Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars
(1799)–Anoniem Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars– Auteursrechtvrij
[pagina 17]
| |
Wyl Mes si- as dee- zen nacht
Zynen Hemeltroon ver- laat,
Voor het menschelyk ge- slacht,
Dat in de erfschuld treuren gaat.
2.
Hy komt het den vrede schenken,
Dien 't verloor door Adams val:
Heilryk lot! wie durfde denken,
Dat de Godheid in een' stal
Zou verschynen als een Kind,
Nedrig, in 't verborgen groot,
Dat, daar 't willige armoeê mint,
Rust zoekt in een' maagdeschoot.
3.
Want Maria, die in 't leven
Nooit door blinde drift bezield,
Maar door hemelmin gedreeven,
's Waerelds schynschoon dwaasheid hield,
Blyft nog Maagd, schoon Moeder Gods,
Daar zich 't Englenheir verheugt
In dees heil- en deugdenrots,
Zoo voor ouderdom als jeugd.
| |
[pagina 18]
| |
4.
Welk een vreugd! wat zielsgenoegen
Word ons zoekend hart gewaar,
Als we in Bethlem ons vervoegen,
En den Albeheerscher daar,
Op den schoot der Moedermaagd,
Zien in 't kleed der sterflykheid,
Hem, die 't beeld der Godheid draagt,
Ons ten heil zo lang voorzeid.
5.
Bied ge u aan (om ons te winnen)
Tot dat smartlyk oogenblik,
Sterk dan, Jesus! onze zinnen,
Om te ontgaan des vyands strik,
Die ons waar geluk benyd:
Maar, de Hemel zy geloofd!
't Heillicht, dat gy voor ons zyt,
Heeft zyn dwaallicht uitgedoofd.
|
|