Verzameling van 46 differente gezelschaps-liederen. Deel 2(1838)–Anoniem Verzameling van 46 differente gezelschaps-liederen. Deel 2– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 103] [p. 103] No. 54. Klaaglied, van een Minnaar, welke door zijn Beminde is bedrogen. Enze 'k zag u en ik mînde, Liefde is beschroomd ik minde en zweeg, 'k Was niet bij u maar ik beminde, 'k Wanhoopte niet maar ik verkreeg, Ik zag u oog zoo fier zoo vurig, Mij zoeken staren, steeds op mij, Uit liefde lonkte mij uw oogen, En deze blik was veinzerij. (bis.) Toen ik voor 't eerst aan uwe voeten, De taal der liefde hooren deed. Verstiet uw hand mij niet Elize, Uw moed, goot balzem op mijn leed, Ik druk een kusch op uwe lippen, Gij wendt het hoofd het rust op mij, Een kusch brand ook op uwe wangen, En deze kusch was veinzerij. (bis.) Herinner u die schoone avond, Elize toen 'k met u alleen, In 't lommer mirten boschje dwaalde, De liefde zweefde voor ons heen, [pagina 104] [p. 104] Gij mind mij zeide uwe lippen, O! Leef gelukkig, leef voor mij, Gij noemde mij uw vriend uw minnaar, En deze taal was veinzerij. (bis.) Een ander bied gij uwe lippen, Een ander noemt gij uwe vrind, Een ander maakt uw kusch gelukkig, Heeft hij u meer als ik bemind, Dikwerf zwoer gij mij nooit te willen derven, En ook deez' eed was veinzerij, Elize 'k zweer voor u te sterven, Vaart wel, straks is uw minnaar vrij. (bis.) Vorige Volgende