Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1936
(1936)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 435]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vergadering van 17 Juni 1936.Zijn aanwezig: de heeren J. Muls, bestuurder; R. Verdeyen, onderbestuurder; L. Goemans, bestendig secretaris;
de heeren Kan. Am. Joos, F. Lateur, J. Mansion, L. Van Puyvelde, L. Willems, A. Vermeylen, A.J.J. Van de Velde, J. Jacobs, H. Teirlinck, J. Salsmans, Fr. Daels, F.V. Toussaint van Boelaere, P. Bellefroid, J. Van Mierlo, L. Cuvelier, F. Timmermans, J. Van de Wijer, A.H. Cornette, Em. De Bom en Fl. Prims, werkende leden;
de heeren L. Grootaers, J. Eeckhout, J. Grauls, L. Monteyne, briefwisselende leden.
Laten zich verontschuldigen: de heeren L. Simons, M. Sabbe, Cam. Huysmans, werkende leden; de heer L. Baekelmans, briefwisselend lid.
***
De Bestendige Secretaris leest het verslag van de Meivergadering; het wordt goedgekeurd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aangekochte boeken
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 436]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aangeboden boekenDoor de Regeering:
Door de Académie Tchèque des Sciences et des Arts, te Praag:
Door de Kungl. Humanistiska Vetenskapssamfundet, te Lund:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mededeelingen van den Bestendigen Secretaris.1o Verein fuer Niederdeutsche Sprachforschung (Hamburg). - De heer Prof. Borchling, voorzitter van het ‘Verein’, vraagt (24 Mei 1936) of de Academie een afgevaardigde wenscht te sturen op het Congres te Wesel (van 1 tot 4 Juni 1936). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 437]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het Bestuur heeft de heeren Grootaers en Blancquaert die afgevaardiging aangeboden. De heer Grootaers nam de opdracht aan.
2o Internationaal Linguistencongres te Kopenhagen. - De heeren Mansion, Goemans en Grootaers voor de Academie, Van de Wijer voor de Universiteit te Leuven, zijn door den Minister aangeduid om dit Congres bij te wonen. (brief van 27 Mei 1936).
3o Van Mander-hulde te Amsterdam. - De heer directeur van de Wereldbibliotheek vraagt (brief van 27 Mei 1936) of de Kon. Vl. Academie tot de Van Mander-hulde wil bijtreden. Er werd geantwoord, dat de Academie niet aarzelen kan den steun van hare toetreding te verleenen aan die hulde, waarbij zich een Kunstvereeniging van Antwerpen zal aansluiten.
4o Vereeniging van Letterkundigen. - Een brief vanwege die Vereeniging van Letterkundigen (3 Juni 1936) vraagt toetreding van de Academie tot een onderzoek in zake de inrichting van het departement van Schoone Kunsten met het oog op de Vlaamsche belangen in de Kunst en de Letterkunde. De Academie wordt tevens verzocht haar meening dienaangaande mee te deelen aan de Vereeniging. Er zal aan de Vereeniging worden geantwoord, dat de Academie het onderzoek der zaak aan een harer Commissies zal toevertrouwen.
5o Institut Grand-Ducal Luxembourgeois (sect. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 438]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
de Ling., de Folkl. et de Topon.). - Bij omzendbrief van 4 Juni 1936 noodigt dit genootschap de Kon. Vl. Acad. uit op de inaugurale zitting van de nieuwe Afdeeling. Prof. Grootaers neemt aan de Academie te vertegenwoordiegen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mededeelingen namens de commissies.I. - Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde. Dr. L. Willems, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig: de heeren L. Goemans, J. Mansion, J. Jacobs, J. Van Mierlo, J. Cuvelier (voorzitter), R. Verdeyen, en de heeren hospiteerende leden Prims en Muls.
Op de dagorde staat:
Reinardiana. - Lezing door Dr. L. Willems, werkend lid.
De schrijver van den Reinaert I laat ons weten dat hij een Madoc schreef. Volgens Rijmbijbel en Borchgrave van Coetsy was dit een Madox droom. Over den inhoud van dit gedicht hebben wij geen vaste gegevens, en wij moeten ons met gissingen behelpen. Een reeks hypothesen werden door de geleerden reeds vooruitgezet. De hr. Willems stelt een nieuwe hypothese voor waarbij hij den Coetsy-tekst in verband zoekt te brengen met de Refereinen van Edward de Dene en de Westvlaamsche uitdrukking: ‘Gij droomt van Pladokken of Maaiedokkes’. Hierop volgt een bespreking waaraan deelnemen de heeren Van Mierlo, Prims Mansion en Muls. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 439]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
II. - Commissie voor nieuwere Taal- en Letterkunde. Prof. J. Salsmans d.d. secretaris legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig: de heeren Fr. Lateur, A. Vermeylen, J. Salsmans, A.J.J. Vande Velde (voorzitter), J. Muls (ondervoorzitter), F.V. Toussaint van Boelaere, en F. Timmermans;
de heeren hospiteerende leden Kan. Jacobs, Prof. van Mierlo, Dr. Cuvelier, Dr. Willems, Dr. Goemans, Prof. Verdeyen, Kan. Prims.
Op de dagorde staat:
1. - De bespreking van de vraag gesteld door den hr. Wilmotte uit naam van het Algemeen Commissariaat der Wereldtentoonstelling 1937 te Parijs.
De leden drukken hun blijde instemming uit met dit voorstel tot uitgave van merkwaardige Vlaamsche werken, van schrijvers uit vroegere tijden. Zij wenschen echter nadere inlichtingen over den aard der werken die in aanmerking komen. Voorloopig worden voorgesteld een uitgave van Reynaert; een bloemlezing uit O. De Laey; Van Helmont: De Dageraad; Hadewych: Strophische Gedichten; een werk van Palfijn; Cornelis De Bie, een kluchtspel; De Leekenspieghel; De Abele Spelen; een bundel novellen van schrijvers uit de 19e eeuw... is een bloemlezing uit Anna Bijns. Al de leden der Academie worden uitgenoodigd om die lijst nog aan te vullen.Ga naar voetnoot(1) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 440]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Bromatologicon VI. - Lezing door Prof. Dr. J.J. Van de Velde, werkend lid.
In de plaats van zijn voordracht Bromatologicon VI (tot een volgende zitting uitgesteld), leest Prof. Van de Velde de recensie door Mevr. Helëne Metzger (Parijs) gepubliceerd in Archeion (Rome, Januari-Maart 1936), over P. Nève de Mevergnies, J.B. van Helmont, Philosophe par le feu (Parijs, 1935). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dagorde.I. - Prijsvragen 1935. - Verslagen der keurraden.
Op de 5 prijsvragen door de Academie voor 1935 gesteld werden drie antwoorden ingezonden.
1o Letterkunde. - Werd gevraagd een studie ‘over de Techniek van het poëtisch werk van Karel van de Woestijne’. Prijs: 2000 fr. Het ingezonden antwoord draagt tot kenspreuk: ‘Dichten... wat is dichten dan?’ Tot leden van den keurraad waren aangesteld de heeren A. Vermeylen, F.V. Toussaint van Boelaere en J. Eeckhout. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 441]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
De drie verslaggevers kwamen tot het besluit dat het ingezonden werk niet tot bekroning in aanmerking kan komen. De Academie sluit zich bij die uitspraak aan. (zie Verslagen, blz. 445).
2o Dialectkunde. - Werd gevraagd ‘Een klanken vormleer van het dialect van Mechelen met een taalgeographisch onderzoek van ten minste twintig omliggende gemeenten’.
Het ingezonden antwoord draagt tot kenspreuk: ‘In alle ding aenziet het end’ Prijs: 2000 fr..
Tot leden van den keurraad waren aangesteld de heeren L. Grootaers, J. Jacobs en L. Goemans.
De drie verslaggevers zijn het eens om te verklaren dat de ingezonden studie het bewijs levert van wetenschappelijk beheersching van het onderwerp. Maar den tijd werd den schrijver niet gegund om aan al de vereischten van de gestelde vraag te voldoen. Daarom gaan de verslaggevers akkoord om den wensch uit te spreken, dat de vraag zou aangehouden worden, en wel tot 1938, met dien verstaande, dat ze bij de prijsvragen van 1938 zou gevoegd worden. De Academie beaamt die zienswijze (zie Verslagen, blz. 446).
3o Bibliographie. - Werd gevraagd ‘De bibliographie van het vertaald Vlaamsche letterkundige werk verschenen in tijdschriften tot eind 1935’.
Tot leden van den Keurraad waren aangesteld de heeren Em. De Bom, M. Sabbe en J. Eeckhout. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 442]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
De drie verslaggevers stellen het werk ter bekroning voor. De vergadering stemt met die uitspraak in. Schrijver van het prijsantwoord blijkt te zijn de heer Prosper Arents, te Antwerpen, die geen onbekende is voor de Academie, daar reeds bijdragen van hem in haar Verslagen en Mededeelingen verschenen (zie Verslagen, blz. 456).
II. Lidmaatschap der Academie. - Verkiezingen. De Academie gaat in geheime zitting over tot het verkiezen van vier Buitenlandsche Eereleden en een Briefwisselend lid. Verkiezing van vier Buitenlandsche Eereleden ter vervanging van:
a) Prof. Symons, overleden. Waren tot stemopnemers aangewezen de heeren Van Puyvelde en De Bom. Word verkozen: de heer Prof. Dr. J. Huizinga.
b) Prof. Prinsen, overleden. Waren tot stemopnemers aangewezen de heeren Cornette en Van de Weyr. Wordt verkozen: Dr. B. Kruitwagen.
c) Mr Cortyl, overleden. Waren tot stemopnemers aangewezen de heeren Cornette en Van de Wyer. Wordt verkozen: de heer Prof. Verwey. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 443]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||
d) Prof. Logeman, overleden. Waren tot stemopnemers aangewezen de heeren Goemans en De Bom. Wordt verkozen: de heer Dirk Coster.
Verkiezing van een briefwisselend lid ter vervanging van Eerw. hr. Fl. Prims. Waren tot stemopnemers aangewezen de heeren Cornette en Van de Wyer. Wordt verkozen: de heer Prof. Baur.
III. Lezing door Prof. Dr Blancquaert. - Gezien het gevorderd uur wordt Prof. Blancquaert verzocht zijn lezing tot de Augustus-zitting uit te stellen. |
|