Verzameling van gezelschaps-liederen(1839)–Anoniem Verzameling van gezelschaps-liederen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] No. 46. Veldzang. Zijt gegroet, geliefde velden, En gij nedrig rieten dak; Hier, Elize, woont de vrede, Die zoo vaak den vorst ontbrak; In ons hutje, bis. Rolt ons leven, zonder kommer, zonder druk; Deugd en onschuld zijn de schatten, Liefde en vrijheid ons gelak. bis. Zou 'k, o vorst, uw lot benijden, Neen, veel zorgen zijn uw lot; Al kon 'k een paleis bewonen, O daar vond ik geen genot, Al uw glorie bis. Al uw rijkdom zijn voor mij een ijzer juk, Deugd en onschuld zijn de schatten, Liefde en vrijheid ons geluk, bis. Hoor de donder, hoe verschriklijk Vliegt de bliksem over d' aard', Doch zij treft de hooge spitsen, Daar zij 't nedrig hutje spaart: Veilig leef ik, bis In mijn hutje, zonder kommer, zonder druk, Deugd en onschuld zijn de schatten, Liefde en vrijheid ons geluk. bis. Vorige Volgende