Verzameling van gezelschaps-liederen
(1839)–Anoniem Verzameling van gezelschaps-liederen– Auteursrechtvrij
[pagina 86]
| |
O wie zag niet in de schift'ring
Van dat glanzend aangezicht,
Dat zij 't leven
Op zou geven
Voor een veel volmaakter licht!
Met geen woordtjen, heeft haar mondtjen
Ooit het ondrenhart gevleid.
O hoe lachte 't
Als verachtîe 't
Al des levens nietigheid!
Zeg mij, wie er onder duizend
Een zoo minlijk wigtjen zag,
Als zij streelend,
Als zij spelend,
In haar moeders armen lag?
Zeg mij, wie er onder duizend
Zoo veel tranen ooit vergoot,
Als ik weene
Sints Irene
Haar aanminnige oogjens sloot!
Neen, ik zal u nooit vergeten
Lieve, dierbre huwlijksspruit,
En mijne oogen
Nooit meer droogen
Tot het graf mijn hart besluit.
Hemel, wil mijn smart niet wreeken!
Ik aanbid uw wijs bestuur,
Laat mij schreien
En verbeien
't Zaligend vereeningsuur!
Vrouwe K.W. Bilderdijk.
|
|