|
| |
| |
| |
Plechtige Vergadering van 5 Juli 1931
De bijzonderste genoodigden kwamen met de Leden der Academie in het Eeresalon bijeen.
Waren aldaar aanwezig: de heeren Prof. Dr. M. Sabbe, bestuurder, Prof. J. Salsmans, S.J., onderbestuurder, Dr. L. Goemans, bestendig secretaris;
de heeren Dr. Is. Teirlinck, Frank Lateur, O. Wattez, Prof. Dr. J. Vercoullie, Mr. Leonard Willems, Prof. Dr. A. Vermeylen, Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde, J. Jacobs, H. Teirlinck, J. Muls, F.-V. Toussaint van Boelaere, Cyr. Buysse, Cam. Huysmans en Prof. J. Van Mierlo, werkende leden.
Lieten zich verontschuldigen: de heeren Dr. L. Simons, Prof. Dr. L. Scharpé, Mej. Belpaire, Kan. Dr. A. Van Hoonacker, Prof. Dr. Frans Daels en Prof. Dr. Bellefroid, werkende leden; Prof. Dr. Grootaers, Prof. Dr. Vande Wyer, Mr. J. Cuvelier, Prof. Dr. Verdeyen en Dr. Flor. Prims, briefwisselende leden.
***
In het ontvangstsalon waren verder aanwezig de heeren: Firmin Van Hecke, afgevaardigde van den Heer Minister van Kunsten en Wetenschappen; A. Siffer, volksvertegenwoordiger; Prof. Dr. C. De Bruyne, Beheerder-Opziener der Universiteit en Herman Robbers, buitenlandsch eerelid der Academie, feestredenaar.
***
Om 11 uur worden die Heeren naar de feestzaal geleid.
Aan het bureel nemen plaats de Bestuurder, de Onderbestuurder, de Bestendige Secretaris en de Feestredenaar.
| |
| |
Waren in de zaal o.a. nog aanwezig: Edm. Aerts, leeraar; René Apers, bibliothecaris der universiteit; L. Boogaerts, leeraar; Bretchelles, onderwijzer; Dr. L. Brounts, leeraar; Alexis Callant, letterkundige; A. Claeys, eereschoolopziener; Eug. Cobbaert, hoogleeraar; H. Colle, ingenieur van Bruggen en Wegen; Jef Crickx, letterkundige; H. Crynen, leeraar; E. De Bont, Jos. De Groote; René De Kiere, onderwijzer; Jos. de Jonckheere, apotheker; P. De Keyser, hoogleeraar; Lt. Colonel de Leenheer; K. De Letter, kapelaan; Dr. Jos. Denys, archivaris; H.J. De Vos, leeraar; Mej. M. De Vreese, leerares; E. Eeckhout; Odilon Faché, fabrikant; Jos. Franck, regent; J. Fransen, hoogleeraar; J. Haché, Hoofdingenieur van Bruggen en Wegen; P.J. Heirman, S.J. rector van St. Barbara; T. Herremans; B. Hoebeke; Dr. H. Lams, hoogleeraar; J. Leenen, leeraar; Oscar Roels, rustend leeraar van het Conservatorium; V. en F. Speeckaert; Dr. Tytgat, hoogleeraar; L. Ulens, leeraar; T. Van Hauwermeiren, ondervoorzitter der Rechtbank; Mej. J. Van de Keere, regentes; Ch. Vanden Abeele; H. Van de Velde; Van Hauwaert, leeraar; Gratien Van Hecke, hofbouwer; J. Van Hevele, leeraar; Chr. Van Malleghem; O. Van Malleghem, gewezen advokaat generaal; V. Van Meerbeeck, leeraar; C.
Van Mol, leeraar; Dr. Paul Van Oye, hoogleeraar; J. Vereecke; Is. Vergouwen, schoolbestuurder; M. en S. Verhegge; Verlende, Jos. Vermeulen, advocaat; L. Verniers, ambtenaar; Mej. Verstraete, Bestuurster der vrouwenhoogeschool van Antwerpen; L. Vleurinck, handelaar; Placide Waterloos, adjunct secretaris van het Parket; Th. Wylleman, griffier.
Verder een aantal dames en heeren, belangstellenden in de werkzaamheid der Koninklijke Vlaamsche Academie, en de reporters van verscheidene dagbladen.
***
| |
| |
Bij den aanvang der vergadering deelt de heer Voorzitter mede dat verschillende personen bericht hebben gezonden tot hun groot spijt, meestal tengevolge van den kolonialen dag die juist op hetzelfde uur officieel wordtgeopend, verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen, nl. de heeren R. Petitjean, Minister van Kunsten en Wetenschappen, die zich echter liet vertegenwoordigen door den heer Firmin Van Hecke, onderbestuurder bij den dienst der Schoone Kunsten, der Letteren en der Openbare Bibliotheken; Weyler, Gouverneur der Provincie Oost-Vlaanderen; Mgr. Coppieters, Bisschop van Gent; Baron H. de Kerckhove d'Exaerde, Senator; de Volksvertegenwoordigers Ed. Anseele, Minister van State, de Schrijver, Dhavé, Maenhout en van Ackere; Alfred Van der Steghen, Burgemeester der stad Gent; van Werveke en van Overbeke, hoogleeraren.
***
Prof. Dr. M. Sabbe, bestuurder der Academie voor het loopende jaar, spreekt de openingsrede uit en handelt over Potgieter, Bakhuizen van den Brink en de Wedergeboorte der Vlaamsche letterkunde na 1830.
Daarna stelt hij den feestredenaar aan de vergadering voor en verleent hem het woord.
De heer Herman Robbers, letterkundige te Schoorl, buitenlandsch eerelid der Academie, heeft als onderwerp gekozen:
Over Jacobus Van Looy.
Beide sprekers worden warm toegejuicht. De Bestuurder bedankt den redenaar en deelt hem mede, dat zijn lezing in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden.
Vervolgens verleent hij het woord aan den Bestendigen Secretaris die mededeeling doet van den uitslag der verkiezingen voor het lidmaatschap der Academie, en van den uitslag der Academische wedstrijden voor 1931.
***
| |
| |
| |
Wedstrijden
Van de prijsvragen voor 1931 uitgeschreven, werd er één beantwoord. De Academie vroeg nl. eene studie over den invloed van de Broeders van het Gemeen Leven op het onderwijs in onze gewesten.
De keurraad samengesteld uit den Eerw. Heer Jacobs, Dr. Van Mierlo en den Bestendigen Secretaris was eenparig van oordeel, dat de prijs niet kon toegekend worden, maar drong tevens aan opdat de vraag zou worden aangehouden.
| |
Karel Barbier-prijs
De prijs voor het verloopen tijdvak werd door de jury, bestaande uit de heeren M. Sabbe, Stijn Streuvels en J. Persijn toegekend aan den heer Paul Kenis, letterkundige te Brussel voor zijn werk getiteld: Uit het Dagboek van Lieven De Myttenaere.
| |
Lidmaatschap der academie
In den loop van dit Academisch jaar, werd door de Regeering, naar het voorbeeld van de Académie de lettres et de littérature françaises, het aantal werkende leden der Koninklijke Vlaamsche Academie van 25 op 30 gebracht. De Academie, in haar November-zitting van 1930, ging tot het verkiezen over van vijf werkende leden.
Werden benoemd de heeren: Prof. Bellefroid, Cyr. Buysse, Prof. Carnoy, Cam. Huysmans en Prof. Dr. van Mierlo.
In de maand September 1930 ontviel ons Dr. Boekenoogen van Leiden, die sedert meer dan 30 jaren als buitenlandsch eerelid deel uitmaakte van onze Academie.
| |
| |
Dr. Boekenoogen was een uitmuntend neerlandist en dialectoloog, vooral bekend door zijn medewerking aan het Groot Woordenboek der Nederlandsche Taal en door zijn standaardwerk Het Zaansch Idioticon, dat van 1897 dagteekent en waar de wetenschappelijke methoden ten volle tot hun recht komen. In de Folklore liet hij zich ook niet onbetuigd en hij bewerkte, met den bekenden Antwerpschen Folklorist, den heer Van Heurck, die zoo volledige en belangrijke Histoire de l'lmagerie populaire welke andere landen ons mogen benijden.
***
Van een tweede buitenlandsch eerelid had de Academie, in Mei ll., het afsterven te betreuren nl. van den gevierden Nederlandschen romanschrijver Johan de Meester.
Zooals onze Bestuurder, Prof. Sabbe, in de Mei-zitting getuigde, verliest de Academie in hem een harer verdienstelijkste en warmste vrienden. In het jaar 1924 in ons genootschap als buitenlandsch eerelid opgenomen, verscheen hij hier op de openbare zitting van 1925 en sprak een feestrede uit - 't was een brok litteraire auto-biographie - waar wij de stem van een edel kunstenaar voelden trillen. Hij was de Vlamingen bizonder genegen en nam elke gelegenheid te baat om onze Vlaamsche letterkundigen met woord en pen aan te moedigen en te steunen.
De Academie zal haar twee Hollandsche eereleden in dankbare herdenking houden.
***
In hare jongste zitting van Juni ll. is de Academie overgegaan tot de verkiezing van Prof. Mawer van het University College te Londen ter vervanging van Dr. Boekenoogen. Mevr. Henriette Roland Holst van der Schalk werd als buitenlandsch eerelid aangeduid in de plaats van Johan de Meester.
Anderzijds werden in dezelfde zitting tot briefwisselend
| |
| |
lid verkozen de Eerw. heer Joris Eeckhout in de plaats van Prof. Dr. Carnoy en de heer Em. De Bom in de plaats van Prof. Dr. van Mierlo.
Wij wenschen deze heeren welkom in ons midden.
***
Had dit verslag met een welkom mogen besluiten! Maar, helaas! de Academie werd voor weinige dagen smartelijk bedroefd door het onverwacht overlijden van haar oudst benoemd lid Dr. Karel de Flou. Onze diepbetreurde collega maakte sedert 44 jaren deel uit van ons genootschap. Hij werd tot briefwisselend lid verkozen pas één jaar na de stichting er van, d.i. in 1887. Hij had dus, om zoo te zeggen, het leven der Academie van den beginne af, meegeleefd en was hier voor allen, door zijn wondere belegenheid, zijn secure geleerdheid, zijn ernst en tevens zijn eenvoud en minzaamheid telkenmale hij onze zittingen bijwoonde, een eerbiedwaardige en weldoende verschijning.
De Academie liet zich op de lijkplechtigheid van verleden Woensdag te Brugge vertegenwoordigen door de heeren Vercoullie, van de Velde, Van de Wijer en haar Bestendigen Secretaris. Prof. Vercoullie sprak namens al zijn collega's een roerende rede uit op het graf van den betreurden geleerde en vriend.
Wat zou 'k hier nog zeggen over den letter- en taalkundige, vooral over den toponymist, dat niet door heel het Vlaamschlezend publiek bekend is?
De grootsche hulde welke hem in 1928 te Brugge werd gebracht en waar Dr. Schram van Liverpool hem met den titel van ‘the grand old man’ of flemish Toponymy begroette, is nog frisch in aller geheugen gebleven.
Hoe onverdroten de Flou aan zijn reusachtig Woordenboek der Toponymie ook sedert jaren en jaren zwoegde, toch heeft de dood hem verrast vóór de zoo vurig gewenschte voltooiing van zijn meesterwerk.
| |
| |
Twee dagen vóór zijn overlijden, schreef hij nog met zijn klare, vaste hand het proefvrij voor het 60e vel van het XIIe deel.
Pendent opera interrupta...
Er ligt iets tragisch in het plots en onmeedoogend afbreken van een langen, belangeloozen, edelen geestesarbeid.
Maar de Academie - ik ben er van overtuigd - zal het als een eereschuld aanzien het nog kolossale, doch op weinig na persklare, handschrift te laten voortdrukken. Reeds bood zich een piëteitvolle en bevoegde hulp aan, en de maatregelen tot de volledige uitgave van het werk zullen in de eerstkomende zitting kunnen getroffen worden.
Zoo zal de Academie den grooten Vlaming een gedenkteeken oprichten dat, naar 't woord van Collega Vercoullie, duurzamer zijn zal dan marmer en brons.
|
|
Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd