Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1945
(1945)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 99]
| |
Vergadering van 19 April 1945.Twee pleno-zittingen werden door den beschrijvingsbrief voorzien. Waren in de pleno-zitting van den voormiddag aanwezig: de HHn. Toussaint van Boelaere, wd. Voorzitter en Dr. Goemans, Bestendig Secretaris; De Leden Prof. Dr. H. Teirlinck, Prof. Dr. J. Muls, Prof. Dr. J. van Mierlo, Prof. Dr. A. Carnoy, Prof. Dr. R. Verdeyen, Prof. Dr. H.J. van de Wijer, Em. de Bom, L. Baekelmans, Prof. Dr. L. Grootaers, Prof. J. Eeckhout, Prof. Dr. Fr. Baur, Dr. W. van Eeghem, Dr. J. Lindemans, Prof. Dr. Fr. de Backer, Ger. Walschap. In de pleno-zitting van den namiddag waren dezelfde leden aanwezig, behalve Prof. H. Teirlinck, diē zich had laten verontschuldigen. Prof. Dr. L. van Puyvelde nam er het voorzitterschap waar.
De notulen der vorige zitting werden goedgekeurd. | |
Mededeelingen van den Bestendigen Secretaris1o) Prijsvragencommissie. - Een commissie dient benoemd te worden om de prijsvragen voor 1947 voor te stellen. Deze commissie zou reglementair bestaan uit de leden van het Bestuur en twee leden door de vergadering verkozen. Zij zal vóór de Mei-vergadering der Academie bijeenkomen, daar de door haar ontworpen prijsvragen in deze vergadering dienen te worden besproken en vastgelegd. De vergadering duidt de HHn. Prof. Dr. Baur en Prof. Dr. Verdeyen aan om van de commissie deel uit te maken. 2o) Wedstrijden der Academie. - De fondsprijzen A. Beernaert, De Tière, Eeckhout en Van Ginderachter alsmede de academische prijs voor de Toponymische studie over het land van Boom zullen over weinige maanden worden uitgereikt aan respect. de HHn. Bert Decorte, Jan Peeters, Dr. Keunen, Alexis Verbouwe en Dr. K. Roelandts. | |
[pagina 100]
| |
3o) Benoeming van den Bestuurder en den Onderbestuurder voor 1945. - Op 22 Maart werd de Bestendige Secretaris bij den Hr. Minister van Openbaar Onderwijs ontboden. Er was eerst spraak van de verkiezing van den Bestuurder die in de Januari-vergadering plaats had. De Hr. Minister riep art. 11 van het Reglement der Academie in, dat luidt: ‘De Bestuurder en Onderbestuurder kunnen niet onmiddellijk in dezelfde hoedanigheid herkozen worden’. De Bestendige Secretaris herinnerde aan het precedent van 1919, aan de haast eenparige instemming die in de vergadering bereikt werd en aan de toetredingen tot deze instemming door de afwezige leden aangebracht. De Hr. Minister antwoordde, dat de gevallen van 1919 en van 1945 niet dezelfde waren, dat een vergadering bij applaus of bij eenparigheid van stemmen de toepassing van een artikel van haar Reglement uitzonderlijk kan schorsen, maar dat zulks in 1945 niet het geval was. In dergelijke voorwaarden kon hij de door de Academie gedane benoeming niet ter bekrachtiging voorstellen. En hij voegde daaraan toe, dat hij dienaangaande aan den Bestendigen Secretaris een brief zou laten geworden. Daarna werd gesproken over het samenstellen in en door de Academie, van een Eereraad die, betreffende eventueele door het Gerecht niet behandelde gevallen van onvaderlandsche gedragingen, zijn voorstellen aan de Academie zou voorleggen. De Bestendige Secretaris sprak als zijn persoonlijke meening uit, dat de Bestuurscommissie de taak van dergelijken raad kon op zich nemen, naar het voorbeeld van een andere Koninklijke Academie, met dien verstande dat, gelet op het wenschelijk evenwicht, de raad slechts uit vier leden zou bestaan. De Bestendige Secretaris zou er geen deel van uitmaken, nogmaals naar het voorbeeld van een andere Koninklijke Academie. De Hr. Minister maakte dienaangaande niet de minste opmerking. | |
Dagorde1o) In Memoriam van Prof. August Vermeylen en van Prof. Arthur Cornette (zie Jaarboek 1945 waarin de opstellen zijn opgenomen). 2o) Geheime vergadering. - Benoeming van den Bestuurder en den Onderbestuurder van de Academie voor het jaar 1945. Nieuwe verkiezingen. - De regeling en de uitslag hiervan liggen | |
[pagina 101]
| |
in een circulaire besloten, door den Bestendigen Secretaris aan de Leden op 24 April verzonden. (Zie Bijlage 2 van dit verslag). ***
De Bestendige Secretaris gaf alsdan aan de vergadering kennis van den brief op 5 April door den Hr. Minister aan hem gericht (zie Bijlage 1 van dit verslag). Nadat achtereenvolgens dhr. E. de Bom en Prof. J. van Mierlo nogmaals hun volledig vertrouwen in den uittredenden Bestuurder hadden uitgesproken en een motie van protest hadden neergelegd tegen bovenvermeld ministerieel schrijven als indruischende én tegen de duidelijke en haast eenparige beslissing, getroffen door de Academie in haar Algemeene Vergadering van 31 Januari 1945, én tegen het door de Academie op 26 Februari 1919 gestelde precedent, werd door Prof. H.J. van de Wijer om het woord verzocht. Hij sprak als volgt:
Geachte collega's,
Ik dank mijn achtbare collega's E. de Bom en Prof. Van Mierlo van harte om dit hernieuwde blijk van vertrouwen, te meer daar ik bij voorbaat meen te weten dat de gevoelens welke in beide moties werden uitgedrukt, door de meerderheid der aanwezige collega's worden beaamd. Ik meen echter dat het niet wenschelijk is dat de Academie op dit oogenblik dezen weg zou opgaan: het geldt immers thans niet meer een of andere persoonlijke voorkeur of zienswijze, maar alleen het welzijn en de toekomst van onze Academie. Nu de beslissing definitief is geworden, verzoek ik met aandrang mijn beide collega's De Bom en Van Mierlo hun respectieve moties niet aan te houden. De Academie kan en mag thans niet anders dan zich neerleggen bij het voldongen feit.
Geachte collega's,
Ik zal niet zeggen dat de gevallen beslissing mij niet krenkt; zij krenkt echter evenzeer - zooniet nog meer, wegens het haar rechtmatig toekomend gezag, - de Bestuurscommissie en ook de meerderheid van onze Academie, die in beroerde en | |
[pagina 102]
| |
gevaarvolle dagen de continuïteit in het Bestuur meende te moeten handhaven en daarom de verlenging van mijn mandaat aan de ministerieele bekrachtiging heeft onderworpen. Persoonlijk heb ik me steeds tegen het voorstel van de Bestuurscommissie verzet, zoolang niet het argument ‘academische plicht’ werd aangevoerd en niet het precedent 1914-1918 werd ingeroepen. Ik wensch echter niet, nu de kwestie formeel gesteld is geworden, dat het heele geval op een dubbelzinnigheid zou blijven berusten: amicus Plato, magis amica veritas. Het gaat hier immers niet, dat weten wij toch allen, om de toepassing van artikel zooveel van het reglement der Academie en evenmin om de al of niet op mijn naam vereenigde eenparigheid van stemmen, maar wel om het handhaven der publicatie van een einde 1934 opgericht weekblad, waaraan tijdens de bezettingsjaren niet minder dan tien onbesproken leden van deze Academie hebben medegewerkt, en... om het principe en het tempo van de zuivering in deze Academie. Over het eerste punt heb ik aan de Academie niets te verzwijgen. Staande voor een verscheurd volk en een bedreigde jeugd, was er ook tijdens den bezettingstijd een cultureele taak te vervullen waaraan wij in geweten hebben geoordeeld ons niet te mogen onttrekken. Wij weten wat dit voor ontelbaren in Vlaanderen ten goede heeft mogen beteekenen en niemand zou durven te beweren dat onze Vlaamsche gemeenschap hierdoor niet in zeer ruime mate is gediend gewordenGa naar voetnoot(1). Maar wij zullen er geen drama van maken. Ik moge er alleen nog aan herinneren dat ik einde 1942 (midden in oorlogstijd) met eenparigheid van stemmen tot onderbestuurder der Academie en einde 1943 (steeds midden in oorlogstijd) met dezelfde eenparigheid tot bestuurder werd aangesteld. Dat de waardeering van de Bestuurscommissie, die beter dan wie ook, al die jaren, ook in de eerste en laatste maanden van het jaar 1944 zich een oordeel heeft kunnen vormen over mijn houding en inzichten, er de aanleiding toe is geweest dat de verlenging van mijn mandaat werd voorgesteld en kon worden geweigerd, is voor mij een voldoende bewijs dat ik niet heb gefaald. | |
[pagina 103]
| |
Wat de epuratie betreft, zal een nabije toekomst leeren dat de Bestuurscommissie, toen zij in dezen, mede ingaande op het advies van ons eminent medelid, wijlen Prof. A. Vermeylen, haar houding heeft bepaald, welke overigens door de Academie in haar Decemberzitting 1944 werd bekrachtigd, het bij het rechte eind heeft gehad en daardoor onze Academie in den waren zin van het woord heeft ‘gediend’. | |
Letterkundige mededeeling door Prof. Dr. Fr. Baur lid der Academie.Een oud student van de Rijksuniversiteit te Gent, Dr. Gilbert Degroote, heeft mij verzocht aan de Koninklijke Vlaamsche Academie, voor haar Bibliotheek, een exemplaar aan te bieden van zijn pas verschenen werk: Jan van den Dale, De Nl. Boekhandel, Antwerpen 1944, - een uitgave van de Vereeniging der Antwerpsche Bibliophielen, Tweede Reeks nr 2. Het boek van 224 compres gedrukte bladzijden doet zich nog vóór in een uiterlijke gedaante die nauwelijks aan oorlogsbeperkingen herinnert. Het is vooral degelijk van inhoud, een werk zooals de Nederlandsche Philologie er, voor de studie van het ouder gedeelte onzer letterkunde, nog een aantal soortgelijke zou kunnen gebruiken. Het brengt nl. vooreerst al de gekende werken van den Brusselschen rhetorisyn - de beide zeer zeldzame teksten De Wre vander Doot en De Stove, benevens enkele verspreide Minora van den dichter: het reeds uit den Jan van Steyvoort's Refereinenbundel gekende sacramentsgedicht Lof Hostie en twee kortere verzen, ook reeds vroeger door onzen collega van Eeghem in zijn voortreffelijk stuk over de Rhetores Bruxellenses aan de vergetelheid onttrokken. Een dubbele reeks tekstcritische en taalverklarende aanteekeningen omraamt den tekst, terwijl het verzorgde Glossarium een welkome bijdrage levert tot het onmisbare speciaallexicon, dat vroeg of laat voor onze taal der 16e eeuw de hiaten zal hebben aan te vullen, die tusschen het Middelnederlandsch en het Woordenboek der Nederlandsche Taal zijn opengebleven. De inleiding, een vrij goed geschreven stuk, plaatst den weinig gekenden dichter in het kader van zijn Bourgondische omgeving, brengt vrij volledig bijeen wat, uit archiefstukken en gedrukte oorkonden, over hem geweten was en snijdt een paar creno- | |
[pagina 104]
| |
logische vraagstukken aan. Alleen de vormkarakteristiek (p. 50 en vlg) dunkt ons wat poovertjes uitgevallen. In de dissertaties uit de school van de Vooys - naar het patroon waarvan dit werk kennelijk werd ontworpen - pleegt een eenigszins grondige taal- en stijlbeschrijving niet, zooals hier, heelemaal te ontbreken. Maar laten we hiermeê de kritiek het woord ontnemen: het is geen gewoonte ‘een gegeven paard in den muil te kijken.’ Wij nemen ons trouwens voor in eene of andere sectievergadering op die belangwekkende publicatie terug te komen, en zijn inmiddels gelukkig onze academische boekerij met den fraaien bundel te kunnen verrijken. | |
(Bijlage 1)
| |
[pagina 105]
| |
(Bijlage 2)
| |
[pagina 106]
| |
Aangekochte boekenBehets (Armand). - Diderot, Critique d'Art. Brux. Office de Publicité. 1944. Boeren (Dr. P.C.). - Van Maas tot Schelde. Maastricht-Vroenhoven: van Aelst. 1944. Braunts (M.S.J.). - Zangen van Onmacht (Verzen). Brugge-Brussel: De Kinkhoren. - De Heimelijke Lusthof (Verzen). Utrecht: Het Spectrum. Z.d. 1942. Broeckx (Dr. Jan, L.). - Lodewijk Mortelmans. Standaard-Boekh. 1945. Christophe (Lucien). - Charles Van Lerberghe - L'homme et l'OEuvre. Bruxelles: Office de Publicité. 1943. Closset (François). - Aspect et Figures de la Littérature flamande. ibidem. Coetsier (Dr. Leo). - Nieuwe Normen bij het Intelligentieonderzoek. Deinze: Caecilia-Uitg. 1945. Cornette (A.H.). - Van Toledo tot Budapest. Antwerpen: Het Kompas. 1944. De Coster (Sylvain). - Paul De Coster - L'Homme, le Philosophe, l'Ecrivain. Bruxelles: Office de Publicité. 1944. Depau (Robert). - Simon Stévin. Bruxelles: Office de Publicité. 1942. Dumont (G.H.). - Leopold III, Koning der Belgen. - Brussel: Uitg. Van Belle. 1944. Duribreux (Gaston). - De Bron op den Berg. - Brugge-Brussel: De Kinkhoren. Z.d. Haesaert (Paul). - L'Ecole de Laethem Saint Martin. - Brux.: Edit. Forme 1945. Hildebrand (P.). - De Kapucijnen in de Nederlanden en het Prinsbisdom Luik. Dl. I. De tweetalige Nederlandsche Provincie 1583-1816. - Antw.: Archief der Kapucijnen. 1945. Gezelle (Guido). - Loquela. Derde Druk. - Tielt: Lannoo. Z.d. Jacobs (M. Augusta. R.U.). - Jacobus van Looy en zijn literair Werk. - Brugge-Brussel: De Kinkhoren. 1945. Janssen (Em., S.J.). - Diagnose - Gestalten en Stilte. - Brugge-Brussel: De Kinkhoren. 1945. Johnston (Henry). - Paul Valéry. - Liége: Edit. Desoer. Joos (J.). - Madonna der Sinjoren. - Standaard-Boekh. 1945. Kuypers (Julien). - Donderkoppen. - Antw.: De Sikkel. 1945. Leclef (Chanoine). - Le Cardinal Van Roey et l'Occupation allemande en Belgique. Muls (Jozef). - De Krans van Laurier. - Tielt: Lannoo. 1945. Pasquier (Alex.). - Edmond Picard, - Brux.: Office de Publicité. 1945. Piette (Hélène). - Les Soeurs Loveling. - Brux.: Office de Publicité. 1942. Prevost (Jean). - Problêmes du Roman. - Le Carrefour. 1945. | |
[pagina 107]
| |
Rölvaag (O.E.). - De groote Stilte. - Antw.: Het Kompas. 1945. Selmair (Josef). - Zakspiegel van Elckerlijc. Woorden van Meesters. - Brugge-Brussel: De Kinkhoren. 1945. Rency (Georges). - George Eekhoud-Essai critique. - Brux.: Office de Publicité. Smets (Frans). - Henri Conscience et le Romantisme flamand. - Ibidem. Toussaint van Boelaere (F.V.). - Spiegel van Nu en Straks. - Brussel: Uitg. Manteau. Valvekens (Dr. P. Em. O. Praem.). - Ons Gezinsleven in oude Tijden. - Brugge-Brussel: De Kinkhoren. 1945. Vander Borren (Ch.). - Peter Benoit. - Brux.: Office de Publicité. 1944. Vander Schaaf (Nine). - Heerk Walling. - A'dam: Wereldbibliotheek. 1943. Van Duinkerken (Anton). - Nederlandsche Vromen van den nieuwen Tijd. - Hilversum: Brand Uitg. 1941. Van Welkenhuyzen (Gustave). - Georges Eekhoud - Pages choisies. - Brux.: Off. de Publicité. 1945. Verhoeven (Bernard). - De Hof van Rozen en Olijven. - Utrecht: Spectrum Z.d. Viksten (A.). - Hout. - Antw.: Het Kompas. 1945. Zielens (Lode). - Herinneringen van toen. - Antw.: Nederl. Boekh. 1943. - De gele Roos, id. - Het duistere Bloed, id. - Alles wordt betaald. - A'dam-Brussel: Elsevier. Feestkrans bij het eerste Lustrum der Uitgeverij ‘Pro Arte’ 1939-1945. Gentsche Bijdrage tot de Kunstgeschiedenis. Dl. 1944. - Antw.: De Sikkel. 1944.
Tijdschriften: Esprit. Treizième Année. Nouvelle Série. De Gids. Jg. 1945. De Nieuwe Gids. Jg. LIX. Ons geestelijk Erf. Jg. 1945. | |
Aangeboden boekenDoor Prof. Dr. J. van de Wijer: Feestbundel H.J. van de Wijer. 2 Dln. - Leuven: Instituut Vl. Toponym. Door Prof. Dr. Fr. de Backer: De complete Werken van William Shakespeare in Vertaling van Dr. L.A.J. Burgersdijk, bewerkt en van een Inleiding voorzien door Prof. Dr. Fr. de Backer en Dr. G.A. Dudok. - Leiden: Sijthoff Uitgev. 1945. Door de Kath. Universiteit te Leuven: | |
[pagina 108]
| |
Amand (Dom David). - Fatalisme et Liberté dans l'Antiquité grecque. - Louvain: Biblioth. de l'Université. 1945. Denis (Valentin). - De Muziekinstrumenten in de Nederlanden en in Italië naar hun Afbeelding in de 15-eeuwsche Kunst. id. Genicot (L.). - L'Economie rurale Namuroise au Bas Moyen-Age (1199-1429). id. - L'Organisation corporative du Moyen-Age à la Fin de l'ancien Régime. id. Van der Essen (Alfred). - Le Cardinal-Infant et la Politique européenne de l'Espagne (1609-1641). idem. Annuaire 1940-1941. Door de Universiteit van Amsterdam: D'Angremond (Th.H.). - P.C. Hooft's Achilles en Polixena. Met Inleiding, Aanteekeningen en Woordenlijst. - Assen: Van Gorcum & Co 1943. Ong eng die. - Chineezen in Nederlandsch-Indië. Sociografie van een Indonesische Bevolkingsgroep. Idem. Wittop Konig (D.A.). - De Handel in Geneesmiddelen te Amsterdam tot omstreeks 1637. - Purmerend: J. Muuses. 1942. Van Eeghem (I.H.). - Vrouwenkloosters en Begijnhof in Amsterdam van de 14e tot het Eind der 16e Eeuw. - A'dam: H.J. Paris. 1941. Van Reeuwijk (A.J.). - Vroedkunde en Vroedvrouwen in de Nederlanden in de 17 en 18e Eeuw. - A'dam: Drukk. Amaco. 1942. Stapel (Dr. F.W.). - Pieter van Dam. Beschrijvinge van de Oostindische Compagnie. Derde Druk. - 's Gravenhage: Martinus Nijhoff. 1943. Door de Universiteit te Luik: Gavray-Baty (Phina). - Le Vocabulaire toponymique du Ban de Fronville. - Liége: Fac. de Philos. & Lettres. 1944. Door de Stad Antwerpen: Clijmans (Frederik). - Publieke Wandelingen te Antwerpen. 1944. Door de Stad Oostende: Edebau (Frank). - Geschiedenis van de Stadsbibliotheek van Oostende. - Antw.: De Sikkel. 1944. Door de Académie royale de Belgique: Fondations académiques. - Brux.: Palais des Académies. 1945. Biographie nationale. - Tome vingt-huitième. - Brux.: Bruylant. 1944. Door den Koninklijken Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen:
Handelingen 1943-1944. |
|