Verzameling van gezelschaps-liederen(1839)–Anoniem Verzameling van gezelschaps-liederen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende No. 65. Het Aandenken. Wijze: Je pense à toi, dans les jours de l'absence Schoon ver van u, blijf ik steeds aan u denken, Geprangd door rouw, bijna verteerd door smart; Schoon dag noch nacht mijgoene rustkan schenken, Naar u alleen, naar u verlangt mijn hart, In 't somber bosch, in lagchende valleijen, Blijf mij uw beeld, gestadig aan mijn zij, Hoe 't grilziek lot, mij zuchten doet en schreijen, In oen woestijn blijf mij uw beeld nog bij, bis Niet in 't gewoel van rustelooze menschen, Of bij den rang die tijd en stand mij schenkt, Is 't groot Heeläl te klein voor mijne wenschen, Wanneer mijn hart aan uwe liefde denkt; Ja dit alleen vervul steeds mijn gedachten, Dikwerf des nachts zie 'k in den droom u nog, 'k Klaag u mijn leed, gij deelt in mijne smarten, 'k Ontwaak, helaas! o zoet en wreed bedrog, b. [pagina 62] [p. 62] Als ik herdenk die snel vervlogen tijden, Dan bloed mijn hart, daar'k onophoud'lijk ween, Genoten vreugd doet mij thans dubbel lijden, In angst en smart vliên mijne dagen heen, Wanneer op aard geen ramp mij meer kan storen, Mijn koud gebeent' ter grafplaats wordt geleid, Dan zal mijn geest, schoon fluistrend, u doen hooren, ‘Ik min u, ja zelfs in de eeuwigheid!’ bis. Vorige Volgende