Even een punt op de i in zake ‘Onze rensen’ van Rosalie Loveling
(K.V.A., Reeks X, nr. 3)
Op blz. 17 schreef ik, naar aanleiding van een van de fraaiste tekeningen van het meisje Rosalie (Nr x, ‘De handschoen’), dat ‘als het ware Schiller in de buurt’ was geweest, omdat het begeleidend vers luidde:
Koning Frans zat voor zyn diergaard
om den kampstryd toe te zien
nevens hem zyn troonherauten
Koning Frans wenkt met den vinger
en daar opent zich een poort
en een leeuw met fiere blikken
treed behoedzaam deftig voort.
Welnu Schiller is werkelijk in de buurt! Lic. M. de Vroede vestigde er mijn aandacht op, dat het hier gaat om twee strofen (1 en 3) van Rens' vertaling van ‘Der Handschuh’ van Schiller, zoals die voorkomt in ‘Bladeren uit den vreemde.’ 1855, blz. 8-11.
Rosalie Loveling heeft aldus een zeer geestig gebruik gemaakt van Rens' verzen om deze parodie op te stellen! Want alles blijft waar, wat geschreven werd: de figuren zijn de Vlaamse figuren elders door haar reeds neergezet. Immers de andere in Schiller voorkomende dieren: de twee luipaards ontbreken hier en de tijger veranderde in een hond (of wolf)-soort, terwijl de leeuw een toch al te menselijk voorkomen heeft gekregen. De dramatische handeling van Schillers vers inspireerde de dichteres overigens niet het minst. Zij ziet in strofe 1 en 3 een aanleiding om ‘haar Koning Frans’ nog eens in 't ootje te nemen, nu de andere Koning is heengegaan: Willems, want de tekening is wel zeker ouder dan uit de verzenbundel van Rens af te leiden is. De vertaling dagtekent van Juli 1843 en werd voor het eerst