| |
| |
| |
Jean Brüll
Vestdijkiana extrachronica - 3
Steeds vergat ik Rudi van der Paardt te bedanken voor de titel van deze rubriek; hij bedacht hem en hij gebruikte hem met Harry Bekkering voor het eerst in de Vestdijkkroniek van september 1977, nummer 17, p. 55. Ik kreeg de titel kado, waarvoor nu eindelijk mijn dank.
Anbeek, Ton: ‘Existentialisme in de Nederlandse literatuur: een absurd probleem?’ in: Literatuur, jrg. 1 (1984) no. 1, p. 4-8; over: S. Vestdijk, De kellner en de levenden en De ziener op p. 6, 7 en 8. |
|
Anonymus: ‘Verzamelen geblazen. Poëzie in enkele lijnen’ in: Het Volk, 7 april 1983. Over: S. Vestdijk, Wanneer mijn vader sterft, laat mij dan staan. Een bloemlezing uit zijn gedichten, samengesteld en ingeleid door Martin Hartkamp. Bert Bakker, Amsterdam. 1982. |
|
Anonymus: ‘Waar de toekomst wordt gevreesd wordt altijd ruim gedronken’ in: Katholiek Nieuwsblad, 14 oktober 1983; over: Ierse nachten. |
|
Anonymus: ‘Simon Vestdijk scherp in beeld. Schrijversprentenboek voor vierde keer herdrukt’ in: Trouw, 26 januari 1984. |
|
Anonymus: ‘Kostbare Vestdijkcollectie voor “Hannemahuis”’ in: Harlinger Courant, 31 januari 1984. |
|
Borgers, Gerrit: ‘Tijdschriften schrijven hun tijd - ook in 1948’ in: De Gids, jrg. 147 (1984) 1/2, p. 80-8.7; S. Vestdijk op p. 81, 82, 83, 84 en 85. |
|
Borgers en Wadman: ‘Lotgevallen van een briefwisseling’. Over: de begeleidende brieven bij ‘Heden ik, morgen gij’ van
|
| |
| |
H. Marsman en S. Vestdijk. In: Bzzlletin, jrg. 12 (1984) 114 (maart) p. 74-80. |
|
Bork, G.J. van: ‘1984: Vestdijkjaar’ in: Literatuur, jrg. 1 (1984) 2 (maart/april) p. 109. |
|
Bronzwaer, W.: ‘Vestdijk dankt veel aan de grammofoon’. Over: S. Vestdijk, Verzamelde muziekessays, deel 3 en 4. In: De Volkskrant, 3 februari 1984. |
|
Brouwers, Jeroen: Zachtjes knetteren de letteren. Een eeuw Nederlandse literatuurgeschiedenis in anekdoten. De Arbeiderspers (Synopsis), Amsterdam, 1983, 2e druk (1e druk 1975), p. 94, 100, 102, 105-108, 109, 111, 133, 135, 157, 158, 159, 179, 260, 261, 262, 263, 266, 268, 274, 290R. |
|
Deel, T. van: Interpretatie poëzie S. Vestdijk. (Codenummer 103.010. H) Onderzoeker: T. van Deel. Aangevangen in: 1977. Te beëindigen in: 1983. Te verwachten publikaties: één monografie en één artikel in 1983. Het project richt zich in het bijzonder op Vestdijks zogenaamde beeldgedichten. In het kader van dit project in de verslagperiode verschenen publikaties': 't Was nimmer helder wat ik zong’, tekst van een lezing, gehouden in het HOT-theater te 's-Gravenhage op 1 maart 1982 in het kader van een avond Rondom S. Vestdijk, later in: Vestdijkkroniek, juni 1982, nummer 35, p. 55-62 en S. Vestdijks episch gedicht in negen zangen, Mnemosyne in de bergen, (persklaar artikel). Uit: Verslag van het wetenschappelijk onderzoek over het jaar 1982. Instituut voor Neerlandistiek, Amsterdam, 1983, p. 15 en 35. |
|
Deel, T. van: Uitgave ongepubliceerd gebleven poëzie van S. Vestdijk. (Codenummer 103.034.H) Onderzoeker: T. van Deel. Aangevangen in: juni 1982. Te beëindigen in: 1984. Te verwachten publikatie: één leeseditie in 1983. Doel van het project is een editietechnisch verantwoorde uitgave van Vestdijks ongepubliceerd gebleven poezie, met annotaties, vergezeld van een studie over Vestdijks creatieve
|
| |
| |
werkwijze, en variantennotatie en -studie. In het kader van het project in de verslagperiode verschenen publikatie: Vestdijks ‘Twee beken’ in: Juffrouw Ida, Nederlands letterkundig museum en documentatiecentrum, jrg. 8 (1982), nummer 2, p. 1-17. Uit: Verslag van het wetenschappelijk onderzoek over het jaar 1982. Instituut voor Neerlandistiek, Amsterdam, 1983, p. 16 en 35. |
|
Deel, T. van: ‘Ceterum censeo’ in: Maatstaf, jrg. 31 (1983) 9, p. 67-68. |
|
Deel, T. van: ‘Vestdijkkroniek’ in Trouw, 5 april 1984, rubriek ‘Literaire tijdschriften’. |
|
Gool, Jef van: Over Hubert Lampo. Beschouwingen en interviews, redactie Jef van Gool. Bzztôh, 's-Gravenhage, 1983, 300 p., Literair Archief Serie. S. Vestdijk, ‘Een iets te trage parachutist: “De ruiter op de wolken” van de “statische” romancier Hubert Lampo’, p. 50-52; uit: Algemeen Handelsblad, 22 oktober 1949; niet eerder gebundeld. |
|
Harskamp, Jaap T.: De scheppende mens. Essays over creativiteit en cultuur. Bzztôh, 's-Gravenhage, 1984, p. 58, 59, 60 en 175. |
|
Kralt, P.: Door nacht en ontijd. De Ierse romans van S. Vestdijk. Huis aan de Drie Grachten, Amsterdam, 1983, 128 p. PHOENIXreeks, onder redactie van Harry Bekkering en Mani Kummer. |
|
Kralt, P.: ‘Richard Beckfords verre zwerftocht’ in: Maatstaf, jrg. 31 (1983) 12 (dec.) p. 85-99. Over: Rumeiland. |
|
Kroon, Dirk: Ik heb mijzelf nog van geen ding bevrijd. Een bundel opstellen over de poëzie van M. Vasalis, samengesteld door Dirk Kroon. Bzztôh, 's-Gravenhage, 1983, 264 p. S. Vestdijk, ‘Eerbied voor de gewoonste dingen’, p. 33-38; uit: NRC, 15 februari 1942; niet eerder gebundeld en S. Vestdijk, over: De vogel phoenix, p. 75-77, uit: Het Parool, 22 november 1947; niet eerder gebundeld. |
| |
| |
Luxemburg, Jan van, Mieke Bal en Willem G. Weststeijn: Inleiding in de literatuurwetenschap. Dick Coutinho, Muiderberg, 1983, 3e druk. S. Vestdijk op p. 71, 130, 186-187 De ziener, 302 en 307. |
|
Marres, R.F.M.: De vertelsituatie en de hoofdmotieven in de Anton Wachter cyclus van S. Vestdijk. Huis aan de Drie Grachten, Amsterdam, 1983, 303 p. Reeks Kritische Studies, nummer 4. |
|
Nord, Max: ‘Vestdijk: eerst vies genoemd, later geroemd’ in: Parool Uit en thuis, 21 maart 1984, p. 9. Over: Rudi van der Paardt: Je kunt er toch bij blijven zitten? De Bezige Bij, Amsterdam, 1983. |
|
Overbeeke, Emanuel: Merlijn: symfonisch drama. Tekst van Simon Vestdijk, muziek van Willem Pijper. Doctoraalscriptie. Instituut voor muziekwetenschap, Rijksuniversiteit Utrecht, 1983, 74 blz. Begeleider: Prof. M.A. Flothuis. |
|
Sande, Jef van de: Simon Vestdijk, De kellner en de levenden. Nummer N-9 in de ‘Memoreeks’, analyse en samenvatting van literaire werken, onder redactie van Sjaak Hubregtse en Jan Heerze. Walva-boek/Van Walraven, Apeldoorn, 1984, 40 p. |
|
Spoor, Corine: ‘Het literaire debuut van een gedreven biograaf’. Nol Gregoor ‘Had Vestdijk mij nu nog maar een beetje kunnen volgen’ in: De Tijd, jrg. 10 (1984) 22 (27 jan.) p. 43-47. |
|
Veenstra, J.H.W.: ‘Du Perron en Vestdijk, een vriendschap met haperingen’ in: Maatstaf, jrg. 31 (1983) 12 (dec.) p. 56-71; tekst van een lezing gehouden tijdens de jaarvergadering van de Vestdijkkring d.d.. 2 april 1983 te Utrecht. |
|
Vestdijk, S.: Dichtkunst als magie. Bij de poëzie van Achterberg. Avalon Pers, Woubrugge, 1983, 12 p. ‘Dichtkunst als magie’ verscheen eerder in Het Parool van 11 februari 1946; niet
|
| |
| |
eerder gebundeld. Ter gelegenheid van de jaarwisseling 1983-'84 werd het voor de aangeslotenen van het Genootschap Gerrit Achterberg door de Avalon Pers gezet uit de Walbaum en gedrukt op Drie Kronen in een oplage van 275 exemplaren. |
|
Voeten, Jessica: ‘LS van Boeken en Schrijvers’ in: Cultureel Supplement NRC Handelsblad, 13 januari 1984. Over: Daisy Wolthers, Schrijversprentenboek - 2 S. Vestdijk, Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, 's-Gravenhage, (november) 1983, 53 p., vierde herziene en uitgebreide druk. |
|
Vries, Theun de: Voetsporen door de tijd. Portret van een kunstenaar. Interviews door Hans van Waarsenburg. Meulenhoff, Amsterdam, 1984, p. 8, 89, 90, 91, 92, 98, 129, 132, en 165. |
|
Wadman, Anne: ‘Geen revolutie te zien. Tijdproblemen en tijdsproblemen’ naar aanleiding van Simon Vestdijks tweede Anton Wachter-serie. In: Nieuw Letterkundig Magazijn, jrg. 1 (1983) no. 2 (dec.) p. 27 t/m 33. Samenvatting van de lezing, gehouden te Groningen voor de Noordelijke Afdeling van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde op 29 januari 1983. |
|
Wynia, G.H.: ‘De schrijver en de onzichtbare hand. Vestdijk over het schrijven en de vrouw’ in: De nieuwe taalgids, jrg. 76 (1983) 4 (juli) p. 327-332. |
| |
Rektifikatie
In S. Vestdijk, Schrijvers Prentenboek 2, 1983, 4e druk herzien en uitgebreid door Daisy Wolthers, staat bij afbeelding nr. 36: ‘Met zijn vriend de componist Willem Pijper’. Mevrouw Wolthers deelt mee dat dit een vergissing is. Het moet zijn: ‘Met zijn vriend Johan van der Woude’.
|
|