in de bibliotheken, verslonden door talloze gezinnen in Noord en Zuid en over de grenzen. August Vermeylen noemde de reden van deze bijval. ‘De Witte’, schreef hij, in ‘De Vlaamsche Letteren van Gezelle tot Heden’, (1938), ‘een type dat gemakkelijk de genegenheid van de lezers wint, want in ieder mensch door sociale banden in toom gehouden, schuilt er ten slotte zulk een kwajongen’.
Ja, ‘De Witte’ is voor Claes een uitzonderlijk succes geworden en soms wellicht ook een kleine bron van ergernis. Hij was een onverdroten verteller maar moest ervaren, dat zijn werk, hoe gewaardeerd ook, steeds in de schaduw stond van zijn snaakse Witte.
Het is het lot van de schrijver die een hoge worp op zijn aktief boekt; zoals het zijn lot is te berusten in het soms erg foutief oordeel van een paar critici die men blijt napraten.
Claes heeft immers heel wat meer geschreven, dat voor ‘De Witte’ niet moet onderdoen.
In tal van novellen en korte verhalen heeft hij mensen geconterfeit en hun ziel gepeild. Hij is een voortreffelijk verteller, met diep-menselijke aanvoeling. Zijn geboortestreek levert hem landschap en personages. Alles wat hij schrijft heeft een eigen sfeer, een persoonlijk karakter. Zohaast men europese geest en ‘more brains’ begon te eisen, werd Claes als heimatverteller gedoodverfd. Het heette, dat hij geen romanschrijver was, evenmin als Streuvels!
Was ook Cyriel Buysse niet in de eerste plaats een heimatverteller? En Thomas Hardy, om één enkele grote Engelsman te noemen. Niet het milieu, het decor, maar de menselijke inslag is beslissend voor de internationale belangstelling.
Tjechow is, eerst en vooral, een Rus zoals Claes een Vlaming is. En de Rus wordt, evenals de Vlaming, in het buitenland gewaardeerd juist om de eigen sfeer en de eigen kijk op de eigen mensen.
Claes bezit grote hoedanigheden. Hij is mild voor Gods schepselen en zijn humor en sarcasme zijn niet te versmaden kwaliteiten voor een verteller.
Vertellen is een nobele kunst. Waar literatuur haar glans verliest, heeft de vertelkunst nog een kans. Bij de massa vindt de vertelkunst steeds weerklank, ontroert, brengt een beetje levensvreugde en afleiding tot de eenvoudigen en eenzamen.
Wanneer eens het succes van ‘De Witte’, ‘Charelke Dop’,