Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1931
(1931)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 441]
| |
Vergadering van 20 Mei 1931.Waren aanwezig de heeren: Prof. Dr. M. Sabbe, bestuurder, en Dr. L. Goemans, bestendig secretaris;
de heeren Kan. Am. Joos, Dr. Is. Teirlinck, Franck Lateur, Prof. Dr. J. Mansion, O. Wattez, Prof. Dr. Scharpé, Prof. Dr. Vercoullie, Mr. Leonard Willems, Prof. Dr. Vandevelde, J. Jacobs, Herm. Teirlinck, P.J. Salsmans, F. Toussaint van Boelaere, Cyr. Buysse, P.J. Van Mierlo, werkende leden;
de heeren Prof. Dr. R. Verdeyen, F. Timmermans, Prof. Dr. J. Van de Wijer, Dr. Fl. Prims, briefwisselende leden.
Lieten zich verontschuldigen de heeren: Dr. L. Simons, Prof. Dr. A. Vermeylen, Prof. Dr. J. Persijn, Prof. Dr. Van Puyvelde, Prof. Dr. Daels en Prof. Dr. A. Carnoy, werkende leden.
***
De Bestendige Secretaris leest het verslag over de Aprilvergadering; het wordt goedgekeurd.
***
Afsterven van den heer Johan De Meester, buitenlandsch eerelid der Academie. - De heer Bestuurder, Prof. Dr. M. Sabbe, brengt in de volgende bewoordingen hulde aan den afgestorvene:
MM.
Vóór een paar dagen bereikte ons het droevig nieuws van het onverwachte overlijden van ons buitenlandsch eerelid Johan de MeesterGa naar voetnoot(1). Op 18 Juni 1924 werd deze gevierde romanschrijver en journalist in ons corps opgenomen, en het jaar nadien gaf hij blijk van | |
[pagina 442]
| |
zijn groote belangstelling in onze werkzaamheden door op onze jaarlijksche openbare vergadering die pittige zaakrijke lezing te houden, waarin hij met talrijke jeugdherinneringen een zoo treffend beeld gaf van zijn literair wezen en vorming. De Academie verliest in hem een harer verdienstelijkste medewerkers en trouwste vrienden. In den ruimeren kring der Nederlandsche literatuur zal het heengaan van Johan de Meester even diep gevoeld en betreurd worden. Toen er in de laatste jaren der 19e eeuw meer verband ontstond tusschen literatuur en journalistiek, toen althans in Holland het dagblad ook ernstig belang ging stellen in de voortbrengselen der letterkundigen, toen plaatste zich Johan de Meester met zijn berichten en beschouwingen in de Rotterdamsche Courant op de eerste plaats onder de besten, die het groote publiek zochten in te wijden in de schoonheid der Nederlandsche woordkunst. En daarbij heeft hij steeds met zorg en liefde de Vlaamsche auteurs bedeeld. Menigeen onder ons vond in Johan de Meester een genegen en hartelijken peter voor den Hollandschen letterdoop. Wij meenden dit hier dankbaar te mogen herinneren. Als zielvol scheppend kunstenaar staat Johan de Meester in de geschiedenis onzer letterkunde als een mijlpaal. Zijn Geertje is een keerpunt in den Nederlandschen modernen roman. Door de warme menschenliefde, die in dat boek haast lyrisch opgolft, door het psychisch meeleven met de menschen die hij schildert, heeft hij onze romankunst boven de engere dogma's van het naturalisme weten te verheffen en het beeld van de werkelijkheid gemaakt tot een openbaring van innerlijk leven en algemeene menschelijkheid. In dat boek blijven wij de warmte van zijn edel hart bestendig voort gevoelen. Wij bieden aan de nabestaanden van Johan de Meester de ontroerde betuiging van onze innige deelneming in hun rouw. Ik stel U voor om hun namens de Academie dit rouwbeklag schriftelijk over te maken.
De vergadering beslist dat de rede van den heer Bestuurder in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden, en dat namens de Academie een brief van rouwbeklag aan de familie van den overledene zal worden gezonden. | |
[pagina 443]
| |
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.1o) Academische onderscheidingen. - De Koninklijke Academie van Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten van België heeft in den loop dezer maand twee leden van de Vlaamsche Academie bekroond. De prijs Baron de St-Genois werd verleend aan Prof. Dr. M. Sabbe voor zijn werk: De Moretussen en hun Kring. De prijs August Teirlinck werd toegekend aan Eerw. P. Van Mierlo voor zijn Beknopte Geschiedenis van de Ouden Middelnederlandsche letterkunde.
De bestendige Secretaris wenscht uit naam der Academie haar Bestuurder geluk met die onderscheiding. De heer Sabbe dankt en op zijn beurt stuurt zijn beste gelukwenschen aan Dr. van Mierlo voor den door hem behaalden prijs.
2o) Geneeskundige dienst bij het Leger. - Bij brieve van 16 Mei 1931, verzoekt de heer Minister van Landsverdediging de Academie hem een driedubbele lijst voor te stellen van burgerlijke geneesheeren, die als ondervragers voor het Vlaamsch zouden kunnen geroepen worden om in Juni deel uit te maken van de Jury belast met het afnemen van het uitgangsexamen der school voor Officieren van den Gezondheidsdienst, wat de practische Vlaamsche proef betreft. Worden aangewezen de heeren: Prof. Dr. Frans Daels, werkend lid der Academie, te Gent; Dr. Sano, Bestuurder der Kolonie, te Gheel; Dr. Terlinck, te Brussel.
3o) Zaak Eupen. - Een overdruk van het verslag van den heer Prof. Dr. Mansion aangaande de taaltoestanden in het gebied Eupen werd, naar de beslissing van de Academie, aan den heer Eersten Minister, aan den heer Minister van Wetenschappen en Kunsten, alsook aan de voornaamste Vlaamsche dagbladen verzonden. | |
[pagina 444]
| |
Mededeelingen namens commissiën.1o) Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - De heer Prof. Dr. Mansion, secretaris der Commissie, brengt verslag uit over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig de heeren: Prof. Dr. M. Sabbe, voorzitter, Isid. Teirlinck, Mr. Leonard Willems, Dr. Leo Goemans, Dr. J. van Mierlo, S.J. en Prof. Dr. Mansion, lid-secretaris. Dr. Prims, Prof. Van de Wijer en Prof. Dr. Verdeyen, woonden ook de zitting bij.
Aan de dagorde staat:
1o) Studie over de H. Dymphna, door Dr. Van Doninck. Voorgesteld wordt den schrijver te verzoeken zijn stuk liever te plaatsen in een tijdschrift waar het beter op zijn plaats zou zijn en meer bijval zou genieten.
2o) Over Klauwaerts en Leliaerts. - Lezing door Mr. L. Willems. De tegenwoordige beteekenis van Klauwaert gaat terug tot den Leeuw van Vlaanderen van Conscience: het woord is zooveel als Vlaamschgezinde en staat tegenover Leliaert, dat gelijk staat met Franskiljon. In de middeleeuwen echter was dat niet zoo. De term Klauwaart is niet bekend als partijnaam in den strijd van de Vlamingen tegen Philips den Schoone. Eerst in de chronijk gezegd van Jan van Diksmude wordt de naam aangetroffen voor den tijd van Lodewijk van Male, als benaming der Gentenaars, met de verklaring dat ze als teeken op de mouw van hun kleed de afbeelding van drie klauwen droegen, terwijl de Bruggelingen de lelie als herkenningsteeken hadden. Dit wordt bevestigd door het Memorieboek der stad Gent, in eene aanteekening op het jaar 1380, die hetzelfde zegt, en, ten slotte, afdoende bewezen door de Rekeningen van Gent. Hier is er in de jaren 1336-1339 meermaals sprake van ‘frocken metten clauwen’. De klauwen zijn natuurlijk leeuwenklauwen, maar de leeuw is die van het Gentsche wapen, niet die van Vlaanderen. Klauwaart beteekent dus eigenlijk Gentenaar zonder meer. - Aangaande Leliaart merkt spreker op dat | |
[pagina 445]
| |
lilie en Liliaert met i de oudste vormen zijn die lang uitsluitend in gebruik zijn gebleven. Na eene levendige bespreking waaraan verschillende leden deelnemen, bedankt de Voorzitter Mr. L. Willems en stelt voor zijne bijdrage op te nemen in de Verslagen en Mededeelingen.
2o) Bestendige Commissie voor het Onderwijs, in en door het Nederlandsch. - De heer Wattez, secretaris der Commissie, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig de heeren: Prof. Dr. J. Vercoullie, ondervoorzitter die de plaats inneemt van Prof. Dr. Persijn, door ziekte belet, Kan. Am. Joos, Dr. Leo Goemans, Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde, Prof. Dr. L. Scharpé, Prof. Dr. M. Sabbe en O. Wattez, lid-secretaris.
Aan de dagorde staat:
Het onderwijs in de uitspraak. De in de officiëele scholen getroffen maatregelen. - Lezing door Dr. L. Goemans.
Dr. Leo Goemans, in plaats van zijn aangekondigde lezing, leest een stuk ingezonden door E.H. Jacobs, lid van de Commissie. Het stuk gaat over ‘Het onderwijs in de Fransche taal in de Colleges en Athenaea van het Vlaamsche land.’ Na de lezing ontstaat onder de leden der Commissie eene bespreking over het onderwerp. Die bespreking zal in de eerstkomende vergadering voortgezet worden. De Commissie stelt voor het opstel van E.H. Jacobs op te nemen in de Verslagen en Mededeelingen. | |
Dagorde.1o) Wedstrijden voor 1931. - Lezing van de verslagen over de wedstrijden. (Art. 31 der Wet van 15 Maart 1887 en Kon. Besluit van 23 Maart 1891). De vergadering beslist dat de verslagen zullen gedrukt en aan de werkende leden gezonden worden. | |
[pagina 446]
| |
2o) Prijs Karel Barbier. - De Jury belast met het beoordeelen der ingezonden werken voor den prijs Karel Barbier en samengesteld uit de heeren Prof. Dr. Persijn, Frank Lateur en Prof. Dr. Sabbe, heeft den prijs toegekend aan den heer Paul Kenis, letterkundige, te Brussel, voor zijn werk getiteld: Dagboek van Lieven De Myttenaere.
3o) Vaststelling van het programma der Plechtige Vergadering der Academie. - Die vergadering zal plaats grijpen op Zondag, 5 Juli a.s. De heer Bestuurder zal het woord voeren over het onderwerp getiteld: Potgieter, Bakhuizen van den Brink en de wedergeboorte der Vlaamsche letterkunde na 1830. De heer Herman Robbers heeft aangenomen te spreken Over Jacobus Van Looy. De andere schikkingen zal het Bestuur op zich nemen.
4o) Geheime vergadering te 2½ uur. - a) Bestuur der Academie. - Na het ontslag voor gezondheisredenen van Mej. M. Belpaire te hebben aangenomen, gaat de Academie over tot het aanstellen van een nieuwen onderbestuurder. Worden door den heer Bestuurder tot stemopnemers aangewezen: de heeren Prof. Dr. Vercoullie en Prof. Dr. Mansion. - Tot onderbestuurder is verkozen: P.J. Salsmans, S.J., werkend lid. b) Lidmaatschap der Academie. - De Bestendige Secretaris brengt verslag uit over de voorstellen der Commissie tot voorstelling van candidaten voor twee plaatsen van briefwisselend lid, ter vervanging van Prof. Dr. Carnoy en Dr. Van Mierlo, beiden tot werkend lid verkozen, alsook voor het vervangen van twee buitenlandsche eereleden in de plaats van wijlen Dr. Boekenoogen en Johan De Meester.
5o) Lezing door den heer Prof. Dr. J. Vercoullie, werkend lid: Denominatieven en Deverbatieven. |