Een Nieuw Lied.
Of Meisjes klagt, over het steeken van de vlooijen.
Stem: Ik ben een Amsterdams Matroosie.
KAatje Buur ik moet u klaagen,
Hoe dat ik nu wort gekweld,
Van de Vlooije in dees daagen,
Hoe is het nu met u gestelt,
't Jeukt my hier, 't jeukt my daar,
Het jeukt myn ja ik weet niet waar,
Ik heb myn heupe af gelaaten,
Want ik dogt 't zouw my baaten,
Waar in dat nesten dit gebroet,
Het geen my dikwils waake doet.
2.[regelnummer]
Tryntje myt ik heb medooge,
Met u druk en Vlooije pyn,
Og dat wy eens vinde mooge,
Want ziet ik ben van vlakke bont,
| |
Maar als ik dees Kunst verstond;
Om dit gedierte te verdryven,
Wy zoude gaauw veel klante kryge,
Meest van het Vrouwelyk geslagt,
Het geen nu moet jaage dag en nagt.
3.[regelnummer]
Geen vreugde kunne ons vermaaken
Van deez' aangenaame tyd,
Wy moeten dag en nagte waaken,
Door het gestadigen gebyd,
Van dat zwarte Nikkers goet,
't Geen uitzuygt ons beste bloet,
Ik loop nu hier al zonder Rokken,
Kee ik zal daar niet om jokken,
Myn Baaye heb ik uit gedaan,
Tot de Winter tyd komt aan.
4.[regelnummer]
Wilt tog maar geduldig weeze,
Na deeze komt een ander ryd,
Ik heb laast in de Krant geleeze,
Hoe uitgevonden heeft een Myd,
Waar in zy Vlooijen vange zal,
Dog wat kan ons dit nu baaten,
Zou ik myn langer steeke laten,
Ik zal myn wassen met azyn,
Dit is goed voor Vlooije pyn.
5.[regelnummer]
Nu schiet myn ook te binne,
Een goed raad van een Out Wyf,
Dit zal ik aanstonds beginnen,
Hier dient ook tot u geryf,
Zy sprak doe gelyk als ik,
Neemt maar wat schoenmakers Pik,
Bestrykt hier meede dan de plooye,
Van u Broek waar in de Vlooije,
Dan wel ligt in raake vast,
Ziet dan benne zy verrast.
6.[regelnummer]
Oorlof Mysjes wilt onthouwen,
Dan hoeft u zo niet te krouwen,
| |
Gy weet hoe lelyk dat 't staat,
Dat gy gaat met vlak by vlak,
Is dat niet groot ongemak,
Wilt u schoonheid niet verliezen,
Gaat dan deeze middel kiezen,
Dit zeg ik u voor het lest,
Gebruyk het is probatum best.
|
|