Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars(1799)–Anoniem Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 42] [p. 42] XXI. Vrolyk De blyde Dag is thans verscheenen; De Dag, die Adams na- ge- slacht, Door Vorst Mes- si- as, zal vereenen Met God, een Dag zo lang ver- wagt! De Dag, die 's waerelds dui- sterheid Verdryft, en ons ten heilweg leidt. 2. De Heilzon, die ons komt beschynen, Wyst ons den weg naar 't hemellicht, Zy doet den vaalen nacht verdwynen, Dien Adams val ons hadt gesticht: Een val, die nu Gods een'gen Zoon Doet nederdaalen van zyn' troon. [pagina 43] [p. 43] 3. Die Zoon, uit eene Maagd gebooren, Verschynt hier in dit jammerdal, Om al wie naar zyn stem wil hooren, Te brengen tot het zalig tal. Juich dan, myn ziel! zing hem ter eer'! Hy is uw God, uw Opperheer. 4. Hy, die ons 't eeuwig goed doet erven, Ligt in een' beestenstal op hooi! Zyn ootmoed doet hem alles derven, Ontbloot, ja warsch, van waereldtooi. Hy, die, 't heeläl geschapen heeft, Is de armste van al wat hier leeft. 5. Hy, die het starngewelf doet blinken, Die 't menschdom onderhoudt en voedt, Schier naakt! - Ik voel myn geest me ontzinken, Als 'k overweeg dien liefdegloed. - 'k Voeg my by u, ô Englenschaar! En loof, met u, d'Alzegenaar. 6. Ik val voor uwe voeten neder, ô Liefderyk zagtmoedig Kind! ô Kind zo minnelyk als teder! Maak my van zondaar tot uw' vrind. Myn ziel hoort uwe liefdestem: Ze omhelze u bly te Bethlehem. Vorige Volgende