Op Dinsdag kregen we een concert van kleinwerk van Benoit door het Antwerpsch Conservatorium, en 's avonds een concert door de ‘Disciples de Grétry’ van Luik, onder leiding van den heer Quitin.
Op Woensdag morgen begon dit muziekkongres, onder voorzitterschap van den heer Stellfeld, en in den namiddag werd de Rubenscantate gezongen door de groepen van Kortrijk en omgeving, onder leiding van den heer Berteele, met meer dan 800 medewerkers. Des avonds traden de zangers van Borgerhout op met het Conscience-oratorio, onder leiding van den heer Van Hoof.
Op Donderdag kregen wij een concert van het groot orkest van het N.I.R., onder leiding van den heer Defauw.
Op Vrijdag, een concert van polyphonische muziek der 16e eeuw, door de Mechelsche groep van St. Rombouts, onder leiding van Kan. Van Nuffel.
Op Zaterdag, een uitvoering o.a. van De Wereld in en een Huldezang aan Benoit, door de kinderen der scholen, onder leiding van den heer Broeckx, en 's avonds, eene uitvoering van verschillende werken van den meester door stedelijke zangkringen.
Op Zondag eindelijk, - dezen morgen, een zangtornooi door bekende zangmaatschappijen van Pâturages en Malmédy, van Gent, Rotterdam en Antwerpen. En dezen avond, eene tweede uitvoering der Rubenscantate door de Chorale Caecilia, onder leiding van den heer De Vocht.
Het was, zooals uit de opsomming blijkt, een zwaar program, dat met optimisme werd opgevat, met brio uitgevoerd, onder begeleiding van het carillon van meester Brees.
Voor heden namiddag, hebben wij deze akademische zitting van het muziekkongres ingericht, die plaats grijpt in tegenwoordigheid van den Koning. En wij hebben vier sprekers uitgenoodigd. Eén uit Frankrijk en één uit Nederland, met twee Belgen, - de heeren Prunières, Wagenaar, Van der Mueren en Cornette.
Sire,
Laat mij toe deze heeren in korte woorden voor te stellen,
De heer Henry Prunières wordt aangezien in de wetenschappelijke wereld als een van de meest gezaghebbende musicologen van Frankrijk. Hij stichtte en bestuurt een tijdschrift, dat