Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1938
(1938)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 377]
| ||||||||||||
Technische woorden
| ||||||||||||
[pagina 378]
| ||||||||||||
kundigen bestaat ‘die - bescheidenlijk - gelooven in hun eigen taalgevoel en die het resultaat van hun beoordeeling van zekere woorden en uitdrukkingen voorleggen aan den Raad van deskundigen van het Genootschap Onze Taal, alvorens hun meening te publiceeren.’ Het raadplegen van de woordenboeken brengt soms tot verbazende vaststellingen; de gewone woordenboeken hebben al te dikwijls een te kort aan technische kennis; erger is het nog bij de technische woordenboeken, waarin niet alleen de taal wordt verwaarloosd, doch ook waarin de onvermijdelijke wijzigingen in de beteekenis der technische uitdrukkingen niet genoeg in acht worden genomen. De Redactie van Wetenschap in VlaanderenGa naar voetnoot(5) vraagt zich af of ik mij niet vergis als ik het Modern woordenboek van PinkhofGa naar voetnoot(6) blijkbaar voldoende beschouw, en als ik mij niet uitspreek over het Medisch woordenboek van Is. BauwensGa naar voetnoot(7) waarvan alleen tot Clausius verscheen. Is. Bauwens, voor wien ik veel genegenheid had en die een vlijtige werker was, vroeg mijn medewerking. Die medewerking was voor mij echter niet mogelijk, omdat Bauwens te veel verouderde woorden in zijn woordenboek wenschte te behouden, en zich verzette tegen het opnemen van een aantal internationale uitdrukkingen. Voor een zeer uitgebreid woordenboek, een encyclopedie, waar de wetenschappen worden besproken, heerscht altijd het gevaar dat als boekdeel 15... verschijnt, boekdeel 1 reeds verouderd is. Zoo vlug loopen de wetenschappen; voor de chemie alleen, bevatten de Chemical abstracts van de American Chemical Society, voor een enkel jaar ca 70000 referaten van verschenen verhandelingen waarvan een tiende misschien van goede hoedanigheid. De labiele beteekenis van vele technische woorden mag dus niet uit het oog worden verloren. Daarom is een medewerking van taalkundigen met technische deskundigen onontbeerlijk. Ik tracht in mijn mededeeling opbouwend te werken, met opmerkingen en aanteekeningen; mijn onderzoek heeft voor doel, zooals | ||||||||||||
[pagina 379]
| ||||||||||||
ik het vroeger verklaard heb, een discussie uit te lokken ten einde de technische taal duidelijker en zuiverder te maken. In deze 6e mededeeling bespreek ik eenige technische woorden die behooren tot de geneeskunde, de voeding, het hooger onderwijs; ik heb gebruik gemaakt der volgende woordenboeken om een documentatie te vereenigen, die tot grond kan dienen voor de beoordeeling:
| ||||||||||||
Woorden betreffende de wetenschappen en de beoefening der geneeskunde.Aetiologie = de leer of de aanwijzing, ook de wetenschap van de oorzaken der ziekten W. Leer der ziekteoorzaken P. (Ziekten) oorzaakkunde V. Leer der oorzaken der ziekte, etiologie (v) K.
Anatomie of ontleedkunde = de leer van den vorm en den bouw van het bewerktuigd lichaam en van zijne afzonderlijke deelen (theoretische A.) en vervolgens het onderzoek zelf van zoodanig lichaam (praktische A.) W. Anatomie of ontleedkunde P. Ontleedkunde V. Niet bij G. Ontleedkunde, ontleedkunst, ontleding, snijkunde, snijkunst, anatomie (v), de ontleding, werktuiglijke scheiding en afzondering van de verschillende weefsels der lichamen van menschen, dieren en planten K. | ||||||||||||
[pagina 380]
| ||||||||||||
Anatoom, niet bij W, P, K, wel bij V, G. Bij V vindt men ontleedkundige, bij K ontleedkundige en anatomist.
Arts, zie geneesheer W. Arts = medicus P. Genoemd door V, G, K.
Balneologie = tak der geneeskundige wetenschap welke zich bezig houdt met de beschrijving en het onderzoek der minerale wateren, wat betreft hun scheikundige samenstelling en hun invloed op het organisme van den gezonden, zoowel als van den zieken mensch; ook de leer der baden in het algemeen, van hun soorten en hun therapeutische werking W. De kennis van de baden en hunne werkingen P. Niet bij VKG.
Balneotherapie = deel van de balneologie, leer van het gebruik van baden bij verschillende ziekten W. Geneeskundige toepassing van baden P. Badgeneeskunde V. Niet bij KG.
Bacteriologie = de wetenschap der bacteriën, van haar biologische eigenschappen en van het onderzoek, haar aanwezigheid in verschillende stoffen W. De leer der splijtzwammen P. Niet bij V, wel bacterie, bacteriologisch en bacterioloog. Niet bij K. Bactériologie G.
Chemiotherapie, niet in W. Behandeling met stoffen die zich in het organisme bij voorkeur verbinden met de ziekteverwekkers P. Niet bij GVK.
Chirurgie, zie heelkunde W. Tak der geneeskunst welke de mechanische middelen omvat P. Niet bij VK, wel bij G.
Chirurg, niet in WP, wel bij VGK.
Cliniek, niet in W. Zie kliniek. Onderwijs aan het ziekbed P. Onderwijs aan het ziekenbed V. Het ziekenhuis in zijn geheel P. Clinique K. zie kliniek G.
Clinicus, niet in WKG of clinisch geneesheer V. De leeraar aan het ziekbed P. | ||||||||||||
[pagina 381]
| ||||||||||||
Clinist, niet in W. Genoemd in V voor clinicien. G zegt klinist. Clinist bij K.
Dermatologie = de leer van de huid en wordt gewoonlijk in dezelfde beteekenis gebruikt als dermatopathie, d.i. de leer der huidziekten W, De leer der huidziekten P. Niet in GVK. V vertaalt door huidleer.
Dermatoloog, niets in W. Huidarts P. Niet in VK, wel in G, dermatologiste.
Desmologie, zie verbandleer W. Niet bij KVG. Zie desmographie P; bij desmographie, beschrijving der banden, zie syndesmographie; maar syndesmographie is niet te vinden, wel syndesmologie, de leer der banden.
Electrotherapie = de toepassing van electriciteit bij de geneeskundige behandeling W. Geneeskundige toepassing der electriciteit P. Niet bij GVK. V vertaalt electrotherapie (f) door electrotherapie (v).
Embryologie, of ontwikkelingsgeschiedenis = de studie van de wordende organismen. Niet alleen het onderzoek van de eigenlijke embryonen (ontwikkelingsstadia, die de eischaal of het lichaam van het moederdier nog niet hebben verlaten) behoort hiertoe, maar ook die van de larven van die dieren, waarbij in de ontwikkeling een gedaanteverwisseling (metamorfose) plaats vindt W. Ontwikkelingsgeschiedenis van het embryo P. Niet bij GKV. V noemt kiemleer.
Etiologie, zie aetiologie.
Fysiologie. Dit woord, in zijn ruimsten zin beteekent het onderzoek der levensverschijnselen van planten en dieren. Intusschen heeft men de algemeene leer der levende wezen vaker biologie genoemd, en maakt dan een verdeeling in hun vormleer (morfologie) en functieleer (fysiologie) W.
Gezondheidsleer of hygiëne = de wetenschap die zich bezig houdt met de studie van die factoren, die het weerstandsvermogen | ||||||||||||
[pagina 382]
| ||||||||||||
van den mensch tegen schadelijke invloeden van zijn omgeving kunnen versterken en zoodoende den algemeenen gezondheidstoestand verhoogen W. Genoemd in VG. Hygiène, diététique K.
Gynaecologie = de wetenschap van de ziekte van de vrouwelijke geslachtsorganen. W. De leer van de vrouwenziekten P. Niet bij V K, wel als gynecologie bij G.
Geneesheer of arts = degene die de bekwaamheid en bevoegdheid bezit, de ziekten van den mensch te voorkomen of te genezen W. Genoemd door KVG.
Geneeskunde = de wetenschap van de gesteldheid (inrichting) en de werking van het dierlijk lichaam in het bijzonder, zoowel in gezonden als in zieken staat, en heeft ten doel stoornissen in den gezondheidstoestand op te heffen of te voorkomen W. Niet bij P, wel bij V (art de la) médecine; bij G medecine, science médicale, medecine therapeutique, médecine, art iatrique, art de la médecine K.
Geneeskunst, alleen in W toegepast op de Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der geneeskunst. Niet bij P G, wel bij V voor art de guérir. Zooals geneeskunde K.
Geneesmiddel of artsenij = zoodanige zelfstandigheden, die aangewend worden ter genezing, verzachting of voorkoming van ziekelijke aandoeningen van menschen en dieren. De kennis van de natuur- en scheikundige eigenschappen der geneesmiddelen draagt den naam van artsenijwarenleer (pharmacognosie). De kennis van de werking der geneesmiddelen draagt den naam van geneesmiddelleer, materies medica (> pharmacologie) W. Medicament, remède, moyen curatif ou therapeutique, médecine, drogue K. Medicament, remède VG.
Hist(i)ologie. Weefselleer P. Niet bij GVK.
Hydropathie, niet in W. Verkeerde uitdrukking voor hydrotherapie P. = watergeneeskunde V. Niet bij GK. | ||||||||||||
[pagina 383]
| ||||||||||||
Hydrotherapie of watergeneeskunde is de samenvattende benaming voor alle geneeskundige behandelingen met water W. Aanwending van water tot geneeskundige doeleinden P. Niet bij GVK.
Hydriatrie, niet in W. Aanwending van water tot geneeskundige doeleinden P. Niet bij GVK.
Huidarts (niet in WGVK. Dermatoloog P.
Heliotherapie = de geneeskundige behandeling door zonlicht WP. Niet bij VGK.
Hygiëne, zie gezondheidsleer WP. Genoemd door VG, niet door K.
Heelkunde (chirurgie) is dat gedeelte der geneeskunde, dat de uitwendige beleedigingen van het lichaam tracht te genezen... In de latere jaren heeft zich het gebied, waarop de chirurgie werkzaam is, sterk uitgebreid doordat zij ook de inwendige organen ging behandelen W. Niet in P, wel in VGK.
Heelkunst, voor heelkunde VK. Niet bij G.
Histologie = de leer van de weefsels, waaruit de dierlijke en plantaardige organismen zijn opgebouwd W. Niet bij K G V Bij P hist(i)ologie, weefselleer.
Inenting of vaccinatie W. Inoculation, vaccination de la vaccine KV. Vaccination, inoculatie G.
Kliniek = inrichtingen, waarin zieken, gewoonlijk voor langeren duur ter behandeling en verpleging kunnen worden opgenomen. In vele gevallen dienen zij gelijktijdig als inrichtingen voor het geneeskundig en verplegingsonderwijs W. Zie cliniek.
Lijkschouwing of doodschouw is de schouwing van een lijk door een deskundige vóór de teraardebestelling of de verbranding W. Niet bij P. Lijkschouw, autopsie. V. Constatation du décès, autopsie G. Visite, examen d'un cadavre, autopsie, nécroscopie. K. | ||||||||||||
[pagina 384]
| ||||||||||||
Lijkopening (sectie, autopsie) heeft gewoonlijk ten doel, den arts nauwkeurige inlichtingen te verschaffen omtrent de ziekte, waaraan de lijder bezweken is W.
Medicina, niet in W. = geneeskunde P. Niet genoemd bij GVK.
Medicijn, geneesmiddel W. Niet in P. Medicijn (v) is médecine bij V, médicament bij G. Medicijn (m) is medecin bij V, niet genoemd bij G. Médecine, remède K.
Medicus, niet in W. Voor arts P. Médecin, étudiant en médecine bij G. Niet in VK.
Microbe (meerv. mocribiën) de kleinste levende wezens P, Genoemd bij G, niet bij VK.
Mikroben zijn de kleinste dierlijke en plantaardige wezens, in het bijzonder de bacteriën W.
Microbenkunde, gebruikt voor microbiologie (f) V.
Microbenleer. Zie mikrobiologie. Niet bij WPVKG.
Mikrobiologie. Feitelijk de wetenschap van de mikroskopische kleine levende wezens, doch waaronder meestal wordt verstaan de studie der functies (dus niet de zuiver-systematische studie) van mikroskopische planten (dus meestal met uitsluiting van de Protozoölogie. Als de grondlegger van deze wetenschap is ongetwijfeld Ant. van Leeuwenhoek te beschouwen, die niet alleen de eerste was, die bacteriën waarnam, doch ook gist, vele mikroskopisch- kleine wieren en protozoën voor het eerst beschreef W. De kennis van de microbiën P. Niet bij GK. V zegt voor microbiologie (f) microbenkunde.
Orthopaedie is het deel van de geneeskunde waarin men zich bezighoudt met de misvormingen van het menschelijk lichaam. W. Rechtzettende behandeling van misvormingen P. Orthopedie bij GV, niet bij K. | ||||||||||||
[pagina 385]
| ||||||||||||
Ontleedkunde, anatomie en geneeskunde W. = anatomie PVGK.
Ontleedkundige V. Zie anatoom. Anatomiste KVG.
Ophtalmologie is een andere naam voor oogheelkunde WP. Niet in KVG; V noemt ook oogkunde.
Oogheelkunde, behandeling van oogziekten W. Ophtalmologie PG. Oculistique, ophtalmiatrie V. Oculistique K.
Oogkunde. Voor ophtalmologie V. Niet bij GKW.
Otologie niet in WGK. Oorheelkunde P. V vertaalt otologie door oorkunde.
Otiatrie niet bij GWKV. Oorheelkunde P.
Oorheelkunde niet in W. Otologie PG. Otiatrie VK.
Orthodontie niet in WVGK. Het rechtzetten der tanden. V zegt voor orthodontosie (f) rechtzetting der tanden.
Physiologie zie fysiologie W. Verrichtingsleer P. Niet bij KV, wel bij G.
Partologie. Niet bij KPVWG.
Prophylaxis of voorbehoeding is de kunst om in gezonden staat tegen ziekten en in zieken toestand elken ziekteverergenden invloed te waken W. Voorbehoeding, voorkoming van ziekten P. V vertaalt prophylactique (f) door voorbehoeding, verhoeding, voorkoming niet bij K.
Pathologie of ziektekunde omvat de kennis van het wezen der ziekten, de oorzaken (aetiologie) en de omstandigheden, waaronder zij ontstaan (pathogenese, de wijzigingen in de verrichtingen der organen en de cel-, weefsel-, en anatomische veranderingen, die er bij voorkomen W. Ziektekunde P. Niet bij GV. | ||||||||||||
[pagina 386]
| ||||||||||||
Parasieten 1 (dierkunde) zijn zulke individuën die op andere dieren en ten koste van deze leven; 2 (plantkunde) noemt men die planten, die niet zelf de benoodigde voedingsstoffen kunnen bereiden, maar deze van levende wezens betrekken moeten W. Niet bij P, wel bij VGK.
Parasitologie, niet in WP VGK.
P(a)ediatrie, niet in W. Kindergeneeskunde P. Genoemd door G. Voor pediatrie (f) zegt V kindergeneeskunst. Niet bij K.
P(a)ediater, niet in W. Kinderarts P. Niet bij GVK.
P(a)edologie noemt men wel de studie van het kind, vooral de medische en psychologische zijde daarvan W. De kennis van het kind P. Pedologie bij GV. Niet bij K.
Polikliniek is een inrichting waar niet bedlegerige patienten uit een stad en omgeving, meestal kosteloos of tegen een geringe vergoeding, onderzocht en behandeld worden W. G vertaalt polikliniek door polyclinique (f). Niet bij K.
Policliniek. De gelegenheid om lijders uit de stad te ontvangen ten behoeve van het geneeskundig onderwijs. Niet in VK.
Physiotherapie niet in W, ook niet bij fysiotherapie. Behandeling door middel van natuurkundige krachten P. Niet bij GVK.
Physische therapie niet in W. Behandeling door middel van natuurkundige krachten P. Niet bij GVK.
Pathogenese niet in W. Wijze van het ontstaan der ziekten P. Niet bij GVK. V zegt voor pathogénésie (f) ontstaan der ziekten.
Pathogenie niet in W. Wijze van het ontstaan der ziekten P. Niet bij GVK. V vertaalt pathogénie (f) door leer van het ontstaan der ziekten. | ||||||||||||
[pagina 387]
| ||||||||||||
Pathogeen beteekent in het algemeen ziekteverwekkend W. Ziekte te weeg brengend P. Niet bij GVK. V zegt voor pathogène, ziekteverwekkend, ziekteverwekker.
Psychiatrie omvat dat gedeelte der medische wetenschap, dat zich bezighoudt met de studie en behandeling van den geestesgestoorden mensch W. De leer der zielsziekten P. Cit door G. Voor V zielgeneeskunde. Niet bij K.
Psychiater niet in W. Krankzinnigenarts P. Cit. door G. Voor V zielenarts. Niet bij K.
Receptuur niet in W. Kennis of arbeid van het recepten gereed maken P. V preparation des ordonnances, G art de formuler les ordonnances, exécution des ordonnances. Niet bij K.
Radiotherapie niet in W. Toepassing van stralen voor behandeling van ziekten P. Cit. door G. V vertaalt radiotherapie (f) door behandeling met x-stralen.
Radiumtherapie niet in W. Behandeling met radiumemanatie. Niet bij G. V zegt radiumbehandeling.
Radiumgeneeswijze niet in W, niet in PV. Radiotherapie G.
Stomatologie niet in W. Kennis van de ziekten der mondholte P. Niet bij KGV. V zegt mondleer voor stomatologie (f).
Stomatopathie niet in W. Mondziekte P. Niet bij GVK.
Serotherapie niet in W. Behandeling door inspuiting van bloedwei P. Niet bij GVK.
Serumtherapie omvat de behandeling van infectieziekten met bloedsera, ten einde de verweerkrachten van het geïnfecteerde individu passief te vergrooten W. Behandeling door inspuiting van bloedwei P. Niet bij GVK.
Serumbehandeling niet in WPGK. Serotherapie (f) V. | ||||||||||||
[pagina 388]
| ||||||||||||
Serologie beteekent de leer der sera W. De leer van de eigenschappen van bloedserum P. Niet bij GVK.
Tandheelkunde is dat gedeelte der algemeene heelkunst, dat zich bezig houdt met den bouw der tanden, met de verpleging der gezonde tanden, met de genezing der zieke tanden en met aanvullen van verloren tanden W. Niet bij P, wel bij GV. V vertaalt door chirurgie dentaire (f), odontologie (f), G door art dentaire (m), dentisterie (f), K door odontechnie (f), odontotechnie, odontotherapie (f).
Therapie is dat onderdeel van de geneeskunde, dat zich speciaal met genezen van ziekten bezighoudt W. Geneeskundige behandeling der ziekten P. Genoemd bij GV, niet bij K.
Toxiciteit niet in W. Vergiftigheid P. Niet bij GVK. V vertaalt toxicité (f) door giftigheid.
Toxicologie of leer der vergiften WP. Niet bij GVK. V vertaalt toxicologie (f) door vergiftkunde.
Vaccin niet in W. Entstof P. Niet bij VGK.
Vaccine zie inenting W. Vaccination (f), vaccin (m) V. Vaccin (m) G. V vertaalt vaccine (f) door (koe)pokziekte, (koe)pokinenting. Niet bij K.
Vaccinotherapie niet in W. Behandeling door middel van vaccins P. Niet bij GVK.
Verbandleer of desmologie is dat onderdeel van de heelkunde, dat zich met het aanleggen van verbanden, den aard en de hoedanigheid van de daarbij gebruikte stoffen enz. bezighoudt W. Niet bij GP. Theorie des pansements V. Science des pansements K.
Verloskunde of vroedkunde noemt men de kunst, barenden bij de natuurlijke geboorten bij te staan, en deze bij moeilijkheden te bevorderen en tot een goed einde te brengen W. Niet bij P, wel GV obstétrique (f). Science des accouchements, art | ||||||||||||
[pagina 389]
| ||||||||||||
d'accoucher, art des accouchements, obstétrique, art obstétrique, partologie K.
Vroedkunde, zie verloskunde WGVK. Niet bij P.
Verrichtingsleer niet in W. Physiologie P. Niet bij VGK.
Vergiftkunde niet in WPG. VK = toxicologie.
Watergeneeskunde niet in WPK. Hydrotherapie (f) V. Ook watergeneeswijze, hydrotherapie G.
Weefselleer. Voor histologie PVG. Niet bij K.
Ziektekunde of ziekteleer (pathologie) berust op de studie van de anatomische varanderingen, die de organen onder abnormale omstandigheden ondergaan, en op die van de natuur- en scheikundige veranderingen, welke in het zieke lichaam plaats hebben W. Genoemd bij GV. KV zeggen ziektenkunde.
Ziekteleer. Zie ziektekunde W. Ziektenleer bij GVK, pathologie.
Ziekenhuis of hospitaal noemt een gebouw, waarin zieken opgenomen en behandeld worden W. Niet bij P. Hopital (m) GKV. | ||||||||||||
Bespreking.Aetiologie, (van aitia, oorzaak), eerbiedigt meer den oorsprong van het woord dan etiologie; de uitdrukking ziektenoorzaakkunde, alhoewel wat lang, komt goed overeen met de feiten, en kan zonder vergissing gebruikt worden.
Anatomie is beter dan ontleedkunde; zij bestudeert niet alleen de scheiding van organen en weefsels, maar ook den bouw, de samenstelling en zelfs de beteekenis. Zij is meer dan een beschrijvende en een mechanische, zij is in vele gevallen een mathematische wetenschap geworden. Hare evolutie kan in zekeren zin vergeleken worden met deze van de chemie, die scheikunde niet meer kan genoemd worden. | ||||||||||||
[pagina 390]
| ||||||||||||
Anatoom is te verkiezen boven ontleedkundige, evenals chemicus boven scheikundige; anatomist schijnt weinig gebruikt.
Arts, wellicht uit archiatros, blijkt beter dan geneesheer, geneeskundige, dokter, De arts is niet stelselmatig een geneeskundige; als hygienist werkt hij om de ziekteoorzaken te verwijderen, en dan is er geen sprake van genezen. Het veel gebruikte woord dokter, in plaats van doctor, is allen toe te passen na de verdediging van een proefschrift; de meeste artsen of dokters zijn geen doctoren, wel licentiaten.
Cliniek blijkt meer gebruikt dan kliniek, clinicus beter dan clinist of klinist. Policliniek is feitelijk stadscliniek en niet polycliniek, dat veelzijdig cliniek zou beteekenen.
Desmologie, desmographie, syndesmographie, syndesmologie worden gemakkelijk vervangen door verbandleer, doch niet door leer der banden; band en verband zijn dezelfde begrippen niet.
Hygiëne blijkt beter dan gezondheidsleer, omdat de hygiëne vraagstukken aanraakt die maar rechtstreeks in verband zijn met de gezondheid zelf, b.v. de werking en onderzoek van antiseptische stoffen, devervalsching en de bederving van levensmiddelen.
Geneeskunde. Die uitdrukking is onvolledig, vooral als men de hygiene, de physiologie, de voedingsleer brengt onder de geneeskundige wetenschappen, waar er geen sprake is van ziektetoestanden, maar liever van gezonde, waar genezen geen beteekenis heeft. Die uitdrukking wordt echter algemeen gebruikt en zou misschien kunnen vervangen worden door medicina of door medicijnen: faculteit der medicijnen, doctor in de medicijnen. Geneeskunde heeft een meer practische beteekenis dan geneeskunst.
Histologie kan moeilijk vervangen worden door weefselleer, die een deel is van de histologie; de studie der cellen en der vezels behoort ook tot de histologie, moeilijk tot de weefselleer.
Microbe is de algemeene uitdrukking in de wetenschap ingevoerd door Sedillot in 1878; de bepaling van W is niet vol- | ||||||||||||
[pagina 391]
| ||||||||||||
ledig juist: de kleinste wezens, in het bijzonder de bacteriën; die bepaling houdt geen voldoende rekening van de gisten. W vergist zich als hij Ant. van Leeuwenhoek grondlegger noemt van de microbiologie; van Leeuwenhoek heeft wel voor de eerste maal de microben met zijn microscopen gezien, en hij is de grondlegger van de micrographie. Pasteur is ongetwijfeld de grondlegger van de microbiologie of microbenleer. Het woord microbiologie is breeder dan microbenleer en microbenkunde.
Ophtalmologie is te verkiezen boven oogheelkunde, omdat zij ook de hygiëne van de oogen omvat. Oogkunde voor ophtalmotologie is te beperkt, omdat daarin de geneeskunde niet in begrepen schijnt.
Voor otologie kan het zelfde gezeid worden als voor ophtalmologie; oorheelkunde, oorkunde, otiatrie hebben een meer beperkte beteekenis.
Physiologie of fysiologie is beter dan verrichtingsleer of levensleer.
Psychiatrie vertalen door leer of kunde van zielsziekten blijkt het gevolg van een verwarring tusschen ziel en geest; de psychiatrie houdt zich vooral bezig met geestestoestanden.
Stomatologie stel ik boven mondleer, mondholteziekten; orthodontie of rechtzetten der tanden behoort tot de stomatologie. Tandheelkunde is beperkt tot het genezen.
Verloskunde is volgens prof. Daels de goede uitdrukking; vroedkunde herinnert aan vroeden, vroedvrouwen, en is verouderd. Partologie wordt weinig gebruikt.
De volgende woorden schijnen goed bruikbaar: balneologie, balneotherapie (badgeneeskunde wordt weinig gebruikt), bacteriologie, chemiotherapie, chirurgie (beter dan heelkunde), dermatologie (beter dan huidleer), dermatoloog (beter dan huidarts, omdat niet allen de huid, maar ook de inwendige geneeskunde, in de dermatologie in acht moeten genomen worden), electrotherapie, embryologie, gynaecologie, hydrotherapie (beter | ||||||||||||
[pagina 392]
| ||||||||||||
dan watergeneeskunde, en vooral dan de verkeerde uitdrukkingen hydropathie of hydriatrie), heliotherapie, inenting of vaccinatie, lijkschouwing beter dan lijkopening), orthopaedie, prophylaxis, pathologie, parasitologie, paediatrie, paedologie, physiotherapie, pathogenese, pathogenie, radiotherapie, radiumtherapie (beter dan radiumgeneeswijze, serotherapie (beter dan serumbehandeling), serologie, therapie, toxiciteit (beter dan giftigheid of vergiftigheid), toxicologie (beter dan vergiftenleer of vergiftkunde), vaccinotherapie. | ||||||||||||
Woorden betreffende de voedingsleer.Anabolisme, niet in WVGPK.
Anabolie, niet in WGVK. Assimilatie P.
Assimilatie (1 taalkunde)... (2 plantkunde) = levensverrichtingen waarbij stoffen, die het organisme uit de buitenwereld opneemt, tot meer samengestelde verbindingen worden... Is dus een bepaalde fase van de voeding... (3 geologie)... W. Gelijkmaking, verandering der opgenomen voedingsstoffen in bestanddeelen der weefsels P. Assimilation (f) V. Niet bij GK.
Bromatologie, niet in W. Leer der voedingsmiddelen P. Niet bij GVK. Voor bromatologie (f) zegt V voedingsleer, levensmiddelenleer.
Bromatiek, niet in WPGVK.
Catabolisme, niet in WGVK. Catabolismus is uiteenvallen van samengestelde verbindingen in het organisme P.
Conserven, zie verduurzaamde levensmiddelen W. Niet bij P, alhoewel daar conserveeren voorkomt. Niet bij VK, alhoewel conserve (f) vertaald wordt door ingelegde of verduurzaamde eetwaar. Conserves G.
Diëet = leefwijze, die voor het in stand houden of herstellen van de gezondheid noodzakelijk is. Zij heeft betrekking op het | ||||||||||||
[pagina 393]
| ||||||||||||
gebruik van spijs en drank, zoowel als op rusten, slapen, lichaamsbeweging en werk. In beperkte beteekenis wordt de uitdrukking voor voorschriften omtrent het gebruik of het vermijden van bepaalde voedingsmiddelen, het veel, weinig, of in het geheel niet eten (vasten) of drinken (dorstkuur) W. Levenswijze, in 't bijzonder met betrekking tot de keuze van spijzen en dranken, ook het voorschrift dat de levenswijze regelt P. Regime (m) G. Niet bij V die voor diète (f) schrijft: dieet, leefregel, eetregel, ziekenkost. Voorgeschreven leefregel, regime (alimentaire), (onthouding van spijzen) diète, abstinence d'aliments K.
Diaetetiek = de leer der voedings- of leefwijze, die voor een bepaald individu onder normale of ziekelijke omstandigheden het geschikst is. Zij is een onderdeel van de bijzondere gezondheidsleer W. Niet bij PVK. Dietétique (f) G.
Dietetica, zie diaetetiek. De kennis der dieetregeling P. Niet bij VGK.
Dissimilatie, alleen op taalkunde in W. Het verbruik, de ontleding der lichaamsbestanddeelen, het tegenovergestelde van assimilatie P. Dissimilation (f) G. Niet bij KV.
Eetwaar, niet in WP. Denrée (f) GVK.
Eetwaren, niet in WP. Denrées alimentaires G. Vivres, victuailles, provisions de bouche, comestibles V. Comestibles, denrées, provisions de bouche, victuailles, vivres K.
Levensmiddelen, niet in WP. Vivres; verduurzaamde levensmiddelen = conserves (fpl) V. Vivres (mpl) G. Vivres, subsistances, denrées, provisions de bouche, victuailles, comestibles K.
Levensmiddelenleer, niet in WPGVK. V vertaalt aldus bromatologie (f).
Metabolisme niet in WGVK. Metabolismus is stofwisseling P.
Metabolie niet in WGVK. Stofwisseling P. | ||||||||||||
[pagina 394]
| ||||||||||||
Stofwisseling noemt men het geheel der schei- en natuurkundige verrichtingen, welke tot het instandhouding van het organisme noodzakelijk zijn W. Niet bij P. Assimilation (f) V. Metabolisme (m) G. Niet bij K.
Trophologie. Niet bij PVWGK.
Voedingsmiddelen zijn stoffen, die een organisme voor den bouw en voor de instandhouding van zijn lichaam gebruikt W. Aliment (m), denrée (f) alimentaire V. Substance alimentaire (f) G. Aliment, nourriture K.
Voedingsleer niet in WG. Trophologie (f) V. Threpsiologie, trophologie, siliologie K.
Voedingsmiddelenleer niet in WPGVK. V vertaalt aldus bromatologie (f).
Voedingsstoffen. Niet in PVW. Aliments G. Substance alimentaire ou nourricière, principe alimentaire K. | ||||||||||||
Bespreking.Het is te betreuren dat belangrijke woorden zooals anabolisme, bromatiek, catabolisme, metabolisme in onze groote woordenboeken niet te vinden zijn. Het woordenboek dient toch vooral om de weinig gekende woorden uit te leggen, en toch minder om de alledaagsche woorden, zooals huis, hond, moeder, kind, boek... erin te zoeken. Ik zou bijna durven zeggen dat de beste woordenboeken in de toekomst juist deze zullen zijn, waarin de alledaagsche, alom bekende woorden afwezig, terwijl de bijzondere, nieuwe, weinig gebruikte uitdrukkingen aanwezig zijn.
Assimilatie. De bepalingen van P en van W zijn eenzijdig; P zegt dat dissimilatie het tegenovergestelde is van de assimilatie en voor het overige is zijn bepaling onjuist; voor W is dissimilatie slechts een taalkundig begrip. En toch kan de assimilatie een- | ||||||||||||
[pagina 395]
| ||||||||||||
voudig worden bepaald: het endotherm verschijnsel waardoor koolstofrijkere organische verbindingen ontstaan; voor dissimilatie, het exotherm verschijnsel waardoor koolstofarmere en zuurstofrijkere verbindingen ontstaan. Droevig dat de twee begrippen, grondslagen van het leven, in de meeste woordenboeken niet of onjuist worden uitgelegd. De studie van het leven staat toch hooger dan de studie van de spraakkunst.
Bromatologie is bij W onbekend; P zegt leer der voedingsmiddelen; de bromatologie bestudeert de werktuigen waarin voedingsmiddelen worden bereid of bewaard, ook de genotmiddelen, koffie, peper, mosterd, tabak die geen voedingsmiddelen zijn Daarom is levensmiddelenleer beter.
Bromatiek zal misschien de volgende generatie in een woordenboek aantreffen. Voor die toekomst stel ik de volgende bepaling voor: de leer, onder technisch, chemisch en biologisch oogpunt, van de bereiding der voedingsmiddelen.
Conserven blijkt een goede uitdrukking.
Eetwaar is onvolledig vertaald door denrée; zeep is een denrée niet een eetwaar; het hoedanigheidswoord alimentaire blijkt hier onmisbaar. W verkiest ons uit te hongeren, daar hij noch van eetwaar, noch van eetwaren, noch van levensmiddelen, noch van levensmiddelenleer, noch van bromatologie, noch van bromatiek, in de laatste nog niet volledige uitgave spreekt. Er is nog mogelijkheid bij voedingsmiddelen en de daartoe behoorende woorden de leemte in zekere mate aan te vullen.
Metabolisme en stofwisseling zijn goede uitdrukkingen. V vertaalt stofwisseling verkeerd door assimilation. Assimilatie is een deel van de stofwisseling, een stofwisseling wel, maar niet de stofwisseling.
Trophologie wordt weinig of niet gebruikt voor voedingsleer, evenals ook threpsiologie, siliologie. | ||||||||||||
[pagina 396]
| ||||||||||||
Woorden in betrekking met het hooger onderwijs.Auditorium, niet in WK. Auditoire GV.
Assistent, alleen in W voor priesterschap. Assistent GV. Niet bij K.
Academie, zie akademie en universiteit W. Académie VK. Académie, Université G.
Akademie (academie) = als onderwijsinstelling, was oudtijds een naam die met Universiteit en Hoogeschool van gelijke beteekenis was. In dezen zin wordt het woord thans nog zelden gebruikt. A. van wetenschappen is de naam voor een geleerd genootschap, waarin een aantal der voornaamste vertegenwoordigers der wetenschap zitting hebben W.
Academiegebouw, niet in W. Palais de l'académie V. Niet bij G. Palais universitaire, académie, école K.
Academiejaar, niet in W. Année académique V. Année académique, année universitaire G. Année d'université K.
Academieraad, niet in WGVK.
Amanuensis = naam van een ontwikkelde bediende of helper in natuur- en scheikundige laboratoria, bibliotheken enz. aangeduid W. Preparateur V. Garçon de salle (d'un laboratoire) G. Niet bij K.
Aula (der akademie) = de zaal die voor plechtigheden wordt gebruikt W. Niet bij VK, wel bij G: salle (d'une université).
Bibliotheek = 1 een verzameling boeken tot algemeen of bijzonder gebruik, 2 de plaats waar de boeken bewaard worden, dus een kast, een kamer, een zaal of een gebouw, 3 een uniform uitgegeven serie boeken W. Bibliothèque GV. Boekerij, blbliothèque K.
Boekerij, niet in W. Bibliothèque GV. Bibliotheek, bibliothèque K. | ||||||||||||
[pagina 397]
| ||||||||||||
Candidaat = naam van den bezitter van een bepaalden akademischen graad, voorafgaande aan het doctorale examen W. Candidat GVK.
Decaan niet in WGK. Doyen (de faculté) V.
Dekaan, niet in WGVK.
Deken. De middeleeuwsche gilden stonden onder een deken, eveneens de verschillende faculteiten van een hoogeschool (in Nederland dekaan genoemd); in eenige oude instellingen blijft die titel nog voortleven, al is er meestal niet veel rechtsmacht mede gemoeid W. Doyen V. Doyen d'une faculté G. Doyen, titre du chef ou syndic d'un ancien corps de métier, titre du chef éligible et temporaire dans certaines universités K.
Docent, niet in W. Qui professe, chargé de cours, professeur d'enseignement moyen V. Professeur d'enseignement moyen ou supérieur G. Professeur K.
Diploma. In de 17e eeuw kwam het woord weer in gebruik, maar het had van nu af aan meer de beteekenis van een stuk, dat dient tot bewijs van een akademische waardigheid of van het lidmaatschap eener vereeniging voor kunst of wetenschap W. Diplome, brevet V. Diplome G. Niet bij K.
Doctor. Ook aan de Nederlandsche hoogescholen wordt de doctorsrang na het afleggen van het doctoraal examen en na het verdedigen van een proefschrift met daaraan toegevoegde stellingen toegekend W. Docteur GV. Docteur, titre de celui qui est promu solennellement au plus haut degré d'une faculté d'université K.
Doctoraat, niet in W. Doctorat GV. Doctorschap, doctorat, degré, qualité de docteur K.
Doctorsgraad, niet in WK. Doctorat V. Grade de docteur G.
Doctorandus = naam van dengene, die na aflegging van een doctoraal examen tot de promotie is toegelaten. Verkeerdelijk | ||||||||||||
[pagina 398]
| ||||||||||||
wordt het woord als een titel beschouwd, dien men, evenals dr. voor zijn naam zou mogen plaatsen W. Etudiant en doctorat V. Licencié. étudiant en doctorat G. Niet bij K.
Examen, niet duidelijk bepaald in W, Examen (m) GVK.
Examinator, niet in WK. Examinateur GV.
Examinandus, niet in WK. Candidat, récipiendaire V. Candidat G.
Faculteit, zie universiteit W. Faculté GVK.
Gehoorzaal, niet in W. Auditoire GV. Salle d'audience, auditoire, (dans les couvents) parloir K.
Hoogere school, niet in WGVK.
Hooger instituut, niet in W.
Hooger onderwijs = de gemeenschappelijke naam, dien de Nederlandsche wet op het H.O. aan drie onderwijsinstellingen van zeer verschillende herkomst en uiteenloopenden aard geeft W.
Hoogeschool, in ruimeren en in engeren zin gebruikt. In eerst bedoelde, oudere beteekenis omvat het woord de onderwijsinstellingen, waar hooger onderwijs wordt gegeven. Naast het begrip universiteit wordt het woord echter ook gebruikt om een bepaalde soort van inrichtingen voor hooger onderwijs aan te duiden.... De universiteit is in sterkere mate gericht op de beoefening der zuivere wetenschap, de hoogeschool meer op de toepassing van de wetenschap in de praktijk. Daarbij komt, dat in de organisatie van de universiteit de veelzijdigheid der wetenschap tot uitdrukking komt (iedere volgroeide faculteit telt ten minste vijf faculteiten), terwijl de hoogeschool zich meer in het bijzonder met een bepaald gebied van wetenschap bezighoudt W. Université VG. Technische hoogeschool, école polytechnique G. Université, académie K. | ||||||||||||
[pagina 399]
| ||||||||||||
Hoogleeraar, niet in W. Professeur d'université VG. Professeur K.
Ingenieur is een technisch ontwikkeld persoon, wiens werk op natuurwetenschappelijke en mathematische grondslagen en op de kennis van de vorderingen der techniek berust W. Ingenieur GVK.
Instituut. Institut VG. Wordt bij W niet als algemeene uitdrukking besproken, wel voor de bijzondere inrichtingen. Institution, institut, maison d'éducation, pension, pensionnat K.
Jury, zie rechtspraak W. Jury GV. Niet bij K.
Laborant niet in W. Garçon de laboratoire V. Experimentateur G. Niet bij K.
Leider der werkzaamheden, niet in WGVK.
Laboratorium noemt men in het algemeen een inrichting, geschikt tot het doen van scheikundige, natuurkundige, pharmaceutische of technische onderzoekingen en proeven W. Laboratoire GV. Niet bij K.
Licentie, niet in WK. Licence GV.
Licentiaat. In Frankrijk duidt het de persoon aan, die krachtens akademische examens de bevoegdheid hebben verkregen een ambt of beroep uit te oefenen W. Licencie GV. Niet bij K.
Praeparator, niet in W VGK.
Preparandus niet in W. Recipiendaire V. Niet bij GK.
Pedel niet in W. Appariteur GVK.
Promotie, de handeling waardoor iemand den doctorsgraad verkrijgt W. Promotion, doctorat V. Soutenance de thèse (de doctorat), doctorat G. Bevordering, promotie, avancement, promotion au grade de docteur K. | ||||||||||||
[pagina 400]
| ||||||||||||
Promoveeren niet in W. Conférer le grade de docteur, être promu au grade de docteur V. Conférer le titre de docteur, soutenir sa thèse, faire son doctorat G. Recevoir quelqu'un docteur conférer à quelqu'un le grade de docteur, prendre le grade de docteur, être recu docteur K.
Professor. Professeur VG. Titel der hoogleeraren aan de universiteiten W. Hoogleeraar, professeur K.
Rector, op gebied van onderwijs, leider van een gymnasium of lyceum, terwijl de voorzitter van een akademischen senaat den titel voert van rector magnificus W. Recteur, directeur, proviseur, prefet GV, principal V. Chef d'un sénat d'université, recteur K.
Rectoraat niet in W. Rectorat, direction V. Rectorat G. Rectorschap, rectorat, charge, dignité de recteur, temps durant lequel on exerce cette charge K.
Rectorschap niet in W. Rectorat, direction V. Niet bij G. Zie rectoraat K.
Recipiendus niet in WK. Récipiendaire VG.
Seminarie, alleen in W op gebied van geestelijken. Seminaire GV. Niet bij K.
Student niet in W. Etudiant GVK.
Technicus niet in W. Technicien GV. Homme versé dans la technologie, technicien, spécialiste K.
Technicum niet in WK. Ecole polytechnique V. Ecole technique G.
Universiteiten, ook Hoogescholen en Academies geheeten, zijn inrichtingen van hooger onderwijs voor de opleiding van studenten, die een bepaald voorbereidend onderwijs genoten hebben, en die haar werkzaamheden over het geheele gebied der wetenschap uitstrekken W. Universiteit = université VG. Hooge- | ||||||||||||
[pagina 401]
| ||||||||||||
school, universiteit, institution privilégiée, établie par l'autorité publique pour l'enseignement supérieur, et à laquelle les différentes facultés se trouvent réunies K.
Werkleider niet in WVGK. | ||||||||||||
Bespreking.Ik stel mij, bij deze bespreking, vooral op het gebied der gewoonten in ons land. Zekere uitdrukkingen hebben in andere streken een veranderlijke beteekenis.
Assistent bedoelt W alleen op het gebied van priesterschap. Assistent is, in het hooger onderwijs, een drager van een einddiploma van hooger onderwijs die tijdelijk aan een leerstoel wordt gehecht om den hoogleeraar bij te staan bij het practisch werk der studenten, en die in het laboratorium in de gelegenheid wordt gesteld wetenschappelijk werk te verrichten. Een goede assitent is voor een leergang van allereerste belang.
Academie, Universiteit, Hoogeschool worden dikwijls abusief gebruikt. De academie is een officieel geleerd genootschap, de Universiteit is een vereeniging van faculteiten en daartoe gehechte hoogescholen. De Hoogeschool heeft een meer beperkte beteekenis, en behoort dikwijls tot het techniek. Academie wordt veel gebruikt voor kunstscholen, universiteit en hoogeschool voor populaire inrichtingen, waar slechts lager algemeen of technisch onderwijs wordt gegeven. Academiegebouw, academisch jaar, academieraad worden abusief gebruikt voor universiteitsgebouw, universitairjaar, universiteitsraad. Maar ‘l'usage a prévalu’ zegt de Fransche spraakkunst.
Amanuensis is een ontwikkelde bediende, een preparateur, nooit een garçon de salle of laboratoriumgast.
Decaan wordt door V aanbevolen, boven deken, voor den voorzitter van een universiteitsfaculteit. Het blijkt mij de goede uitdrukking te zijn, beter dan deken, pastoor van een hoofdkerk, of het oudste lid van een gezelschap. | ||||||||||||
[pagina 402]
| ||||||||||||
Voor docent, hoogleeraar, professor heerscht een zekere verwarring. Een docent doceert, als beginneling of voor een beperkt onderwijs, in een inrichting van hooger onderwijs, evenals een leeraar en een onderwijzer resp. tot het middelbaar en het primair onderwijs behooren. Een hoog leeraar is de fictieve drager van een toga; de hoedanigheidswoorden buitengewoon en gewoon, te voegen bij hoogleeraar, behooren sedert 1937 in België tot het verleden, en hadden trouwens een foutieve beteekenis. Professor wordt meer als algemeen uitdrukking gebruikt, in de betrekking tusschen studenten of publiek en hoogleeraar of leerraar, zooals de onderwijzer gewoonlijk met den titel meester wordt aangesproken.
Doctorandus mag niet verward worden met licentiaat; licentiaat behoort tot een einddiploma; doctorandus is de candidaat of de licentiaat die zich tot het doctoraat voorbereid.
De titel van doctor is feitelijk alleen te bekomen na de bereiding en de verdediging van een proefschrift; in de faculteiten van wijsbegeerte en letteren, van wetenschappen en van theologie worden echte doctoren gevormd; in onze faculteiten van de geneeskunde en van de rechten is het einddiploma een licentiaat - geen doctorsdiploma, alhoewel den titel van doctor regelmatig, zonder proefschrift, wordt geschonken. Vreemdelingen, dragers van diplomas van artsen of van licentiaten, zoeken daarom bij ons den wetenschappelijken graad van doctor te bekomen.
Jury is volgens W geen keurraad voor onderwijs, alhoewel het woord gewoonlijk in dien zin wordt gebruikt.
Laborant bestaat voor W niet; voor V is het een laboratoriumknecht. Laborant wordt bij G goed vertaald door experimentateur. Een laborant is een laboratoriumwerker, gewoonlijk in den zin van een geschoolden helper bij het wetenschappelijk werk.
De leider der werkzaamheden, abusief voor de werkleider, is onbekend in de meeste woordenboeken; in het hooger onderwijs wordt aldus aangeduid een assistent, wiens tijdelijke benoeming in een definitieve is omgezet. Alleen worden bekwame assistenten | ||||||||||||
[pagina 403]
| ||||||||||||
tot werkleiders benoemd, om hun de gelegenheid te geven verder wetenschappelijk werk te verrichten en dan docent of hoogleeraar te worden.
Een recipiendus, niet een preparandus, is iemand die zich tot een examen aanbiedt.
Seminarie is voor W slechts een inrichting voor godsdienstonderwijs. Seminarie is toch een hoogere inrichting met bibliotheken en musea voor onderwijs en studie betreffende de wijsbegeerte, de letteren, de kunsten, de geschiedenis, in den zelfden zin als een laboratorium voor de natuur- en geneeskundige wetenschappen.
Zooals ik in mijn vroegere mededeelingen en ook hier hooger heb gezegd, is mijn doel niet afbrekend, doch wel opbouwend, ten einde de vlijtige opstellers van woordenboeken, die toch nooit tot de volledige veelzijdigheid kunnen geraken, te helpen... met de medewerking van belangstellenden die zullen willen begrijpen dat mijn voorstellen alleen zijn opgesteld om discussie uit te lokken en de ingewikkelde wetenschappelijke taal, met haar millioen woorden, zoo zuiver mogelijk te maken.
Maart 1938. Rijksuniversiteit Gent. | ||||||||||||
[binnenkant achterplat]
| ||||||||||||
|