Verzameling van 46 differente gezelschaps-liederen. Deel 2(1838)–Anoniem Verzameling van 46 differente gezelschaps-liederen. Deel 2– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 133] [p. 133] No. 72. Een nieuw lied. Uit het Hoogduitsch. Sints ik zoo vele Vrouwtjes zag, Is 't mij om 't hart zoo raar, Daar gonst en bromt het dag aan dag, Als of 't een Bijkorf waar, En als een vuur zoo steekt 't mijn, Zig voor haar oog verraad, Dan klopt mij 't hart van minnepijn, Gelijk een hamer slaat, Pom, pom, pom, pom. 'k Nam duizend vrouwtjes bij elkaar, Zoo 't niet de wet verbood', En sprong als een marmotje haar Gedurig in de schoot, Dan was ik lustig als een held, Dan was ik rijk genoeg, Ik huppelde als een haas in 't veld, Terwijl mijn hart steeds sloeg, pom, pom, pom. Wie niet de Vrouwtjes vleid en streeld, Is zeker koud nog warm, En legt zoo als een houten beeld, Het liefste meisje in d' arm Dan ben ik nog een ander man, Want als ik bij haar kom, Dan spring dan doe ik wat ik kan, Dan gaat gestaâg ons hart, pom, pom, pom, pom. [pagina 134] [p. 134] Wie geen oprechte liefde voed, Verdient mijn deerenis, Hij is en blijft een arme bloed, Ook schoon hij Koning is: Meer zeg ik niet 't is u bewust, De blijdschap maakt ons stom, Het hart wenscht zoete minnelust, Het slaat daarom, pom, pom, pom, pom, pom. Vorige Volgende