Verzameling van gezelschaps-liederen(1839)–Anoniem Verzameling van gezelschaps-liederen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] No. 29. Het Heldengraf. Hij ruste zacht in 's aardrijks schoot, De held met roem gestorven, Hij heeft de vrijheid door zijn dood, Voor 't Vaderland verworven, Wij strooijen bloemen op zijn graf, En wisschen onze tranen af. Hij ruste zacht in 's aardrijks schoot } bis De held met roem gestorven. } bis Wat praal behoeft het grafgesteent'? De rustplaats van de braven, De tranen die de menschheid weent, Zijn 't sieraad van de graven; De dwaas, die niemand mint, alleen, Bouwt zich, schoon onverdiend, tropheen! Wat praal behoeft het grafgesteent'? } bis. De rustplaats van de braven. } bis. Maar 't graf dat Neêrlands helden dekt, Mag vrij met luister pralen, De roem die holden grootheid wekt, Doet nieuwen roem behalen, Wie voelt den moed der strijders niet, Als hij de Ruiters grafplaats ziet, Ja 't graf dat Neêrlands helden dekt, } bis Mag vrij met luister pralen. } bis Vorige Volgende