Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1938
(1938)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 573]
| |
Mededeelingen van den Bestendigen Secretaris1. - Lidmaatschap der Academie. - Bij Kon. Besl. van 21 Mei 1938 werd Mejuffrouw M.E. Belpaire benoemd tot Binnenlandsch Eerelid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde.
Bij Kon. Besl. van 24 Juni 1938 werd de verkiezing van den Eerw. Heer Joris Eeckhout tot werkend lid ter vervanging van Mej. M.E. Belpaire goedgekeurd.
De heeren J. de Vries, Endepols, Molkenboer, Schroeder en Van Schendel, door de Academie tot Buitenlandsch Eerelid verkozen, betuigden hun gevoelens van dank; zoo ook de heeren Fr. De Backer, J. Lindemans en G. Walschap, tot briefwisselend lid benoemd.
2. - 80ste verjaring van Prof. Dr. Muller, buitenlandsch eerelid. - Bij gelegenheid van deze verjaring werd door den Bestendigen Secretaris van wege de Academie een telegram van gelukwenschen aan den hooggeachten jubilaris gestuurd, waarop Prof. Muller met hartelijke dankzegging heeft geantwoord. In zijn brief van 28 Juni, tot de leden dezer Academie gericht, schreef hij o.a. deze treffende woorden ‘weest overtuigd... dat de lezing Uwer Verslagen en Mededeelingen en Uwer andere uitgaven voor mij in steeds hoogere mate een bron van wetenschappelijk nut en genot is geweest, waaruit ik bij mijne studiën telkens en telkens, tot mijn voordeel, heb mogen putten...’
3. - Te Deum te Gent en te Brussel. - De leden der Academie worden op het Te Deum van 21 Juli, te | |
[pagina 574]
| |
Gent en te Brussel, respectievelijk door den heer Gouverneur van Oost-Vlaanderen en door den heer Minister van Openbaar Onderwijs uitgenoodigd.
4. - Vaderlandsch Feest te Brussel. - De heer Bestuurder van de Academie wordt door den heer Minister van Binnenlandsche Zaken uitgenoodigd op het vaderlandsch feest van 21 Juli op de Poelaertplaats. Pro memorie, de uitnoodiging, gedagteekend van 8 Juli, kwam op de Academie den 15en Juli (voor het antwoord gestelden datum) toe.
5. - Intellectueele Propaganda in het Buitenland. - Bij brieve van 1 Juli 1938 (S.K. nr 24604) richt de heer Minister van Openbaar Onderwijs volgende vraag aan den Bestendigen Secretaris:
‘Ik heb de eer U te melden dat het Departement voor Buitenlandsche Zaken in bezit wenscht te worden gesteld van een lijst der representatieve werken der Vlaamsche literatuur met het oog op intellectueele propaganda in het Buitenland. Gij zoudt mij verplichten door aan uw geleerd genootschap voor te stellen een dergelijke lijst te willen opmaken. Een dergelijke vraag werd gericht tot de Academie voor Fransche letteren...’
De Academie stelde een Commissie samen om deze lijst op te maken. Leden dezer Commissie zijn: de heeren Cornette, Van Mierlo, Verdeyen en Baur. | |
Mededeelingen namens de bestendige commissiesI. - Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - Kan. Fl. Prims, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden. | |
[pagina 575]
| |
Waren aanwezig: de heeren Willems, Van Puyvelde, Cuvelier, Van Mierlo, Toussaint van Boelaere (voorz.) en Baekelmans, en als hospiteerend lid de heer Van Eeghem.
Op de dagorde staat:
Hadewigiana. - De lijst der Volmaakten van Minne; enz. - Lezing door den hr. L. Willems, werkend lid.
Hadewijch geeft ons een wondere lijst van 29 doode en 57 levende Volmaakten, die zij éen voor éen aanduidt; een aantal der doode kunnen wij identificeeren; de levende worden ons niet bij name vernoemd. De heer Willems rekent Hadewijch tot de pauperes spiritu die vooral in de Germaansche landen verspreid waren. Ruisbroec, in zijn Boek van de Twaalf Begijnen, bestrijdt de Pauperes spiritu, maar schijnt vreemden, die buiten Brabant leefden, te bedoelen, de geestesarmen van Duitschland.
De Commissie stelt voor deze lezing op te nemen in de Verslagen en Mededeelingen.
Hierna behandelt de heer Willems den tekst ‘van beghevenhede, van gheselschape’ (Brief 18, r. 160) in Hadewijch. Hij meent dat het komma tusschen de twee woorden moet worden weggelaten. De zin is ‘begevenheid van gezelschap’ in de beteekenis van verlaten te zijn door gezelschap. Prof. Van Mierlo, bij de bespreking, doet opmerken dat, ook met het komma, de tekst een aanvaardbaren zin heeft.
II. - Bestendige Commissie voor Onderwijs en Nederlandsch Lexicographie. - De hr. Grootaers wn. secretaris, legt het verslag ter tafel van de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig: de heeren Goemans, Van de Velde Van Puyvelde, Muls, (onderv.), Verdeyen, (voorz.) Grootaers, Cornette en Monteyne. | |
[pagina 576]
| |
Op de dagorde staat:
1o) Verkiezing van een lid en van een secretaris ter vervanging van den Z.E. hr. Kanunnik Jacobs.
De hr. Dr. Jan Grauls werd tot lid verkozen en de hr. Grootaers tot secretaris van de Commissie aangesteld.
2o) Bespreking van Prof. Blancquaert's voorstellen in zijn lezing ‘Ter bevordering van het Algemeen Beschaafd in Vlaanderen’ besloten.
Na een levendige bespreking wordt de Commissie het eens over de volgende voorstellen. Zij vraagt dat de Academie een schrijven tot den heer Minister van Openbaar Onderwijs zou richten en hierbij de volgende wenschen uitdrukken.
A. Departement van Onderwijs.
I. Wat betreft het Lager Normaal, Middelbaar Normaal Onderwijs, de Scholen voor Bewaarschoolonderwijzeressen alsmede het Technisch Onderwijs:
a) nogmaals aan te dringen op het nakomen van de instructies reeds vóór jaren opgesteld en uitgezonden;
b) leergangen in te richten in de beschaafde uitspraak en in de practische phonetica voor de leeraren, die hiervoor in aanmerking komen;
c) aan de leeraars de middelen ter beschikking te stellen om hun onderwijs vruchtbaar te maken.
II. Wat betreft het hooger onderwijs dat de leeraars der Athenea moet vormen. De Universiteiten mede te deelen dat voortaan geen leeraars zullen definitief benoemd worden indien zij in taalopzicht niet voldoen en de Universiteiten te verzoeken op dit gebied de noodige maatregelen te treffen. | |
[pagina 577]
| |
De Commissie drukt den wensch uit dat een afschrift van dezen brief zou gericht worden aan de overheden die het vrije onderwijs besturen.
B. Andere departementen.
Voor de examens welke afgenomen worden met het oog op het aanwerven van ambtenaren dient strenger opgetreden. Er zou bij deze examens een specialiteit moeten aanwezig zijn en wel buiten de ambtenarenwereld gekozen. De bovenvermelde maatregelen zouden moeten genomen worden in verband met de bestuurshervorming: ook aan de taalkennis zou hierbij belang moeten worden gehecht. | |
DagordeGa naar voetnoot(1)1. - Commissie tot het voorstellen van de Prijsvragen voor het jaar 1941. - Aanduiding der Commissie. - Werden aangesteld om, met het Bestuur der Academie, deel uit te maken van deze Commissie: de heeren E. Blancquaert, Em. De Bom, L. Grootaers en J. Van Mierlo.
2. - Lezing door den hr. Em. De Bom, werkend lid: Hoe Ida von Dueringsfeld de Vlaamsche literatoren in de jaren 60 zag. De dd. Bestuurder, heer A.H. Cornette, wenscht spreker met zijn lezing geluk en stelt aan de vergadering voor den tekst er van in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen. Dit voorstel wordt eenparig goedgekeurd. |
|