| |
| |
| |
Vergadering van 18 Januari 1933.
Zijn aanwezig: de heeren Herman Teirlinck, bestuur-. der, Prof. Dr. Leo Van Puyvelde, onderbestuurder, en Dr. L. Goemans, bestendig secretaris;
de heeren Kan. Am. Joos, Dr. Is. Teirlinck, Frank Lateur, O. Wattez, Prof. L. Scharpé, Prof. Dr. J. Vercoullie, Mr. Leonard Willems, Prof. Dr. A. Vermeylen, Prof. Dr. A.J.J. Van de Velde, J. Jacobs, Prof. Dr. M. Sabbe, Prof. J. Salsmans, S.J., Dr. J. Muls, F. Toussaint van Boelaere, Prof. Dr. A. Carnoy, Prof. Dr. J. Van Mierlo, S.J., Dr. J. Cuvelier, en Prof. Dr. R. Verdeyen, werkende leden;
de heeren F. Timmermans, Prof. Dr. J. Van de Wijer, Dr. Fl. Prims, Prof. Dr. L. Grootaers, Joris Eeckhout en Em. De Bom, briefwisselende leden.
Lieten zich verontschuldigen: de heeren Dr. L. Simons, Prof. Van Hoonacker, Prof. Dr. Fr. Daels, werkende leden, Dr. A.H. Cornette, en Lode Baekelmans, briefwisselende leden.
* * *
De bestendige Secretaris leest het verslag van de December-vergadering; het wordt goedgekeurd.
| |
Aangeboden boeken.
Alsdan legt de Bestendige Secretaris de lijst voor van de boeken aan de Academie aangeboden.
Door de Regeering:
Annuaire de l'Observatoire royal de Belgique, par P. Stroobant, CIe année, 1934.
Belgisch-Luxemburgsch economisch verbond. - Maandelijksch bulletijn
| |
| |
over den handel met vreemde landen, uitgegeven door het Ministerie van Financiën van België.
Ministerie var Kunsten en Wetenschappen. - Centrale Bibliotheek. - Lijst der aanwinsten. - Eerste halfjaar 1932.
Door het Koninklijk Belgisch Koloniaal Instituut:
Bulletijn der zittingen, III, 1932-3.
Door den Senatus Illustrissimus Studiosorum Groningae:
Groningsche studentenalmanak, 1933.
| |
Aangekochte boeken.
Nederlandsche Volkskunde, door Dr. Jos. Schrynen, Dl. II. Verzamelde Taalkundige opstellen, door Dr. C.G.N. de Vooys.
* * *
Bestuur der Academie. - Prof. Salsmans, aftredend Bestuurder, neemt bij 't openen der vergadering in dezer voege het woord:
Hooggeachte Collega's,
Bij het eindigen van mijn bestuurschap, hoop ik aan de waarheid niet te kort te komen door met een zekere voldoening op het jaar 1932 terug te blikken. Ik zegde U, Mijne Heeren, bij het aanvaarden van mijn ambt, dat dit jaar zijn zou wat U er van maken zoudt. Welnu, in de Commissie-zittingen en Algemeene Vergaderingen is er flink gewerkt. Laat mij U bedanken voor uw bereidwilligheid en uw werklust, die de taak van den Bestuurder zeer verlicht hebben, alsmede voor de aangename betrekkingen die ik met een ieder van U gehad heb.
Bijzonder merkwaardig was onze Plechtige Zitting, in October, door het optreden van ons Buitenlandsch Eerelid, Mevr. Roland Holst-van der Schalk.
En wat nu onze uitgaven betreft, in 1932 zijn de volgende werken verschenen: Blij, De Zeevisscherij (Woordenboek der); Dr. Mazereel, Klank- en Vormleer van het Brusselsch Dialect; Dr. Van Loey, Toponymie van Elsene: voorgaande boeken zijn nog op de begrooting van 1931 gedrukt; de volgende echter op die van 1932: De Flou, Woordenboek der Toponymie, XIIIe Deel; het XIVe Deel is ter perse (er zullen in 't geheel zestien deelen zijn); Dr. Goemans, Leuvensch Dialecticon.
In de Verslagen en Mededeelingen werden belangrijke bij- | |
| |
dragen opgenomen, b.v. Arents, Guido Gezelle in vertaling; Peeters, De Keuren van Wuustwezel; Roemans, Bio- en bibliographie van Prof. Dr. M. Sabbe; Van Schevensteen, Pestepidemieën te Antwerpen.
Een Reglement werd opgemaakt voor het beleggen en beheeren van de Fondsen Boury, Barbier en de Tière.
Ik mocht de eer genieten de Academie te vertegenwoordigen op de jubelfeesten van de Universiteit van Amsterdam, en kan U getuigen, dat ik daar met bijzondere hoogachting voor onze Koninklijke Instelling en met eerbiedige gulhartigheid door onze Noorderbroeders onthaald werd.
Wij hebben een aantal boeken aangekocht, voor een bedrag van circa 5000 frank. Zooals wij hadden voorzien in Januari 11., zijn nu onze handschriften grootendeels gecatalogeerd en veilig bewaard. - De tweede cataloog onzer Boekerij, nl. volgens de behandelde onderwerpen, is reeds goed gevorderd; de bibliotheken in de onderscheidene zalen werden in orde gebracht.
Tweemaal in den loop van dit jaar heeft onze Academie een belangrijke taak te vervullen gehad. Door de wetgeving kreeg zij zekeren invloed tot het stipt naleven der Vlaamsche wetten, door de opdracht om de kandidaten aan den heer Minister voor te stellen voor het toezicht op de Bestuurlijke Taalwet en de Vlaamsche Onderwijswet. Dit tweede punt is nog niet heelemaal in orde; wij hebben nauwkeurige inlichtingen dienaangaande aan den bevoegden Minister gevraagd, na ook den raad te hebben ingewonnen van onze Medeleden, die in Kamer of Senaat zetelen. En, ik twijfel er geenszins aan, het Bestuur van 1933 zal er krachtig de hand aan houden, om tot een oplossing te komen die ons allen voldoet.
Immers, Mijne Heeren, onze Bestendige Secretaris, Dr. Goemans, is behendig en voorzichtig genoeg om zulke zaken tot een goeden uitslag te brengen. Van dichtbij heb ik hem gansch verleden jaar aan het werk gezien, en bewonderd hoe goed hij alles kent wat de Academie aanbelangt, hoe zeer hij haar genegen is, hoe kiesch en schrander tevens hij een fijne oplossing voor allerlei moeilijkheden weet voor te stellen. Ik ben hem dankbaar voor de kostbare hulp, die hij aan mijn goeden wil gegeven heeft: indien 1932 voor onze instelling een goed jaar was, is dat grootendeels aan hem te danken.
En nu verzoek ik M. Herman Teirlinck, aan wien ik het Bestuurschap overdraag, plaats te nemen in den grooten zetel: zoo ik dien zonder droefheid verlaat, is het wel omdat ik weet, dat de leiding der Academie in 1933 in behendige en vaste handen berusten zal. Dat besluit ik uit zijn werkdadigheid en kranigheid
| |
| |
en toewijding gedurende den tijd dat M. Teirlinck onderbestuurder was. Ik wensch hem ten minste zoo veel voldoening als ik hier genoten heb.
De heer Herman Teirlinck, Bestuurder voor het jaar 1933, dankt op zijn beurt zijn collega's voor het in hem gestelde vertrouwen en hoopt dat hij dit vertrouwen niet zal beschamen. Hij roept de aandacht op de noodzakelijkheid om de Academie in het land zelf meer bekend te maken en zekere vooroordeelen dienaangaande te keer te gaan.
Onderscheiding. - De heer Onderbestuurder Prof. Van Puyvelde wenscht den nieuwen Bestuurder geluk met den titel van ‘Privaat-Raad in dienst van den Koning en den Hertog van Brabant’ hem door Z.M. verleend.
| |
Mededeeling door den Bestendigen Secretaris.
XIIIe Internationaal Congres van Kunstgeschiedenis te Stockolm, 1933. - Het Secretariaat van het Congres meldt ontvangst van den brief der K.V. Academie en zal aan haar afgevaardigde Prof. L. Van Puyvelde de noodige inlichtingen rechtstreeks laten geworden.
| |
Mededeelingen namens de commissies.
1o) Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - Bij afwezigheid van den heer Prof. Dr. J. Mansion, secretaris, legt P. Van Mierlo verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig de heeren: Dr. J. Cuvelier, Voorzitter,
| |
| |
Prof. Dr. L. Van Puyvelde, Ondervoorzitter, Dr. Is. Teirlinck, Mr. Leonard Willems, Dr. L. Goemans, Prof. Dr. M. Sabbe, Prof. Dr. J. Van Mierlo S.J., en Dr. Fl. Prims, leden, en Prof. L. Scharpé, hospiteerend lid.
Aan de dagorde staat:
De Spaansche Typographie in de Nederlanden gedurende de 16e en de 17e eeuw. - Lezing door den heer Prof. M. Sabbe.
Prof. Sabbe heeft, in verstandhouding met den Heer Peeters de Fontanas van Leuven, een uitvoerige lijst van Spaansche boekdrukken te onzent opgesteld, die bij de 1600 nummers telt.
De groote bedrijvigheid op het gebied der Spaansche typographie in de Nederlanden vangt aan omstreeks het begin der XVIe eeuw. In 1520 verschijnt de eerste druk: een Vocabulario, door Vosterman, te Antwerpen.
Prof. Sabbe geeft een welsprekend overzicht van allerlei vocabularia, woordenboeken, spraakleeren, enz. die de kennis van het Spaansch bij ons bevorderden.
Geestelijke werken nemen onder de Spaansche drukken een voorname plaats in.
Vertalingen in 't Spaansch van werken van kerkvaders, als van den H. Augustinus; Spaansche bewerkingen van Thomas a Kempis werden zeer gegeerd. Spaansche mystieken en ascetische schrijvers werden hier overvloedig op de markt gebracht: de Jezuieten voornamelijk hebben een groot aantal Spaansche schrijvers uitgegeven. Andere werken van Nederlanders werden hier in 't Spaansch vertaald.
Buitengewonen bijval genoten de geschriften van de H. Theresia; ook die van Anna van Jesus; van Maria van Agreda. Spaansche geestelijken, krijgslieden hebben hier hunne werken uitgegeven.
Een aanzienlijke lijst van werken over de geschiedenis der Nederlanden en van Spanje die hier het licht zagen kan opgemaakt worden. Reisverhalen, werken over aardrijkskunde, de meeste wetenschappen zijn ook ruim vertegenwoordigd. Rechtskundige, politieke werken eveneens. Werken van zuiver letterkundigen aard in 't Spaansch nemen naast de godsdienstige, de belangrijkste plaats in: vertalingen van Latijnsche, Grieksche, Fransche, Italiaansche, klassieken.
Van de Spaansche schrijvers werden ook vele herdrukken
| |
| |
bezorgd; van sommige auteurs verschenen de eerste drukken zelfs te onzent.
Vertalingen van humanisten worden ook talrijk aangetroffen.
Veel zou hier af te leiden zijn voor den invloed van de Spaansche letterkunde op de Nederlandsche. Vlaamsche schrijvers zoeken inspiratie in de Spaansche dramatische kunst: de Spaansche auteurs werden in grooten getale vertaald.
Het verkoopgebied onzer drukkers lag zoowel in Nederland als in Spanje.
Toch zijn enkele Antwerpsche drukken, vooral uit de XVIIIe eeuw, valsch: wellicht werkte de oude faam der Antwerpsche drukkers nog na; of gaven de uitgevers om het Roomsch karakter der werken de voorkeur aan een katholieke stad.
Uit dit overzicht blijkt duidelijk dat de Nederlanden als een voorpost van de Spaansche kultuur zijn geweest, en men begrijpt hoe het in Spanje als tot een spreekwoord is geworden: Niets gaat boven Vlaanderen!
De lezing van den heer Sabbe zal in de Verslagen en Mededeelingen opgenomen worden.
2o) Bestendige commissie voor Onderwijs in en door het Nederlandsch. - De heer O. Wattez, Secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig de heeren: Prof. Dr. J. Vercoullie, Voorzitter, Prof. Dr. M. sabbe, Ondervoorzitter, Kan. Am. Joos, Dr. L. Goemans, J. Jacobs, Prof. Dr. A.J.J. Van de Velde, Prof. Dr. L. Van Puyvelde, leden, en O. Wattez, lid-secretaris.
Aan de dagorde staat:
Van het lager naar het hooger onderwijs. - Lezing door den Eerw. heer Am. Joos.
In zijn lezing bewijst Kan. Joos dat het gewaagd is de vorderingen van een leerling der lagere school in het middelbaar en hooger onderwijs te voorspellen.
Die veranderingen hangen af van twee dingen, waar niemand
| |
| |
zeker van is, van de verstandelijke ontwikkeling en van den blijvenden studielust van den leerling. De eerste begint eigenlijk maar op veertienjarigen leeftijd; is zij bij sommigen vlug en uitgebreid, bij velen is zij traag en gering. En dat behoort afgewacht te worden.
De tweede, tijdelijk groot, kan tot luiaardij, tot lichtzinnigheid en andere zwakheden overslaan, en dat ook dient afgewacht.
Voorspellen leidt zeer dikwijls tot teleurstellingen; aanmoedigen prikkelt altijd den werklust.
Na de lezing van Kan. Joos ontstaat er over het onderwerp een bespreking onder de leden. Aan het einde daarvan bedankt de Voorzitter Z.E.H. Joos voor zijn mededeeling en zegt dat ze aan de Academie zal voorgesteld worden ter opneming in de Verslagen en Mededeelingen.
| |
Dagorde.
1. Openbare zitting 1933. - Keus van den Feestredenaar.
Het Bestuur stelt voor de feestzitting op den 2den Zondag van October te houden. De heer P.C. Boutens, letterkundige te 's Gravenhage, buitenlandsch eerelid der Academie, zal gevraagd worden om het woord op de feestzitting te houden.
2. Lezing door den heer Prof. Dr. A. Carnoy, werkend lid: De beteekenis van de voornaamste plaatsnamen met -acum in het Vlaamsche land.
De bijdrage van den heer Carnoy zal in de Verslagen en Mededeelingen opgenomen worden.
|
|