Vestdijkkroniek. Jaargang 1979

[p. 66]

Onze auteurs

L.G. Abell-van Soest, Moftbos 6, Bennekom, geb. 1918.

Meneer Visser's droom. De vreemde droom van meneer Visser wordt geheel begrijpelijk wanneer we deze toetsen aan Vestdijk's theorieën over de angst.

H. Noordermeer, Oudraadtweg 31, Delft, geb. 1955, studeert sinds 1972 wiskunde aan de Technische Hogeschool te Delft.

In 's Konings poppen blijken nogal wat dingen te staan, die niet overeenstemmen met historische gegevens. Vooral met (relatief eenvoudig te controleren) jaartallen is Vestdijk niet exact. Op andere punten schiet Vestdijk precies in de roos. Ik licht de meest extreme fouten en overeenkomsten uit het verhaal en geef nog wat extra gegevens over de hoofdpersoon van de novelle, Lodewijk XIII.

M. Boks-Schoute, Bovenover 12, Rotterdam, geb. 1908, was van 1972-1977 presidente van de Nederlandse Vereniging van Vrienden van Marcel Proust.

's Konings Poppen II is een reaktie op 's Konings Poppen I van H. Noordermeer. Betoogd wordt dat Vestdijk in diens verhaal de historische feiten geweld heeft aangedaan om de door hem in het verhaal beschreven karaktertrekken te kunnen uitbeelden.

R.A. Cornets de Groot, Oude Singel 16, Leiden, geb. 1929, leraar Nederlands te Rijswijk (Z-H)

Een fantasia gaat uit van de hypothese dat de verhalen in De fantasia onderling samenhangen door een gezamenlijk thema: Kan men zijn lot beminnen? De bundel is in twee onderdelen uit te splitsen: een realistisch deel en een ‘introspektief-fantastisch’. Fantoches valt in het laatste genre.

Bekkering/Von Meyenfeldt behandelen Fantoches als een ‘autonoom’ ding. In hun interpretatie objektiveren zij de ‘marionetten’ en de ‘docteur Bolonais’ tot ‘alle mensen’ en ‘de Dood’: zij

[p. 67]

behandelen die elementen als ‘projekties’ in ‘metafysische’ zin. De schrijver van Een fantasia plaatst daar een andere (mystischintrospektieve) verklaring tegenover, waardoor wat perifeer is bij Bekkering/Von Meyenfeldt, centraal komt te staan, en wat daar centraal is, bij hem naar de periferie (en daarover heen) gedrongen wordt.

E. van Dompselaar, Het Woold 28, Raalte, geb. 1947, geeft wiskundelessen aan het Florens Radewijnscollege in Raalte, kontaktpersoon werkgroep Vestdijkkring (tel. [phone]).

Ik zie sterretjes probeert een inzicht te geven in de manieren waarop Vestdijk de astrologie gebruikt in Het vijfde zegel. O.a. wordt een verband gelegd tussen het hermetische karakter van de tekst en de planeten.

Marianne van Dalfsen, Prinsesseweg 37, Groningen, geb. 27-2-'57. Studeert sinds september '76 Slavische Talen aan de Universiteit van Groningen.

Schering en Inslag beoogt een aanzet te geven tot een studie van de bundelstructuur der ‘Grieksche Sonnetten’ en tracht aan te tonen dat de bouw aan een tot in details uitgewerkt weefselpatroon beantwoordt.

Voorzover op die details wordt ingegaan, zijn de conclusies daaromtrent van secundair belang. Hoofdzaak is de grote lijn van het betoog.