| |
| |
| |
Loet Abell en Ria den Hartog | In gesprek met Mieke Vestdijk
Mieke, je hebt je studie nu praktisch beëindigd. Waarom ben je rechten gaan studeren?
Daar zijn een aantal redenen voor. Ik wilde iets te doen hebben, iets konstruktiefs wat te overzien was. Niet zomaar een kursus, maar een echte studie en een rechtenstudie kwam goed uit met het beheren en de verzorging van de nalatenschap van Simon. Ik ben ook eigenlijk afgestudeerd op het auteursrecht.
Je hoort dikwijls dat het tijd wordt Vestdijk's brieven uit te geven. Wat vind jij daarvan?
Of dat in letterkundig opzicht van belang is weet ik niet, ik ben natuurlijk niet letterkundig gespecialiseerd. Ik vraag me altijd af of het uitgeven van brieven wel belangrijk is, of dat een ander licht op de schrijver kan werpen dan z'n gewone werk. Er zijn natuurlijk ook heel persoonlijke brieven bij en ik geloof niet dat het voor het beter leren kennen van het werk belangrijk is om die persoonlijke brieven te kennen. En dan is er ook nog de auteursrechtelijke kant die bij brieven niet makkelijk ligt. Degene die de brief verzonden heeft, houdt het auteursrecht en degene die de brief ontvangt is alleen maar eigenaar van het papier. Die kan er dus zonder toestemming van de afzender, - of z'n rechtsverkrijgende in dit geval -, niets mee doen.
En hoe sta je tegenover het uitgeven van ander niet gepubliceerd werk?
Brieven vind ik vaak te persoonlijk, maar al het andere niet gepubliceerde werk moet zeker vastgelegd worden, al was het alleen maar om het als studie-objekt toegankelijk te maken. Alleen, dat heeft geen haast. Er zijn mensen die al jaren vragen: waar blijven nu alle ongepubliceerde gedichten? Sommigen zeggen dat die niet gepubliceerd mogen worden omdat Vestdijk zelf de keuze heeft gemaakt wat we en wat niet uitgegeven mag worden. Ik vind gewoon dat alles in druk verschenen moet zijn om voor studiedoeleinden toegankelijk te zijn, maar dat moet dan wel zorgvuldig gebeuren en het is niet makkelijk om iemand te vinden die dat kan gaan
| |
| |
verzorgen en annoteren. Maar er komt zeker een vierde deel bij de verzamelde gedichten uit van ongepubliceerd werk. Er komen ook nog ongepubliceerde verhalen uit; romans zijn er niet meer. Alles moet gepubliceerd worden, daar ben ik van overtuigd, alleen mondjesmaat, want je hebt natuurlijk altijd te maken met uitgevers die daar toch de kosten van moeten dragen en niet altijd happig zijn op iets dat waarschijnlijk verlies oplevert; het moet passen in het fonds en het moet budgettair kunnen.
En je weet niet of er op dit moment al aan gewerkt wordt, of er mensen zijn die dat op verantwoorde wijze kunnen annoteren? Heb je iemand op het oog die daarvoor in aanmerking zou komen?
Jawel, ik vind dat de gedichten geannoteerd moeten worden door Martin Hartkamp, omdat hij de eerste drie delen ook heeft gedaan. Daar is hij
Vestdijk buiten met koptelefoon, luisterend naar muziek, zomer 1968
| |
| |
toen jaren mee bezig geweest en dit vergt ook jaren. Je moet een enorme poëziekenner hebben die dat wil doen en hij moet zelf zijn eigen werk een aantal jaren opzij kunnen zetten. Het uitgeven van de verspreide essays bijvoorbeeld is ook zo'n tienjaren plan. Je kunt pas gaan uitgeven als werkelijk alles doorgewerkt is en dat doorwerken kost jaren. Dat is dus voor de uitgever een enorme koffiedikkijkerij en een heel kostbaar projekt. Ik vind bijvoorbeeld ook dat overwogen moet worden om alle muziekboeken te herdrukken, maar dat waren toen ze voor het eerst verschenen al verliesgevende posten en dat zullen ze nu nog zijn. Kleine oplagen, nooit herdrukt, maar het moet toch weer verkrijgbaar zijn. Daar heb ik altijd naar gestreefd, dat alles verkrijgbaar is. Je moet gewoon naar de winkel kunnen stappen en alles wat Vestdijk gepubliceerd heeft kunnen bestellen, het werk moet toegankelijk zijn.
In het Letterkundig Museum is nogal veel aanwezig aan ongepubliceerd werk. Aan schema's en aantekeningen die hij gebruikte voor zijn romans en ander werk. Is iedereen gerechtigd dat in te kijken of heeft men daarvoor jouw toestemming nodig?
Ja, alles wat zich in het Letterkundig Museum bevindt van Simon is mijn eigendom gebleven; ik ben dus auteursrechthebbende en daarom moet iedereen toestemming vragen. Dat krijgen ze vrijwel altijd, een enkele keer zeg ik nee, want dan ben ik toevallig net zelf wat van plan met het werk en op dat moment is het dan niet opportuun dat men daarin kijkt, maar voor het overige krijgt eigenlijk altijd iedereen toestemming.
En mogen daar ook dingen uit gepubliceerd worden, mag men gebruik maken van bepaalde aantekeningen wanneer men een artikel wil schrijven?
Daar heeft men ook toestemming voor nodig. Meestal gaat het zo dat iemand toestemming vraagt om een bepaald schema in te kijken en in dezelfde brief aangeeft wat hij ermee van plan is. Dan kan ik tegelijk toestemming geven om het in te zien én eruit te publiceren. Voor bepaalde schema's is veel belangstelling; ik zou er bijvoorbeeld niets op tegen hebben om het romanschema van De koperen tuin te publiceren. Het ligt er ook aan voor welk doel men het nodig heeft. Wanneer het in een literair tijdschrift of de Vestdijkkroniek bijv. wordt gebruikt is dat iets heel anders dan wanneer men het voor een scriptie gebruikt, al heb ik daar
| |
| |
ook geen bezwaar tegen want dat zijn twee of drie exemplaren, meestal niet meer. Maar het is een keer gebeurd in de Vestdijkkroniek dat iemand een heel ongepubliceerd verhaal heeft opgenomen in zijn artikel en dat mag absoluut niet. Dat kan ook niet, want bovendien kwam dat verhaal een maand later uit bij een uitgeverij die, zeer terecht, vreselijk nijdig was, want ik moet tegenover de uitgever garanderen dat niemand anders het auteursrecht heeft en dan loop je elkaar voor de voeten. Dat kan niet omdat de uitgever een financieel risiko loopt en zich niet kan permitteren dat hij iets uitgeeft dat ergens anders verschenen is. Bovendien wordt ik er dan voor aangesproken omdat ik het had moeten weten en ik mag niet aan twee mensen tegelijk toestemming geven om hetzelfde verhaal te publiceren.
Vestdijk binnen, met Mahler
Vestdijk reisde veel. Waar ging hij het liefst heen?
Van oudsher de Alpen, het berggebied. Hij heeft geloof ik, één reis gemaakt naar de Franse Alpen, maar voor de rest waren het altijd de
| |
| |
Oostenrijkse en Duitse Alpen. In Zwisterland is hij heel weinig geweest. In Berchtesgaden en Oberstdorf is hij talloze malen geweest en al heel vroeg. Voor het eerst met zijn vader in ongeveer 1926. We hebben nog heel oud materiaal uit die tijd, reisgidsjes e.d.
En dat is later weer terug te vinden in zijn werk, de indrukken die hij daar opdeed?
Ja later, in 1955 of daar in de buurt, heeft hij gehoord dat hij die reizen kon aftrekken van de belasting. Maar dan was hij ook zo dat hij dan vond dat hij inderdaad een boek moest schrijven waarin dat decor was gebruikt. Vandaar dat er vanaf die tijd heel regelmatig alpenromans zijn verschenen.
In het begin van jullie huwelijk hebben jullie veel gereisd. Waar gingen die reizen dan naartoe en in welke boeken is dat allemaal terug te vinden?
De eerste reis die we maakten, - we hadden toen voor het eerst een auto, - zijn we verschrikkelijk aan het zwerven geweest. Simon heeft mij in de omgeving van Berchtesgaden alle plekjes laten zien die een rol speelden in de romans. We zijn daarna doorgereden naar Venetië, daar speelt De leeuw en zijn huid, dat had hij toen net geschreven.
Hij had eerst de roman geschreven en toen gingen jullie pas in Venetië kijken?
Ja, ook van Het vijfde zegel, de Ierse romans en de Griekse romans heeft hij nooit iets gezien. Zo heeft hij ook De leeuw en zijn huid geschreven vóór hij Venetië zag, uitsluitend door zich te dokumenteren via boeken, plattegronden, foto's e.d. En toen wij dus in Venetië rondliepen, kenden we Venetië al en dat was erg leuk. En we konden ook zo vertellen waar de families die in dat boek een hoofdrol speeelden, woonden. De Ottoboni's bijvoorbeeld, ‘daar heb je het huis van de Ottoboni's en daar woonde de poppenspeler’.
En dan natuurlijk Berchtesgaden wat terug te vinden is in De filmheld en het gidsmeisje?
Ja, maar dat is alleen de eetzaal in hotel de Vier Jahreszeiten en mevrouw
| |
| |
Dijkstra, dat ben ik dan. Maar De filmheld en het gidsmeisje speelt in de Dolomieten en de filmheld heet Frits Belluno omdat wij hebben overnacht in Belluno. Ik meen dat het in 1967 is geweest, Simon kon toen niet zo goed lopen en daarom hebben wij toen met de auto erg veel door de bergen gereden. Dat was de tweede keer dat we naar Venetië gingen.
Die auto was waarschijnlijk een ongekende luxe voor Vestdijk omdat hij zelf geen rijbewijs had en alles met het openbaar vervoer en te voet moest doen.
Ja, maar hij kon uitstekend lopen. Ik herinner me dat ik in het eerste jaar, dat was in 1966, ik was toen in verwachting van Dick, hem steeds moest vragen om een beetje rustig aan te doen, dat ik zo nu en dan eens kon zitten. Hij liep met de rugzak en alles wat we nodig hadden op zo'n wandeling en beende maar door. Hij was toen al achter in de zestig.
Het begin van De filmheld en het gidsmeisje speelt dus in hotel de Vier Jahreszeiten, in de eetzaal boven die in het boek de Pijpenla wordt genoemd. Maar logeerden jullie daar ook?
Het is een licht gebogen pijpenla. We zijn er later nog wel geweest en de schilderijen hangen er nog precies zo, alleen het dansvloeirtje is erbij getrokken, dat was er vroeger niet. Het is nu dus aan een kant wat uitgebouwd. Maar wij logeerden daar niet, we logeerden in hotel Post Leithaus, daar logeerde Simon altijd. Dat ligt er tamelijk dicht bij, meer in het centrum van Berchtesgaden. Daar ontmoetten we ook de hoofdpersoon, de filmheld. Dat was de ober met die gekke witte vlek op zijn gezicht. Dat was wel een heel opvallende figuur door die vlek.
Waarom las Vestdijk al zijn boeken aan jou voor?
Dat had een dubbele reden. In de eerste plaats had ik vrijwel niets van hem gelezen toen ik met hem trouwde, misschien zo'n twee of drie boeken en dat dan zo'n tien jaar daarvoor. Maar hij vond het ook plezierig om zijn werk voor te lezen. Eén boek heeft hij niet voorgelezen, dat is Het vijfde zegel, daar voelde hij zelf niet voor. Maar ieder nieuw boek las hij sowieso voor, ook al zat er niemand te luisteren. Hij schreef een boek eerst in dictaatcahiers en daarna typte hij het uit en dat typoscript las hij
| |
| |
hardop voor om te horen of zinnen goed liepen, of er niet per ongeluk een woord te snel herhaald werd. Maarten 't Hart heeft eens gezegd dat die boeken duidelijk op voorlezen zijn geschreven en dat is ook zo.
Welke boeken hadden speciaal zijn en jouw voorkeur?
Van Simon zelf weet ik dat hij een hele grote voorkeur had voor De koperen tuin mijn voorkeur gaat uit naar Ierse nachten.
Als ik nu voor de boekenkast ging staan en ik zou een boek pakken, dan zou ik toch Ierse nachten weer pakken. Het lijkt gek, het speelt in 1865, maar het is heel aktueel en ik vindt het heel boeiend geschreven. En bij het korrigeren nu, dus meer dan tien jaar na het voorlezen, merk je toch dat je ouder wordt, dat je een boek anders leest. Er zijn ook boeken die ik vroeger verschrikkelijk vervelend vond en die ik nu met plezier lees.
Welke zijn dat bijvoorbeeld?
Ik herinner me alleen dat we verschrikkelijk gekibbeld hebben over Op afbetaling, ik heb me daar vreselijk aan geërgerd, als je toch vrouwen een dergelijke rol laat spelen, nee, ik vond dat helemaal niet aardig. Maar als ik het nu lees, vind ik het erg goed geschreven, prima Nederlands. Want als je vijf jaar studieboeken hebt moeten lezen dan is het een verademing om weer eens goed geschreven boeken te lezen.
Wat vind je in het algemeen van Vestdijk's vrouwbeeld zoals dat in z'n romans naar voren komt?
Dat weet ik niet, dat is te moeilijk want ik kan dat niet scheiden. Simon, zoals ik weet dat hij over vrouwen dacht en zoals die in de romans zijn terecht gekomen, ik weet niet of dat elkaar precies dekt. Maar ik vind wel, en dat is niet verwonderlijk, dat het een typische man van de vorige eeuw nog was. Hij had bijvoorbeeld niets tegen het feit dat ik rookte, dat liet hem koud, maar een lange broek dragen dat vond hij toch eigenlijk, nee, dat deed je niet als vrouw. Een tamelijk konservatief vrouwbeeld dus.
Hoe gaat het nu, tien jaar na de dood van Vestdijk, met de verkoop van de boeken?
Net voor zijn dood, de jaren dat hij zo ziek was, is de verkoop vreselijk
| |
| |
terug gelopen. Een daling tot tussen de tien en de vijfentwintig procent, het liep werkelijk heel erg achteruit, maar na zijn overlijden is het met sprongen omhoog geschoten tot ongeveer het negende jaar na zijn dood en nu loopt het iets terug, d.w.z. de omzet, maar die cijfers kun je niet helemaal vergelijken, want als er een jaar is met een verfilming, dan krijg je een heel vertekend beeld. Dan wordt er van het boek dat verfilmd is enorm veel verkocht, maar als je dat wegdenkt dan blijft het ongeveer stabiel, heel redelijk stabiel. Ik zie natuurlijk alleen de afrekeningen van de uitgevers en die zijn niet zo dat ik de boekencijfers kan zien; de oplagecijfers bijvoorbeeld weet ik niet. Bij De Bezige Bij kan ik wel precies zien hoeveel exemplaren er verkocht zijn, maar andere uitgevers specificeren niet.
Dus je weet niet welke titels nu heel goed verkopen?
Ja, er zijn zolangzamerhand een aantal klassieke titels die altijd weer verkopen: De koperen tuin en de Anton Wachterromans. En ik ben erg benieuwd hoe nu Het verboden bacchanaal loopt, want dat boek is nooit gegaan, maar met de film heb je kans dat er opeens meer belangstelling voor is en er ligt nu een nieuwe herdruk in de boekhandel.
Hoe vind je de film?
Ik vind Wim Verstappen een uitstekend Vestdijkvertolker, maar er zitten dit keer duidelijk stukken in de film die niet in het boek voorkomen en daar heb ik toch wel erg veel moeite mee. Hij gebruikt de dialogen goed, want die gebruikt hij bijna letterlijk en het is ook niet zo dat het stuk dat niet in het boek voorkomt helemaal erbuiten valt, zo is het ook niet. Je moet natuurlijk een heleboel uit het boek weglaten anders zou het een veel te lange film worden, het moet altijd worden bewerkt tot een uur of twee, maar dat hij er dan nog een heel nieuw element inbrengt, daar heb ik moeite mee.
Je vindt het een duidelijk eigen interpretatie die hij vorm geeft?
Ja, hij heeft het boek als gegeven en hij mag daarvan maken wat hij wil, dat is zijn goed recht. Het is een film náar de roman en niet ván de roman. Er zijn altijd weer mensen die zeggen: je mag die boeken niet geven om te
| |
| |
In het Uffizi museum, najaar 1967
verfilmen, maar aan de andere kant, het boek blijft bestaan. Je kunt altijd het boek lezen en mensen die daar de voorkeur aan geven moeten dat zeker doen. Die film is maar een interpretatie en zo heeft iedere lezer zijn interpretatie alleen zie je die niet verfilmd. Goed beschouwd is een film alleen maar een geregistreerde interpretatie die verspreid wordt, zo zou je het kunnen zien.
Wat vond Vestdijk zelf van het verfilmen van zijn werk. Heeft hij zich ooit gerealiseerd dat dit zou kunnen gebeuren.
Er zijn vanaf ongeveer de vijftiger jaren filmplannen geweest voor diverse romans. Dat is toen nooit gerealiseerd maar er is hem wel diverse keren toestemming gevraagd en daar heeft hij nooit nee op gezegd. Of hij echt enthousiast was weet ik niet, want de eerste film die wel gerealiseerd is, dat was na zijn dood. Hij zei altijd: ze kunnen het doen maar het gebeurt
| |
| |
toch niet want het kost teveel geld of ze zien er geen kans toe. Hij geloofde er niet in, maar hij had er geen bezwaar tegen, hij gaf wel toestemming. Het klink misschien een beetje hard, maar Simon was er wel gevoelig voor om geld te verdienen met zijn werk. Hij zal dus ook in dit opzicht wel gedacht hebben: als het geld opbrengt dan wil ik dat wel doen.
Dat moet je wel zien tegen de achtergrond van al die jaren dat hij nauwelijks kon bestaan van de schrijverij, dat het dan op een gegeven moment wel essentieel is als het iets oplevert. Als je ook ziet was hij in die tijd vertaald heeft alleen om den brode. Waarschijnlijk ook wel omdat die boeken hem interesseerden, maar hij moest toch proberen ervan te leven. Dat is wel zielig want om die reden heeft hij - ik denk bijvoorbeeld aan de vertalingen van Conan Doyle - de rechten verkocht, eenmalig heeft hij daar tweehonderdvijftig gulden voor gekregen. Waarschijnlijk had hij op dat moment geld nodig.
Jullie hebben veel naar muziek geluisterd. Waar ging jullie voorkeur naar uit?
Wanneer Simon niet schreef, luisterde hij de hele dag naar muziek: Dat begon 's morgens met Haydn en dan heel konsekwent iedere dag een symfonie van Haydn net zo lang tot we alle symfonieën hadden afgewerkt. Of het begon 's morgens met Bach en dan net zo lang tot we alle cantate's hadden gehoord. In elk geval 's morgens iets uit de hoek van de vrij simpele muziek en dat liep dan de hele dag op tot 's avonds Mahler of zo en dan ook weer heel systematisch, alle symfonieën van Mahler op een rij. Er werd bijvoorbeeld na de eerste symfonie van Mahler niet de derde van Brahms besluisterd. Hij was een uitstekend leraar, Simon. Hij deed het natuurlijk ook omdat hij er zelf plezier in had en om het werk, voorzover ik het niet kende, bij mij te introduceren. Nu kende ik wel veel muziek, maar Mahler kende ik slecht en Bruckner kende ik niet. Simon's belangstelling ging ook uit naar hedendaagse muziek, hij hield dat allemaal goed bij en daarvan kende ik heel weinig.
Welke componisten waren dat met name?
Hij luisterde veel naar Hans Werner Henze, Vaughan Williams, Bohuslav Martinu, Carl Nielsen en natuurlijk Herman Mulder, om er een paar te noemen. Naar de konsertzaal zijn we maar een paar keer geweest; we zijn
| |
| |
naar Electra geweest o.a., maar hij ging liever niet naar de konsertzaal omdat hij erg veel hinder had van knippende tasjes, gekuch en alle mogelijke andere bijgeluiden die nu eenmaal altijd in een konsertzaal hoorbaar zijn, zeker als je het niet meer gewend bent. En we hebben zo'n mooie platenkollektie dat het niet opweegt tegen de levende muziek met alle hinderlijke bijgeluiden van dien. Levende muziek is, vind ik, te preferen, maar dan had Simon de wens dat er verder geen publiek zou zijn en dat kon natuurlijk niet.
Gingen jullie weleens naar een toneelvoorstelling?
Nee, Simon hield niet van toneel. Dat is een beetje merkwaardig want zijn vader en moeder, zeker zijn moeder, waren erg toneelminded. Zijn vader heeft veel geregisseerd en zijn moeder speelde heel graag toneel.
Stonden zijn vader en moeder niet veel dichter bij het mondaine leven dan Vestdijk zelf?
Nou, dat weet ik niet. Simon is wel veel uit geweest hoor. Maar later niet, want dat vond hij zonde van zijn tijd.
Aan het Lago di Garda, september 1966
| |
| |
Heb je niet de indruk dat hij soms een titel voor een boek bedacht om op een groter publiek te mikken, dat het boek goed verkocht zou worden, zoals bijvoorbeeld De dokter en het lichte meisje?
Dat is maar gedeeltelijk waar, want dat boek heette eerst anders: De dokter en Laotse, dat is de eerste titel en de uitgever heeft toen gezegd: dat is wel aardig, maar het is een onverkoopbare titel. In hoeverre de titel De dokter en het lichte meisje toen door Simon bedacht is of door de uitgever of door beiden dat weet ik niet. Om die titel is het boek toen in Limburg in beslag genomen en in Amsterdam is er een kort geding over geweest. Dat is nl. ook een auteursrechtelijk probleempje, of een titel auteursrechtelijk beschermd is, daar is geen eenduidige uitspraak over, maar het kort geding over deze titel is gewonnnen d.w.z. de president van de rechtbank heeft toen uitgemaakt dat die titel beschermd was. Maar er zijn andere voorbeelden: Meneer Visser's hellevaart heette eerst Meneer Visser's klein inferno en dat is ook op aanraden van de uitgever veranderd
Dus de uitgever is voor wat betreft de titels min of meer Vestdijk's kommerciële leidsman geweest, die beoordeelde de titels op de verkoopbaarheid?
Ja, en de uitgever vond ook dat hij dat mocht doen want die loopt de financiële risiko's.
Ben je van plan iets met je studie te gaan doen nu je klaar bent?
Dat weet ik nog niet, ik ben er om te beginnen verschrikkelijk moe van geworden en er is erg veel werk blijven liggen, vooral Vestdijkwerk. Dat moet nu eerst voorrang hebben en misschien dat ik er dan ook wel iets mee ga doen, maar dan denk ik zeker niet in de richting van de advokatuur. Ik kan beslist niet iemand verdedigen met wie ik het niet eens ben. Als er een ploert bij mij komt en ik moet zijn standpunt verdedigen, dat kan ik niet, daar ben ik ongeschikt voor. Maar misschien de rechterlijke macht hoewel ik daar een beetje te oud voor ben. En het auteursrecht, mensen die daar problemen mee hebben die wil ik best helpen uiteraard.
Bedoel je beroepsmatig?
Ja, dat is moeilijk. Er zijn erg weinig auteursrechtspecialisten in Nederland en aan de andere kant komen die problemen toch niet zoveel voor.
| |
| |
In Venetië, september 1967
Daarom is het vak ook zo moeilijk. Er is weinig jurisprudentie over omdat weinig twisten echt doordringen tot de rechtspraak. Er wordt altijd geschikt en gepraat en een enkele keer komt het maar tot een rechtsgeding.
Is het niet zo dat de auteurs de neiging hebben over zich heen te laten walsen en niet bereid zijn te vechten voor hun rechten?
Dat is niet helemaal waar, er zijn best auteurs die wel willen vechten voor hun werk, anders zou de Vereniging voor Letterkundigen niet bestaan. Maar dikwijls is het zo dat je vrij machteloos bent als enige auteur. Neem nu bijvoorbeeld het kort geding over de bloemlezing van Komrij. Dat kort geding hebben ze verloren op een eigenlijk heel eigenaardige manier. Ze hadden het best kunnen winnen, maar hoger beroep hebben ze niet aangetekend want, je moet niet vergeten, procederen kost onnoemelijk veel tijd, twee à drie jaar èn het moet betaald worden. Een advokaat
| |
| |
vraagt toch gauw vier à vijfhonderd gulden per uur, vooral als je een specialist op dit terrein nodig hebt. Dat is dus niet te betalen en dan denkt een schrijver ook dat heb ik er niet voor over. Zo gaat dat dikwijls in de praktijk. Op het moment is er op punten als kontrakten en de relatie uitgever-schrijver niet zoveel ruzie meer, de uitgevers zijn best redelijk. Sedert 1973 is er een goede regeling voor de uitgave-overeenkomst in de vorm van het VVL/KNUB-modelkontrakt. Een groter probleem is nu het reprorecht en de leengeldvergoedingsregeling, waarvoor eigenlijk nog niet veel meer dan noodoplossingen gevonden zijn. Maar dit zijn erg technisch-juridische zaken en misschien voor de Vestdijkliefhebbers niet zo interessant.
De foto's bij dit interview werden ter beschikking gesteld door mevr. Vestdijk.
|
|