Verzameling van gezelschaps-liederen(1839)–Anoniem Verzameling van gezelschaps-liederen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende No. 77. De Citadel van Antwerpen. Laat waaijen uw Staatsvlag, die roemrijke vaan, O Neêrland, van masten en wallen; Uw fiere bezetting heeft wondren gedaan, Eer 't Antwerps kasteel is gevallen. Chassé en de zijne verheffen hun kruin, }b. En oogsten de hulde des menschdoms op'tpuin. }b. Nu keeren zij weder met krijgsloof getooid, Die helden, na droevige dagen, 't Rapier op de zijde en de vaandels ontplooid, Uit Fransche gevangnis ontslagen. En waar zij verschijnen en roeren de trom }b. Begroet, hen 't hoezee van den Landzaat alom. }b. Ruist stroomen van de Maas en IJssel en Rijn, Hun welkom in 't vaderland tegen, En schoone wier lofspraak hun dierbaar zal zijn, Strooid lof en gebloemt' op hun wegen, Dat aller triomflied en hurah ook daarbij }b. Het loon van Chassé en hun dapperen zij. }b. Vorige Volgende