Vestdijkkroniek. Jaargang 1974

[p. 16]

[Typoscript en manuscript van ‘De Koperen Tuin’]

[p. 17]

[p. 18]

[p. 19]

Huis aan de Willemskade hoek Zuiderstraat te Leeuwarden, waar de achttienjarige Vestdijk enige maanden vóór zijn eindexamen - van 6 februari tot 7 juli 1917 - inwoonde bij de familie Jelle Wiersma.

‘Het eerste wat ik mij van W..,. herinner, waar even na mijn vijfde verjaardag mijn vader tot rechter was benoemd, is de warme voorzomermiddag, toen de bal van mijn broer over de ijzeren krullen van het balconhek vloog, de verlaten huiskamer in’.
DKT 5/7; eerste zin van de roman

[p. 20]

[p. 21]

De Willemskade in Leeuwarden

‘... en onderwijl luisterde ik naar de rij olmen, die zachtjes ritselden in de warmte, en naar een tufbootje in het, aan het uiteinde van onze korte straat zich openende kanaal’.

[p. 22]

[p. 23]

[p. 24]

De vijver in de Tuin

‘... en overal waren bankjes, en daarop zaten niet alleen oude heren en dames, mannen en vrouwen, maar ook de allernieuwste kinderjuffrouwen, die van hun afmattende taak een kinderwagen hadden aangehouden, waarin een witte speelgoedbeer sliep’.
DKT 18/18

[p. 25]

FRISIA I - ROUNDHAY A.A.F.C. 1910
Voetbalelftal van Frisia I en Roundhay A.A.F.C., 1910

‘Een kwartier later stonden “bruin” en “blauw” en ik aan de rand van een slijkerig veld, waar de wedstrijd juist begonnen was: het eerste elftal van W... tegen een gastclub uit Liverpool’.
DKT 35/34

[p. 26]

[p. 27]

[p. 28]

‘.. gedroeg het schaatsend volk zich vurig en geestdriftig genoeg, en er kwamen forse botsingen voor, waarbij oude vrienden en vijanden, concurrenten, medeminnaars, bedriegers en bedrogenen verbaasd lachend naar elkaar omkeken en hun vrouwen aanspoorden hetzelfde te doen en mee te wuiven’.
DKT 118/108

[p. 29]

De Sociëteit in de Tuin

‘Het houten gebouw rustte op een stenen fundament, dat aan de singelkant een reeks flauwgewelfde pilasters omhoogzond tussen de ramen’.
DKT 172/155

[p. 30]

[p. 31]

[p. 32]

De Lange Pijp in Leeuwarden

‘Er liepen wat mensen, en op de zolderschuiten in de gracht stonden twee schippers, wier hoofden net boven de stenen rand uitkwamen; het waterniveau was laag die dag’.
DKT 277/250

[p. 33]

[p. 34]

De Oldehove, laat-Gotische, onvoltooid gebleven kerktoren in Leeuwarden

‘... liep ik reeds op de singel, het begin ervan, even voorbij de hoge vierkante toren met een historische naam, en de vele lage huisjes eromheen’.
DKT 298/269

[p. 35]

De Prinsentuin op een regenachtige dag in de vroege herfst

‘Hoeveel bomen waren daar niet, die ik nog nimmer had aanschouwd, en nu in October waren zij zwart en vochtig en muf onder hun koperen gebladerte, zodat ik hun doodzieke geuren meende te ruiken waar ik stond’.
DKT 301/272

[p. 36]

[p. 37]

[p. 38]