds Henkels.
- voetnoot*
- gedateerd op grond van poststempel
- voetnoot27.
- Omdat een groet en naam ontbreekt onder deze brief, is het mogelijk dat er een bladzij ontbreekt.
- voetnoot28.
- Gestelsche liederen: verscheen in 1949 bij De Bezige Bij.