Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars



[pagina 105]
XLIX. Zangwyze N^o. XVIII. bladz. 36. ô Eendrievuldig We zen ô Schepper Opperheer! Wy wyden u alle eer, Daar wy uw' naam steeds vree- zen. Geen stervling kan de schatten Van u- we waardig- heid En Oppermajesteit Bezinnen of be- vat- ten.
[pagina 106]
2. Uw groot, uw Alvermogen Heeft eindpaal noch begin, Uw zuivre menschenmin Straalt ons alöm in de oogen. ô [O]ngebooren Vader! ô Eengebooren Zoon! ô Geest! die 's Hemels Troon Als één bezit, te gader. 3. Dit hebt gy ons doen hooren Door de Evangelieleer, Die, tot uw' lof en eer, De oprechten kan bekooren. Schoon u de dwaazen hoonen, Hoe 't ongeloof ook spott', Gy zyt een eenig God, Bestaande in drie Persoonen. 4. 't Verstand geeft zich gevangen Voor waereldwysheid doof, Ten dienste van 't Geloof, Die heilbron,van 't verlangen, Beschenk ons met de gaven Van waar Geloof en Hoop En Liefde, in 's levensloop, Om 't zielgeluk te staaven.