De vermakelyke rarekiekkas-kyker
(ca. 1820)–Anoniem Vermakelyke rarekiekkas-kyker, De– AuteursrechtvrijOp een aangename wys:1.
Moeder geef my eenen man,
Allemaal witte boonen,
Die myn tyd verdryven kan,
Allemaal witte, met dubbelde pitte,
Allemaal witte boonen.
2.
Dogter jy zyt noch veel te klyn,
Allemaal witte boonen,
Jy moet nog slaapen 3 jaar allyn,
Allemaal witte, &c.
3.
Moeder het is een Schippers gast,
Allemaal witte boonen,
Hy maakt zyn broek aan de kwispel vast,
Allemaal witte, &c.
| |
[pagina 72]
| |
4.
Moeder het is op ’t Bed niet geschied,
Allemaal witte boonen,
Hy pikte my in ’t lange riet,
Allemaal witte, &c.
5.
Het riet was lang en de meid was kort,
Allemaal witte boonen,
Zy heeft haar rokjes opgeschort,
Allemaal witte, &c.
6.
Hebje van Jan de Knecht geproefd,
Allemaal witte boonen,
Dan hebje voor 9 maanden genoeg,
Allemaal witte, &c.
7.
Negen maandjes en een dag,
Allemaal witte boonen,
Het meisje in het kraambed lag,
Allemaal witte, &c.
8.
En toen het Kind ter waereld kwam,
Allemaal witte boonen,
Kreeg het een Franschmans pakje an,
Allemaal witte, &c.
9.
Toen de Jongen was bekwaam,
Allemaal witte boonen,
Toen moest hy met de snaphaan staan,
Allemaal witte, &c.
10.
Zie jy de Vader voor jou staan,
Allemaal witte boonen,
Jy durft jou oogen niet op te slaan,
Allemaal witte, &c.
|
|