Variantenonderzoek heb ik niet gedaan. Mijn enige doel is aan te geven waar en wanneer eerste publicatie van de verhalen plaatsvond. Hierdoor is het doen van een onderzoek naar de varianten misschien iets vergemakkelijkt.
Ook het schrijven van een bibliografische geschiedenis over de verhalen is achterwege gelaten. In deze geschiedenis had o.a. kunnen staan dat het laatste verhaal uit de Verzamelde verhalen ‘Deernis met de wegen’, geschreven 1947-1955, voor het eerst is gepubliceerd in Maatstaf, 3e jaargang, december 1955, nummer 9, p. 688-692, voor de tweede maal in Eliance-reeks bij de Eliance Pers te Zandvoort, oktober 1974 in een bibliofiele uitgave van 100 genummerde exemplaren, als deel 29 in deze reeks en voor de derde maal in genoemde Verzamelde verhalen. ‘Deernis met de wegen’ is tevens het laatste verhaal ooit door Vestdijk gepubliceerd en dit wijkt af van wat hij zelf eens schreef in zijn artikel ‘Mijn betrekkingen tot Nijgh en Van Ditmar' op p. 97 en '5 auteurs over hun uitgever’: ‘Na de “Fantasia” schreef ik geen novellen meer. Dit staat literair-historisch vast, maar slechts weinigen hebben aangevoeld, dat dit een antitypografenstaking was.’ Deze verklaring is 10 jaar na de publicatie van ‘Deernis met de wegen’ herdrukt op p. 171 in ‘De leugen is onze moeder’.
In het handschriften archief van het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum zijn 3 typoscripten van dit verhaal aanwezig. Op een ervan is door Vestdijk achter het jaartal 1947 met de hand in zwarte inkt bijgeschreven ‘-1955’.
In Maatstaf, 18e jaargang, april 1971. nummer 12, p. 794-794 verwijst Martin Hartkamp in zijn artikel ‘Vestdijk schreef in Maatstaf’ in een korte bespreking naar dit verhaal.
Zo zou van ieder verhaal de geschiedenis kunnen worden geschreven.
Eventuele publicaties in schoolboeken zijn buiten beschouwing gelaten.
Bij het doornemen van de mappen met handschriften bleken deze de volgende nog ongepubliceerde verhalen te bevatten:
- | ‘Blauwbaard en reus’, geschreven van 25 tot 27 februari 1933; |
- | ‘Het badpoppetje’, volgens een aantekening van Vestdijk bestemd voor de bundel ‘Narcissus op vrijersvoeten’: |
- | ‘Joejie’. geschreven van 12 tot 14 september 1935 en |
- | ‘De hond met de cocotteoogen’. |
In het kaartsysteem op de handschriften zijn nog twee titels vermeld onder de rubriek novellen nl.:
- | ‘De vrijheidsboom’ en |
- | ‘Het litteken’. |
De mogelijkheid bestaat dat deze laatste 2 verhalen onder een andere titel toch zijn opgenomen in een van de 4 genoemde novellen bundels. Ik heb de tekst van deze 2 handschriften niet kunnen vergelijken met de tekst van in druk verschenen novellen.