Verzameling van gezelschaps-liederen(1839)–Anoniem Verzameling van gezelschaps-liederen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende No. 93. Zefir en Chloris. Lag het koeltje sluimrend neêr, Bij don gloed der middagstralen, 't Avondlied der nachtegalen, Wekt den slaper weêr. Vrolijk wiegt zich de elzenkruin; Zilvren glinster tooit de abeelen, Als zijn donzen wiekjes spelen Boren 't scheemrig duin. O hoe geurt het van rondom; Waar zijn vlugt in 't bosch blijft hangen, Chloris lokt met zoet verlangen Haren bruidegom. Zie, daar zweeft hij 't loover uit! Door de struiken afgezegen, Plengt hij dartlend bloesemregen, In den schoot der bruid. A.C.W. Starinch van den Wildenboren. Vorige Volgende