Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars(1799)–Anoniem Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] XX. Vrolyk. Juicht, ô menschen! Hy, die de aarde Met haar volheid, die ze u baarde, Uit het niet ten voorschyn bragt, En den Hemel, zo vol luister, Voor u riep uit aaklig duister, Is ge- bo- ren deezen nacht. 2. Hy, de Zoon des eeuw'gen Vaders, Die 't geweld des aartsverraders, Voortgeteeld uit d'englenval, Waar door de eerste menschen vielen, Door zyn komst eens moest vernielen, Is geboren in een' stal. [pagina 41] [p. 41] 3. Hy, de bron van heil en orden, Is voor ons nu mensch geworden, Met de sterflykheid bedeeld; Om ons allen door zyn sterven 't Eeuwig leven te doen erven, Als herschapen naar zyn Beeld. 4. Uit de Moedermaagd geboren, Door de Godheid zelf verkooren Tot het groot verzoeningswerk, Komt de Vorst der Cherubynen In het sterflyk vleesch verschynen, Tot den opbouw van zyn Kerk. 5. Die den grondslag en den drempel, Van dien Godgewyden Tempel Eens zal leggen in zyn Bloed: Als hy de ersschuld aller menschen, Naar de aartsvaderlyke wenschen, Door zyn' dood aan 't Kruis voldoet. 6. Juicht, en komt dan, stervelingen! Gode lof en glorie zingen: Eert den Godmensch in dit Kind, Voor u nu in 't Vleesch verscheenen, Om u weder te verëenen Met den Vader, die u mint. Vorige Volgende