Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1946
(1946)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |
Vergadering van 30 Januari 1946.Waren aanwezig de HHn. Prof. Dr. L. van Puyvelde, die als oudstbenoemd aanwezig lid de vergadering voorzat, en Dr. L. Goemans, Bestendig Secretaris; De HHn. leden Prof. Dr. A. Carnoy, Prof. Dr. J. van Mierlo, Prof. Dr. H.J. van de Wijer, Emm. de Bom, L. Baekelmans, Dr. W. van Eeghem, Prof. Dr. Fr. Baur, Dr. J. Lindemans, Prof. Dr. Fr. de Backer en G. Walschap. Hadden zich laten verontschuldigen de HHn. C. Huysmans, Binnenlandsch Eerelid, Prof. Dr. J. Muls, F. Toussaint van Boelaere, Prof. Dr. L. Grootaers en Prof. J. Eeckhout. De notulen van de vorige vergadering werden goedgekeurd. | |
Mededeelingen van den Bestendigen Secretaris.1. - Bij ontstentenis van de andere bestuursleden der Academie, werd van hooger hand op een schrijven van den Bestendigen Secretaris geantwoord, dat hij bevoegd was de reglementaire vergaderingen der Academie bijeen te roepen. 2. - Gemengde Commissie voor Technische Taal. - Bij brieve van 14 dezer laat Prof. Haesaert, vaste Secretaris van de Kon. Vl. Ac. v. Wet., Lett. en Sch. Kunsten weten, dat de bedoelde Commissie voortaan bestaat uit de HHn. A.J.J. van de Velde, O. Peters en R. Ruyssen. Hij vraagt, dat onze Academie van haar kant haar afgevaardigden zou aanduiden. De Bestendige Commissie voor Nederlandsche Lexicographie zal daarover beraadslagen. 3. - Huisvesting der Academie. - De meeste Belgische kranten hebben in de laatste tijden geschreven over het eventueel in gebruik nemen van ons gebouw te Gent door het Provinciaal Gouvernement van Oost-Vlaanderen. Een vraag om inlichtingen werd zelfs dienaangaande door een ambtenaar van het Ministerie van Openbare Werken aan de Academie gericht, waarop dadelijk werd geantwoord, dat alleen de Regeering bevoegd is om in | |
[pagina 6]
| |
deze aangelegenheid een beslissing te nemen. De door de bladen verspreide geruchten bleken overigens van allen grond ontblootGa naar voetnoot(1). | |
Mededeelingen namens de CommissiesI. - Bestendige Commissie voor Cultuurgeschiedenis.Prof. Van Mierlo, secretaris legt verslag ter tafel over de zitting door de Commissie gehouden. Waren aanwezig: de HHn. Van Mierlo, Toussaint van Boelaere, Van de Wijer, Baekelmans, De Bom, De Backer. Hospiteerende leden: de HHn. Goemans, Lindemans, Baur, Carnoy, Walschap. Op de agenda komt een lezing voor door Dr. W. van Eeghem, lid der Academie: Een vriend der Rederijkers. (Zie deze afl. blz. 8). | |
II. - Bestendige Commissie voor Onderwijs en Nederlandsche Lexicographie.Dr. W. van Eeghem, wd. Secretaris, legt verslag ter tafel over de zitting der Commissie in den morgen gehouden. Waren aanwezig: de HHn. Goemans, Carnoy, Baur, Lindemans en Walschap. De Hr. Muls had zich laten verontschuldigen. Hospiteerend lid: de Hr. Van de Wijer. Op de agenda komt voor een lezing door Dr. J. Lindemans, lid der Academie: Op Zoek naar Methode in de studie van de Familienamen (zie deze afl., blz. 23). Tot de definitieve samenstelling van de gemengde Commissie door Prof. Haesaert gevraagd kan niet worden overgegaan bij | |
[pagina 7]
| |
afwezigheid van de HHn. Verdeyen, Blancquaert en Grootaers Beide eerstgenoemde leden maakten reeds deel uit van deze Commissie, en Prof. Grootaers zal niet weigeren de vertegenwoordiging onzer Academie te volledigen. | |
Dagorde1. - Jacob van Maerlant (vervolg). Lezing door Prof. Dr. Van Mierlo, lid der Academie, (zie Jacob van Maerlant, zijn leven, zijn werken, zijn beteekenis, Reeks III, nr. 25 van de Academische Publicaties). 2. - Het Academiën-vraagstuk. - De eindbespreking werd ingeleid met het voorlezen door Dr. Van Eeghem van zijn verslag over de vorige beraadslagingen betreffende het onderwerp. De meeste leden kwamen hierna aan het woord. De nadruk werd vooral gelegd op de wet van 2 Augustus 1924, houdende toekenning van de rechtspersoonlijkheid aan onze Academie, op haar fondsen, schenkingen en legaten, alsook op het feit, dat zij de derde oudste Belgische Academie is en volstrekt niet werd bedoeld, zoomin als haar franschtalige tegenhanger, door de beweging waaruit het academiën-vraagstuk is ontsproten. De vergadering ging ten slotte akkoord met volgenden tekst van besluit door den voorzitter voorgelegd en die aan de Regeering zal medegedeeld worden: ‘De Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde stemt eenparig in met het voorstel in één Koninklijk Instituut van België de bestaande Koninklijke Academiën te vereenigen, met dien verstande, dat aan elk dezer haar zelfstandigheid, met behoud van titel, vermogen en verworven rechten zou gewaarborgd zijn.’ |
|