[Nummer 35]
Redactioneel commentaar
In ‘Het biografiese en de Vestdijkkroniek’ stelt Nol Gregoor dat de adviserende medewerkers als overbodige versierselen de binnenflap van de Vestdijkkroniek tooien, omdat hun nooit om advies wordt gevraagd. Hij heeft gelijk. Tenminste voor wat betreft de periode die begint bij het moment (midden '79) waarop de redactie werd uitgebreid tot zeven leden. Vanaf dat tijdstip werd inderdaad nooit de hulp ingeroepen van de adviseurs, omdat men die niet nodig had. Daarvóór was dat anders. Er waren toen vier redacteuren, waarvan de meesten behoefte gevoelden aan steun. Men vond die door adviserende medewerkers aan te trekken. De redacteuren hebben indertijd verschillende malen advies gevraagd aan hun adviseurs.
Maar na de instelling (medio '79) van een zo goed als geheel vernieuwde en tot zeven leden uitgebreide redactie, bleek de behoefte aan steun verdwenen. Door de wet van de traagheid bleven de adviserende medewerkers toch tot op heden compareren op het binnenblad van de kroniek. Het is dus terecht dat een van hen, Gregoor, ons nu verwijt dat wij hun namen in ons blad blijven voeren. Wat wij reeds veel eerder hadden moeten doen, deden wij daarom nu: wij namen een onaangename maar noodzakelijke taak op ons, en verzochten onze adviserende medewerkers of wij hen mochten ontheffen van een functie waarvan de zin verloren gegaan is. Wij danken hen ten zeerste voor het goede werk dat zij (in een vorige periode) gedaan hebben.
De redactie