Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1946
(1946)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 97]
| |||||||||||||
Het chemisch compendium van Carlo Lancillot en Jacob Leeuw
| |||||||||||||
[pagina 98]
| |||||||||||||
uitgave door Johann Lange medicinae candidatus in 1681, en waaraan de titel werd behouden: Der brennende Salamander oder Zerlegung der zu der Chimie gehörigen Materien, so da ist ein Wegweiser oder Unterricht sich in allen Arbeiten der Scheid-Kunst zu üben... aus dem Italiänischen im Holländische: nun aber aus der Holländischen in die Hochteutsche Sprache übersetzet durch J.L.M.C. Franckfurt am Mayn 1681 in 8 (Brit. Mus.). Over Carlo Lancillotti of Lancilot vond ik geen inlichtingen, zelfs in de beroemde Enciclopedia Italiana te Rome uitgegeven; evenmin over Jacob Leeuw en over Johann Lange. De Nederlandsche tekst schijnt slechts een enkele uitgave gehad te hebben, deze van 1680; voor den Duitschen tekst worden uitgaven genoemd, na deze van 1681, te Frankfurt in 1687 in 8 en te Lubeck in 1697 in 8. Lancillot bleef met zijn Guida en zijn Nuova Guida niet tevreden; de catalogus van het British Museum vermeldt van hem nog drie boeken over geneesmiddelenleer in de jaren 1682 en 1683: Vaglio chimico. In cui si cribrano molti medicamenti spargérici... Venetia 1682 in 12 (Brit. Mus.). Het titelblad van De Brandende Salamander draagt een koperprent, een salamander verbeeldende door hevige vlammen wandelende; op het achterplan een distilleertoestel. Het boek wordt opgedragen aan den geneesheer Govert Schouten te Amsterdam, en in de opdracht uit Amsterdam 26 februari 1680 noemt Jacob Leeuw de Chemie de Vuurkonst ‘om Chymisten nu niet aan te roeren’; zich aansluitende tot godsdienstige opvattingen, herinnert hij dat ‘de Elementen of Hoofd-stoffen dezer zigtbaare Wereld in wezen zijn, die eindelijk ook mede door den vuure zullen vergaan ende vernietigt worden: waar uyt, als by wisseling, nieuwe Hemelen en nieuwe Aarde van dien oppersten Artist (om zoo te spreeken) zullen hervormt werden.’ De opdracht eindigt met de vermelding der notulen van Stephanus Blancard, die ‘als cierlijke bloemkens’ den tekst volledigen. De naam van | |||||||||||||
[pagina 99]
| |||||||||||||
Stephanus Blancard, die in de meeste zijner Nederlandsche werken Blankaart teekende, en Blancardus in zijn Latijnsche geschriften, kan hier een waarborg zijn van de degelijkheid van den inhoud van De Brandende Salamander, alhoewel deze titel wat zonderling voorkomt; de alchemie bloeit echter nog in de 17e eeuw: de alchemistische praktijken zijn nog met mysterie omlijst, en de moeilijk verstaanbare teksten krijgen soms schilderachtige titels, zooals De Roode Leeuw of het Sout der Philosophen, De Groene Leeuw of het Licht der Philosophen, De Goude Leeuw of den Asijn der Philosophen, Silvere Rivier ofte Konings-Fontein, De Roos en Lelye der Koningen, Aurora, Dageraed, Le desir desiré, La lanterne pour la science de la clef, Currus triumphalis antimonii, La parole delaissée, Liber duo decim Portarum, Tumba Semiramidis, L'Escalier des Sages, Speculum Alchymiae, Le Miroir d'alquimie, Thesaurus chemicus, Theatrum chimicum, van de pen van soms hoogstaande geleerden zooals Goossen van Vreeswijk, Paracelus, van Helmont, Nicolas Flamel, Bernardus Trevisanus, Ripley, Roger Bacon, Arnoldus de Villa NovaGa naar voetnoot(1). Op 24 october 1650 werd te Middelburg Steven Blanckaert (of Blankaart)Ga naar voetnoot(2) geboren; hij promoveerde in 1674 te Franeker tot doctor in de wijsbegeerte en in de geneeskunde; hij vestigde zich te Amsterdam waar hij groote vermaardheid verwierf en op 23 februari 1704 overleed. Hij heeft verscheidene boeken geschreven over geneeskunde, chemie, pharmacie; wij noemen alleen Lexicon medicum van 1679, Nieuw licht der Apothekeren van 1683, Pharmacie en chymie 1686, Anatomia practica rationalis van 1688, Konstkamer der chirurgie van 1703, De Hedendaagsche chymie van 1703, enz. waarvan verscheidene uitgaven en vertalingen het licht zagen. De ‘Voor-reeden des Autheurs aan den Leezer’ heeft vooral voor doel het bewijs te geven dat de ‘alder-edelste konste der chymie’ een onontbeerlijke wetenschap bij het beoefenen der geneeskunde en het uitleggen der geheimen der natuur geworden is. | |||||||||||||
[pagina 100]
| |||||||||||||
In de ‘Verklaring der Instrumenten en Characters van dezen nevensgaande Figuren’ worden een aantal chemische toestellen verbeeld op 4 tabellen door de verklaring der alchemische teekens omlijst; iedere tabel wordt door een bladzijde uitleggingen vergezeld. Deze tabellen zijn deze van de Chymia van Blankaart; dat wordt echter niet vermeld, doch laat zich uitleggen door het feit dat de Brandende Salamander, alsook het boek van Blankaart bij denzelfden uitgever Johannes ten Hoorn te Amsterdam zijn verschenen. Ik heb onder de oogen de tweede uitgave van het boek van Blankaart: Nieuw lichtende Praktyk der Medicynen, Gefondeert op de gronden van de deftige Autheuren deses tyds, en eigen ondervinding: Nevens de Hedendaagsche Chymie; Alsook de Nederlandsche Apothekers winkel, Rykelyk met Inlandse Geneesmiddelen voorzien. Door Steph. Blankaart, Medicyne Doctor, en Practizyn binnen Amsterdam. Tweede druk, Vermeerdert en verbetert. t'Amsterdam. By Johannes ten Hoorn, Boekverkooper, over het Oude Heeren Logement, Anno 1680. (15,7 × 9.8 cm, (16) + 398 + (6) + chymia (4) + 99 + (5) + Apothekers Winkel 46 + (2) pp., Bi A.J.J.V.). Foutief staande 4 tabellen tusschen den tekst van de Apothekers-Winkel, en niet met de bladzijden uitleggingen in de Stof-Scheiding ofte Chymia. De volledige titel van deze laatste verhandeling is: De Nieuwe Hedendaagsche Stof-Scheiding, Ofte Chymia, uit vermaarde Autheuren, en eigen ondervinding, in de Nederduitsche Taal, byeen gebragt, Door Stephanus Blankaart, Medicyne Doctor en Practizyn, tot Amsterdam. Den tweeden Druk merkelijk vermeerdert en verbetert. (15.7 × 9.8, (4) + 99 + (5) pp., Amsterdam J. ten Hoorn 1680, Bi A.J.J.V.). Op de eerste tafel vindt men de cucurbita of kolf met ronden bodem, de platte kolf of Scheiglas, gansch op ons hedendaagsche conische kolf, genoemd Erlenmeyer, gelijkend, de helm met zijdelingsche pijp genaamd alembicum, galen en capitulum, het circuleer-glas of vas Hermeticum, het retort, de bocia of retort met gebogen pijp, de Hypocras-zak om stropen te filtreeren, het crucibulum of smeltkroes. Op de tweede plaat onder meer: de gemetselde oven, het refrigeràtorium of ton met water gevuld met een tinnen slang, een ontfanger om het destillaat op te vangen, verscheidene distilleertoestellen. Op de derde plaat verscheidene ovens, op de vierde verscheidene uitdampings- en distilleertoestellen. | |||||||||||||
[pagina 101]
| |||||||||||||
Op een ‘taaffel van de Chymie’ worden de chemische bewerkingen samengevat, op dezelfde wijze als in de Stofscheiding van Blankaart: De Chymia is a) ontdoende Naar de gewoonte van den tijd treffen wij, ook aan het begin, gelegenheidsverzen waarmede de inleiding tot het boek een einde krijgt. Die verzen zijn niet geteekend, alleen de letters JNLNGa naar voetnoot(1). De brandende Salamander bedraagt zes boekdeelen:
Het boek eindigt met een bijvoegsel, trouwens in den titel vermeld, Den Ontwaakten Chymist (38 pp.) met de lijst der genoemde schrijvers; ten slotte met een register der hoofdstukken der zes boekdeelen en van het bijvoegsel (10 pp.).
In deze studie wordt de inhoud van het boek besproken; telkens zich de gelegenheid voordoet worden bijzondere technische woorden uitgelegd, in het kader van de chemische begrippen van den tijd en met behulp van de geschikte woordenlijsten | |||||||||||||
[pagina 102]
| |||||||||||||
en woordenboeken. Hierna de titels van de geraadpleegde bronnen. [1612. Rulandus = R 2] Lexicon Alchemiae sive Dictionarium alchemisticum... Auctore Martino Rulando, philosophiae & med. D.... Cura ac sumtibus Zachariae Palthenii, Librarii ac D. in libera Francofurtensium Repub. MDCXII (18) + 471 pp., BUG math. 543). De schrijver bepaalt de chemie als volgt: ‘de Chymie is een konst die alle vermengde Lichamen losmaekt, en die (deselve gedissolveert of ontbonden zijnde) wederom t' samen stremt en coaguleert. De naem van Chymica komt nergens anders van daan, dan van Chymia; dat een Griekze naam is, beteekende in de gemeine spraak een konst, die vaste dingen tot vochticheid | |||||||||||||
[pagina 103]
| |||||||||||||
of water doet versmelten; werd alzoo uyt steekender wyse genaamt; door diense yemand onderwijst, hoe hy de alderbestendigste en vastste dingen ontbinden, en de allervloeyenste en vochtigste tot een sal stremmen. Wilse yemand uyt navolginge van de Arabiers, Alchymia noemen, die sal doen mede deszelfs uitsteekentheit te kennen geven; Soo hyse Spagyrica noemt, die bewijst insgelijks haar alderschoonste en voornaamste werkingen: en heet hyse Hermetica, daer door geeft hy getuygenis van deszelfs oudheid en Antiquiteit.’
De chemie is dus de kunst om stoffen te ontbinden en samen te binden, en niet de scheiding zonder meer, zooals vele historici gemeend hebben dit te moeten uitleggen. Chymia, alchymia, spagyrica, hermetica zijn synoniemen. Rulandus geeft een uitvoerige uitlegging: Alchimia est impurē separatio a substantia priore. Chemia. Etliche der Sprachkŭndig sagen Chemia sey unnd heisse ein schmeltzund giesse Kunst / ein scheidkunst / und das Ali, sey ein particula emphatica & completina gleich / wie das Wort Manach, heisset zehlen so spricht man Almanach / darin̄ das gantze Jahr / und alle Tag gezehlet / und viel anders mehr gerechnet wirdt. Etliche wǒllens von dem Griechischen herführen / dass soll heissen Archimia vel Archodunia sophia & sapientia principalis, wie es auch die hǒchste und wunderlichste Geheimniss in sich hat / unnd den Preiss vor allen andern Kŭnsten leichtlich wirdt behalten. Theophrastus in lib. naturae sagt / man hab es vorzeiten genennt Vsopus unnd Vsopaica, ist ein Schmeltz und giess Kunst / deren die Welt gar nit entberen kan / alss daher alle Gŭter unnd Reichthumb kompt / Artzneykunst / Handwerk und Handthierung / wirdt auch Spagyrica genennt / ein Scheid Kunst / da man lernet erkennen aller mineren Art und Eigenschafften (principia caussas effectus, wie sie wachsen gereiniget / gebessert / verendert / verderbet / vermischet / vereiniget / auch gemehret und gemindert werden. Die gemeine definitio lautet also: Chemia est ars separandi, ex quolibet mixto essentias, concinnandique magisteria artificum. Docet id auferre, quod gradum diminuit, detinet & impedit. Docet falsum a legitimo separare, & ad perfectionem res adducere. Theophrastus lib. 3. parag. sagt: Der dritte Grund der Artzney / ist die alchemia, die Natur gibt nichts an Tag / | |||||||||||||
[pagina 104]
| |||||||||||||
dass auff sein Statt vollendt sey: sondern der Mensch muss vollenden / die vollendung heist alchemia. Dann ein Alchemist, is ein Beck / in dem er Brodt backet: Der Rebmann / in dem so er Wein kăltert: Der Weber / in dem so er Tuch machet. Also was auss der Natur wăchset dem Menschen zu Nutz / derselbig der es dahin bringet / dahin es verordnet wirdt / von der Natur / der ist ein Alchemist, wie grob und ungeschickt were der / ein unbereite Schaffhaut anheucket fŭr ein Beltz / also ist auch ein Artz ohne die Alchimy. Parte 5. fol. 179. schreibet er also: Alchymia ist ein Kunst / die dalehret die astra zubesondern von des Cǒrpern / auff dass die astra nachfolgendt dem Gestirn und Firmament gehorsam sein / zu dirigiren. Dañ dirigiren ist nik in den Cǒrpern sondern in dem Firmament. Darauss nun folget / dass alles / was das Hirn isset / dasselbige wirdt im durch den Lauff Lunae zugesprochen / was das Miltz isset / zeucht der Saturn dahn / was das Hertz isset / die Sonne Also seindt die cusseren firmament die directores, der innern. Melissa wirdt lang nicht der Mutter dienen / wo sie Venus nicht dahin fŭhret. Ducit autem facilius cocta & praeparata, quam cruda & imperfecta. Quidam deriuant a χεεας fundere. Cur vero, quia corpora omnia liquat, ut constat et dictis. Quidam dicunt mutatum essé ex Archimia vel Archodumia, cum sit ars principalissima. (R 2). De beteekenis van de chemie wordt door deze uitleggingen sterk uitgebreid.
Johnson geeft dezelfde bepaling: Alchimia est impuri separatio a puriore substantia. Chemia est ars separandi ex quolibet mixto essentias, continuandique magisteria artificum. Docet id auferre quod gradum diminuit, detinet & impedit, docet falsum a legitimo separare, & ad perfectionem res adducere. Theophrastus lib. 3. Parag. Ducit facilius cocta & praeparata quam cruda & imperfecta. Quidam derivant a χεεσθαι (sic) fundere. Cur vero, quia corpora omnia liquat, ut constat ex dictis. (J 2). Sa 5 beperkt zich tot: Alchymie, mot composé de l'article Arabe Al, & de Chymie. Blankaart (1680) geeft de volgende bepaling: De Chymie, ofte Stofscheiding, is een konst, die de natuurlijke Lichamen ontdoet, en de ontdane weder stremt, om de geneesmiddelen aangenamer, gezonder en veiliger in te geven. | |||||||||||||
[pagina 105]
| |||||||||||||
Of: Is een ontdoeninge der natuurlijke lighamen, door het vuur in hare hooft-stoffen. Zulke bepaling ligt vooral in een geneeskundig kader, met scheiding als verkeerde vertaling van het woord chemie. Le O zegt: La Chymie est un Art qui enseigne à séparer les differentes substances qui se rencontrent dans un mixte: J'entends par les mixtes, les choses qui croissent naturellement, à sçavoir les mineraux, les vegetaux & les animaux. (Le O). Lemery noemt dan de andere gebruikte uitdrukkingen: alchymie, spargirie, art hermetique, pyrothecnie, art du feu. Voor de alchemistische schrijvers is dus de chemie de scheikunde in ethymologischen zin, alhoewel het woord scheikunde geen vertaling is van de oude uitdrukking chemia, of kunst.
* * *
De chemische bewerkingen worden in de hoofdstukken III tot XIX van het Eerste Boek van de Brandende Salamander besproken. De calcinatie of kalk-werding ‘geschied wanneer men het vermengelde wederom tot kalk brengt’. De andere geraadpleegde schrijvers hebben daarover andere opvattingen. Calcinatio corporum, est combustio, quae fit igne majori, vel est rerum coagulatarum in calcem solutio. Estque Calcinatio vel Corrosionis vel ignitionis (J 2). J 2 onderscheidt calcinatio corrosione sicca, vaporosa, humida en reverberii. Deze bepaling en deze onderscheiding werden vroeger door Rulandus R 2 reeds uitgedrukt. Johnson heeft trouwens de gewoonte Rulandus letterlijk af te schrijven zonder hem te noemen. Trouwens een verschijnsel in alle tijden. Sa 5 geeft een ingewikkelde uitlegging: ‘Calciner, c'est rendre une chose solide, comme est une pierre ou un métal, en poudre & en menuës parties, qui se désunissent par la privation de l'humidité qui unit ces parties, & n'en fait qu'un corps: & cette privation se fait par l'action du feu ou des eaux fortes... La Calcination est la purgation de la Pierre. Le signe de la parfaite Calcination est la congelation du mercure, & la congelation est une fixation des esprits. Autr. c'est cuire la matiere ou la nature jusqu'à ce qu'elle soit en sa perfection, ce qui se fait par | |||||||||||||
[pagina 106]
| |||||||||||||
la continuation du feu.’ Zulke tekst is ver verwijderd van Lavoisier's opvatting: verbinding met zuurstof. Voor Blankaart 1680: De Kalkmaking is een ontdoening, waar door de vaste gemengelde lichamen tot stof of kalk gebragt werden, door beneminge van haar Hooft-stoffige vogt. (Bl O). De Corrosie of doorbyting is een kalk-making, die op vastgemengelde Lichamen werkt door dooretende dingen, ende geschied op veelderley wijsen; maar voornamelijk op Vierderley, namelijk door een Ondermenginge van quik, bij de Metalen, (Amalgamatione), Nederstootinge, (Praecipitatione), tusschen-strojinge (Stratificatione) en dampinge (Fumigatione); en dese operatien of werkingen passen alleen op de metalen. (La O p. 11). Daarover de volgende uitleggingen: Amalgamatie is een door-bijting der Metalen, door bydoeninge van Quik-Silver... Het gebruyk van de Amalgamatie is voor eerst, om 't Goud en Silver te zuiveren. (La O). Amalgamatio est calcinatio metallorum familiarium per hydrargyrum. (J 2). Amalgamation, c'est corroder un metal par le moïen du mêlange du vif-argent ou mercure qu'on met avec lui. Autr. c'est mêler du Mercure avec du métal fondu. (Sa 5). Amalgamatio wordt heden opgevat als de verbinding tot legeeringen van zekere metalen, zooals zilver, goud, tin, lood, met kwikzilver; er is zeker noch corrosie noch kalkmaking. Voor Blankaart 1680 geschiedt de kalkmaking door door-etinge (Corrosione) of brandinge (Ignitione); hij geeft de zelfde uitleggingen daarover als La O. Amalgamer, mot Arabe, est mêler du mercure avec quelque métal fondu. (Le O). Het goud geeft, zooals bekend, zelfs in vasten toestand, een legeering die juweelen erg beschadigen kan. De Praecipitatie is een corrosie of doorbijtinge, die geschied door Sterk-water, ofte andere dissolverende en smeltende vochtigheden, naa de verscheydenheyt der dingen, die men dissolveren wil. (La O). Praecipitatio, quando corpora per aquas corrodentes, corrosa, & in aqua soluta, vel aquae corrodentis abstractione, vel alio encheremate, in aliquam calcem repercutiuntur, sic argentum in aqua forti dissolutum cupro, sale communi aut ammoniaco injecto praecipitatur. (J 2). Over Praecipitatio ofte Neder-stootinge zegt Blankaart 1680: Praecipitatio ofte Neder-stootinge, is een dooretinge der Metalen oft gesteenten, wanneer sy van sterkwater, of andere zuure | |||||||||||||
[pagina 107]
| |||||||||||||
vogtigheit tot een kalk gebragt werden. Dit geschied, als een lichaam door een scherp-bytende vogt verteert is, dat, wanneer daar een lighaam van een tegen-strydende natuur in gegoten werd, het verteerde lighaam, als kalk op de grond, neder-gestooten werd. Alhoewel Lancilot, wel op weinig duidelijke wijze beweert dat het zilver uit zijn oplossing met koperplaten of stukken ‘descendeert of nederdaald’, - wij zeggen heden neerslaat -, toch spreekt hij van transmutatie of verwisseling van stoffen; maar zijn transmutatie beteekent voor hem substitutie van het zilver door koper. Précipiter ou faire précipiter, est séparer une matiere qu'on avoit fait dissoudre, afin qu'elle tombe au fond. (Le O). Letterlijk, ook heden, juist. Caementatie of Caementatio is een corrosie ofte drooge dooraetinge, die door corrosive poeders geschied; en gaat op de volgende wijse toe: men maakt eenig metaal tot platen, ende men doet het in een kroes met de doorbijtende dingen, die men pulveriseert, ende men mengt se met pisse, azijn oft sterk-water, papsgewijse; doende daar van een weinigje op den grond van de kroes, met een metale of staale plaat daar boven op; dan doet men 'er wederom van de bovengezegde materie by, dan weer andere platen, makende alsoo (Stratum super Stratum) laag op laag; tot dat het vat of de kroes vol zij, diemen dan dekt met een dekzel wel dichtjens toe geluteert, daer midden in een kleene openinge komt: daer na zet men het op 't vuur in 't forneis, ende men caementeert het meer of min, na de intentie van den Artist, als nu het vat koud geworden is, soo zondert men de platen van de caement af, ende men bevind als dan, dat se gecalcineert zijn. (La O). Zulke tekst is duister: de caementatie is een proef waarin men caementeert, is geen uitlegging; verder zal een metaal in een geslotene kroes met urine verwarmd, ook in vele gevallen met azijnzuur, weinig of niet worden aangetast, terwijl met sterkwater (= salpeterzuur), eerst een nitraat, dan een oxyde zal ontstaan. J 2 is alles behalve langdradig: Cementatio est gradatio per cementum. En Cementare, Stratificiren, est alternis res quasdam ponere. Voor gradatio legt J 2 uit: est metallorum in gradu affectionum exaltatio, qua pondus, color, & constantia potissimum ad gradum excellentem perducuntur. En voor Cementum, | |||||||||||||
[pagina 108]
| |||||||||||||
est mineralis acuta materia & penetrans, cum qua metalla strata, ad cementandum reverberantur. Voor J2 blijkt aldus caementatio de vorming van een gesmolten massa, tegen oxydatie met de koolstof uit de ontbonden organische stoffen van de urine beschermd. De caementatio of verkalking is volgens Blankaart 1680 een door-etinge der metalen, wanneer tusschen deszelfs platen eenige door-etende zouten gestroit werden, en boven toegemaakt zynde, ettelyke uuren in 't vuur gezet werden, en in kalk veranderen. Het is te begrijpen dat een metaal met een zout, als dit zout oxydeerend werkt, b.v. nitraat, tot oxyde wordt verkalkt. Cementer est une maniere de purifier l'or; elle se fait en stratifiant ce metal avec une pâte dure composée d'une partie de sel armoniac, deux parties de sel commun & quatre parties de bol ou de briques en poudre, le tout aïant été malaxé avec une quantité suffisante d'urine (Sa 5). Lemery (Le O) zegt juist hetzelfde, maar hij voegt er bij: on appelle cette composition Cement royal. De Brandende Salamander vertelt verder (p. 16): De Fumigatie, ofte Damping is een doorbyting des metaals, door rook of scherpe dampen, en geschied op tweederley manieren; namelijk drooge oft vogtige; de drooge doet men met Mineralen te weten Quik-Silver of met Loot.... De Vogtige geschied, alsmen de Liquor of Vocht, of het Sterk-water in een vat doet met een engen hals, ende dat men daar binnen insteekt een Plate van Metaal, boven aan vast gehecht, welke de vogt niet en raakt, ende mond wel dicht toe gestopt hebbende; zal mense setten op heete Asche, ofte in Peerdemest: want, met dat allenskens de scherpe dampen van de vogt opklimmen, soo brengen de Plate boven aan zijn vlakte tot kalk: welke kalk af schrappende, leid men het wederom als voren op die damp: dit doet men zoo lange, tot dat alles gekalcineert zy, ende op dusdanigen wijze maakt men het Loodwit in plaaten, die men over den damp van azijn houd. (La O). Daaruit is te besluiten dat door de droge fumigatie een legeering wordt gevormd, en door de vochtige een loodcarbonaat door de werking van azijndampen en het koolzuur van warme paardenmest. Het is dus geen echte kalk of oxydevorming. Blankaart 1680 zegt eenvoudig: Fumigatio, of damping, is een doorbyting des metaals door rook, of vogtige dampen. Dit geschied, | |||||||||||||
[pagina 109]
| |||||||||||||
wanneer eenige metale platen, boven sterkbytende vogten (als azyn, sterkwater, of quiksilver) gehangen werden, gelyk in 't maken van Lood-wit en spaans-groen gedaan werd. Fumigatio, est per fumum aërem & corrodentem calcinatio. Diverso modo Metalla nobiliora afflatu plumbi fusi, vel hydrargiri, fragilia redduntur, & postea comminuuntur terendo cum sale. (J 2). Fumigation: c'est la corrosion du metal par la fumée de plomb, ou de mercure, ou de vapeur âere. (Sa 5). Lemery (Le O) spreekt schijnbaar een andere taal: Fumiger est faire recevoir à quelque corps la fumée d'un autre. De Ignitie of Branding is een kalkmaking die door 't vuur geschied, ende werd verdeild in twee zoorten: Te weten, in Asmaking (Cinifactio) ende in een wederom slaande vuur (Reverberatio). De Asmaking is een branding, waardoor de kruiden, planten en dieren door een sterk vuur tot Assche gebracht werden; want de Mineralen, om eigentlijk te spreken, werden niet tot asse gebracht, maar wel tot kalk;.... De Reverberatie is een Branding, waar door de Lichamen werden tot asse gebracht in een wederom steuitende Oven met een leevendig en vlammig vuur. (La O). Lancilot maakt een duidelijk onderscheid tusschen de oxydatie van brandbare stoffen tot asch, en de oxydatie van minerale stoffen tot oxyden. Blankaart 1680 spreekt zich op dezelfde wijze uit: Ignitio, ofte branding, is een kalkmaking, ongemiddelt door het vuur geschiedende. Zij is een aschmaking (Cinefactio), of een wederom slaande vuur (Reverberatio). Cinefactio, ofte asch-making, is een branding, waar door de kruiden, en deelen der dieren, door een sterk vuur tot assche gebrand werden, welke open of besloten geschied. Reverberatio of weerslaande vuur, is een branding, waardoor de lichamen met levendig vuur, in een wederomsteutende oven, tot kalk of assche gebragt werden; dese geschied open of toegemaakt. Beide schrijvers brengen de uitdrooging tot de ignitie: Desiccatio, ofte uitdrooginge, welke is een uitdampinge der vogten, gelyk men doet in het zout, koper-root, aluin, &c. Hier is zeker geen sprake van een oxydatie. Ignitio est Calcinatio, corpora ignis violentia in calcem reducens. Estque combustio & reverberatio. Combustio est ignitio, corpora comburendo, in calcem redigens. Reverberatio est ignitio, | |||||||||||||
[pagina 110]
| |||||||||||||
corpora igne vivo reverberante, & repercutiente in calcem subtiliorem reducens. (J 2). Sa 5 zegt van ignitio niets, ook niets van reverberatio, maar bij Reverbere ou Feu de Reverbere lezen wij: c'est à dire où la flamme circule & retourne de haut en bas sur la matière, comme fait la flamme dans un four ou sous un dôme qu'on met dessus. (Sa 5). Reverberer est déterminer la flamme du bois ou charbon qu'on a allumé dans un fourneau, à retomber sur quelque matiere par le moyen d'un dôme qu'on met dessus (Le O). Over dessicatio vindt men bij Sa 5: Desseicher c'est cuire la nature jusqu'à ce qu'elle soit parfaite. (Sa 5). De zoo eenvoudige verwijdering van vochtigheid blijkt dus niet begrepen.
Over Calcinatio en over bewerkingen die hiermede in betrekking zijn zegt Rulandus (R 2): Corrosio est calcinatio res coagulatas per corrodentes spiritus in calcem reducens (p. 175). Amalgamatio est calcinatio metallorum familiarium per hydrargyrum (p. 36). Praecipitatio est, quando corpora peraquas corrodentes corrosa, et in aquamsoluta, velaquae corrodentis abstractione, vel alio eucheremare in aliquam calcem reperentiuntur, sic argentum in aqua porti dissolutum cupro, sale communi, aut ammoniàco iniecto, praecipitatur (p. 382). Cementatio est gradatio per cementum (p. 137). Voor gradatio leest men (p. 245): Gradatio est metallorum in gradu affectionum exaltatio, qua pondus, coloret constantia potissimum ad gradum excellentem perducuntur. En voor cementum (p. 159): Coementum est corrosia sicca, qua corpus aliquod metallicum cum salibus corrodentibus aliisque rebus ex siccantibus stratificatum confringitur et calcinatur. Fumigatio (p. 226) est per furnum aerem corrodentemque calcinatio. Ignitio (p. 262) est calcinatio, corpora ignis violentia in calcem reductens: est que combustio et reverberatio. Cinefactio (p. 153) est, qua fiunt cineres. Reverberatio (p. 404) est ignitio, corpora igne vivo reverberante et repercutiente in calcem subtiliorem reducens. | |||||||||||||
[pagina 111]
| |||||||||||||
Combustio (p. 165) est ignitio, corpora comburendo in calcem redigens. Deze bepalingen in 1612 door Rulandus uitgesproken vinden wij in het Lexicon van 1702 van Johnson terug. Zooals reeds hooger werd medegedeeld noemt Johnson Rulandus niet, terwijl hij in zijn Praefatio ad Lectorem over Paracelsus, Oporinus, van Helmont en Erasmus spreekt. De uittrekkinge of extractie is een zoort van zolutie of ontbindinge, waar door de fijnste en krachtigste deeltjes eens gemengelden Lichaams, van de grove en onnutte gescheiden worden, en ze is van tweederhande zoorten, de eene word genaamt generale, ofte algemeene uittrekking, en de andere speciale of bijzondere; de generale geschied op driederlei manieren, namelijk per ascensum, descensum & Extractionem ratione intermedij. De Ascensus is of droog of vochtig, de drooge noemt men Sublimatie of opheffing, en de vochtige heet men destillatie, ofte Neerdruppinge. De speciale Extractie geschied op een zekere wijse, die men Seperatie of Scheidinge noemt. (La O). De sublimatie en de destillatie worden heden onder een uittrekking niet gebracht; zij zijn methoden van afscheiding. Extractio, ofte uit-trekkinge is een ontbindinge, waar door de fynste en kragtigste deeltjes eens gemengelden lighaamis, van de grove en onnutte gescheiden werden. Zij is droog, gelijk in de opgehevene quik geschied: of nat, welk men distillerer of nederdruppen noemt. (Bl O). Blankaart vergist zich als hij de distillatie van het kwikzilver als een droge uittrekkinge beschouwt. Johnson (J 2) geeft een andere uitlegging: Extractio est digestio e corporea concretione, partes subtiliores & puriores ab affuso aliquo menstruo apprehensas, relictis foecibus dissolvens. De zelfde opvatting als heden, als een oplosmiddel wordt gebruikt. Deze bepaling is letterlijk afgeschreven uit Rulandus R 2 (p. 202). Salmon Sa 5 geeft een raadselachtige uitlegging: Extraction. Les Philosophes appellent ainsi leur ouvrage lorsque la couleur noire paroît, & que la putrefaction ou corruption de leur matiere se fait, d'autant que les confections sont reduites en semence. Et quand ils disent qu'il faut extraire la rougeur de la blancheur, ce n'est pas par aucune voïe ordinaire ou lotions chymiques, mais seulement par la continuation du feu. Wel de alchemistentaal, met woorden die de geheimen moeten | |||||||||||||
[pagina 112]
| |||||||||||||
beschermen. Lemery zegt eenvoudig: Extraire est séparer la partie pure d'avec la grossiere (Le O). De Sublimatie, of Opheffing is een uittrekking der fijnste drooge deeltjes, die door het vuur om hoog klimmen, en boven aan hangen (La O). Blankaart Bl O zegt juist hetzelfde. J 5 geeft geen echte bepaling: Sublimatio est duplex, una per distantiam, altera per superficiem. Sublimatio per distantiam, est cum inter sublimandum, & caput mortuum aëreum intervallum intercedit. Letterlijk afgeschreven van Rulandus R 2 (p. 450). La Sublimation est l'élevation faite par la chaleur d'un corps sec en atomes, ou parties très subtiles qui s'attachent au vaisseau (Sa 5). De atomen buiten rekening gehouden, is de bepaling heden toepasselijk. Lemery zegt duidelijk: Sublimer est faire monter par le feu une matiere volatile au haut de l'alembic ou au chapiteau. (Le O). De Destillatie, of Neerdruppinge, (of Af-drupping na om hoog; of destillatio per ascensum) is een uittrekking van de fijne ende geestige deelen in dampen door behulp van 't vuur, het welke dezelve afzonderende van de dikke ende aard-achtige deelen, dezelfde opheft na 't koude gewelf, alwaarse zig in vocht komen te keeren. (La O). De bepaling is goed; alleen zou het woord uittrekking moet vervangen worden door afscheiding. Zelfde opmerking voor de bepaling van Bl O: Destillatio, ofte neerdruppinge, is een uittrekking, waar door de vogten van de warmte in dampen opgeheven zijnde, neerdrupt. Distillatio per ascensum est, cum antequam distillat extractum, sublimatur specie aërea. Debetque ea esse continua ab initio ad finem, cum opere interrupto vix ascendat id quod reliquum est. (J 2). Distiller en montant: c'est distiller à la maniere ordinaire lorsque l'on met le feu sous le vaisseau qui contient la matiere que l'on desiroit échauffer. (Sa 5). Distiler per ascensum est distiler à la manière ordinaire, quand on met le feu sous le vaisseau qui contient la matiere qu'on veut échauffer (Le O). Distillatio seu eleuatio humida recta est, qua partes humide subtiliores in aethera eleuatae, & frigidis alembici cameris adhae rescentes in humores condensantur, atque eiusdem canalem guttatim in appositum vas destillant ac dilabuntur (p. 187). Distillatio & elevatio humida obliqua, est quando vase oblique iacente humor elevatur. (R 2, p. 128). De Destillatio per Descensum, Neerdrupping naar omlaag, | |||||||||||||
[pagina 113]
| |||||||||||||
Destillatie na om laag is tweederlei, namelijk warme en koude; de warme is eene afzonderinge die men doet der fijne deelen van de groove door middel van 't vuur.... De koude, is wanneer men separeert de subtile deelen van de grove, sonder middel van vuur ende is tweederlei, namelijk Filtratie, of doordringinge, en Deliquium of Smeltinge. (La O). Deze distillatio per descensum door de warmte is niet duidelijk; deze door de koude is geen distillatie, wel een filtratie en eene deliquefactie. Blankaart Bl O spreekt van destillatio per descensum niet, wel van uittrekkinge na om laag, warm of heet (sic.). De warme is, als de olien uit houten of beenen, door boven op gestookt vuur, onder uit druppen. De koude is doordringende (Filtratio), en smeltende (Deliquium). Filtratio is, als eenige troebele vogten door een vlak papier, of hypokras-zak loopen, om die klaar te maken. Deliquium is, wanneer eenige kalk in een linnen zakje genaait zynde, in een vogtige kelder te smelten gehangen wert. Dit laatste is duidelyk voor watertrekkende stoffen. Distillatio per descensum est, cum absque elevatione prolectatus humor deorsum distillat. (J 2). Distiller en descendant. Cela se fait lorsqu'on met le feu sur la matière que l'on veut échauffer: l'humidité étant alors rarefiée, la vapeur qui en sort ne pouvant suivre la pente qu'elle a de s'élever, elle se precipite & descend au fond du vaisseau; ce qui est violent & contre nature (Sa 5). Distiler per descensum se fait quand on met le feu sur la matiere qu'on veut échauffer: alors l'humidité étant rarefiée, & la vapeur qui en sort ne pouvant point suivre la pente qu'elle a de s'élever, elle se précipite & distile au fond du vaisseau. (Le O). Extractio ratione intermedii, oft Vande uittrekkinge, die tusschen beiden geschied, is diegene, waar door de zuiverste deelen van de liquide, natte dinge, oft van de gevochtigde drooge, afgesondert zijn van de grove en onzuivere, zonder destillatie en sublimatie, en deze is van driederlei wijzen, namelijk Digestio (verteeringe), Putrefactio (verrottinge) en Circulatio, ofte Omlooping. (La O). Zonderling zijn deze opvattingen, die niets te maken hebben met distillatie of sublimatie, in betrekking met eene extractie. Bl O noemt onder zulke rubriek: De uittrekkinge die tusschen beiden geschied, is de verteeringe of Digestio, de verrottinge of Putrefactio, de weiking of Maceratio, de omlooping of Circulatio, de gesting of Fermentatio en opgesting of Effervescentia. | |||||||||||||
[pagina 114]
| |||||||||||||
Fermentatio ofte gesting is een inwendige beweging der Hooftstoffige deeltjes van eenig gemengelt lichaam ingestelt, of om dat lichaam te voltoijen, of het zelfde in wat anders te veranderen: gelyk men ziet in de vrugten, bier, wyn, spys-verteering en bloedmaking. (Bl O). Effervescentia, of opbruising, geschied als twee of meer Hooftstoffige deeltjes malkanderen op een stond omvatten en t' onderbrengen. Even als wanneer tweederlei zouten bij elkander gegoten werden (Bl O). Dit is werkelijk geen bewerking, wel een verschijnsel, b.v. als zoutzuur op krijt wordt gegoten, waardoor plotseling koolzuurgas vrij gemaakt wordt. Extractio est digestio e corporea concretione, partes subtiliores & puriores ab affuso aliquo menstruo apprehensas, relictis foecibus dissolvens. Vel est segregatio essentiae qua e corpore suo extrahitur; sed non fit sine solutione continui, & divulsione, & extractiones sunt nobiliores distractionibus (J 2). De eerste volzin is letterlijk uit Rulandus (R 2, p. 202) afgeschreven. Fermentatio, est rei in substantia, per admistionem fermenti, quae virtute per spiritum distributa totam penetrat massam, & in sui materiam immutat exaltatio (J 2). Hier wordt melding gemaakt van het toedienen van een ferment, aldus een product zooals gist. Letterlijk afgeschreven uit Rulandus (R2, p. 211). Sa 5 schrijft echt alchemistisch: Extraction. Les Philosophes appellent ainsi leur ouvrage lorsque la couleur noire paroit, & que la putrefaction ou corruption de leur matiere se fait, d'autant que les confections sont reduites en semence. (Sa 5). La Fermentation des chymistes: c'est l'union interne et spiritueuse de diverses substances en un seul corps pour plusieurs effets (Sa 5). L'Effervescence c'est une ebullition faite dans une liqueur sans séparation de parties, comme quand du lait nouvellement tiré, ou une autre liqueur semblable, boult sur le feu, & qu'après l'ébullition il demeure de même qu'il étoit auparavant. (Sa 5). Hier wordt, op beperkte wijze, gewezen op een ontwikkeling van gas uit een vloeistof door de verwarming. Extraire est séparer la partie pure d'avec la grossiere (Le O). Wij zouden heden zeggen: door een gepaste bewerking, zooals drukking (b.v. olie uit vlaszaden), oplossing (b.v. suiker uit beeten), een bepaalde stof afzonderen. Fermentation est une ébulition causée par des esprits, qui | |||||||||||||
[pagina 115]
| |||||||||||||
cherchant issuë pour sortir de quelque corps & rencontrant des parties terrestres & grossieres qui s'opposent à leur passage, font gonfler et rarefier la matiere jusqu'à ce qu'ils soient détachez; Or dans ce détachement, les esprits divisent, subtilisent & séparent les principes, en sorte qu'ils rendent la matiere d'une autre nature qu'elle n'étoit auparavant (Le O). Lemery weet dat er een verschil bestaat tusschen fermentation en effervescence; want hij schrijft: Quoiqu'il y ait quelque différence entre l'effervescence & la fermentation, comme nous avons montré; néanmoins on confond ces sortes d'ébulitions, & l'on ne fait point de scrupule de prendre l'une pour l'autre (Le O). Effervescence est une ébulition faite dans une liqueur sans séparation de parties, comme quand du lait nouvellement tiré, ou une autre liqueur semblable bout sur le feu, & qu'après l'ébulition il demeure comme il était auparavent (Le O). De digestie oft verteering is een werkinge, door welkers middel men de materie kookt, door een hette die met de naturelijke over een komt, die eeven eens gelijk de mage de spijsen teert en kookt, met een gematigde warmte en al kookende dezelve in gijl verandert, oft verwisselt, ten einde de excrementen gesepareert zijnde, en in de darmen wesende verdreven, de alderzuiverste en uitgezochtste substantiein de lever mach kunnen afgesondert werden. Soo ook de Chymische digestie zondert de fijne deelen van de grove, door middel van een gematigde hitte, makende de grove subtijl, kokende de rouwe, brengt de scherpe ende bittere wederom tot zoetigheid. (La O). Er wordt een vergelijking gemaakt tusschen de chemische verteering die zeer duister blijft en de physiologische verteering waarvan de opvatting wel overeenkomt met de assimilatie van de nuttige voedingstoffen. De bepaling van Blankaart Bl O is ook duister: Digestio, ofte vertering is, als een vogt eenige tyd in een beslooten vat op een warme plaats gehouden werd; en is zo danigen vogt somtyds alleen, somtyds op eenige andere lighamen gestelt, die daar in weiken, om haar kragt aan 't selfde over te zetten; hier door werden de stille en trage deeltjes gaande gemaakt, of de woestaardige getoomt. Ten anderen, werden ook de kragten van verscheiden dingen als tot een lighaam gemaakt. (Bl O). La Digestion se fait quand on laisse tremper quelque corps | |||||||||||||
[pagina 116]
| |||||||||||||
dans un dissolvant convenable sur une très lente chaleur pour le ramollir (Sa 5). Digestio est gradus spagyricus similis ventriculo, per quem gradum materia coquitur melius, vt puri ab impuro separatio fieri possit. (Lb 8). Digestio est operatio chymica, vel spagyricus gradus alludens ad stomachi humani digestionem, in quo & per quem materia decoquitur in separationem puri ab impuro. Nonnumquam usurpatur pro furno vel vitro in quo magisterium hoc adimpletur. (J 2). De bepaling van Le Baillif is duister, deze van Johnson heeft betrekking op het physiologisch verschijnsel. In de twee gevallen is de bekommering het zuiver van het onzuiver te scheiden, aldus een zuiveringsproces. Digestion se fait quand on laisse tremper quelque corps dans un dissolvant convenable à une très lente chaleur, pour la ramollir (Le O), aldus de zelfde woorden als Sa 5. Digestio est operatio vel gradus chymicus similis ventriculo, in quo et per quem materia coquitur in melius ad separationem puri ab impuro (R 2). De Putrefactie ofte Verrottinge is een werking, waardoor het gemengde Lichaam, naturelijker-wijze verrot zijnde, ontbonden word: ende geschied, wanneer de vocht van 't vermengde het drooge voortzet, die ze ten einde brengt, door de uitterlijke warmte, die krachtig na zig trekt, ende dit geschied ten einde, om 'er de essentie uit te haalen, en de om die te separeeren van dat gene, dat van een verscheide nature is. (La O). Sedert den tijd van Lavoisier weet men dat de bederving een verschijnsel van dissimilatie is, waardoor een organisch stof in minder ingewikkelde producten wordt omgezet; de uitlegging wordt vollediger gemaakt als men er bijvoegt, met Pasteur, dat microben hier werkzaam zijn. Putrefactio, ofte verrottinge is, wanneer yts in een beslooten vat in paarde-mest gestelt werd, om het zelve te ontdoen, en 't gene anders te vast is, uit te halen (Bl O). Het gebruik van paardemest, om een product warm te houden, blijkt toch in vele gevallen nutteloos. Putrefactio est digestio substantiam rei ex vaporum retentione calidi externi accessione, ad rem praestantiorem generandum dissolvens; est putrefactioni veterem naturam rerum consumere, | |||||||||||||
[pagina 117]
| |||||||||||||
novam introducere, & nonnunquam producere fructum alterius generationis (J 2). Eerste volzin letterlijk afgeschreven uit Rulandus. (R 2, p. 388). La Putrefaction des Chymistes: c'est la corruption d'une forme tendante à une autre, par une chaleur accidentaire, au défaut de la naturelle (Sa 5). De Circulatie ofte Omloopinge, of Omloop is een operatie, waardoor Olien, wateren en gedistilleerde geesten, tot een veel hoger graad van subtijlheid en kracht opklimmen, en al de circuleerende alle het overige van hunne onzuiverheid afleggen (La O). De schrijver brengt onder dit begrip de fermentatio of gisting waardoor gasvormige stoffen, als onzuiverheden beschouwd, de massa verlaten, die aldus de zuivering ondergaat. Circulatio ofte omloop zegt men, als eenige vogt langen tyd in een digt geslooten glas op een warme plaats zoo gehouden werd, dat al de opklimmende dampen niet konnen vervliegen: maar gedwongen zyn weder in het vogt te zakken, waar door de zaken des te kragtiger werden. (Bl O). Deze bepaling is duidelijker en beteekent een uittrekking met een vloeistof in een gesloten vat, onder zachte verwarming. Circulatio est liquoris puri per circularem solutionem & coagulationem in Pellicano agente calore exaltatio. (J 2). Letterlijk afgeschreven uit Rulandus (R 2, p. 154. La Circulation, c'est une operation par laquelle on fait circuler une liqueur ou essence dans un vaisseau bien bouché, ou dans deux vaisseaux qui se tiennent ou qui entr3nt l'un dans l'autre; ce qui se fait par le moïen de la chaleur, ou dans le fumier de cheval echaufé de lui-même, ou dans le Bain Marin (sic.) (Sa 5). Circulation est un mouvement qu'on donne aux liqueurs dans un vaisseau de rencontre, en excitant par le moyen du feu les vapeurs à monter et à descendre: Cette opération se fait pour subtiliser les liqueurs ou pour ouvrir quelque corps dur qu'on y a mêlé (Le O). De bezondere extractie oft Uithalinge is die gene, waar door de fijnste deelen van 't gemengde (blijvende het grofste ende aard-achtigste op de grond) worden uitgetrokken door een Menstruum, dat met het gezeide gemengde overeenkomt, daar na het zij of door evaporatie, ofte door destillatie van de overtollige vochticheit, brengt men het tot de gedaante van Honig, of diergelijk. (La O). | |||||||||||||
[pagina 118]
| |||||||||||||
Duidelijker gezegd: door gebruik van een vloeistof worden oplosbare stoffen uitgetrokken, welke na verwijdering door uitdamping of door destillatie worden verkregen. Schr. voegt er bij: Eindelijk is de Extractie een van de voornaamste leden, die in de chymische konste is, door dien men daar door maakt Geesten, extracten, essenties, zouten en andere diergelijke dingen. Blankaart Bl O noemt deze bewerking Maceratio: Maceratio, ofte weiking is, wanneer de kragten der zaken door eenige vogt uit gehaalt, en getrokken werd. Extractio est digestio e corporea concretione, partes subtiliores & puriores ab affuso aliquo menstruo appretensas, relictis faecibur dissolvens (J 2). La Macération: c'est l'attenuation simple du mixte dans quelque menstruë (Sa 5). Met andere woorden: de vereenvoudiging van een mengsel in een vloeistof. De Coagulatie oft Stremminge, waar door de teedere en dunne dingen, solide en vast worden gemaakt, deselve berovende van hunne vochticheit. (La O). De coagulatie wordt verkregen door uitdamping, door afkoeling, door uitvlokking, door neerslaging, door bijzondere bewerkingen zooals verwarming of gebruik van gepaste reagentiën. Alleen behooren deze tot de coagulatie of stremming; uitdamping, afkoeling, neerslaging zijn geen stremmingsmethoden, wel middelen om de oplosbaarheid van opgeloste stoffen te wijzigen, zoodanig dat zij kunnen afgescheiden worden. Blankaart Bl O zegt daarover: Het andere deel der Scheikonst is de Stremminge of Congelatio, welke de zagte en vogtige tot eenlyvigheit brengt, welke geschied door uitrooking, kooken, crystallizeeren, en vastmaking, en dat door vaste middelen daar bij te doen, mengelinge, opklimminge, of drooge dooreting. (Bl O). Coagulatio est rerum ejusdem naturae e consistentia tenui fluidaque ad solidam coactio. Itaque quae resolutione aquea, aërea, ignea sunt attenuata, per hanc in corpus homogeneum reducuntur. Et sic coagulatio comitatur multas operas, veluti divaporationem, exaltationem, sublimationem, distillationem &c. (J 2). Letterlijk afgeschreven uit Rulandus (R 2, p. 158). La Coagulation: c'est la reduction que l'on fait d'une chose coulante & fluide dans une substance solide, par la privation | |||||||||||||
[pagina 119]
| |||||||||||||
de son eau, ainsi que l'a defini Geber dans sa Somme. Telle est la coagulation du lait (Sa 5). Dat water daardoor volledig wordt onttrokken is een vergissing. Coaguler est donner une consistance aux liquides, en faisant consumer une partie de leur humidité sur le feu, ou bien en mêlant ensemble des liqueurs de différente nature, dont les parties insensibles s'accrochent les unes aux autres. (Le O).
* * *
Het lezen van een alchemistisch boek is gewoonlijk lastig, omdat in de eerste plaats de alchemisten onduidelijk zochten te zijn om hun geheimen te behouden, en vooral omdat de opvattingen van den tijd zoo ver verwijderd zijn van de moderne wetenschap. Als voorbeeld: de oxydatie van het ijzer, of verbinding van het ijzer met de zuurstof van de lucht, leidt tot het ijzeroxyde (Fe2O3); daarvoor is het voldoende ijzervijlsel in een open kroes of schaal te verwarmen Daar de zuurstof een gewicht heeft, is het gemakkelijk te begrijpen dat het gewicht van het verkregen oxyde hooger is dan het gewicht van het gebruikt ijzer. Welnu, wat vertelt Lancilot in zijn alchemistisch boek: ‘Men neemt vijlzel van Mars (= ijzer), en men vervochtigt het veel maalen met pis van een jongetje, eer men het zelve te reverbereren zet....; hier een lange reeks nutteloze bewerkingen, waardoor Crocus of Zafferaan ontstaat. Het ijzeroxyde is Crocus Martis of Zafferaan uit Mars. Als voetnoot wordt het bereiden door Blankaart vereenvoudigd als volgt: ‘Men neemt verroest yzer, 't welk men in 't vuur laat gloeyen, en alleenig fijn stampt, en tot het gebruik bewaart.’ Zwavel, niet de gewone zwavel, wel de philosophische zwavel, was beschouwd als bestanddeel van de metalen; door middel van het vuur moest de zwavel uit de metalen worden verdreven; aldus begrijpt men hoe in de Cours de Chimie van Lemery van 1730, slechts 50 jaren vóór de chemische omwenteling van Lavoisier, op blz. 187 te lezen krijgen: ‘Si vous avez employé une livre de limaille de fer, vous retirerez pour le moins une livre quatre onces de Crocus Martis, ce qui prouve que les acides du soulfre ou quelques parties de feu se sont incorporées dans les pores de Mars, & l'ont augmenté de poidsGa naar voetnoot(1). De chemische | |||||||||||||
[pagina 120]
| |||||||||||||
omwenteling van Lavoisier kan worden samengevat door de eenvoudige woorden: ijzer + zuurstof = ijzeroxyde. Met behulp van de geraadpleegde boeken en door de studie van de wijze van bereiding kunnen de moderne benamingen van verscheidene chemische producten, in de Brandende Salamander besproken, worden bepaald. Oleum tartari per deliquium, olie van wijnsteen per deliquium (p. 82), huile de tartre par defaillance, is kaliumcarbonaat door de vochtigheid van de lucht tot een stroop geworden. De verasching van wijnsteen geeft aanleiding tot kaliumcarbonaat dat de vochtigheid sterk aantrekt. De olie van wijnsteen is dus geen olie, en van den wijnsteen zelf zeer verwijderd. Tartarum emeticum (p. 86), braakwijnsteen (CO2K [CHOH]2 COO SbO) verkregen uit wijnsteen en antimoonbloemen (Antimoonoxyde Sb2O3), aldus A 53. Lancilot noemt drie soorten vitriol (p. 97), de witte, de groene en de blaauwe, en zegt: ‘gelijk de witte meer deelachtig is aan de aluinige hoedanigheid, als aan de twee andere’; hij schijnt aldus de witte aluin (kaliumaluminiumsulfaat) als een vitriol te beschouwen. In een voetnoot meent Blankaart het wit vitriol bij het kopersulfaat te brengen: ‘de blaauwe en witte schynen gemeenschap te hebben met het kooper, maar de groene met het yzer’. Groen vitriol is werkelijk waterhoudend ijzersulfaat; blauw vitriol is waterhoudend kopersulfaat. Wordt blauw vitriol door verwarming van het water bevrijd, dan geeft hij een wit poeder dat aan de vochtige lucht traag de blauwe kleur terug neemt. Lemery (p. 487), onderscheidt buiten blauw en groen vitriol ‘le vitriol blanc tel tiré par évaporation de l'eau des fontaines vitrioliques, ou bien un vitriol verd calciné en blancheur’; dit zou dan natriumsulfaat zijn dat in purgeerende watersoorten aanwezig is, of watervrij ijzersulfaat. Hij noemt ook een rood vitriol: ‘Le vitriol rouge est apporté depuis quelques années d'Allemagne, il est appellé Colcothar naturel ou chalcitis; on tient que c'est un vitriol verd calciné par quelque feu souterrain.’ Dit moet ijzeroxydhoudende ijzersulfaat, of misschien ferrisulfaat zijn. Sa 5 is volop in de duisterste alchemie: Vitriols metalliques sont les sels des métaux. Vitriol blanc c'est la sublimation du Souphre & du Mercure: autrement la Pierre au blanc parfait. | |||||||||||||
[pagina 121]
| |||||||||||||
Vitriol rouge c'est la sublimation des souphres brûlans du Soleil & de la Lune, ordinairement Cinabre & Sublimé: autrement c'est la Pierre au rouge parfait.’!!! De olie van vitriol is zwavelzuur, verkregen door droge distillatie van het ijzersulfaat, groen vitriol. Spiritus Salis (p. 127) en Spiritus salis nitri (p. 132) zijn zoutzuur en salpeterzuur verkregen door het verhitten van het gemeen zout en van Salpeter met bolus (= klei). Antimonium (p. 137) is een metaal dat door de alchemisten veel werd bestudeerdGa naar voetnoot(1). De Flores Antimonij (p. 138) zijn wit antimoonoxyde. Botter van antimonium (p. 144), beurre ou huile glaciale d'antimoine is antimoontrichloride, verkregen door verhitten van antimoonpoeder met sublimaat. Poeder van AlgarotusGa naar voetnoot(2), genaamt Mercurius Vitae, Witte Arend, Braakpoeder, Pulvis Regius, of Cinabrium van Antimonie is antimoonoxychloride, wit poeder uit antimoon boter met water behandeld. (SbOCl of beter 2 SbOCl. Sb2O3). Lever van Antimonie of Safferaan van de metalen (p. 149) of Crocus metallorum. Daarover zegt A 53 (p. 425): lever en saffraan van het spiesglas (Stibium sulfuratum Sb2S3). Spiesglas en Salpeter, van elks gelyke deelen fyn gewreeven en vermengd zynde, werpt men by beurten, in eenen, op het Vuur, gloeijenden kroes; waar door een gedeelte der Ontvlambaare Zwavel, met het Zuur des Salpeters uitgedreeven, en het Metallieke Reguline gedeelte van het Spiesglas, met het Alcali van het Salpeter vermengd, in een bruinagtig-geele koleur gebragt, en hierom Lever genoemd word. Deeze stof nu, fyn gewreeven, en met kookend water, tot smaakeloosheid toe, afgewasschen zijnde, geeft, als ze gedroogd is, de Saffraan van 't Spiesglas. Het helder doorgezeegen water, zet, door bydoening van een weinig Azyns, een weinig geelagtig, fyn Poeder, 't welk zeer wel gelykt naar de reeds gemelte guldene Antimonie Zwavel. Deeze Saffraan van het Spiesglas, ook Saffraan der Metaalen (Crocus Metallorum), en gezegende Aarde van Rulandus (Terra Benedicta Rulandi) genoemd is, dewyl de Regulus, door het | |||||||||||||
[pagina 122]
| |||||||||||||
branden, voor een gedeelte van zyne zwavel losgemaakt is, een zeer hevig braakmiddel. Antimonium diaphoreticum (p. 153). diaphorétique mineral, chaux d'antimoine, uit antimoon met salpeter verhit, zweetdryvend spiesglas of stibium diaphoreticum (A 53). Sulphur auratum Antimonii, of Goud van de Medicijns (p. 157), door A 53 guldene Antimonie-zwavel genoemd of Goudzwavel van het Spiesglas, blijkt antimoonpentasulfide Sb2S5 te zijn, verkregen door de ontbinding van natriumsulfoantimoniaat met zoutzuur. Op het einde van het derde boek bespreekt Lancilot het kwikzilver, Mercurius of Quik-zilver. Witte praecipitaat (p. 161) ‘van zommige valschelijk Mercurius dulcis genaamt’, wordt verkregen door neerslaging van sublimaat met ammoniak en is kwikammoniumchloride (NH2HgCl). Roode praecipitaat (p. 162) is kwikoxyde. Turbith minerale (p. 162), mercure précipité jaune, is basisch kwiksulfaat. Sublimaat voor de Medicine (p. 163), is mercurichloride. Soete sublimaat, of Heemelsche Arend van Quercetanus, of Mercurius dulcis (p. 165), ismercurochloride, calomel). Het vierde boek handelt over Saturnus (= lood) en Jupiter (tin). De calcinatie van Loot geeft menie (p. 178). Sal Saturni genaamt butyrum, Saccharum en mel Saturni (p. 179) is loodacetaat. Lithargyrium (p. 192) is ‘gebrand loot’ loodglit. Magisterium plumbi (p. 194) is wit loodcarbonaat, verkregen uit een oplossing loodacetaat met oleumtartari per deliquium (= K2CO3). Met juistheid noemt Lancilot het tin of de chymiste Jupiter een onvolmaakt metaal, dat door calcinatie aanleiding geeft tot een wit poeder waaraan den naam zout van tin of sal Jovis wordt gegeven, poeder dat door Lemery chaux d'etain wordt genoemd, en waarvan het gewicht hooger is dan dit van het gebruikt tin. De bloem van Jupiter wordt verkregen door het tin te behandelen met sterk water (HNO3) uit salpeter en aluin, het wit neerslag te drogen en te sublimeeren; het product moet tindioxyde zijn. Verhit met kwiksublimaat gaat tinvijlsel over tot olie van tin (= tinchloride); wordt het onzuiver overschot verhit, dan wordt de massa rood, omdat kwikoxyde wordt gevormd; die rood massa wordt swavel van tin genoemd, alhoe- | |||||||||||||
[pagina 123]
| |||||||||||||
wel het hoofdzakelijk kwikzilver bevat. Bezoar Joviale, bereid uit antimoon en tin met kwiksublimaat, is een boter, samengesteld uit de chloriden van het antimoon en van het tin. In het vijfde boek worden mars of ijzer, en venus of koper besproken. Door calcineeren gaat mars over tot Crocus of zafferaan Martis (= ijzeroxyde). Olie van vitriol op ijzer werkend geeft sal of vitriolum Martis, aldus groen ijzersulfaat; ijzermet sublimaat verwarmd leidt tot ijzerchloride, bezoar Martis genoemd. Het overzicht betreffende de calcinatie van het koper is duister; die bewerking wordt gedaan met zwavel, zoodanig dat het moeilijk kan besloten worden, welk product kopersulfide of koperoxyde ontstaat op een mengsel beider producten; het verkregen product wordt gebrand koper genoemd, of ferretta di Spagna ‘genaamt in Vrankrijk Agiuston’. Een rood poeder, dat in de beschreven proef door een reductie ontstaat, genaamd roode Zaffraan van Venus of Crocus Veneris schijnt niets anders dan koperpoeder te zijn. Sal oft Vitriolum Veneris zou koperacetaat en geen kopersulfaat zijn, vermits het met gecalcineerd koper en azijnzuur wordt bereid. Te recht beweert de schrijver, dat het verschijnsel waarin de oplossing van Roomsche vitriol (= kopersulfaat) met een ijzeren plaat behandeld, aanleiding geeft tot een neerslaging van koper, verschijnsel dat een ‘verwisseling der metaalen’ is en geen verandering van ijzer in koper; wel verklaart hij dat zulk koper ‘door de chymische konst veel volmaakter is als het koper dat in de mijnen is’. Deze verklaring heeft echter geen grond. Sol en Luna, het goud en het zilver verschijnen in het zesde boek, de bespreking van ‘het superbe trotze Rijk der blinkende Metaalen, die met hunne goude en zilvere schitteringen den vlijtigen alchymist zullen bekroonen’. De calcinatie van het goud wordt uitgevoerd door het verhitten van een goud-kwikamalgaam, dat per slot van rekening het eerst gebruikte goud terug vormt. Blixemend goud wordt verkregen door het oplossen van goud in ‘philosophisch waater, of, om my beter te doen verstaan, koningswater’, aldus een mengsel van zout -en salpeterzuur; de oplossing goudchloride wordt neergeslagen met oleum tartari per deliquium of kaliumcarbonaat; aldus ontstaat werkelijk goudoxycarbonaat, dat door verhitting zich ontploffend ontbindt en goud achterlaat; daarom ook de | |||||||||||||
[pagina 124]
| |||||||||||||
benaming blixemend goud. Lemery noemt het product or fulminant appelé saffran d'or en geeft de volgende uitlegging als het poeder op vuur wordt verhit: ‘le grand bruit qu'elle fait ne peut venir que des esprits renfermez qui écartent le corps très solide de l'or avec violence pour trouver une issuë libre, lorsqu'ils sont excitez par l'action du feu.’ De ‘esprits’ zijn niets anders dan de zuurstof en het koolzuurgas die in vrijheid worden gesteld. Aurum potabile, essentie van goud, het geheim secreet der philosophen, het drink-goud, wordt gewoonlijk verkregen door een langdurige behandeling van goud in fijne platen of in poeder met wijngeest of met een geest die niet wordt gespecifieerd, waardoor een roode olie ontstaat waarvan de samenstelling niet kan worden ontcijferd. De calcinatio lunae leidt feitelijk tot zilverchloride; want het zilver wordt door salpeterzuur opgelost, en het opgelost zilvernitraat wordt met sal armoniac en gemeyn zout neergeslagen. Vitriolum lunae blijkt niets anders te zijn, volgens de bereiding, dan onzuiver groen gekleurd zilvernitraat. Bezoar lunae met zilvernitraat en boter van antimonie verkregen kan niets anders zijn dan zilverchloride.
* * *
De Brandende Salamander werd geschreven, niet als een bijdrage van zuivere wetenschap, maar vooral om als leiddraad te dienen bij het bereiden van chemische geneesmiddelen. Het werk ligt in het kader van de hyatrochemie waaraan ParacelsusGa naar voetnoot(1) en van HelmontGa naar voetnoot(2) zooveel diensten hebben bewezen. De cours de chimie van Lemery is ook meer een leergang van chemische geneesmiddelen dan een leergang van zuivere chemie; nog slechts een halve eeuw vóór de heerlijke omwenteling, ontstaan door de beteekenis en de rol van de zuurstof door Lavoisier ontdekt, verkeert de chemie onder den invloed van de fantastische opvattingen van de alchemie en van het phlogiston. Door zijn geniale opvattingen heeft, slechts enkele jaren later, Lavoisier als het | |||||||||||||
[pagina 125]
| |||||||||||||
ware in een sprong de chemie tot de wellicht belangrijkste wetenschap verheven.
Rijksuniversiteit Gent, 1946. |
|