Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars
(1799)–Anoniem Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars– Auteursrechtvrij
[pagina 103]
| |
Looft en roemt en eert den Zoon,
En den heilgen Geest, te gader
Zittende op den Hemeltroon.
't Heilig, Eendrie-vuldig Wezen,
De onverdeelde Majes- teit
Worde steeds ge- diend, gepreezen,
In den tyd en eeuwigheid.
2.
Zoo als Schrift en Kerk bewyzen,
Is de Vader, Zoon en Geest
Als één éénig God te pryzen,
Die voor de eeuwen is geweest.
Daar word maar één God beleeden
Drie Persoonen zyn één Heer,
Een Drie-eenheid aangebeden,
Wys en goed, vol macht, en eer.
| |
[pagina 104]
| |
3.
God de Vader schiep in orden
Alles, houd het al in stand;
God de Zoon, eens mensch geworden,
Stierf, als 's levens onderpand:
Van die beiden is gekomen
God de heilge Geest, die troost
En genade ons toe doet stroomen,
Tot verdienste en deugdenoogst.
4.
Heiligst, grootst Drievuldig Wezen,
Onverdeelbaare Eenigheid!
Maak van zonden ons geneezen,
En tot weldoen steeds bereid:
Laat de waare Kerk voorts bloeiën,
Weêr 'er waan en dopling af;
Doe der Vorsten eendragt groeiën;
Stuit al 't kwaad, der zonden straf.
5.
't Godlyk Eéndrievuldig Wezen,
Vader, Zoon en heilgen Geest
Zy alle eer en lof beweezen,
Door den mensch gediend, gevreesd.
Die de Seraphs beevend pryzen,
U, ô groote Majesteit!
Moete al 't schepzel dank bewyzen,
Nu en in alle eeuwigheid.
|
|