Vervolg op De nieuwe vermakelijke Zeeuwsche speelwagen
(ca. 1790)–Anoniem Vervolg op De nieuwe vermakelijke Zeeuwsche speelwagen– Auteursrechtvrij
[pagina 29]
| |
Die uit de Oogen van u LOTJE.
Op uw' kille lykbos vlien!
Dierbrè asch, aan my zoo heilig:
Stoff'lyk deel van mynen vrind -
Die naar zoo veel grievend lyden,
Hier een stille rust plaats vind.
Slaapt hier zagt, O! koud gebeente
Van den besten! Wrëde dood.
Menschen moorder ... waarom trof hem,
Het vergruizend yslik loot.
Vloi - vloi - vry, O! zilte traanen,
Gy zyt al, myn troost myn lust.
Gy - gy kunt den weg my banen,
Naar dit Graf waar Werther rust.
Haast hoop ik by hem te weezen,
Dierbre vriend, dat ons gebeent,
In dit stil verblyf der dooden
Haast voor altoos zy verëend.
d' Aard kan my geen vreugd meer schenken,
Neen... het Graf.. het Graf alleen.
Voert me o Koning! der verschrikking,
Wreede dood! ook Grafwaards heen.
Ach! myn overdierbre Werther.
Die in d' eindeloose Euwigheid
Van uw harte leed ontflaagen,
Uw Charlotte slegts verbeid.
Ik zal koomen - levens wellust,
Daar - daar zal ons geen verdriet,
| |
[pagina 30]
| |
De onafscheibre vreugd verbitteren;
Daar kent men, de wanhoop niet.
Statelyke lyk Cypressen;
Nu ik, in uw Lommer schrei,
Op het Graf van dierbre Werther
Zyt gy vry, een lust Valei.
Uwe doodsche stille naarheid,
Geeft dit kloppend' harte lugt,
Hier is 't, waar ik 't droef gewemel,
Van een falt'rende aarde ontvlugt.
Vloei - vloei - vry, O tranen droppen,
Werther! hoor myn zuchte aan,
Traanen vloeien op de bloempjes
Die naast nwe Lykbus staan:
Eeuwig zal deez' grond getuygen,
Dierb're Werther trouwe vrind.
Hoe oprecht volmaakt, en teeder.
U Charlotte heeft bemind.
|
|