Vestdijkkroniek. Jaargang 1978

[p. 54]

Onze auteurs

Marianne van Dalfsen, Prinsesseweg 37, Groningen, geb. 27-2-57. Studeert sinds september '76 Slavische Talen aan de Universiteit van Groningen.

Schering en Inslag beoogt een aanzet te geven tot een studie van de bundelstructuur der ‘Grieksche Sonnetten’ en tracht aan te tonen dat de bouw aan een tot in details uitgewerkt weefselpatroon beantwoordt.

Voorzover op die details wordt ingegaan, zijn de conclusies daaromtrent van secundair belang. Hoofdzaak is de grote lijn van het betoog.

D. Vriesman, 6614 Brissago-Gadero, Zwitserland, geb. 1913, studeerde economie in Amsterdam. Schreef vroeger werk onder pseudoniem D. Opsomer.

Bring him back alive is een oproep om Vestdijk niet te lijf te gaan met een instrumentarium ontleend aan diverse disciplines, daar Vestdijk zelf wel geflirt heeft met de wetenschap maar het nooit tot een verstarrend huwelijk liet komen. Om hem toch vanuit die verstarring te willen benaderen doet hem onrecht.

Francis Bulhof, Box 7939, UT Station, Austin, Tx, 78712, studeerde Romaanse talen te Groningen, promoveerde te Utrecht op het proefschrift: Transpersonalismus und Synchronizität, Wiederholung als Strukturelement in Thomas Manns ‘Zauberberg’ (1966), was leraar in het Frans aan Het Nederlandsch Lyceum in den Haag en is nu hoogleraar in de Germaanse talen aan de universiteit van Texas. Publicaties o.m. ‘Le portrait littéraire d'André Malraux dans les oeuvres d'Edgar du Perron’, ‘Le Grand Meaulnes and The Great Gatsby’, ‘H.C. ten Berges “De witte sjamaan”: de inhoud van een aanwezige vorm’, ‘Agendath Again’, Hij publiceerde een Wortindex zu Thomas ‘Zauberberg’, was de editor van Nijhoff, Van Ostaijen, De Stijl: Modernism in The Netherlands and Belgium in the First Quarter of the 20th Century (Nijhoff, 1976) en gastredacteur van een in de

[p. 55]

herfst van 1978 te verschijnen Nederland-nummer van Dimension, dat hedendaagse Nederlandse letterkunde bevat met een Engelse vertaling ernaast. Ter perse is een artikel over de chronologie in De Boeken der kleine zielen. In voorbereiding: een in het Engels te verschijnen monografie over Menno ter Braak. Hij is lid van de Maatschappij der Nederlandse letterkunde.

Onvoorwaardelijk overgeven beoogt enige aanvullingen en rectificaties te geven op de in mijn in 1968 in Forum der Letteren verschenen artikel ‘Terug tot Else Böhler’ gepubliceerde achtergrondinformatie. Het is ook een weerwoord op het in Vestdijkkroniek nr. 19, maart 1978, verschenen artikel ‘De onvoorwaardelijke overgave aan Else Böhler’.

Fokkelien von Meyenfeldt, van Slingelandstraat 37, Den Haag, geb. 1947. Werkzaam geweest in journalistiek, onderwijs en uitgeverij. Momenteel hoofddocente Nederlands bij de L.O.I. Deed M.O.-Nederlands in Arnhem, hoopt haar M.O.-B te hebben als dit nummer van de Vestdijkkroniek uitkomt.

Harry Bekkering, Nassaulaan 28, Zoeterwoude-Rijndijk, geb. 1944. Werkzaam als docent letterkunde aan de lerarenopleiding Zuidwest-Nederland te Delft en de School voor Taal- en Letterkunde te Den Haag. Studeerde Nederlands aan de Rijksuniversiteit te Groningen. Publiceerde eerder in de Vestdijkkroniek en elders over Vestdijk en Marnix Gijsen.

In Fantoches; Vestdijk, Verlaine en de komedie trachten de auteurs tot een (uiteraard voorlopige) interpretatie te komen van het verhaal Fantoches, daarbij lijnen trekkend naar het gelijknamige gedicht van Verlaine. Bij de interpretatie ligt de nadruk op het droomkarakter van het verhaal en staat de doodssymboliek centraal. In de vergelijking met Verlaine komt vooral de verandering van functie van de figuren naar voren. Tenslotte wordt opgemerkt dat de dood (ook in dit verhaal van Vestdijk) een onderdeel vormt van de komedie van het leven.

[p. 56]

Dr. R.Th. van der Paardt, Jac. van Ruysdaellaan 3, Oegstgeest, geb. 1943, wetenschappelijk hoofdmedewerker bij de vakgroep Latijn, Rijksuniversiteit Leiden.

Aktaion en Ter Braak als een allegorische interpretatie van Aktaion onder de sterren, waarbij wij in Aktaion Ter Braak zouden moeten zien, is niet erg waarschijnlijk. Overigens is het feit dat de roman aan Ter Braak is opgedragen zeker van belang bij die interpretatie.