Het vermakelyk bagyn-hof
(1739)–Anoniem Vermakelyk bagyn-hof, Het– Auteursrechtvrij
[pagina 76]
| |
Vois: Kom myn hertje kom myn troosje.
GOeden avond blanke Meisje,
Ik heb zo veel van jou gehoort,
Ben je niet dat poezel Lysje,
ginter uit die groene poort,
Is jou Vaartje niet een Man,
Die 't zo wel kan stellen,
'k Bid dat gy,
daar aan my,
Wat goets wil vertellen.
'k Heb geen tyd ik moet vertrekken,
Want de klok die slaat al agt,
ik zie gy zoekt maar te gekken,
met myn en myn goet geslagt,
Goeden avond ik moet heen,
Wilt jou wat vermaken,
Blyf alleen,
weest te vreen
Wilt na myn niet haaken.
Meisje wilt zo gaau niet lopen,
Sta tog Krelis eens te woort,
Mag ik dan op u niet hopen,
Wel gy lykt wel heel verstoort,
Als ik eens jou Vaartje sprak,
'k Wed het zou wel lukken,
By myn keel,
ik heb zo veel,
Goud en zilvere stukken.
Wel wat scheele myn jou scheyven,
Ik wil geen Man tot myn verdriet,
Ik wil liever Vryster blyven,
Zulk een Voogt en dient my niet,
Want ik van de vryheid hou,
Ik heb dan niet te klaagen,
Ik verslyt,
Nu myn tyd,
Wel in goede dagen.
Meisje mogt ik jou maar trouwen,
Ik gaf jou plezier genoeg,
'k Sou jou voor myn Liefste houwen,
Savonds laat en smorgens vroeg,
En gy zoud u nooit van myn,
Hebben te beklagen,
Ik bid jou stuurt,
In de buurt,
en laat na myn vragen.
| |
[pagina 77]
| |
Al vernam ik na jou leven,
Jou perzoon staat myn niet aan,
Ik wou jou nog wel gelt toe geven,
Dat jey maar wou heenen gaan,
En liet myn gerust en stil,
Na myn huisje treden,
Dan ben ik,
In myn schik,
Wonder wel te vreeden.
Mag ik morgen wel eens komen,
Om te zien hoe jy al vaart,
En of hebt gy voorgenomen,
Om met myn te zyn gepaart,
Als 't jou Vaartje hebben wil,
Dat wy zamen trouwen,
Dan zult gy
Aan myn zy,
vrolyk Bruiloft houwen.
Ik mag daar nog niet van hooren,
Van al 't geen dat gy myn zegt,
't Is dog alles maar verlooren,
Wat gy myn te vooren legt,
Vriend het is nu nog geen tyd,
Om daar van te spreken,
Want ik zouw,
Met de trouw,
nog myn hooft niet breken
Wel is 't nu niet zo is 't morgen,
Laat ik Vaartje spreken gaan,
Gy hoeft nergens voor te zorgen,
Alle ding zal heel wel gaan,
als gy myn maar wat bemind,
Soete lieve Susje,
Geeft u woord
Als 't behoort,
En daar op een kusje.
Wel hoe meugt gy myn zo quellen?
'k Wou gy myn met vreden liet,
Komt het Vaartje eens vertellen,
En ziet wat 'er dan geschiet,
Misschien dat ik nog myn zin,
Stel om te minnen,
En myn hand,
Geef tot pand,
Kom treed met my binnen.
|
|