Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1953
(1953)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 329]
| |||||||||||||||
Vergadering van 20 Mei 1953.Waren aanwezig: de heren J. Kuypers, Bestuurder; M. Gilliams, Onderbestuurder; Dr. L. Goemans, Bestendige Secretaris;
de heren leden: Fr. Lateur, Prof. Dr. L. van Puyvelde, Prof. Dr. J. Muls, Prof. Dr. A. Carnoy, Prof. Dr. J. van Mierlo, Prof. Dr. J. van de Wijer, Prof. Dr. L. Grootaers, Dr. E. Claes, Prof. Dr. E. Blancquaert, Prof. Dr. Fr. Baur, Dr. W. van Eeghem, Dr. J. Lindemans, Prof. Dr. Fr. de Backer, G. Walschap, Prof. Dr. P. Sobry, G. Schmook, Dr. C. de Baere, Prof. Dr. E. Rombauts, Prof. Dr. A. van Loey, Prof. Dr. R. Foncke, Prof. Dr. J.F. Vanderheyden en Prof. Dr. A.J.J. van de Velde, binnenlands erelid.
Had zich laten verontschuldigen: de heer Minister van Staat Dr. Fr. van Cauwelaert, binnenlands erelid.
De notulen van de vergaderingen van 25 Maart en 15 April worden goedgekeurd.
* * *
Rouwhulde. - Voor de rechtstaande vergadering geven de heer J. Kuypers, Bestuurder, en Prof. Dr. J. Muls lezing van de lijkrede die zij bij de teraardebestelling van onze betreurde collega Emmanuel de Bom uitgesproken hebben. Hierna verklaart de Voorzitter de plaats van Em. de Bom voor open. Eerlang zal in zijn vervanging voorzien worden met inachtneming van de bij het Reglement vereiste formaliteiten. De tekst van beide redes is in de Verslagen en Mededelingen opgenomen. | |||||||||||||||
Mededelingen van de Bestendige Secretaris.1. Huldetelegram. - Ter gelegenheid van het huwelijk van H.K. Hoogheid Prinses Joséphine van België met Z.H. Erfgroothertog Jan van Luxemburg werd aan Hunne Hoogheden namens de Academie hiernavolgende telegram gezonden: | |||||||||||||||
[pagina 330]
| |||||||||||||||
‘De Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde juicht de blijde gebeurtenis toe die de traditionele verbondenheid van onze beide natiën met nieuwe panden verrijkt, en geeft daarbij geestdriftig uiting aan haar gevoelens van eerbied, aanhankelijkheid en trouw.’ De Academie mocht vanwege Hunne Hoogheden de Erfgroothertog en de Erfgroothertogin een telegram van dankbetuiging ontvangen.
2. Teraardebestelling van de heer Emmanuel de Bom, lid der Academie. - Op Donderdag 16 April werd onze betreurde collega Emmanuel de Bom te Kalmthout plechtig begraven. Verschillende leden woonden de lijkdienst bij: de heren J. Kuypers, Bestuurder, M. Gilliams, Onderbestuurder, Prof. Dr. J. Muls, Prof. Dr. J. van Mierlo, Dr. W. van Eeghem, Dr. J. Lindemans, G. Schmook, Dr. C. de Baere en Prof. Dr. R. Foncke. De heer Dr. L. Goemans, Bestendige Secretaris, had zich laten verontschuldigen. Namens de Academie werd een rouwkrans op het graf neergelegd, en bracht de heer J. Kuypers de afscheidsgroet. Na hem kwam Prof. Muls aan het woord, die de gevoelens van de vrienden van de overledene vertolkte. Bij deze gelegenheid ontving de Academie blijken van deelneming vanwege haar buitenlands erelid de heer Adriaan J. Barnouw, van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, en van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Geneeskunde van België.
3. Onderscheidingen. - a. Prof. Dr. E. Blancquaert, lid der Academie, werd tot Officier in het Erelegioen bevorderd. Namens het Bestuur en de Leden der Academie werd hem een telegram van gelukwensen gezonden. Prof. Blancquaert betuigde zijn dank voor dit blijk van sympathie. ‘De eer die mij vanwege de Franse Regering te beurt valt,’ zo schreef hij o.m., ‘deel ik gaarne met de Academie, waarvan het lidmaatschap een van mijn liefste titels is, die blijkbaar ook door het buitenland wordt gewaardeerd.’ b. Het mandaat van de heer H. Teirlinck, lid der Academie, als artistiek adviseur bij het Ministerie van Openbaar Onderwijs werd voor een termijn van zes jaar verlengd. | |||||||||||||||
[pagina 331]
| |||||||||||||||
4. Interministeriële Commissie voor Wetenschappelijk Onderzoek. - Het verzoek van de Academie (28 Februari 1953) om in de Interministeriële Commissie voor Wetenschappelijk Onderzoek vertegenwoordigd te zijn, werd door Z. Exc. de Minister van Openbaar Onderwijs gunstig ontvangen. Bij schrijven van 31 Maart wordt de Academie uitgenodigd ‘een lid voor te stellen om deel uit te maken van die Commissie.’ Aangeduid wordt Dr. W. van Eeghem; deze aanvaardt de opdracht.
5. Gedenksteen van Jacob van Maerlant te Damme. - Het Bestuur van de Academie richtte op 21 April 1953 een schrijven tot de heer Gouverneur van West-Vlaanderen met verzoek de nodige maatregelen te willen treffen om de gedenksteen van Jacob van Maerlant, aan de muur der kerk te Damme, te laten reinigen, en de toegang tot de kerkruïne op te frissen en open te stellen. Bij schrijven van 15 Mei 1953 deelde de heer Gouverneur mede, dat ‘de kerkfabriek te Damme de aangeklaagde toestand zal verbeteren samen met de herstelwerken, die voor de kerk ontworpen zijn.’
6. Samenwerking met de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België. - Ontvangst van Nederlandse Academici. - Mede namens de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, verzocht het Bestuur van de Academie de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen te Amsterdam enkele leden naar Brussel te willen afvaardigen om met de beide Vlaamse Academiën overleg te plegen over de mogelijkheid van een blijvende samenwerking, waarvan de voorgenomen hulde aan Nicolaas Beets en Rembert Dodoens de eerste uiting zou zijn. (Brief van 10 April 1953) Prof. Dr. Woerdeman, Algemeen Secretaris van de Koninklijke Nederlandse Academie, antwoordde in gunstige zin. Het onderhoud zal op Vrijdag 22ste dezer in het Paleis der Academiën te Brussel plaats hebben. Wat de andere vormen van samenwerking van de beide Vlaamse Academiën betreft, een ontwerp van juridisch statuut der Academiën werd bij Z. Exc. de Minister van Openbaar Onderwijs | |||||||||||||||
[pagina 332]
| |||||||||||||||
ingediend; een tweede ontwerp wordt voorbereid, dat aan de Academiën meer vrijheid en initiatief zal laten voor haar publicaties. Ook werd besloten tot de wederoprichting van de Commissie voor technische terminologie, die tijdens de oorlog haar werkzaamheden stopgezet heeft. Drie leden van elke Academie zullen er deel van uitmaken, alsmede een vertegenwoordiger van het technisch en van het middelbaar onderwijs. In de vorige Commissie was onze Academie vertegenwoordigd door de heren Prof. Blancquaert, Prof. Verdeyen en Dr. J. Grauls. De heren Prof. Blancquaert, Prof. Grootaers en Dr. W. van Eeghem worden door het Bestuur als leden van de nieuwe Commissie voorgedragen. Zij aanvaarden, onder goedkeuring van de aanwezigen, deze opdracht.
7. Wedstrijd in Nederlands Opstel. - Gevolg gevend aan het verzoek van de Academie (27 Februari 1953) om de hoofden van de middelbare onderwijsinrichtingen van de hogere graad kennis te willen geven van de door de Academie jaarlijks ingerichte wedstrijd in Nederlands opstel, stuurde de heer Directeur-Generaal van het Middelbaar Onderwijs aan de betrokken instellingshoofden een circulaire (22 April 1953), waarin het reglement van de wedstrijd opgenomen is, en op deelneming aangedrongen wordt. Het Secretariaat van het vrij middelbaar onderwijs zal uitgenodigd worden ook de instellingshoofden van zijn ressort over deze wedstrijd in te lichten.
8. Academische Prijsantwoorden voor 1953. Verslagen. - De leden van de keurraad, belast met het onderzoek van het antwoord ingezonden op de prijsvraag ‘Bijdrage tot de Studie van de woordenschat in verband met de schilderkunst in de 17de eeuw’ hebben hun verslag ingezonden. De Bestuurder dringt bij de leden van de beide andere keurraden aan op spoedige inzending van hun verslagen. Er volgt een korte gedachtenwisseling, waarvan de conclusie luidt dat in de toekomst het Academielid, door wie de behandelde vraag gesteld werd, als eerste verslaggever zal optreden; de twee andere beoordelaars zullen samen met het prijsantwoord kennis krijgen van de rapporten van hun collega's. | |||||||||||||||
[pagina 333]
| |||||||||||||||
Mededelingen namens de Vaste Commissies.I. - Vaste Commissie voor Middelnederlandse Taal-en LetterkundeGa naar voetnoot(1).Prof. Dr. E. Rombauts, lid-secretaris, legt verslag ter tafel over de zitting van de Commissie.
Waren aanwezig: de heren leden Van Mierlo, Van Puyvelde, Blancquaert (Voorzitter), Grootaers, Baur, Van Eeghem (Ondervoorzitter), Lindemans, Rombauts (Secretaris), Van Loey en Foncke.
Hospiterende leden: de heren Schmook, Vanderheyden, Walschap en A.J.J. van de Velde, binnenlands erelid.
Verontschuldigd: de heer De Baere.
Op de agenda komt een lezing voor door Prof. Dr. A. van Loey, lid der Academie: Het reflexivum zich in het Nederlands van het Oud-Westgermaans af tot nu, maar hoofdzakelijk in het Middelnederlands.
De Voorzitter wenst Spreker geluk met zijn boeiende mededeling. Aan de bespreking nemen deel de heren Foncke, Grootaers, Van Puyvelde, Van Mierlo, Blancquaert en Baur. De lezing zal in haar geheel in de Verslagen en Mededelingen opgenomen worden.
Agenda van de volgende vergadering. - De heer Van Eeghem verklaart zich bereid om in de e.v. vergadering een lezing te houden over Antonis de Roovere. | |||||||||||||||
II. - Vaste Commissie voor Moderne LetterenGa naar voetnoot(1).De heer G. Schmook, lid-secretaris, legt verslag ter tafel over de zitting der Commissie. Waren aanwezig: de heren leden Baekelmans, Claes, De | |||||||||||||||
[pagina 334]
| |||||||||||||||
Backer (Ondervoorzitter, wn. Voorzitter), Walschap, Sobry, Schmook (Secretaris), Gilliams, Vanderheyden.
Hospiterende leden: de heren Van Eeghem, Van Loey, Van Mierlo en de heer A.J.J. van de Velde, binnenlands erelid.
Op de agenda komt een lezing voor door Prof. Dr. J. Muls, lid der Academie: Het eerste Eeuwfeest van Edward Keurvels. Ten gevolge van verkeersmoeilijkheden kon Spreker Gent niet tijdig bereiken en dan ook zijn lezing niet houden. De vergadering besluit deze op de agenda van de e.v. vergadering van de Commissie brengen. | |||||||||||||||
III. - Vaste Commissie voor Onderwijs en Nederlandse Lexicographie.Prof. Dr. A. van Loey, lid-secretaris, legt verslag ter tafel over de zitting van de Commissie.
Waren aanwezig: de heren leden Goemans, Muls, Grootaers, Carnoy, Blancquaert, Van Eeghem (Ondervoorzitter), Baur, Lindemans, Kuypers, Schmook, De Baere (Voorzitter), Van Loey (Secretaris) en Foncke. Hospiterende leden: de heren Claes, Gilliams, Rombauts, Vanderheyden, Van Mierlo, Van Puyvelde, Van de Wijer en Walschap. Op de agenda komt een lezing voor van Dr. J. Lindemans, lid der Academie: De Dieren in onze oude Germaanse persoonsnamen. De Voorzitter dankt Spreker voor zijn boeiende lezing en stelt voor ze in de Verslagen en Mededelingen te laten verschijnen, wat aangenomen wordt. Aan de bespreking nemen deel de heren Grootaers, Foncke, Carnoy, Van Loey en Van Eeghem.
Voorts keurt de vergadering het gunstig advies goed van de Commissarissen, belast met het onderzoek van de ingezonden verhandeling van de heer R. Haeserijn: Bijnamen in de oudste rekening van Aerdenburg (ao 1309-1310). Zij zal in de Verslagen en Mededelingen opgenomen worden, zodra een gunstige gelegenheid zich voordoet. | |||||||||||||||
[pagina 335]
| |||||||||||||||
IV. - Vaste Commissie voor Cultuurgeschiedenis.Prof. Dr. J. van Mierlo, lid-secretaris, legt verslag ter tafel over de zitting van de Commissie.
Waren aanwezig: de heren leden Lateur, Van Puyvelde, Van Mierlo (Secretaris), Van de Wijer, Claes, De Bac ker Walschap (Ondervoorzitter), Gilliams, Rombauts en Vanderheyden.
Hospiterende leden: de heren Baur, Muls, Van Eeghem, Schmook, Carnoy, Lindemans en Foncke.
Op de agenda komt een lezing voor van Prof. Dr. R. Foncke, lid der Academie: Bij enkele Duitse en Nederlandse toverspreuken tegen de worm. De heer Walschap, ondervoorzitter, die bij afwezigheid van de voorzitter de vergadering leidt, wenst Spreker geluk en stelt voor zijn lezing in de Verslagen en Mededelingen op te nemen. Aan de bespreking nemen deel de heren Carnoy, Van Mierlo, De Backer en Claes. | |||||||||||||||
Mededelingen namens de Commissie van Advies bij het Nationaal Fonds voor de Letterkunde.De heer De Baere, wn. Secretaris, geeft lezing van de voorstellen der Commissie in zake het toekennen van een subsidie aan de hiernavermelde auteurs:
aan de heer G. Degroote voor de uitgave van zijn studie Conscience en zijn uitgevers;
aan de heer J. Ceuleers voor de uitgave van zijn roman De Râté;
aan de heer L.P. Boon voor de uitgave van zijn werk Boontje's twee Spoken;
aan de heer Ary Delen voor de uitgave van zijn roman Het Donkere Huis.
De Academie keurt ook het voorstel goed om de uitgave van het letterkundig album: De Nederlandse Letterkunde in honderd schrijvers financieel te steunen en aan het ts. Tijd en Mens een | |||||||||||||||
[pagina 336]
| |||||||||||||||
toelage te verlenen, die zal besteed worden aan het honoreren van de medewerkers. Ten slotte stemt de Academie er in toe, dat op kosten van het N.F.L. een zeker aantal abonnementen op het maandschrift De Periscoop aan belangstellende personen uit de kolonie en het buitenland zouden bezorgd worden. | |||||||||||||||
Agenda.1. Verslag over de vergadering van de Commissie voor de Publicaties. - Prof. Dr. E. Rombauts, Secretaris, geeft lezing van hiernavolgend verslag over de zitting der Commissie in het Paleis der Academiën te Brussel op 24 Maart 1953.
Waren aanwezig: de heren J. Kuypers, M. Gilliams, C. de Baere, Prof. Dr. J. van de Wijer en Prof. Dr. E. Rombauts. Prof. Dr. E. Blancquaert had zich laten verontschuldigen.
De heer De Baere wenst het oordeel van de Commissie in te winnen over een principiële kwestie. Hij zoekt nl. naar middelen om de publicatie van de achterstallige bekroonde prijsantwoorden te bespoedigen en zou tot een bedrag van fr. 60.000 kunnen komen, indien de gelden van bepaalde fondsen dit jaar voor zekere publicaties mochten aangewend worden. Uit het Eigen Vermogen der Academie zou fr. 45.000 kunnen genomen worden en daarbij een bedrag gevoegd van fr. 14.500 uit het Van de Ven-Heremansfonds en van fr. 7.500 uit het Salsmansfonds. Op dit laatste bedrag kan evenwel alleen gerekend worden, indien de Commissie van het Fonds hiermede instemt. De Commissie der Publicaties verklaart zich met dit voorstel accoord; zij zal het plan te gepasten tijde aan de Bestuurscommissie voorleggen. Ook zal de Commissie van het Salsmansfonds geraadpleegd worden. De Commissie beslist dat het aldus bekomen bedrag van 60.000 fr. zal gebruikt worden tot het uitgeven van de door de Academie bekroonde verhandeling van Dr. Billiet: De Toponymie van Herne, met dien verstande dat de kosten van deze publicatie de voorziene som niet overschrijden. | |||||||||||||||
[pagina 337]
| |||||||||||||||
2. Bibliografische nota van Prof. Dr. Fr. Baur over het werk Hendrik Conscience en zijn uitgevers, door Dr. G. Degroote en Jan de SchuyteeGa naar voetnoot(1). Het is mij een genoegen en een voorrecht, de Bibliotheek van onze Academie te mogen verrijken met een nieuw werk van mijn oud-student Dr. Gilbert Degroote, die reeds vroeger een aantal publicaties van zijn hand aan de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde liet aanbieden. Ditmaal heeft Dr. Degroote het niet over de door hem met grote kundigheid doorvorste periode van de Burgondische letterkunde. In samenwerking met de thans overleden Antwerpse publicist Jan de Schuyter ondernam hij, in dit lijvig en uitvoerig geprefaceerde boek, de publicatie van een groot aantal, uit twee verschillende collecties herkomstige brieven van, aan en over Hendrik Conscience, die niet enkel de biografie van onze grote romanticus op een aantal plaatsen rijkelijk aanvullen, doch tevens een wonderlijk schamplicht laten vallen op de productiedrang van de romancier en de eerder economische ondergrond daarvan. Reeds had onze collega Schmook in een paar publicaties de silhouette getekend van een Conscience, door geldnood, gevolg van onbedwingbare megalomanie, tot ononderbroken slavenarbeid als het ware veroordeeld. Hart en verbeelding betalen daarbij hun tol, zonder dat aan Conscience de innerlijke rust en concentratie wordt gegund, om zijn romankunst te vernieuwen en vooral te verdiepen. De bundel van Dr. Degroote en Jan de Schuyter brengt nu overvloedige bewijzen hiervan en ontsluiert iets van het menselijk drama, waaruit Conscience bestendig heeft moeten putten, zonder zichzelf of zijn kunstideaal te mogen ontzien. Kort na de bevrijding ging er een letterkundige collectie op stapel te Parijs: onder de titel ‘De quoi vivaient-ils?’ Die boekjes brachten onthullingen over de bestendige geldnood van Chateaubriand, Lamartine, Hugo, Balzac, Walter Scott, prikkel tot een bovenmenselijke scheppingsdrang bij die schrijvers. Het werk van Dr. Degroote en Jan de Schuyter hoort hierbij. Het moge een dankbaar publiek vinden voor de geboden documentatie, de degelijke inleiding, de bondige en toch op hoog peil gehouden commentaar en de voortreffelijke typografische aanbieding. | |||||||||||||||
[pagina 338]
| |||||||||||||||
3 Vergadering te Wulveringem. Aanduiding van de vertegenwoordigers der Academie bij het eeuwfeest van de geboorte van Jhr. A. Merghelynck te Ieper. - De heer De Baere licht de aanwezigen in over de plannen van het Bestuur in zake de vergadering te Wulveringem op 13 Juni as.: de plenovergadering zou 's namiddags om 14 uur gehouden worden, waarna receptie van de deelnemers aan de Merghelynckherdenking te Ieper, en garden party. Er zal gelegenheid zijn om samen te lunchen te Veurne. De leden gaan met dit voorstel accoord. Prof. Muls aanvaardt een lezing te houden. Als vertegenwoordigers van de Academie bij de herdenking te Ieper worden Prof. Sobry en Prof. Van Puyvelde aangeduid. Zij aanvaarden deze opdracht.
4 Geheime zitting. Academische prijsvragen voor 1955. Voorstellen van de Commissie. - De Prijsvragencommissie vergaderde de 19de Mei. Zij nam kennis van de door de leden der Academie ingezonden onderwerpen en besloot ditmaal zes prijsvragen aan te houden. Er zullen evenwel niet meer dan vijf prijzen toegekend worden, ten bedrage van fr. 10.000 elk. Verdienen zes antwoorden bekroond te worden, dan zal aan het Nationaal Fonds voor de Letterkunde gevraagd worden voor een som van fr. 10.000 tussen te komen. Vóór de vergadering kregen de leden mededeling van de voorstellen der Commissie. Deze werden zonder oppositie aangenomen.
Dit zijn de prijsvragen voor 1955. Gevraagd worden:
| |||||||||||||||
[pagina 339]
| |||||||||||||||
De antwoorden dienen vóór 10 December 1954 aangetekend ter secretarie ingezonden te worden.
Laatste omvraag. - 1. Prof. Dr. Grootaers brengt de groet van Dr. Indestege en licht de Academie in over diens colleges te Padova. Hij brengt hulde aan zijn literair-wetenschappelijke werking aldaar: collega Indestege is ongetwijfeld een der grootste propagandisten van de Nederlandse cultuur in Italië; zijn optreden wordt door alle bevoegde instanties zeer gewaardeerd. De heer Indestege zou de leden der Academie zeer dankbaar zijn, hem hun publicaties te laten geworden, hetzij door tussenkomst van Prof. Grootaers, hetzij rechtstreeks aan zijn adres: Facoltà de Lettere, Università-Al Bò, Padova.
2. Prof. Baur vestigt er de aandacht op, dat Mgr. Schaepman, in leven buitenlands erelid der Academie, in 1903, dus 50 jaar geleden, overleden is; het zou betamen ook deze gebeurtenis te herdenken. De Voorzitter suggereert de Schaepmanhulde op de agenda te brengen van de plechtige Octobervergadering te Gent.
3. Naar aanleiding van de aanstaande vervanging van wijlen Em. de Bom uit Prof. Van de Wijer de wens, dat de aanstelling van een lid der Academie voortaan met meer plechtigheid zou gebeuren dan tot nog toe het geval was. Bij deze gelegenheid zou het nieuwe lid de lof van zijn voorganger uitspreken. De Voorzitter stemt hiermede in. Hij is evenwel de mening toegedaan, dat zulks niet in een gewone vergadering te Gent, maar best in een openbare vergadering in het Paleis der Academiën te Brussel zou gebeuren. Het Bestuur zal met de suggestie van Prof. Van de Wijer rekening houden en te gepasten tijde desbetreffend een voorstel doen. |
|