Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1936
(1936)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVerslag van den hr. Prof. Vermeylen, eersten verslaggever.Het ingezonden werk over ‘De Techniek van Karel van de Woestijne’ lijkt me in geen geval in aanmerking voor een prijs te kunnen komen. De schrijver heeft rondom zijn onderwerp nogal losjes gepraat, zonder het ook maar op één punt zakelijk aan te pakken. In die ordelooze uiteenzettingen, jammerlijk oppervlakkig en onbeholpen, is geen spoor van methode te ontdekken. Het ware ongeraden, over dat onbenullige ding meer | |
[pagina 446]
| |
woorden te verliezen: dat de schrijver het bij de Academie heeft durven inzenden is al erg genoeg. | |
Verslag van den heer F.V. Toussaint van Boelaere, tweeden verslaggever.Gekapt stroo. Allerlei goed bedoelde opmerkingen en soms beschouwingen over allerlei belangrijke of onbelangrijke zaken in verband of zonder verband met van de Woestijne's poëzie. Brengt geen aarde aan den dijk. Kan niet voor den prijs in aanmerking komen. | |
Verslag van den Eerw. heer Joris Eeckhout, derden verslaggever.Uit het ‘Voorwoord’: ‘Ik las alzoo voor het eerst: ‘schrijf een werk over De Techniek van het poëtisch werk van Karel van de Woestijne en had, indien mogelijk, te begrijpen hetgeen de steller van dien zin voor zich begrijpelijk had uitgedrukt.’ Daar die mogelijkheid blijkbaar niet bestond, komt dit antwoord natuurlijkerwijze niet in aanmerking. |
|