Het vermakelyk bagyn-hof
(1739)–Anoniem Vermakelyk bagyn-hof, Het– AuteursrechtvrijOp een aangenaame vois.
L Estmaal quam Cupido myn opwekken,
Daar ik zeer zoet lag in myn rust:
Phebus die quam myn opwekken,
| |
[pagina 10]
| |
Want ik was heel ontlust,
Dat ik myn moest ontdekken,
Door brand van Minne-lust.
Ik voelde myn hertje heel ontsteken,
Dat ik moest uit myn bed opstaan:
Het was om myn Lief te spreeken,
Og hoort myn klagten aan;
Liefste wilt u hooft uitsteeken,
En ziet u Minnaar staan.
Stilletjes gaat Vrouw Venus Ionker
Myn dunkt ik hoor daar myn Mompeer,
Ik wensje gerust myn Ionker:
Stilt u gelamenteer,
Gaat na u huis het is donker,
Want ziet het wort onweer.
Liefste hoe kan ik na huis toe treden,
Ik zweer u zoo waarlyk als ik leef:
Dat ik hier staa beneden,
Gelyk een Ried en beeft:
Liefste verhoort myn beden,
Dat ik je een zoentje geef.
Ionkman ik houder myn contenantie,
Gaat na u huis ik zeg u dat,
Maakt 'er dog geene samblantie:
Te kussen van dit of dat,
Want ik heb nooit geen alliantie,
Met u perzoon gehad.
Liefste wat is 'er aangelegen,
Dat ik hier voor u deurtje staan:
Want ik zie hagel nog regen,
Storem of onweer aan,
Laat ik jou maar bewegen,
En in jou gratie staan.
Ha daar Ionkman doorleest dat briefje,
Dat ik daar voor u leg op straat,
Seg eensjes myn zoete Liefje:
Al wat 'er geschreven staat,
| |
[pagina 11]
| |
Hoe komt het zoo myn diefje,
Dat je myn zoo verlaat.
Adieu myn Liefste lief verheven,
Adieu myn overschoon Godin;
Dat Briefje datje myn hebt geschreven,
Daar staat myn vonnis in,
Kom dood beneemt myn 't leven,
Adieu dan schoon Godin.
|
|