hypothesen zijn alsook, in methodisch opzicht, tegen het argumenteeren met parallel-stellen die veelal al te geringe, of hoegenaamd geen bewijskracht hebben. Slotsom: in heel die nevelatmosfeer met behoedzaamheid zijn weg tasten; ‘Achtung’, om malheuren te vermijden. Telkens als iets ondersteld en vooropgesteld wordt, er acht op geven, gewettigden twijfel niet onderdrukken en het ‘vielleicht’, ‘möglicherweise’, ‘misschien wèl en misschien ook niet’ zijn ruime plaats gunnen.
De H. Roegier toont zich al te zeker van zijn stuk in velerlei opzicht, waar het stout bevestigen schadelijk kan worden voor de noodzakelijk zeer voorzichtige bezonken opheldering van de Veldeke-problemen.
Dr. Willems spreekt den dank uit van de Commissie, en er wordt besloten voor te stellen dat de studie van Dr. Van Mierlo zal opgenomen worden in de Verslagen en Mededeelingen.
2o) Bestendige Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde. - De heer Prof. Dr. M. Sabbe, secretaris, legt verslag ter tafel van de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig de heeren Frank Lateur, voorzitter, Prof. Dr. A. Vermeylen, Dr. Is. Teirlinck, Prof. J. Salsmans, en Prof. Dr. A.J.J. Van de Velde, leden, Dr. L. Goemans, E.H.J. Eeckout, Jozef Muls, Em. de Bom, L. Baekelmans, hospiteerende leden, en Prof. Dr. M. Sabbe, lid-secretaris.
Aan de dagorde staat:
1o) Over Willem van der Elst. - Lezing door den heer Lode Baekelmans.
De lezer geeft eenige inlichtingen over het leven van den Pastoor van Bouchaut (Oost-Vlaanderen), W. van der Elst (geboortig uit Meysse). Hij weidt verder uit over het werk van dezen zedemeester, Geestelijke Gedichten, (1621), stelt het in verband met dat van zijn tijdgenooten, bepaalt zijn waarde, toont zijn belang aan voor de kennis der gewoonten en gebruiken in de 17e eeuw en deelt er verscheidene uittreksels van mede.
De commissie besluit tot opneming van de lezing in de Verslagen en Mededeelingen.