Vermakelyke Haagsche Tap-toe(1774)–Anoniem Vermakelyke Haagsche tap-toe, De– AuteursrechtvrijWaer in te vinden zyn de aldernieuwste Liederen, die heedendaegs gezongen worden Vorige Volgende Een Nieuw Lied of Samenspraak tussen een Rare Docter en een Grappige Kleeremaker. Stem: Liefhebbers van de vroolykheid. Docter. DAg Lappedief, seg hoor eens hier, Myn broek begint te spannen, Ik ben so wrak, ik heb geen tier, Is dat by al de Mannen. Verhelpt hem wat myn goeje buur, En ruymt hem drie El weijer, Porst Naden Plat, met een heet vuur, En blyft dan voorts myn Snyjer. Kleeremaker. 2. O Docter van de Wereldskloot, Uw broek sal ik Caffeeren, Gy raekte in zoo'n Spanbroek dood, [pagina 37] [p. 37] Soo'n Baas als ik sal 't weeren, Voor Hoog en Laag, voor Scheel en Blind, Voor 't Hof van groot Canalje, Heb ik te doen, Ia 't klynste kind, Weet Fix myn naam Rapalje. Docter. 3. Rapalje Buur, ik heb abuis, Soo'n Baas ben ik niet waerdig! Met uw Permisje, daar loopt een Luis Op uwen Rok seer vaardig, Apprent is dat een Posteljon, Met tyng, voor al uw leeven; Iou het Canaljes Hof gesin, Tot Hopman heeft verheeven. Kleeremaker. 4. Wel Beunhaas van het Doctorael, Quakzalver in verstanden, Ik sal een ieder doen verhaal, Waarom uw Broek so spanden, Dees Docter laast uit Spanje kwam, Bragt mede Lyfs Militie; 't Was Pokke volk so men vernam, Hield wagt aan syn Conditie. Docter. 5. Za Honden, Iongen, voor goed geld Wil ik dien Vent doen Villen; Dien Arabier, my heel ontsteld, Ik sta van spyt te trillen. Vrouw Myd, Tuinman, en myn knegt Ian, Komt alle op de Lappen, Doet saam uw best soo veel gy kan, Wilt hem de deur uit trappen. [pagina 38] [p. 38] Kleeremaker. 6. Wagt wat myn Heer, 'k heb nog goen Nood, 'k Heb Puik van goe Loopstokken, Ik sal nog Laggen na myn dood, Wanneer men praat van Pokken. Laet ieder dan voorzigtig zyn, Want men word wel eens verrast, Die men voor zot houd in 't gemein; Antwoord wel eens, daer net op past. Vorige Volgende