Onze auteurs
Dr. H.A. Wage, Laan van Meerdervoort 1771, Den Haag, geb. in Roosendaal (N. Br.); werkte bij het onderwijs van elementair tot universitair; thans rector School voor Taal- en Letterkunde in Den Haag; studeerde nederlands en geschiedenis in Leiden; promotie in 1967. Gretig lezer van Vestdijk, Mann, Proust en George Eliot.
De Vuuraanbidders: Spieghel Historiael van Vestdijk. De toekomst der religie en De vuuraanbidders zijn niet alleen in ontstaanstijd verwant. De drie typen die in het eerste boek beschreven worden: het metafysische, het sociale en het mystiek-introspektieve type komt men in de roman als ‘fasen’ tegen. In het eerste boek van De vuuraanbidders lijkt Gerard Criellaert een metafysisch type, in het tweede boek dat in Heidelberg speelt, tonen zich bij hem trekken van het sociale type en in het derde, weer in Leiden gesitueerde deel blijkt hij bewust te kiezen in aansluiting bij het mystiek-introverte type. De eisen van een roman waarin een ‘ik’ op zijn 58ste jaar omziet en zijn op dat moment verlopen leven overziet en beschrijft, vergden uiteraard een mêlering en vervloeiing die het gebruik van ‘zuivere’ d.i. begripsmatig haarfijn gedefinieerde typen uitsloot. |
|
|
Dr. N. Beets, Julianalaan 9, Utrecht, geb. 17-5-1915, emeritus-hoogleraar.
Leefde in Verenigde Staten, Nederland en op Java. Studeerde geneeskunde te Leiden en Batavia (Java). Gedurende de oorlogsjaren militair arts in krijgsgevangenschap in de Pacific. Gevaren als schepeling in studentenjaren, later ook als scheepsarts. Gewerkt in een opvoedingsinrichting. Psychologie-studie en promotie te Utrecht. Onder
|
|
| |
pseudoniem L.A. Koelewijn enkele verhalen gepubliceerd, waaronder oorlogsverhalen. Tweemaal een nationaal Jeugdboekencongres voorgezeten. Sinds maart 1976 voorzitter Vestdijkkring. |
|
Vestdijk en Beerling. Vestdijk publiceerde in 1946 in De Nieuwe Stem een essay onder de titel Existentie en Eros. Dit naar aanleiding van het proefschrift over Moderne Doodsproblematiek van de latere hoogleraar wijsgerige sociologie R.F. Beerling te Leiden. Ook in Het Wezen van de Angst discussieert Vestdijk met de filosoof Beerling. Over Heidegger. |
We vragen ons af of er ‘relaties’ gelegd kunnen worden, op grond van hun werkzaamheden, tussen Vestdijk en Beerling. Oók bijvoorbeeld in de levensgeschiedenis? We bieden enkele vertrekpunten voor een nadere studie. De beide mannen zijn en blijven lezers en schrijvers en als zodanig ieder op eigen terrein merkwaardige en veelzijdige fenomenen in Nederland. Beiden zijn mensenkenner en zelfkenner en daarin onnavolgbaar tolerant. |
|
|
P. Kralt, Zandkamp 36, Amersfoort, geb. 9-9-1935 te Leiden, leraar Nederlands aan het Farèlcollege te Amersfoort.
Vestdijks Ierse romans. In dit artikel wordt, uitgaande van verschillen in gemeenschappelijke (Ierse) stof, geprobeerd de voornaamste structuurverschillen tussen beide romans te verklaren. |
|
|
C.L. Uitham, Kluutstraat 18, Amersfoort, geb. 6-8-1933, leraar Nederlands aan de scholengemeenschap De Amersfoortse Berg.
Literaire of semantische inversie in ‘De Oubliette’. Inversies of omkeringen, getallen, identiteit en duivelse aspecten bieden perspectief voor een analyse van ‘De Oubliette’. Moeten we de novelle vergelijken met het Christendom! |
|
|
|