Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1953

[p. 413]

Vergadering van 13 Juni 1953 te Wulveringem.

Aanwezig: de heren J. Kuypers, Bestuurder; M. Gilliams, Onderbestuurder;

de heren leden: Frank Lateur, Prof. Dr. L. van Puyvelde, Prof. Dr. J. Muls, Prof. Dr. A. Carnoy, Prof. Dr. J. van Mierlo, Prof. Dr. J. van de Wijer, Dr. E. Claes, Prof. Dr. E. Blancquaert, Prof. Dr. Frank Baur, Dr. W. van Eeghem, Dr. J. Lindemans, G. Walschap, Prof. Dr. P. Sobry, G. Schmook, Dr. C. de Baere en Prof. Dr. J.F. Vanderheyden.

Hadden zich laten verontschuldigen: de heren Dr. L. Goemans, Bestendig Secretaris, Prof. Dr. L. Grootaers, L. Baekelmans, Prof. Dr. Fr. de Backer, Prof. Dr. E. Rombauts, Prof. Dr. A. van Loey, Prof. Dr. R. Foncke en de heer Minister van Staat Dr. Fr. van Cauwelaert, binnenlands erelid.

_* * _*

De notulen van de vergadering van 20 Mei worden goedgekeurd.

_* * _*

Onderscheidingen. - De Heren J. Kuypers en Prof. Dr. E. Blancquaert werden verkozen tot leden van het Provinciaal Utrechts Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen.

Mededelingen van de Bestendige Secretaris.

1. Onthulling van het Georges Eekhoud-gedenkteken te Antwerpen. - Het ‘Comité International Georges Eekhoud’ nodigde de Academie bij brieve van 29 Mei jl. uit, zich te laten vertegenwoordigen bij de onthulling van het Georges Eekhoudgedenkteken te Antwerpen. Bij afwezigheid van de heer L. Baekelmans, die thans in het buitenland vertoeft, heeft het Bestuur de heer Schmook als woordvoerder der Academie aangeduid. De heer Schmook heeft de opdracht aanvaard.

2. Beets- en Dodoenshulde. - Op 22 Mei jl. hadden de afgevaardigden van de Koninklijke Vlaamse Academie voor

[p. 414]

Taal- en Letterkunde en van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België in het Paleis der Academiën te Brussel een onderhoud met de gedelegeerden van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, ten einde gezamenlijk de middelen te onderzoeken om een vruchtbare samenwerking tussen de zusteracademiën te bereiken. Hiervan zou de door de Koninklijke Vlaamse Academiën ontworpen Beets- en Dodoenshulde een eerste uiting zijn⁽¹⁾.

De bespreking verliep zeer hartelijk: de desbetreffende voorstellen van de beide Koninklijke Vlaamse Academiën, waarbij zich sindsdien ook de Koninklijke Vlaamse Academie voor Geneeskunde van België aangesloten heeft, droegen de algemene goedkeuring weg.

Voor een grondige bespreking van de vormen, waarin verdere blijvende samenwerking kan bereikt worden, ontbrak de tijd. Niettemin waren de aanwezigen het er over eens, dat hiervoor konden in aanmerking komen: periodieke uitnodiging van Nederlandse en Belgische sprekers op gewone of plechtige vergaderingen; het redigeren van een gemeenschappelijke Nederlandse spraakkunst voor België en Nederland; het vastleggen in gezamenlijk overleg van de wetenschappelijke terminologie.

De bespreking besluitend, onderstreepte de heer J. Kuypers het grote succes van de Nederlands-Belgische tentoonstelling

(1) Van Nederlandse zijde waren aanwezig: Prof. Dr. A.J. Kluyver, Algemeen voorzitter der Akademie en voorzitter der afdeling Natuurkunde; Prof. Dr. M. Woerdeman, algemeen secretaris-penningmeester; Prof. Dr. B.A. van Groningen, voorzitter der afdeling Letterkunde; Prof. Dr. C.J. Gorter, ondervoorzitter der afdeling Natuurkunde; Prof. Dr. H.J. Thiel, ondervoorzitter der afdeling Letterkunde; Prof. Dr. C.B. van Haeringen, lid der afdeling Letterkunde.
Van Belgische zijde: de heer J. Kuypers, Bestuurder der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde; Prof. Dr. H. Koch, ondervoorzitter van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten; Prof. Dr. J. Haesaert, vaste secretaris van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten; Dr. C. de Baere, adjunct-secretaris van de Koninkljjke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, die als secretaris fungeerde; Prof. Dr. A.J.J. van de Velde, lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten; Prof. Dr. A. van Loey, lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.

[p. 415]

‘De Nederlandse Letterkunde in honderd schrijvers,’ een bewijs dat samenwerking niet alleen mogelijk is, maar ook door velen in Nederland en België gewenst wordt.

Mededelingen van de Commissie van Advies bij het Nationaal Fonds voor de Letterkunde.

De heer De Baere, wn. secretaris, gaf lezing van de notulen van de jongste zitting van de Commissie van Advies te Brussel op Dinsdag 2 Juni.

De vergadering werd hoofdzakelijk gewijd aan de bespreking van de criteria, waardoor de Commissie zich dient te laten leiden bij het toekennen van subsidiën en het verspreiden van Vlaams litterair werk in het buitenland.

Deze criteria werden reeds bepaald in de vergadering van 23 Februari 1949 en naderhand door de Academie goedgekeurd, maar niet in de Verslagen en Mededelingen gepubliceerd,

De Commissie achtte het ogenblik gekomen om ze, aan de hand van de opgedane ervaringen, aan een nieuw onderzoek te onderwerpen en ev. nader te omschrijven.

De gedachtenwisseling wees uit, dat er geen redenen voorhanden zijn om de getroffen regeling grondig te wijzigen. Alleen werden de hiernavolgende aanvullingen aangenomen:

1.	Wat betreft de verspreiding van de Vlaamse litteraire productie in het buitenland: ‘rekening zal gehouden worden met de financiële mogelijkheden van het Fonds en met de aard van het werk.’
2.	Wat betreft de ‘bevordering van de litteraire productie in het binnenland’: pas verschenen boeken kunnen in eerste uitgave op dezelfde wijze (als de manuscripten) voor een gelijke toelage in aanmerking komen, en daarenboven ook voor aankoop van een zeker aantal exemplaren met bestemming voor het buitenland.’

De voorstellen van de Commissie in zake te verlenen subsidiën en aankoop van een bepaald aantal ex. van een werk voor verzending naar het buitenland werden aangenomen. De algemene criteria zullen, op voorstel van Prof. Baur, in de Septembervergadering besproken worden.

[p. 416]

Agenda.

1. Wedstrijd in Nederlands opstel. Samenstelling van de Keurraad voor 1953. - Worden aangeduid: de heren Prof. Dr. Foncke en Dr. Van Eeghem voor het officieel onderwijs, Prof. Dr. Van Mierlo en Dr. De Baere voor het vrij onderwijs.

2. Herdenking van de honderdste verjaring van de geboorte van Jhr. Arthur Merghelynck. - Ter herdenking van de honderdste verjaring van de geboorte van onze weldoener Jhr. A. Merghelynck hield Prof. Dr. J. Muls, lid der Academie, een lezing over De Boedel van Beauvoorde.

De Voorzitter dankte Spreker voor deze boeiende voordracht, die door de aanwezigen met de grootste aandacht gevolgd werd, en ons o.m. klaarder en juister de bedoelingen van de milde schenker heeft doen inzien.

Zij zal in de Verslagen en Mededelingen opgenomen worden. Ook zal de mogelijkheid onderzocht worden om ze, met enkele fotografische opnamen geïllustreerd, afzonderlijk uit te geven.

Prof. Van Mierlo brengt namens de leden hulde aan Prof. Muls, die het kasteel een paar jaren geleden geheel in orde heeft gebracht. Ook de heer L. Lams, beheerder van de goederen van Beauvoorde, mocht de dank der Academie in ontvangst nemen voor de toewijding waarmede hij zich van zijn taak kwijt.

3. Vervanging van de heer Em. De Bom, lid, en Mw. Henriëtte Roland Holst, buitenlands erelid der Academie. - Dit punt werd door de beschrijvingsbrief niet ter kennis van de leden gebracht. Het werd bij toepassing van art. 28 van het Huishoudelijk Reglement ter behandeling aangenomen. - Tot leden van de Commissie van voordracht, waarvan het Bestuur van rechtswege deel uitmaakt, werden de heren G. Walschap en Prof. J. Muls aangewezen.

De Bestuurder nodigt de leden uit, de namen van hen die naar hun mening in aanmerking kunnen komen om als candidaat voorgedragen te worden, binnen de voorziene termijn van veertien dagen, dus uiterlijk op 28 Juni, ter secretarie op te geven. De candidaturen zullen in de Septembervergadering besproken worden. In October zal tot de verkiezing worden overgegaan.

[p. 417]

De nieuwe leden zullen op een openbare vergadering, te Gent of te Brussel, plechtig geïnstalleerd worden.

_* * _*

Op 13 Juni ook werd te Ieper door de ‘Vrienden van het Hotel-Museum Merghelynck,’ de honderdste verjaring van de geboorte van Jhr. A. Merghelynck herdacht, samen met het eeuwfeest van de oprichting van het ‘Comité flamand de France.’ De Academie was er vertegenwoordigd door Prof. Dr. P. Sobry en door Prof. Dr. Leo van Puyvelde, die tijdens de lunch namens de Academie een korte toespraak hield, waarin hij aan Jhr. A. Merghelynck hulde bracht.

De deelnemers aan de herdenking werden, na afloop van de vergadering, door de Academie op het kasteel Beauvoorde officieel ontvangen. Bloemen werden op het graf van Jhr. Merghelynck neergelegd namens Z. Exc. de Minister van Openbaar Onderwijs, die zich had laten verontschuldigen, de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, de Vrienden van het Hotel-Museum Merghelynck, de Koninklijke Belgische Academie en het Comité flamand de France.

De voorname gasten, ruim 350 in getal, w.o. de heer Gouverneur van West-Vlaanderen Ridder P. van Outryve d'Ydewalle, Mgr. Détrez, en talrijke vertegenwoordigers van het ‘Comité flamand de France,’ leden van de Koninklijke Belgische Academie en van andere geleerde genootschappen, de Vrienden van het Hotel-Museum Merghelynck, werden door de Bestuurder verwelkomd.

De tekst van zijn toespraak is in dit nummer van de Verslagen en Mededelingen opgenomen. Zij werd op algemeen handgeklap onthaald.

De heer Ch. van den Borren dankte namens de Koninklijke Belgische Academie, Mgr. Detrez namens het ‘Comité flamand de France.’

Een wel geslaagde garden-party in het mooie en netjes opgefriste park van het kasteel besloot de receptie.