Verzameling van 46 differente gezelschaps-liederen. Deel 2(1838)–Anoniem Verzameling van 46 differente gezelschaps-liederen. Deel 2– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 131] [p. 131] No. 70. Aria. Het zal laat worden. Wijze: Ik kom, ik kom, hier Melk verkoopen. Neen, neen, ik wil niet langer blijven, Bij eene altoos dronken man, Nog dezen morgen toen ik sliep, Nam hij de Ringen van mijn handen, Terwijl hij als de duivel liep, Om die voor geld te gaan verpanden; ô Welk een ramp, ô welk een kruis, En naauwlijks heb ik brood in huis. Ja, ja, ik wil mij laten scheiden, Van die altoos dronken Vent, ô Hoe heeft mijn die man bekoord, Toen hij als Vrijer mij kwam vrijen, Zeg mij toch is 't niet ongehoord, Een vrouw zoo om de tuin te lijden, Ziet met dees hand wat stout bestaan, Kan ik hem in zijn aangezigt slaan. Wat zal ik arme hals beginnen, Alles heeft hij doorgebragt, Wagt jou rekel kom maar t' huis, Ik zal u dadelijk modes leeren, Ik sla u beenen wis aan gruis, Zou jij maar steeds uw keelgat smeren, Terwijl gij ons in armoed laat, Ach, ach ik word schier disperaat. [pagina 132] [p. 132] Neen, neen ik wil niet langer blijven, Bij een altoos dronken Vent, Kom aan, laat ik nu spoedig gaan, Om het goedje zaam te pakken, Hoe zal de Vent verwondert staan, Als ik hem zoo van mij laat zakken, Ja, ja, dat word een fraaije klucht, Ik met mijn dochter op de vlucht. 'k Wil liever als een dienstmeid werken, Dan gestaag gekweldt te zijn, Ha, ha, ik hoor de dronken Vent, Om zijn verlies reeds klagen, kermen, Maar schoon hij ook zijn fout bekend, Ik zal mij echter nooit ontfermen, Ja schoon hij ook als Brugman praat, Neen, dronken schoes, dan word het laat. Vorige Volgende