Verzameling van gezelschaps-liederen(1839)–Anoniem Verzameling van gezelschaps-liederen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende No. 101. Zij. Weet ge een minnelijken lach, Schooner dan een Lentedag? Weet ge een oog vol vuur en leven, Waar het teêrst gevoel in spreekt, Maar waaruit een lichtstraal breekt Die de vuige lust doet beven? Weet ge een mond, die wellust aâmt, Maar de wulpsche drift beschaamt, Wiens geluiden zachter vloeien Dan de schoonste melodij, En wiens orgeltooverij Oor en harten weet te boeien. Weet ge eeu maagdelijk albast Dat het leliewit ontwast; Weet ge een goud van blonde hairen, Waar de zonnenglans voor wijkt: Daar Apollo's hoofd meê prijkt Als hy 't opheft uit de baren? Weet ge een geest te groot voor de aard Met een Englenhart gepaard, Met een zedigheid verbonden, Die zichzelve laagst waardeert, En eens anders gaven eert? ô Zoo hebt gy haar gevonden! Mr. W. Bilderdijk. Vorige Volgende